DS Vandaag: Zomerreeks: Hier woont mama nu (2/3) 'Mama komt altijd terug’

De Standaard De Standaard 7/26/23 - Episode Page - 28m - PDF Transcript

We zijn er met DS vandaag even tussenuit, maar we laat je natuurlijk niet achter zonder podcast.

We hebben deze week de bijzondere reeks hier woont mama nu door Kathrin Loman, een wederigde bakker.

Ze schetsen een portret van de gevangenis van Brugge waarin de vrouwenafdeling een speciale vleugel is

voor moeders die met hun kinderen opgesloten zitten.

We luisteren de hele reeks nu al in de app DS Podcast.

Amira is met haar 2,5 jaar net iets te groot voor het witte plastieke batje.

Houd je hem op?

Oké, ga je leggen. Voetjes. Voet.

Ik zit op de brede, langgerekte vensterbank die ook dient als luidtafel voor de kinderen.

Ja, is dat goed?

Elk kindje heeft hier zijn of haar eigen plek.

Ja.

Haartjes wassen is goed.

Ja, plek me daar.

Oké, het is goed.

Het is drukken te warm in de wasruimte en ik ruik overal Zwitsa.

De shampoo die door de gevangenis voor alle mama's wordt voorzien.

Amira's mama, Zaba, kampt haar zwarte krullen tot twee strakke staartjes op haar hoofdje.

Ze dost haar uit in een rood minimaus kleedje en glitterpantie en zwarte lakkeeschoentjes.

Het is gedaan.

Elke dag waarop Zaba haar dochtertje klaarmakt, is een dag dichterbij het afscheid.

Want over enkele maanden op 3 augustus wordt Amira drie.

Op die leeftijd moeten kinderen de gevangenis verlaten.

Hun toekomst samen is onzeker.

Want Zaba is geen bellig en ze is haar verpleisrecht verloren.

Als zij vrijkomt, weet zij niet waar en of ze voor haar dochter kan zorgen.

Kom.

Dit is, hier woont mama nu.

Een podcast reeks van op de moederkindafdeling van de gevangenis van Brugge.

Ik ben Kathrin Lohmann en samen met Wedrik de Bakker,

volgden wij enkele maanden lang het leven van mama's die met hun kinderen in de gevangenis verblijven.

Aflevering twee.

We zijn nu december.

We denken dat het nog acht maanden is.

En dan is zij hier eigenlijk, moet zij hier buiten.

Dat is niet van willen, dan moet ze hier buiten.

Voor mij is er geen mogelijkheid om mij constant schuldig te voelen

of me constant te stressen of me constant te zeggen van

nee, ik zit hier en nee, ik heb dit en nee, ik moet terug naar Nederland.

En ze heeft mijn waperen afgepakt en wat moet ik doen en waar moet ik beginnen.

En hoe met Amira, dan gaan we hem kapot maken en dan ga je dat hier niet halen.

Dus heb ik nog die acht maanden dat ik mijn haar kan dooplingen en ja, daarvan kan je genieten.

Saba vertelt mij dat Amira in het Arabisch princess betekent.

En Amira doet haar naam alle eer aan.

Je zou een hart van steen moeten hebben om niet te bezwijken onder haar smekende pupioog.

Amira, kom.

En moest je haar toch iets ervan zeggen, kan ze altijd nog oorverdovend krijzen.

Naar uw kamer.

Heb je gemocht, op de bed komen zit hij hier.

Dat kan je zo goed aanhouden.

Fien, de celgenote van Saba, loopt met haar zoon je hakking de kamer rond.

Saba en ik zitten op bed.

Fien klopt op het ruggetje van haar zoon je om hem te laten boeren.

Wat is dat allemaal, schat?

Stinkie.

Stinkie.

Heb je het in servei gegeten?

Ja.

Ik krik het.

Ook Fien heeft een datum.

Mij gaat dat op een donderdag zijn.

Donderdag en vrijdag, ja.

Ik heb zo lang uitgekeken over deze tijd.

Je is een bekende weg.

We waren gisteren bezig over hoe Amira zo gaat reageren als ze zien dat mijn brengbord leeg is en mijn kast leeg is.

We hopen dat hij dat niet gaat moeten zien.

Dat ik mijn spullen inpak en ga vertrekken.

Want dat kind gaat je breken.

Oh, my God, als ik er aan denk, wordt er gewoon niet goed van.

Ik wil zo graag naar Ruiz, want dan gaan wij zo verdrietten om haar achter te laten.

Ik ga je bellen, hè.

Dat is stalken.

Dat is uw geruien.

Ik ga je bellen, hè.

Dat is stalken.

Dat is uw geruien.

En dan?

Ja, bravo.

Ik maak voor mijn brengbord.

Ik wandel de cel van Tatjana binnen.

Tatjana is niet correctioneel veroordeeld, maar geïnterneerd.

Ze hoort niet thuis in de gevangenis.

Ze zit op bed in haar cel en wiegt haar dochter heen en weer.

Ik zie dat zij er hoogte van haar stembanden een kleine tatuage heeft

in de vorm van een sleutelgat.

Weet je of je dacht of deed dat je zwanger was?

Dat ik zwanger was.

Ik krak geen druppel meer aan en dat is ook gelukt.

Dan kwam ik dan later hier terecht terwijl ik zwanger was.

En dan kan je zo ook niet aan alcohol graag nemen.

Ja, het gaat een grote uitdaging zijn, denk ik, om dan naar buiten te stappen

en dat ook nooit meer te doen aan alcohol graag.

Het valt mij op dat er veel wordt gepraat over later en buiten.

Want een kind geeft een blik op de toekomst.

Dat is zo...

Mijn ouders met een kwastbaarheid die daar kunnen leven

in hun een-en-een-appartementje daar, met 24 uur hulp.

Je leeft daar ook gewoon.

Je mag daar weer studeren.

Maar als je van alles maar vragen hebt,

mijn kindje of je denkt dan kan je er altijd terecht.

Maar je hebt echt wel veel omgegooid aan in uw leven, zeg je.

Ja.

Ja, ik ben ook heel blij dat heel veel mensen wel nu...

Instanzies wel mee echt helpen om alles in Noorden te krijgen

en alles is ook nu bijna helemaal in Noorden.

Volgende week donderdag.

En ik heb hier allemaal zoveel maanden samen alle instanzies met ik erbij.

En dan bespreken we wie wat allemaal gedaan heeft

voordat we nog kunnen doen.

Als het eigenlijk al uitgestippelt.

Zodat het echt wel lukt.

Want helemaal alleen een stap buitenzetten met haar.

Zelfs naar een woning die geregeld is.

Nee, zo ben ik het niet echt trekkelijk in.

Tatjana's dochter zal opgroeien zonder papa.

Dat is niet zo voor alle kinderen die wij ontmoeten op de moederkindafdeling.

En toch zou deze reeks nooit hier woont papa nu kunnen eten.

Want in de gevangenis zijn het enkel mama's die voor hun kinderen mogen zorgen.

En zo weer spiegelt de moederkindafdeling de maatschappij

waarin vrouwen traditioneel in staan voor de zorgtaken.

Drie augustus wordt zij drie.

Drie augustus moet zij hier buiten.

En drie augustus moet jij vertrekken.

Je brengt je klein naar beneden, je komt naar boven, je spullen in en je vertrekt.

Saba moet dan de moederkindafdeling verlaten.

Want ze heeft dan in misschien kind meer.

Je hebt zelfs de mogelijkheid niet meer

om eigenlijk op die kamer te kunnen blijven, nog een dag of zo.

Dat je toch nog een beetje de aanwezigheid hebt eigenlijk van je kleine.

Je moest hier geen dag langer niet meer blijven.

Ik zou maar zeggen, een uur langer zelfs mag, dat mag niet.

En hoe pakte jij dat dan met Amira?

Ik ben een beetje aan het twijfelen van of er wel

geef ik haar net ervoor buiten.

Ik zou maar zeggen, een week ervoor.

Of ik ga echt ervan genieten

en haar echt zo tot haar laatste dag bij mij houden.

Maar ik moet haar dan wel ook op haar verjaardag weer afgeven

en verjaardagsfeest is dan het weekend voor haar verjaardagsdatum.

Daar ben ik nog niet volledig aan uit

of dat ik ga wachten tot de derde augustus

of dat ik haar zo net de week ervoor al

of zo'n aviejaardagfeest eigenlijk het weekend ervoor haar zal buiten geven.

Saba wil dat haar dochter wint aan een leven zonder haar.

En daarom gaat Amira af en toe naar buiten.

Naar haar papa, van wie Saba gescheiden is

of naar het CKG.

Centrum voor kinderzorg en gezinsondersteuning.

Daar is ook een kresch.

De dagen dat Amira naar de kresch gaat

of binnenkort naar school

staat ze om half acht klaar aan de deur van de moederkindafdeling.

Ze heeft hun rugzakje aan

met daarin een broodtoos, een waterflesje,

een schriftje en een knuffel.

Daar wordt ze opgehaald door een sipier

met wie ze hand in hand wandelt

door de brede lange gangen tot aan de poort.

Ze loopt langs de metaaldetector,

passeert portier twee, de griffie,

de lange vensterloze hockjes

waar geditineerde personen vertrouwelijk met hun advocaat kunnen praten.

Ze baseert de bezoekerswachtzaal

en de souveniersshop met toegelaten cadeaus.

Om uiteindelijk bij portier één opgewacht te worden

door een vrijwilliger of haar papa

die samen met haar door de grootpoort naar buiten stapt.

Na de parking.

Mijn papa, auto.

Auto, ja.

Mama niet.

Bij mooi weer wordt ze soms opgehaald

door de bakfiets van het CKG.

Kijk, de bakfiets.

Ze vond dat supertof om te doen

en ze was er aan het vertellen toen ze terugkwamen.

Mama, bakfiets, bakfiets.

Ik wist niet wat dat was.

Toen zag ik de foto's.

Bij het hebben ze ook een heel grote koer

waar ze kunnen spelen met de fietsen en de noem maar op.

Maar ze vind dat superleuk, want je hebt daar een zetel

en je kunt daar tv kijken.

Zaba zelf is nog nooit in die kresche geweest.

Maar ze communiceert met de begeleidsteren

via het heen- en weerschriftje.

Het kleine gele boekje staat boordevol verhalen

van wat Amira er allemaal uit spookt.

We speelden samen met een ander kindje in het keukentje.

Ook telefoneren naar elkaar vond ze heel leuk.

12 uur 30, bij tijd, even geheld en geslapen.

Tot 2 uur 45, flink fruit en yoghurt gegeten.

Sorry, maar onze printer is hopelijk volgende week terug in orde.

Dan kunnen we ook eens laten zien hoe ze het doet.

Tot volgende week, Amira.

Als ze dan weggaan van mij,

is ze superblij als ze naar haar papa te gaan

of naar het CKG te gaan.

Maar dan, ja, dat is zo dubbel, omdat ze iets heeft van...

Amira en mama blijven.

En zeer, ik ga maar niet, dat gaat niet.

Je gaat naar papa.

Oké, dan. Mama ook mee.

En ik ga maar dat gaan niet.

En dat doet mij dan pijn, omdat ze wil dat.

En ik wil dat ook, maar het gaat niet.

Dat mag gewoon niet.

Dat zijn wel... Ja, dat zijn hele zware momenten.

Maar ik denk wel dat Amira daar niet al te veel van beseft.

Dus dat zijn wel de dingen dat mij dan weer troost geven eigenlijk.

Dat is misschien dat moment zelf, dat ze even zo iets heeft van.

Maar ze is dat al vergeten, of omdat ze de grote deur...

...basseert is en dat ze naar mij is waait vandaag, mama.

En dan pakken de chefs daarmee.

En dan draaien ze zich om.

Amira en haar papa, Amira en haar papa,

en ze is het al vergeten dat mama niet mee gaat.

Dus dat geeft mij dan wel weer troost.

Maar je begint die dan wel zo te missen.

En dan bel ik ook gigantisch veel naar mijn mama.

En ik zei, ja.

Maar kan je een liefde Amira praten met spreken?

Dan is het je tegen mij, mist jij die nu al.

En dan is er nog geen uur weg of zo.

Ik wil die horen.

En dan is ze veel te druk bezig.

Dus aan de ene kant ben ik daar kei blij om.

Maar aan de andere kant doet dat ook gigantisch veel pijn.

Omdat ik zoiets heb van, kijk hoe plezant en leuk dat ze er iets heeft op deze moment.

En ik kan dat niet meemaken met haar.

Toen we hier binnen zijn gekomen, 3 dagen later werd ze 11 maand.

Dus ik had ook zoiets van, ja, kijk, als ik haar nu buiten laat,

is de kans heel groot dat ze niet meer gaat weten wie ik ben.

Dat ze geen mama tegen mij gaan zeggen, maar dat ze een mama tegen iemand anders gaan zeggen.

En ik heb gezegd van, ik wil niet dat zij op deze leeftijd eigenlijk al moet gescheiden zijn van haar moeder.

Ik had 2 keuzes en dat was 1, haar bij mij hebben en ik weet dat haar moeilijk zijn.

En ja, ik zeg, en de andere keuze was haar buiten geven

en niet weten of ik haar eigenlijk nog zoveel ging zien.

Mijn enigste keuze dat ik eigenlijk op dat moment had, was haar meenemen.

En ik voel mij wel schuldig tegenover haar, omdat ik ze het heb van.

Ik pak haar er heel veel af hier binnen, omdat ze nu zeker nu op...

Allee, ervoor was haar nog zoveel, maar nu begint dat echt zo...

Zoals nu, bijvoorbeeld gisteren, is zij teruggekomen,

want toen zei ik, ze zijn naar het CKG gegaan

en gisteren is zij dan teruggekomen en dat was zo de deur ging toe en ze zo.

Nee mama, deur open, nee mama, deur open.

Maar je kunt die deur niet open doen, want dat mag niet.

In een gevangenis gaan deuren enkel open op vastgelegde tijdstippen.

Er zijn momenten van beweging, wanneer door het bewakingspersoneel

gecontroleerde verplaatsingen plaatsvinden,

waarbij deuren geopend en gesloten moeten worden.

De deur geopend en mijn dochter ligt naar buiten,

omdat ze weten van, ah, yes, de deur is open,

dus het is nu het moment om naar buiten te gaan lopen.

Want met vier op een kleine ruimte samenleven is niet altijd simpel.

Mijn dochter is geen gemakkelijke, dat is echt een heel actieve

die constant overal wilt opklimmen en rondlopen

en met dingen gooit en roept.

Maar dat is een baby die nog meerdere dutjes per dag doet.

En Amira doet, mij moeite nog één dutsmiddag als ze al wilt.

En anders is hij eigenlijk vals morgens dat wij wakker worden,

want 6 uur, ja, het is kei vroeg, 6 uur 20,

tot en met de avond als 8 uur blijft hij dan wakker.

Ik kan moeilijk zeggen dat ik nu die kleine slaapt,

je moet nu zwijgen, dat gaat niet.

Je kunt dat proberen, maar dat lukt gewoon niet.

En dat zorgt voor frustraties tussen mij en haar dan,

omdat één, ik kan er niet aan doen, zij weet dat ergens wel,

maar het irriteert haar, want haar kleine kan wordt dan constant wakker.

Maar het probleem is, oké, we zitten hier inderdaad, we zitten binnen.

Je hebt een mensendenk van, we hebben hier niks anders te doen

dan met onze kinderen bezig te zijn, maar soms wilde je gewoon

ook even een uurtje of zo, even gewoon tijd voor jezelf,

dat je die week kunt kijken of dat je iets kunt maken voor te eten

of dat je op je gemak naar het toilet kunt gaan of het makt al niet uit.

Maar als er dan een kind is die heel tijd aan het heilen is,

waar je heel tijd aan bezig moet zijn, dat is kei vermoeiend.

Op de binnenkoer aan het speelhuisje doet Amira onvermoeibaar rondjes.

Drap je op, glijbaan af.

Drap je op, glijbaan af.

Ami, waarom is het met zand?

En als het mooi weer is, niet.

En ze biedt weer heel dezelfde zand.

Ik ga zitten bij de mamma's die op een bankje onder een aftak aan het roken zijn.

Ga in het huisje spelen, Amira.

Ami.

MUZIEK

Hoe hardig jij dat uitleg, Amira,

dat zij binnenkort in het gewaang is verlaten,

terwijl jij hier blijft?

Wat ik haar kan zeggen,

nu ga je naar papa en ga even bij papa verblijven

tot dat mama terug is en ik naar buiten mag.

Want er is een mevrouw

die eigenlijk beslist of dat mama naar huis mag komen of niet,

omdat mama iets heeft gedaan wat dat niet mag, wat dat fout is.

En daarom zit mama hier.

Maar jij mag nu naar huis.

En mama gaat wel daarna nog komen.

Dat ze weet van ook, ik kom altijd wel terug,

dat is de boodschap dat ik haar zeker wil geven.

Dus ik hoop wel dat ook naar buiten toe,

als ze bij haar vader is,

dat hij zich ook wel aan zijn woord houdt.

En dat hij ook wel dat gaat blijven zeggen tegaar

en dat hij ook zijn blof te naakkomt,

dat hij met haar meerdere keren in de maand gaat langskomen.

Dat bezorgt mij eigenlijk wel heel veel angst.

Van alle dagen naar in één keer vier keer per maand,

maar haar zien voor een uur,

dat hij heel moeilijk zijn.

En ik weet dat ik besef dat ook.

Het is gewoon heel moeilijk, omdat ik gewoon zoiets heb van,

oké, ik weet ze zijn goede handen.

Maar aan de andere kant ben ik ook bang dat ik haar ga verlezen,

want je weet nooit niet wat er in mensen hun in hoofd zit.

Je weet ook niet, oké, haar vader is heel lief

en wat komt supergoed overeen.

Maar je weet nooit dat hij in één keer een klik kan krijgen

en kan zeggen van, weet je wat, voert het interesseert mij niet.

Mijn dochter is bij mij en die komt u niet meer bezonken.

Dan ben ik haar ook soort van kwijt.

Of als die ineens met haar weg is.

Want hij heeft haar pas aangemaakt,

omdat haar pas was verlopen,

bij de gebeenten.

En normaal gezien staat er in moeder en vader.

Wie dat dat zijn.

En ik heb, hij heeft de kopie van de pas opgestuurd naar mij

en het staat alleen maar vader, wie dat dat is.

En mijn naam staat nergens in vermeld.

Terwijl ik zoiets heb van, hm, oké, ik heb geen verblijf niet meer.

Maar ik ben nog altijd wel haar moeder,

is dat nog de geboorte.

Dus waarom staat mijn naam daar niet in?

Zijn ook zoiets van, ik was er eigenlijk buiten allemaal bezig,

waarvan ik het vertrouwen heb dat je alles doet

dat je geen mess in mijn rug zou steken.

Maar tegelijkertijd kan ik het niet met honderd procent zekerheid weten.

Dat is gewoon de angst dat in mij zit,

omdat ik niet wil dat zij zowel van haar vader wordt gescheiden

of van mij wordt gescheiden.

Maar de realiteit is anders,

want ze kunnen, we kunnen niet anders.

We hebben de kusjes van één week inhaald, ik vind.

Een kleine meisje.

Ik heb zelf een heel moeilijke jeugd gehad.

Vooral de liefde.

De knuffels, de kusjes, de bezig zijn.

Dat is dan wat dingen dat ik eigenlijk niet heb gehad

toen ik klein was.

En ook naar later toe,

dat is hetgeen dat ik eigenlijk echt wil

en dat alles anders is bij mij

en bij mijn dochter, van gewoon weten van

oké, ik kan met mijn mama met alles terecht.

En als er iets is, kan ik op mijn moeder rekenen

en dat ze wel weet van oké,

ik moet geen schrik hebben om te zeggen

van, er is dit of ik heb een probleem met dat

of ik rook of ik heb een vriendje of ik wil uitgaan

of ik...

Ik wil niet dat ze er schrik van heeft.

En je hebt wel schrik.

Ik had heel veel schrik.

Ik wist dat ik met zo'n ding ook niet moest komen aankloppen

bij mijn ouders.

Ze hebben het niet echt ook niet naar me omgekeken.

En toen ze hadden geroken dat ik rookte

en dat ik met jongens omging,

heb ik de volle laading gekregen van mijn vader.

Hij kon niet praten.

Hij kon alleen maar slagen.

En dat is iets wat ik niet wil

dat Amira dan moeten meemaken.

Ik wil niet dat er echt extreme geweld is

of zo naar haar toe,

niet van mijn kant,

niet van haar vaders kant.

Ik wil dat niet herhalen zien

dat Amira daarin zou moeten terecht komen

maar ik wil zeker niet dat mijn kinderen

zouden moeten bang zijn

voel dat die vrij kunnen zijn

en dat alles bespreekbaar is

en dat is alles om kunnen zeggen.

Dat is het belangrijkste

dat ze weet van ik ben geliefd,

ik ben mijn moeder,

ik ben mijn vader

en ik mag er zijn

en ik kan bij hun terecht

met alles waar ik mee zit.

Terwijl Saba tegen mij vertelt,

zit Amira op haar schoot

en is geconcentreerd

aan het kopen.

Heel de tafel,

hier kleur,

als je goed kleurt hier op kleur, oké.

Af en toe kijkt Amira op

als haar naam hoort.

Ik weet niet hoe ik die pijn moet beschrijven

maar dat is gewoon ondraagelijk.

Ik kan er echt elke dag van wenen

en ik kan er echt van wakker liggen

dat ik echt gewoon niet slaap

en ik kan er echt van wakker liggen

en ik kan er echt van wakker liggen

en ik kan er echt van wakker liggen

dat ik echt gewoon niet slaap

en dat ik er ook gewoon emotioneel

en gewoon dingen echt gewoon helemaal door zit.

Ik heb een psycholoog hier

die ik ook heb aangevraagd

en dat ik ook gewoon niet meer aankom.

Dat ik ook heb gezegd van

het is mij te veel

en ik weet gewoon hoe

dat ik daarmee moet omgaan.

En die gesprekken

doen mij wel heel goed

omdat ik dan heb kunnen ventileren.

Wow!

Zo mooi!

Zo mooi!

Ja, die pijn,

dat blijft.

Dat is niet iets

dat je kunt zeggen van

oké, vandaag was dat

en morgen is dat weg.

Blijf dat meedragen

en ik denk,

ja, wow!

Ik denk dat ik dat voor altijd wel

een stuk ga blijven meedragen

omdat ik bestef dat wel

dat ze hier heeft gezeten.

Ja, klaar, Saba?

Het is avond,

tijd voor Amira

om te gaan slapen.

Saba en Fien

maken hun kinderen klaar,

schudden de bedjes op

en sluiten de gordijnen.

Het enige licht

dat de kamer nog invalt

komt van de tv

die op mute nog staat te spelen.

Vliegen, man, flink sluiten.

Dit was de tweede aflevering

van Hier woont mama nu.

Een podcast reeks voor DS Audio

over de moederkindafdeling

van de Gevangenis van Brugge.

Met steun van Fons Pascal de Croos,

Saba Vaux Culture

en Radio Begijnestraat.

TV GELDERLAND 2020

Machine-generated transcript that may contain inaccuracies.

Als de kindjes drie jaar worden, mogen ze niet langer bij hun moeder blijven. Het kind gaat weg en mama blijft achter in de gevangenis. Van altijd samen zijn naar haast nooit meer. En terwijl een nieuw leven begint voor de peuter, moet mama hopen dat ze nog op bezoek zal blijven komen.
Eén van de moeders vertelt in deze aflevering hoe ze haar kind voorbereidt op het moment waarop het de gevangenis verlaat terwijl mama nog moet blijven. 'Mama komt altijd terug. Dat is de boodschap die ik haar wil geven.’

‘Hier woont mama nu’ is een reeks van Wederik De Backer en Katrin Lohmann. De muziek is van An Pierlé en Loesje Maieu, Redactie en montage door Wederik De Backer, Katrin Lohmann en Katoo De Langhe.
Met steun van Fonds Pascal Decroos, Sabam for Culture en Radio Begijnenstraat.
Met dank aan de directie van de vrouwenafdeling van de gevangenis Brugge.

See omnystudio.com/listener for privacy information.