Tonny Media Tonny Media 6/24/23 - Episode Page - 49m - PDF Transcript

Ik ben Isa Roes.

Ik ben Mark-Marie Huibrecht.

Welkom bij Mark-Marie en Isa.

Vinden iets, hoeveel sterren geven wij verdriet?

Verdriet, verdriet, is het een leuk thema, is het een moeilijk thema, is het een verdrietig thema?

Nou, het is een zwaartema, denk ik.

Denk het wel, denk het ook wel eigenlijk.

Zo, in de zomer, ja, waarom hebben we het eigenlijk gekozen, verdriet?

Ook omdat soms, vinden wij het leuk, denk ik, om een beetje spannende thema's te hebben.

Dat is wel waar.

Dat is onszelf een beetje uitdagen dat we denken, eh, gaan we daar en hoeveel gaan we daar in?

Ja, want jij hebt er mij nog twee keer, weet je zeker?

Ja, een beetje zeker verdriet, ja.

Zij heeft toch al een portie grat, gaan we heel die bak openmaken, maar goed.

Ik zou heel subtiel er wat uit zetten.

Laten we er in voor gaan.

Ja, we gaan er zo bij zoven.

Maar goed, het zij zo, dat is ook verdriet.

Bent gewaarschuwd.

Dan hebben we natuurlijk een blad.

We hebben natuurlijk de linda.

Vind ik leuk.

Ik hou van de linda.

Ja, ik vind het een lekker blad.

Ik blijf dat ze een lekker blad vinden.

En vind ik zo knap?

Ja.

Echt superknap, dat je dat kunt met een team.

Ja.

Dat is echt, ja, nou, het is gewoon knap en leuk.

En ik heb er zin in, dus dat vertel ik straks wat over.

Heel goed.

En dan hebben we de stem, en we hebben moderne etiketten en dat is, moet je tijdens een date

evenveel praten.

Dus moet er een balans zijn tussen het praten.

Onderling.

O, denk ik.

Voor als een monoloog.

Wekelt om weer te date.

Maar goed, daar gaan we het allemaal over hebben.

Straks over hebben.

Het was een week.

Dat was je week.

Ah, goed, ik eerst.

Ja.

Wil je altijd graag, hè?

Ik vind het leuk.

Nou, je weet dat ik graag wandel, hè?

Ja.

En dus ik loop heel veel door de stad en het gebeurde er twee dingen waar ik zelf een

beetje ineens verbaasd over was van mezelf.

Ik loop langs een man met een hond.

Best een grote hond, maar ik was met Vlinder aan het wandelen, dus waarom heb je het?

Ik kletsen en ik loop langs die hond, ja, we konden niet heel veel uit, ik denk dat

een auto aankwam.

Ik had ook kunnen wachten, maar ik passeerde de man met hond.

En ik doe mijn hand zo boven de hond, soort van, ik weet niet wat ik dacht eigenlijk.

Maar toen ik weg liep, of door liep, dacht ik, ik gaf mijn hand op een presenteerblaadje

om er gewoon keihard in te bijten.

En waarom deed ik dat?

Ja.

Ik had een heel gek soort van, daar is erop, want je kan ook een hond eien, maar dat stopte

wel.

En ik dacht, oh, er even zo boven, en toen liep ik door, dacht ik, ik was knettig gek.

Wat deed ik nou?

Wat deed ik dat?

Was ik dat?

Ja.

Dus ik vroeg me af, hoe reageer jij op honden, als je...

Hoe reageer ik op honden?

Ja, misschien heb ik het intuitief goed aangevoeld, maar ik dacht later, ik zat er vlak bij had

lemmen dit toe te doen.

Ja.

Nog een keer doen?

Nou, wat ik met honden heb, is dat ik altijd, als je er echt naar kijkt, en van afstandje

naar kijkt, is het heel onnatuurlijk natuurlijk, dat wij door een stad lopen met een dier aan

een leidje.

Aan een touwtje, lopen we zomets alle, en heeft iedereen zo'n eigen diertje, eigenlijk een

soort wolf, en dan lopen we dan zo mee door de, ik denk als er UFO's zijn, en ze maken

foto's, en ze denken, dat is een raar, iets met dieren aan een touwtje lopen ze dan door

de stad.

Ik vind het ook veel leuk als ik mensen zie lopen met een hond los, want dan denk ik,

dat vind ik helemaal verschrikkelijk.

Ja, nee, dat vind ik juist leuk, want als je dat voor elkaar krijgt, dat je hond luistert.

Ja, maar het probleem is dat zijn mensen zijn zelf overschatting, en die denken, oh, mijn

hond luistert wel.

En dan, nee, ik heb nog een paar keer meegemaakt, dan fiets je door het vondepark, en dan...

Ja, het is altijd in het vondepark, ja.

En dan was ik in zo'n groep stomme mensen, met een groep stomme mensen, je kent die wel,

en die liepen dan met een hond, en toen kwamen ze een ander hond tegen, en toen ging die

kleine hond, ging zo weg springen voor mijn fiets.

Want die zat niet vast, mijn fiets, maar toen viel ik.

Echt?

En toen...

Ah ja, sorry, sorry, ja, sorry, nee, je moet gewoon je hond bij je houden.

Ja.

Want ik maak me over heel veel dingen druk, maar ik zie nu bijvoorbeeld in het vondepark

zie ik van de mensen met elektrische fiets, en die gaan aan keihang, want ze denken,

oh, dit is echt geen park, maar daar lopen honden, er lopen kleine kinderen, en ik vind

honden...

Ja, ik weet dus nog steeds niet of ze nou in het vondepark aangeleid moeten zijn of

niet.

Volgens mij niet, maar nu denk ik wel.

Ja?

Kan ik geïriteerd kijk als iemand tussen hond en fiets aangedraagt?

Je hebt het al gedaan, ik denk dat mensen het al van een keer nog moeten rijden, je.

Nou, wat ik het rare heb met honden is, als ik op een terras zit, ik kan eigenlijk

best wat tegen honden, maar ik irriteer me van mensen die altijd maar denken dat iedereen

de hond leuk vindt.

Van hun, ja, ja, ja.

Dus hebben die mensen die laten de lijn heel ver, en dan komt die hond bij jou, ook met

kleine kinderen, die bij jou aan de tafel komen gaan, ja, daar staan ze zo te kijk

te kwijlen.

En ik doe altijd...

Nee, maar ik probeer ze dan een beetje te negeren, doe ik gewoon, ik ga niet, en

als ik met iemand ben, zeg ik, nee, doe maar niet met de kinderen praten, want anders

komt het er nooit me vanaf.

Dus dan negeren we eigenlijk een beetje zo, maar die gaan ze ook waarschijnlijk wel

weg.

En dan op een gegeven moment gaan ze weg.

Geen oogcontact maken, probeer geen oogcontact met de baby te maken, dus en dat doe ik met

honden ook niet.

Dus ik probeer honden altijd een beetje zo, want ik weet niet waar die hond is geweest

en ik heb ook geen zin om allemaal tegen m'n kleren aan te hebben en zo.

En de baby, zeg je, die baby's lopen ook al naar jouw tafel?

Ja, die lopen ook al naar mijn tafel, ze zijn daar ook al met baby's en honden.

Wondelijk gezelschap om je heen.

Ze zitten nergens, maar helemaal zo, dat loopt niet van, waar je je vingers beafliekt.

Dus ik ben helemaal niet tegen honden op zich, maar je raakt er zeker niet aan, want

dat was eigenlijk wat ik vroeg.

Ja, de vrij postigheid van honden-eigenaren, die altijd maar denken dat jij een hond loopt

vindt, dat je het leuk vindt als een hond daar hebt.

Maar jij aait dus geen hond?

Ik aai niet een hond, nee, zeker geen kat, want dat krijg ik allemaal.

Daar heb ik altijd het naar het droom over.

Vertel?

Nou, ik heb altijd het naar het droom over hele grote katten.

Dan kun je gewoon een klein kat zijn, maar dat gaat tot dijgaard, tot leeuw, tot alles.

En die zit ze dan met hun hoofd vlak bij mijn hoofd en dan zegt iedereen nee, doe maar

rustig, ze doen niks.

Maar ik voel die, ik hoor het ademen en ik hoor gewoon, en dan zegt iedereen nee, blijf

maar rustig, hij doet niks, hij doet niks en dan gaat die zo in mijn hoofd.

Mijn armen zegt ze nee, dat doet hij om te spelen en ik voel dat het steeds meer pijn

gaat doen.

Dus ik altijd datzelfde, diezelfde droom.

Heb je wel eens laten uitzoeken wat dat betekent?

Nee.

Ah, dat doe dat, dat is leuk, ik ga het uitzoeken.

Ja.

Kat bijt in jouw arm.

Maar dan...

Grote katachtigen die om mij heen hangen en vlakbij me zijn en waar iedereen zegt hoef

niet bang te zijn en dat ik voel, ja blijf maar rustig zitten en dan denk ik, oh nee,

nee, nee, ga drink bijten.

Maar ben je het niet eens gewoon ooit als baby of kind een keer op die manier gebeten

dan een kartje?

Een gezicht gebeten?

Nee.

Vond je zo'n lekker mannetje zo?

Nee, volgens mij is...

Ja, boeren, dat is toch een beetje als een grote katte.

Nee.

Volgens mij niet.

Oké.

Maar goed, los van de hond.

Dina V heeft z'n heel grote litteken hier en dat komt toen ze drie was, dat ze in

de voortuin, en toen is haar aangevallen door een hond.

Ja, maar je hebt toch ook die verhalen van die babies die dan gewoon zo buiten liggen in

Texas?

Ik werk nu iets lekker waar dan wolven en beren en gewoon die babies weer gehalen, dat die

mensen...

Maar baby, uit Australië, dat is een verhaal met een slechte pruig met Meryl Streep.

Weet je dat nog?

Nee.

Het Dingo Stil My Baby, dat is een verhaal, die mensen waren, ja, maar het is echt gebeurd,

toch?

Ja.

En die waren aan het kamperen in Australië en de baby lag daar en toen was de baby lachen

eens niet meer.

En toen hoorde ze een Dingo lachen, nee, maar toen hebben ze die baby, geloof ik, na een

tijdje weer terug gevonden, wel dood natuurlijk, maar ook met de kleertjes, verscheuren, maar

toen hebben ze, om de zorg te blijken, ook nog een bloed in de auto te zitten bij die

mensen.

Ja, dit was toch een raar verhaal.

Dus ze dachten, ja, zou de Dingo met de auto zijn verstoond, dus dat is een beetje...

En dan naam ik teruggebracht, die auto hoef ik eigenlijk niet, ik wilde alleen die baby.

Ja, dus...

Nee.

Ik weet niet of ze ernaar vrijgelaten is of niet, maar het gebeurt wel dat Dingo's dieren

niet meer mee neemt.

Heel eng.

En dan wilde ik nog iets delen wat ik meemake op straat tegenwoordig, ik heb een straatweek

gehad, ik leefde een beetje op straat, ik passeerde een koffie shop, dat zag ik en

zat een man buiten en hij zat helemaal zo scheef en dacht ik dat hij in slaap gevallen

was.

Dat scheef, ja.

Zo lachte-ie.

Ja, maar ik zeg even voor de mensen die in de polka kluis, helemaal scheef in z'n stoel,

oog gedicht.

Oh, hoofd laten hangen.

Of helemaal in de hangstand, ik dacht ja, die is gewoon oud.

Nee, ik dacht helemaal niet dat die oud was, ik had het eigenlijk niet door.

En ik ben nog niet twee stappen voorbij, ik kom er twee mensen uit, die koffie shop,

ja, ja, ja, we zijn de ambulance al aan het bellen, ik dacht, oh, loop ik nou zo aan,

iemand voorbij die helemaal niet goed is geworden.

Oh.

En toen dacht ik over na, dat ik heel vaak iemand...

Ben je liep door, wel gewoon nu.

Ja, want zij waren er al bij, dan ga ik weer zijn, wat ga ik doen, ik kan niks,

zij waren er al.

Ze waren met een heel groepje inmiddels buiten.

Kan ik iets doen?

Nee, dat vind ik heel erg de aandacht naar mezelf trekken, ze waren in panieken over

de jongens, ze waren echt met heel veel mensen kwijtstaan.

De klasers, kan ik iets doen?

Hallo, ik vraag wat.

Mag ik even de aandacht?

Wat is er met die jongen?

Ik ben heel goed.

Hallo, hallo, hoor je me?

Ik denk dat jullie de ambulance even moeten bellen, oh, dat heb je al gedaan.

Als er dan verder niks meer is wat je kan doen, ga ik weer door met mijn wandeltocht,

ja?

Ik hou ze van wandeltocht.

Ik vind het leuk om hier in de buurt wat rond te doen.

En wel jammer dat er een koffie shop is, ja, dan krijg je dit soort dingen, ook niet

gezond.

Wat doen?

En ik kom er dus achter dat ik heel vaak denk op straat, als ik iemand optie vallen,

dan denk ik dat er iets heel erg gaat gebeuren, of iemand maakt een gekke beeging met zijn

hoofd, ik doe nu even eraan na, dan denk ik oh, die wordt niet goed, en ineens realiseer

ik me, dat denk ik altijd, ik ben altijd bang dat iemand niet goed wordt, en als ik dat

dus bedenk, word ik zelf bijna misselijk, ik krijg ik kramp, ik reageer zo raar om,

dus ik ben altijd in paniek dat iemand iets zou krijgen, en dat ik dan die moet helpen

ofzo, en dat ik dat niet kan.

Ik weet het niet, ik vond het heel raar, ineens, dat heb ik eigenlijk al jaren.

Maar behalve dus bij deze man had je het helemaal niet.

Had ik niet door, maar als ik het wel zie of denk iets te zien, maak ik daar een heel

drama van.

Ja.

Gek, hè?

Ja, dat is wel typisch.

Heb jij dat wel, als je iemand ziet vallen, dan denk ik oh, er komt eigenlijk een ambulance

overleefd die het wel, en misschien is die dood, en heb ik dat zien gebeuren of het

erg, en dan is het bij die familie, en ga ik helemaal los.

Nee, dat denk ik allemaal niet.

Oh, dan moet die familie, dan moet ik naar de begrafenis, en dan kan ik dan, zou ik

met de trein gaan, of heb ik nog wel een soort te klieren, en ik hoef geen keek,

eigenlijk, maar doe ik dan niet, zeg maar niet.

Ik ken die mensen helemaal niet, maar dan ga ik helemaal los, nou, de enige is kind

zijn.

Zielers, hè?

Ja, van mij.

Ja, van jou.

En er is dan ook helemaal niks aan de hand nog, hè?

Iemand struikots gewoon, en dan ga ik helemaal los.

Ja.

En dan denk ik oh, en daalig valt die dood, en ik heb wel heel veel mensen ook zien vallen.

Kast hem niet moeten vallen, denk ik.

Waarom grap ik nou een duw?

Was dat nou nodig, dat ik gewoon kunnen passeren?

Uitje.

Ik kon niet niks aan doen.

Nee.

Ik heb van die spas mis.

Nee, maar dat heb ik niet.

Maar zie je wel dat er mensen vallen?

Ik zie ook echt niet.

Ik ben wel iemand, ik ren wel meteen naar iemand die vervalt toe.

Dus ik ben wel iemand die dan meteen probeert te helpen.

En zo, ook als ik op de terras, bijvoorbeeld aan de andere kant van de weg, valt er iemand,

dan kijk ik het eerst, nee, dan kijk ik het niet eerst aan, dan ga ik meteen sta ik

op en dan...

Kleren uit erbij, Superman.

Nee, maar dan ga ik wel meteen helpen en even een glas water in zijn gezicht groeien.

Nee, maar even een glas water geven, gewoon maar even rustig, doe maar rustig.

Maar het moment om een ambulance te bellen vind ik wel eng, want denk ik altijd, ja,

als we het net zien, dan ben ik dan bel en dan knappen ze op en dan gaan ze wandelen

en dan komt die ambulance eruit en nu je hebt gebeld, ja, ik heb inderdaad gebeld,

maar ja, dat was eigenlijk niet, dat zou ik vervelend vinden.

Dus ik wil wel graag dan een open breuk zien of zo, of niet, want ik zie ook echt

dat het heel ernstig is.

Je kan jezelf niet mee wegkomen.

Nee, maar dat er echt iets is, dat die ambulance, want ik vind het vervelend.

Hoeveel bloed moet er vloeien?

Een ambulance te bellen.

Je moet echt bloed zien, vloeien.

Heb jij vaak de ambulance gebeld?

Ik heb nog nooit een ambulance gebeld.

Nee, ik ook niet, volgens mij.

Maar ik heb wel vaak bij mensen gestaan en zei-

Je hebt wel eens een ambulance gemaakt.

Ik heb wel vaak erbij gestaan, mijn foto's gemaakt.

Ik denk dat het daar wel een boek over kan maken, of een ongelukken die ik meemak.

Mijn vader is wel deusig op het einde van zijn leven, zeg maar.

Deusig als in?

Ja, niet in de laatste week, maar in de jaren.

Waar jij nu zit, in de laatste jaren.

En dan ging je naar een woonboelenvaar, want dan had hij een stoel nodig of zo.

Want die haal je bij de woonboelenvaar natuurlijk.

En dan kwam hij binnen en dan keek je niet goed.

En hadden ze midden in die, hadden ze zo'n vijvertje.

En dan liep je rechtstreek zo, dat struikelde-

En dan viel hij zo recht over, viel hij zo recht zo in die vijver.

Maar je vertelt dus of hij het vaker deed?

Nee, één keer is het gebeurd.

En toen, maar ja, dan ben je met de bus komen.

Hij ging er met de bus en toe.

En dan heb je, en mijn vader was altijd helemaal in drie pakken.

Drie en drie delige pakken.

En dus hij werd dan bij de bedrijfsleider in het kantoortje neergezet.

Met feun erop enzo.

En dan was hij helemaal nat en zielig.

Ja, dat is super zielig.

Ik zou gewoon, ook als je daar licht is, dat is natuurlijk...

En dan probeer je hem hoog te komen.

Nee, het gaat wel.

Ik roep altijd wel, ik valt.

Het gaat wel.

Nee hoor, het is niks aan de hand.

En dan thuis komen, denk ik.

Ja, heel schrikkelijk ja.

Ik ben helemaal knie open in een kloof op Kreta.

En tot wel ik viel, riep ik altijd tegen die andere.

Nou, nooit zo, oké, oké, riep ik nou, ja.

Dat is echt waar.

Maar jouw laatste woorden zouden dat kunnen zijn.

No, I'm fine.

Ik denk dat dat mijn laatste woorden zou zijn, ja.

Want ik wil het voor andere mensen alvast oplossen.

En dat ze doorlopen.

Ik ga zelf wel snapje.

Het klinkt ongelooflijk, maar je wil echt geen aandacht.

Ik wil gewoon geen aandacht.

Het klinkt wel ongelooflijk.

Maar ik herken het.

Nou, dat vind ik ongelooflijk.

Kijk, dat is nou echt ongelooflijk.

Weet je nog dat zo'n neelstuk, dat we allemaal van die...

Wat heette dat?

Prakken heette dat, toch?

Oh ja, van die verhooging, dat we van die Prakken...

Meenelaals, en allemaal allemaal Prakken.

En dan had je een schaduw, dat was allemaal heel mooi bedacht.

Dat was mooi bedacht.

En dan moest ik van de ene Prakken op de ander springen.

En ik sproon zo tussen twee Prakken in.

O, zo hard, vind ik.

En ik voelde niks tot ik afkwam.

En ik dacht, oh, ik heb allemaal bloed.

Ja.

Ja, je moet door, hè. Dat is een showbiz.

Hoe was jouw week?

Nee, mij was verder goed.

Ik moest laten zeggen, een kind van mij die was naar ouders in het zoeken.

Die had al wat proefrit te gemaakt.

Dan moest ik denken aan mijn eerste proefrit.

De aller eerste proefrit die ik maakte,

wij waren toen, had ik net mijn rijbewijs gehad.

En toen hadden wij gezien dat er een BMW, die was te koop, ergens bij een garage.

Ergens in diep aan mijn kade, ergens in oost, diep in oost.

Amsterdam.

Ja, in Amsterdam.

En dus we komen eraan, toen de Amsterdamse mensen zo in de garage, weet je wel.

Ik zei, ja, dan wil ik wel graag een proefrit maken.

Ik ga een proefrit maken, ja, dat is goed, zegt-ie.

En die andere man van de garage ook, die stappen in de ouders en stappen achterin.

En toen hebben we een proefrit gemaakt, maar ik mocht achterin, ik zat achterin.

Nee.

Dus hij zegt, ja, zie je wel, hij rijdt lekker.

Ik zeg, ja, ja.

Hij durft je niet te zeggen.

Ik durf het ook niet te zeggen, ik zou het zelf kunnen rijden, want het is mijn proefrit.

Ja.

En hij zei, ja, toch prima.

Ik denk, ik zeg, ja, ja.

En toen heb ik wel geluk gezegd, want ik eigenlijk zou dan...

Alweer gekocht hebben.

Al gekocht hebben, omdat ik dan zo ongemakkelijk vind.

En dingen zo, toen heb ik wel gezegd en dan denk ik even over na.

En met dat genoeg.

En dat hele tijd toen ik erbij vond, hoe laat zijn jullie er?

Want dan kom ik vandaag nog wel terug.

Oeh, misschien halen ik het.

Nou, moet ik even kijken, maar anders ben ik er zeker morgen.

Nee, maar dan hou ik hem achterna, naar de hoef niet nemen, dan kom ik wel terug.

Als het dan, weet je wel, zo'n heel...

Slecht verhaal.

Maar dat ik mijn eigen proefrit eerst op de achterbank had genaan, dat was wel superstorm.

Heb ik daar natuurlijk ook nooit meer gedaan.

Nee.

Nee.

Maar goed.

Dat was je week, leuk.

Nou, dat was mijn week niet, maar mijn week was samen met dat van jou ook.

Ja, van mij?

Ja, nu over...

Oh, oh, oh, over mensen in een...

Mensen in de valpartij en zo.

Oh.

Oeh, we zijn nog steeds naar van Thema.

Verdriet.

Ja.

Ja.

Ja, verdriet.

Ja, het is er.

Tot erbij.

Ja.

Nee, tot er zeker bij.

Heb jij en jouw leven veel verdriet gehad?

Nou, dat vind ik zo raar om te zeggen, of niet.

Want ik heb ook heel veel leuke dingen meegemaakt.

Ja.

Ik heb wel heel heftigst meegemaakt, maar dat maken zoveel mensen mee.

En soms hoor ik verhalen van mensen, ik denk, maak je dat allemaal mee in één leven en dat?

En ja, dat denken mensen misschien van mij ook, maar...

Nee, dat is waar.

Sommigen hebben mensen echt nog veel meer.

Daar ben jij ook mensen natuurlijk alleen maar aan Anthony.

Ja.

En dezelfde moet ik van Anthony, van haar man, even voor de mensen die...

Ja, die dat niet weten, die mij niet kennen.

Dat die jou niet kennen.

En niet al die 14 boeken hebben gelezen.

Maar die denken, god, het is...

Maar die denken natuurlijk dat dan heel jouw leven verdriet is.

Ja, maar goed, iedereen kent natuurlijk verdriet van je ouders verliezen.

Als je dat al hebt meegemaakt om het kind te verliezen.

Want met de hel lijkt het echt op.

Ja.

Afkloppen.

Maar het delen, het praten erover, dat is iets...

Ik heb het niet geleerd of zo.

Verdriet was in mijn gezin, dat werd niet geout.

Bij jullie, mocht het geconsumeerd worden?

Ja, bij ons wel.

Ja, mijn moeder was emotioneel iemand.

Dus die ging al huilen als Marco Bakken opkwam, zeg maar.

Dus die was ook...

Hij was van geluk.

...legal muziek en zo.

Nou ja.

Of was het verzicht bij geluid?

Nee, maar haal je bij muziek en zo.

Dat is ook heel vaak onverwerkt verdriet, waarom je huilt.

Dus het is niet alleen maar...

Dus het kan dat het mooi is, maar dat kan ook zijn.

Dat het jouw eigen diepe verdriet aanspreekt.

Ja.

En dat je daarom gaat huilen, zeg maar.

Dus mijn moeder was daar wel veel opener in verdriet.

Mijn vader natuurlijk helemaal niet.

Heb je een vader ooit zien huilen?

Ja, ik heb mijn vader wel zien huilen, ja.

Maar niet veel.

Niet heel vaak of zo.

Mijn vader is niet eens van thuis kwam dat hij weer huilend door de bank lag.

Maar mijn moeder was ook prima.

Mijn moeder was gewoon emotioneeler.

Ja.

Dat was ook fijn, vond ik.

Ik vind fijn als iemand niet zo afgestomd...

Oh, nou, afgestomd is een beetje naar boord.

Nee, dat is meteen wel weer de andere kant.

Dat allemaal wegstopt.

Ja.

Maar kan jij makkelijk huilen?

Nou ja, ik huil bij series en ik huil bij...

Hier kan ik wel huilen.

Voor boek of ja.

Ja, bij films en zo.

Maar niet zo ziek om mijn eigen leven of zo.

Ja, of onverwerkt verdriet, wat dan bovenkomst.

Dat kan natuurlijk wel.

Je zegt het zelf.

Toen mijn moeder stierf, dat vind ik altijd wel van rouw en verdriet,

is dat op heel ongemakkelijke en onverwachte moment ineens er is.

Dat je denkt, ik weet niet wat dit nou ineens triggert of waarom ik nou ineens...

Dat vind ik wel goed van het leven, dat ze dat doen met je ofzo.

Want anders denk je zelf maar die controle te kunnen houden.

Precies.

En dat is gewoon vaak, kan dat in me niet.

En moet je het ook maar gewoon laten komen zoals het komt.

Want ik heb...

O, wat is de vraag?

Nou, is het moeilijk.

Is het nog...

Is het nog...

Want hoe gaat het met verdriet?

Wordt dat minder of wordt het anders?

Als je dan even expliciet over Anthony, dat was natuurlijk in het begin bij je in shock denk ik.

Dat had ik helemaal niet door, maar dat was zo.

En dan heb je af en toe help buien en dan gebeurt dat gewoon.

Dat je dan nog niet zo bezig bent met ik moet door, want dat gebeurt niet meteen.

Maar bij mij ging dat wel vrij snel, dat ik dacht nou, nu moet ik door.

Nou?

Twee weken.

Dat ik dacht zo van nou, we verhuisten ook heel snel naar Amsterdam en ik wilde voor de kinderen dat niet laten zien.

Want als ik verdriet liet zien, dan zag ik dat zij dat heel moeilijk.

Een vlinder liep weg, want hij was vijf.

Die ging in wet liggen onder de dekwet, die ging daar met je stilletjes huilen.

Maar Lijn keek me aan met glazen geogen, die dacht ik ja, ik moet het niet doen, maar af en toe komt het eruit.

En dan moet dat ook gewoon kunnen.

Dat lijkt me zo ingewikkeld, je moet het ook niet niet doen, want je moet ook niet hun leren dat verdriet niet goed is.

Nee, dus daar zat ik altijd mee te woestelen, want ik heb je heel ingewikkeld.

Ook omdat je niet meer diegenen hebt die zeggen nou mama is nu even verdrietigd, dat is prima.

Precies.

Dus je zit daar in je eentje te huilen en je wilt meteen realiseren ik me dat en dan moet ik even uitleggen.

Ja, dus ik is niet zo erg, ik huil even, want dat is ook oké dat ik huil.

Soms kon ik dat helemaal niet, dan zat ik helemaal tot hier.

Of dacht ik, en waar is vlinder dan, dan zag ik haar liep ik helemaal vol.

Dat ik dacht, oh, wat is het ingewikkeld.

En ik was soms wel blij dat als we dan naar school waren, dat ik dan gewoon even ongesineerd in mijn eentje kon huilen.

En ik denk, dat is wel altijd mijn tip, je moet het wel uiten.

Ja, want losst het iets op?

Ja, en hetzelfde wat je zegt, kijk gewoon lekker een serie waarvan je weet.

Want soms vind je het heel moeilijk om over je eigen dingen te huilen, want ik denk, ja, we gaan nu, oké, nu kan het.

Ik kom niks en ik heb het echt geprobeerd.

En dacht ik, nee, dit gaat niet, we gaan geen cancerie kijken.

En dan dacht ik, ja, dit werkt, of een film.

En dat zei ik ook altijd tegen mijn kinderen, want soms zei ze dat niet.

Hij moest ergens om huilen, zei ik, ja, maak niet uit.

Heel gewoon, je bent gewoon dingen aan het verwerken, misschien denk je hoe zo moet ik nu huilen wat je zegt.

Maar dat is goed, het moet er wel uit, dat verdriet.

Liefdesverdriet, ah, ken ik dat?

Ja, ken ik ook wel, heb je een liefdesverdriet gehad?

Nee, maar ik ben...

Oh, niet zo in contact met je.

Nee, ik ben te onzeker om liefdesverdriet te hebben, zeg maar.

Wacht even, die moet ik snappen.

Te onzeker om liefdesverdriet te hebben?

Ja, kijk, liefdesverdriet is als iemand je verlaat of je gaat weg, of nee, als je iemand je verlaat, zeg maar.

Maar ik was zo onzeker, ik wacht er daar helemaal niet op.

Ik dacht, oh, god, dit is het begin van het einde.

Ik ga.

En ze dacht, die anderen hebben niet aankomen.

Nee, maar goed, ik ben nu met Karim 25 jaar samen, dus het is ook lang geleden.

Dat ik dacht, hoe zat het?

Maar ik heb nooit een dag op de bank gelegen van verdriet van iemand.

Die hebben wel van mensen, dus van mijn moeder en zo, maar niet van liefdesverdriet.

Ik weet nog de laatste keer, weet je dat nog, dat ik jou...

En dan weet jij helemaal niet, het laatste date, die ik heb gehad in iets van een jaar geleden,

zo was het vrij kort.

En nou, dat hebben we beëindigd.

En ik ga die avond naar huis en ik ga op de bank liggen, maar echt, ik was alleen.

En dat is natuurlijk, ik heb heel vaak kinderen om je heen gehad.

Maar hervriender was er niet.

Ik weet niet, ik was uit de lozeren uit, whatever.

Dus ik krulde mezelf als zo'n diertje op de bank en dacht, oh, dit is lekker.

Nou, dat lag zo'n beetje te huilen.

Maar toen ging televisie aanzetten.

En toen was jij daar, bij Eva, bij Jeenek.

En ik moest zo lachen, want daar zat, ik heb jou geappen, daar zat,

hij vond ik wel zo.

En toen dacht ik, hoe heet hij nou?

Koen Wouters.

En ik kijk zo naar Koen Wouters en door m'n traan, ik denk, oh, die wordt leuk oud.

En toen dacht ik, oh, ik ben er alweer.

En toen ept ik jou.

En toen zei ik, die Koen Wouters, die ziet er best leuk uit.

Is hij er nog?

Ik dacht, Koen ben orensvatten.

En toen zei je, nee, hij is net weg.

Oh, dat vond ik zo geestig.

Want hij was heel, oh ja, dat was het.

Hij was heel openlijk aan het vertellen, dat hij single was.

Dus toen dacht ik, nou, want hij is zo open.

Koen Wouters.

Koen Wouters, hier kun je het hebben.

Dus ik heb je al eppen, is hij er nog?

Ik weet niet wat ik dan vergevolgd eraan had gegeven.

Zei hij, nee, hij is net weg.

Ja, hij is inderdaad leuk, zei hij.

En dat was het.

Ja, dat was superaardig ook.

Ik vond ook echt dat hij daar heel leuk en open zat.

Maar toen dacht ik, nou, dat ging goed.

Met liefde stedriet.

Het was mooi even uitgehuild en door.

Maar dan ben ik sowieso wel van.

Ik weet het antie helemaal dat je dat hebt verwerkt, zeg maar.

Dat je daar nog oud verdriet zit.

Daar komt hij.

Nee.

Even kijken.

Nou, ik denk dat het op onverwachtse momenten.

Maar ik vind het nu minder erg.

Dus als het even opkomt, denk ik, ja.

Sinds een jaar of zo, denk ik, het hoort gewoon bij me.

Ik heb steeds gedacht, oh, het is klaar.

Dan kan ik het acht termen laten.

Met die stomme zin en door.

Maar dit hoort daarbij.

Dit is gewoon wat in je rugzakje zit.

Of zo.

Dus het hoort er gewoon bij.

En af en toe voel ik dat, ja.

Je mag ook mensen missen.

Mijn ouders mis ik meer dan toen ze nog leefden.

Dat vind ik ook zo erg.

Ja, ik had niet de makkelijkste relatie met mijn ouders.

En dat lag helemaal niet alleen aan hun.

Het is ook gewoon soms wat het is.

Maar die kant dan nu echt...

Ja, dan zie ik oude mensen.

En ik dacht, oh, ik wou dat mijn moeder er nog was.

En nu gewoon leuk met te konden hebben.

En dingen kon delen en kon vragen.

Maar ja, ik heb dan weer geen...

Niet heel erg spijt.

Want dat vind ik dan weer zo zonde.

Daar kan ik toch geen verdriet.

Dat denk ik, wat heb ik daar aan?

Dan ga ik heel erg in een zielige iets waar ik niks mee kan.

Dus ja, verdriet, ja.

Ja, dat soort verdriet doe ik mezelf ook niet aan.

Ik doe het niet verdriet aan van...

Oh, gaat mijn moeder dit nog wel mee?

Maar dat doe ik allemaal niet.

Maar wel even dat ik het kan voelen.

Ja, dat was leuk geweest.

Als je niet leuk vond, ik had heel leuk van hem.

Ja, moeder echt beter te leren kennen.

Ja, ja.

Goed te leren kennen.

Ja, dat was leuk geweest.

Ik vind het ook wel heel leuk als...

Ik heb vrienden die nog hebben gekend en meegemaakt.

Ze is natuurlijk heel erg lang al dood.

Ja, hoe lang?

Dan meer dan 30 jaar.

Ze is dood in 92, dus dat is echt hartstikke lang.

Maar dat vind ik heel erg leuk.

Ik probeer hem...

Je kan jezelf elke dag over stuur helpen.

Ik kan mezelf elke dag helpen.

Maar bent je nou net emotioneel?

O, dat dacht ik even.

Ik was niet aan het zoeken, hoor.

Nee, nee, nee.

Dat werkt je wel.

Nee, maar dat is ook lang geleden.

Ja, dat is heel lang geleden.

Maar goed, dus verdriet kan ook wel...

...zinnig zijn voor mensen die het moeilijk vinden.

Om het te delen.

Ja.

Mijn oudejaarsconference begon met mijzelf huilend op een bank.

Ja.

Omdat toen was ik net keihard gevallen.

En met mijn benen zo...

Knapt bijna in een sparaat?

Nee, in een sparaat gewoon.

Moet je echt in de sparaat?

Ik was in een sparaat gevallen.

Ik had mijn fiets.

En mijn fiets ging die kant op.

En daar was mijn been, één been.

En mijn andere been ging die kant op.

Maar omdat mijn fiets...

Dat been zo die kant op vroong.

En dit allemaal glad en ijs was,

geluid ik zo in de sparaat.

En toen dacht ik dat vlauw ging vallen.

Want tijdens de val zijn ik ook alweer...

Nou, het gaat goed hoor.

Ik kwam allemaal toeristen op me af.

Het was bijna...

Het was in de spierekwartier.

En ik kwam allemaal toeristen.

Ik dacht, ik ga vlauw vallen.

Want ik werd helemaal...

Mijn lichaam was in het traumaatrecht komen.

En ik heb weinig contact met mijn lichaam.

Mijn lichaam nam me toen gewoon over.

Ik hing daar aan de gracht.

En ik dacht, ik ga nu dood, denk ik.

Jij hing aan zo'n spijl van...

Een hekje van de gat.

Een hekje van de gat, hè.

Het kwam niet aan de gat voor de mensen.

Maar toen kwam meneer naast me.

Die zei, je moet nu even naar binnen ergens.

Dus toen ben ik op het te brengen...

Café.

Oh, bollian, nee.

Zo heet het hem.

Fis, iets met vis.

Oh, je bent er niet.

Het is even afgelijf.

Het is te huilen.

Dan moeten we even tijd voor maken.

Het is jouw verdrietse moment.

Het is café.

Wat?

Waar heb jij eens over?

Robert de Brink.

En die heeft een café.

En daar ben ik naartoe geding.

Maar toen kwam ik thuis.

Een hele lange verschrikking.

Dat ik in een taxi kreeg en ongeluk.

Ik zei, ik kom niet, ik kom niet lopen.

En toen kwam ik boven.

Het was helemaal binnen.

En toen lag ik op de bank.

Karim was in Agrië.

En ik was alleen thuis.

En toen moest ik om mezelf huilen.

En toen heb je dat?

En toen heb ik dat gefilmd.

Ja, dat was raar, natuurlijk.

Dat heb ik ook nooit eerder gedaan.

Maar waarom ik dat naar filmde, weet ik.

Tot op de dag van vandaag niet precies waarom ik dat deed.

Het was wel leuk voor de film.

Ik denk dat ik kwam het top goed uit.

Maar ik heb dat ook, we moeten door.

Maar ik heb dat mezelf...

Ik snap niet waarom ik dat deed.

Maar goed, dat heb ik gedaan.

En dat verdriet kan soms dan even voor jezelf wat iets opluchten.

Feerlijk, want je houdt die spanning vast.

Je moet eruit.

En ik kan er ook wel van genieten als je dan...

Daar ben je zo gehuild.

En daar ben je zo klaar om.

En dan kan je niet boven je eigen ademaan komen.

En zo, daar vind ik ook altijd heerlijk.

Nou, dat heeft iets heel...

Nostalgisch.

Oh, van kinderen.

Er zit je ook te wachten op die volgende hel, bij kinderen ook.

Dat is een hele lange...

En dan denk je, stil.

Ik woon dus aan een pleintje.

Dat heb ik wel vaak verteld met zo'n speeltuin ervoor.

En soms valt daar een kind.

Nou, vallen?

Nee, houd gewoon een kind.

Omdat ze de zin niet krijgen.

Omdat ze in een schommeltje of in een fietsje waar een andere kind op zit.

Ik denk dat die ouders denken...

Nee, dit is nou de speeltuin.

Dit is jouw plek.

Ik bemoei me er niet mee.

Dat is zo'n zo lang duurt.

En dan zie ik mezelf als we naar het raam lopen.

En dan kijk ik.

Ik denk zo blij dat ik nog een soort van decorum heb dat ik niet durf.

Dat ik niet durf te verschillen van wie is dat kind.

Rapen top.

Of moet ik even komen helpen.

Maar dat zeg ik in mijn hoofd allemaal aan wel.

Maar dat blijft in mijn hoofd.

Ik heb het bij deze wel gezegd.

Op de hoek hebben ze ook zo'n speeltuin.

In Voldepark.

En hebben ze zo'n gelijbaan.

En die is van ijzer.

O, die grote.

Ja, ja, ja.

En dan gaan kinderen...

...gaan zo tegen het ijzer.

Dat vinden ze leuk.

En niemand zegt dan...

Zeg, de ouders mee op.

Niemand zegt dat.

Dus dan...

Ik ben geen schijf om naar beneden te gaan.

O, daarmee op.

Maar je doet het niet.

Maar ik vind het wel stom.

Want die ouders horen daar ook.

Maar daar ook heel vaak in de restaurant ook.

Voor die kinderen zitten...

Met die toren uit de mannen.

En die mensen zitten gewoon door te praten.

Ja, kinderen mogen veel zeggen.

Dan mochten we allemaal niet vroeger.

Nee, dan mochten wij niet.

Maar goed, daar hebben we nou verdriet van.

Dat we daarvoor niet mochten.

Ja, dit is toch moeilijk.

Dat vind ik heel raar om sterret te geven.

Ja, dat is het format.

Dat had ik wel duidelijk doorgegeven door de telefoon.

Maar je vroeg het wel bij dit thema.

Jij zei een beetje het zeker.

Nou, ik heb een paar keer tegen jou.

Inderdaad, SMS, weet je het zeker.

Omdat ik dacht verdriet, ja...

Ik zou bijvoorbeeld...

Overzelf moet er zo zijn.

Dat vind ik geen thema.

Nee, maar bedoel, dus ik denk altijd...

Ik vind ook het thema.

Nee, dat is een behoor.

Nee, dat is een behoor.

Ik stroop mijn muur op.

En ik doe het, hoor.

Wat ben ik?

Ik ben hier Rotterdams.

Ik ben echt een bis.

Hashtag mooi munt.

Hashtag Bickel.

Hashtag I love it.

Mooie luchten.

Hashtag mij kan je vragen.

Nee, dus ik denk vaak...

Dat is onderbrengen.

In het stom, hetzelfde hebben we het eerder over gehad.

Een boek of wat.

Als je schrijft, dan moet je ook gewoon...

Deur voor opschrijven.

Nee, dat is waar.

Dat vind ik ook.

In mijn nieuwe boek staan ook weer dingen...

Dat ik tegen de kinderen zei, weet wel dat dat en dat erin staat.

Zei ze, oh...

Moet dat, ik zei, ja, dat moet.

Vanavond niet in de betere boekhandel.

Het ligt er al.

De mensen weten, denk ik al.

We hebben het al thuis.

Een boek lezen en podcast luisteren.

Ik zou het niet doen.

Ik zou gewoon lekker luisteren.

En een luisterboek met jouw stem erbij.

O, je kan niet om mij.

Ik kan echt wel verdrinken.

En ook in je verdriet om mij.

Ja, zeker.

Ik moet sterren geven.

Je moet sterren geven.

Dat had ik dus doorgegeven ook.

Ook aan je management had ik dat al verteld.

Nou, dan doe ik 2,5.

2,5.

Ja, gewoon dat ik in het midden ga zitten.

Mooi.

Die vindt wel heel mooi.

Ja, het is die halve, ja.

Omdat ik vind het verdriet heel goed dat er is.

Ik vind het verschrikkelijk dat je verdriet hebt om dingen.

In het midden.

2,5.

En jij?

Ik doe dan...

Nou, zit daar maar naast tegenwoordig.

Net iets minder.

2.

Omdat ik denk, ik vind het het kan zijn nutte hebben zeker.

Maar het is...

Ik vind het ook wel een heftig iets.

Ja, het is nooit leuk.

Traanen van geluk is leuk.

Ja, maar verdriet is verdriet.

Maar nog even terug,

nog even naar de begravenst van Antien.

Ik weet nog wel dat ik daar zat.

En ik kon jou zo zien.

Want er was in een halve cirkel.

En ik zag jou zo.

En wij keren elkaar wel een aantal keer aan tijdens.

Maar ook dat ik dacht,

je bent gewoon aan het weduwen.

Ik vond dat het woord weduwen ook.

Dat weduwen vind ik heel raar nog steeds.

Ik denk altijd aan zo'n spin, de zwarte weduwen.

Oh, ja.

Ja, het is een beetje victimblaming wel.

Spindblaming?

Nou, zwarte weduwen vind ik.

Ja, precies.

Maar ik denk ook altijd aan leuke films en zo.

Van vrouwen die een man vormen.

Ik weet niet waarom, ik krijg altijd hele rare associaties bij.

Lustige Witwee is een leuke opretten.

Opretten?

Ja, mijn oom was een oprettenzanger.

Die zong wel de Lustige Witwee.

Filia on Filia komt eruit.

Heel mooi lied.

Maar goed, eindigen we toch nog vrolijk.

We gaan door naar De Linda.

Over verdriet gesproken.

Ja.

Het thema is Glamour-poes.

Maar daar komt natuurlijk ook wat verdriet bij kijken.

Want er zijn natuurlijk heel veel mensen, sorry,

die dingen laten doen aan zichzelf.

En daar verdriet van hebben.

Oh, ja.

Ja, die heeft daar spijt van.

Die heeft er spijt van een aantal ingeepen.

Maar daar is zij consolaat mee.

Want zij is bijna 90.

Dat weet ik niet.

Ze is heel oud.

Maar leuk, ik vind haar heel aardig.

Er staat een grote interview in met Frederik Spicht.

En ik wou zeggen Koen Kardashian.

Maar Koen Kardashian

heet tegenwoordig Koen Pieter van Dijk.

Oh.

Koen Kardashian, weet je wie het is of niet?

Vaag.

Hij is ook altijd met Estelle.

Is hij altijd zo samen?

Ze wil er zo ergens bewegen.

Maar hij heeft in een of andere programma gezeten.

Een soort van meisjes in de jungle.

Dan een andere titel.

En daar werd hij een beetje ontdekt.

Toen ging hij in de doeklas werken.

Toen werd hij de leko van de lage landen genoemd.

Hij werd in ieder geval heel erg ontdekt.

En daar is hij helemaal los gegaan.

Drankverslaving.

Kookverslaving.

En hij heeft heel veel laten verbouwen.

Aan zichzelf.

En ik denk dat ze daarom Friederik en Koen

hebben gevraagd voor zo'n dubbel interview.

Want dat doen ze dan.

Daar zit wel iemand bij hoor, die de tekst doet.

Maar het lijkt alsof ze elkaar interviewen.

Hebben jullie in de lindag samen een dubbel interview?

Ja, met wie?

Ja, met Achmed Akkabi.

En daar zat toen Antoinette Schulderman bij.

En ik weet nog dat.

Eerst doe je dan een photoshoot.

Dat is een hartstikke leuke shoot.

En het was gezellig.

Ik dacht toen ik op de set kwam.

Ik denk dat ze nu denken, oh nee, zij is toch te oud.

Want Antoinette Schulderman was niet zo.

Ze hebben me niet weggestuurd.

Want ik moest affaire met hem spelen.

Hij was veel jonger.

Maar toen hadden we het interview.

Savons na de shoot in een restaurant.

Er is geen man die dat denkt.

Geen acteur die dat denkt.

En die komt op de set met de jongere actrice.

Die dan denkt, oh, ik ben eigenlijk veel te oud voor haar.

Dat denk je acteurs nooit.

Maar goed, jij dacht dat wel, ja.

En ik merkte al een beetje tijdens het interview.

Dat Antoinette een beetje geïriteerd was.

En toen moest hij naar huis.

En toen zei ze, wat was dat?

Verschekelijk.

En toen zei ik, wat precies? Hij vroeg niks.

En ik zei, nee, dat had ik wel door.

Maar dat was het idee.

Hij moest jouw interviewen.

Hij had alleen maar over zichzelf.

Ik vind hem ook leuk.

Maar dat is omdat ik heel veel begrippen heb.

Wat heel veel begrip.

Maar goed, dit zijn Koen Pieter.

En Frederik Spicht.

En Frederik vind ik natuurlijk wel heel grappig.

Dat is echt een rock en roll, vrouw.

Nou, blijkbaar begint het interview heel onhandig.

Want hij komt al in de glammer binnen.

Helemaal opgemaakt.

Helemaal keurig.

En stoot hij kei uit zijn hoofd.

Dat hij allemaal bloed heeft.

Dus heel grappig.

Ja, dan vraagt hij heel snel aan haar.

Maar jij bent dus...

Je hebt er ook wel een beetje glammer in je.

Je wel, je wel.

Je hebt er wel een beetje opgemaakt van straatkind.

En dan vertelt ze ook wel dat ze wat baantjes heeft gehad.

Maar ze wilden altijd graag vrij zijn.

Ze wilden nooit afhankelijk zijn van iemand anders.

En dan helemaal niet voor iemand werken.

Zeg ze, dan word ik ziek.

Grappige tekst.

Ik ga het helemaal niet op in, vind ik jammer.

En dan heb je dat wel eens een baan gehad.

Ja, ik heb twee maandag in een bloemenzaak gewerkt.

Zeg ze, en waar ze oude bloemen verkochten, vond ik heel stom.

En laat ze nog op een verpleegafdeling.

Maar daar ben ik na vier weken gestopt.

Toen had ik genoeg geld voor een gitaar versterker.

En toen heeft ze kunnen leven van de muziek.

Oh, dat is goed, hè.

En zei, ik heb het wel heel zwaar gehad.

Dat vraagt hij ook.

Misschien een beetje op advies van de journalist.

Dat weet ik niet.

Is het Antoinette? Nee, het is niet Antoinette.

Dit keer is het Marcel Langerdijk.

Die ken ik eigenlijk niet.

Maar goed, hij heeft zijn best gedaan.

Ik denk dat dit zijn best is.

Niet zijn beste.

Hij heeft wel zijn best gedaan.

Hij vraagt dan de platenbasis.

En de tijd dat jij begon...

Nou, je zou je wel eens wat vrouwelijker kunnen gaan presenteren.

Naar de vikant.

Super interessant thema.

En ik vind het ook heel irritant.

En zij werd daar natuurlijk toch een beetje onzeker van.

Want ze wilde seks zien, maar ik was stoer.

En ze vonden me raar.

En ze kenden dat allemaal nog niet vrouw in de rockerhol.

Dus ik moest een meisje zijn.

Maar ze ging daar niet in mee.

Chapeau Frederique, vind ik dat.

Want ze zei ook dat het was hartstikke mooi.

Ja, dat vind ik superknap.

Ja.

Want ze zegt iedereen als raven van Dorst.

Ja, die wordt nu omheils door het publiek.

Maar in die tijd waren er geen ravens.

Nee, precies.

En dat klinkt nou allemaal stoer.

En leuk dat ik het allemaal zelf durfde.

Maar ik was hartstikke eenzaam in die tijd.

Maar ik ben ook trots.

Want ik heb nooit gebogen.

En dan zegt ze meteen erachter aan.

Ik vind het trouwens heel erg dat ik niet precies weet wat jij nou eigenlijk doet.

Ik denk dat je hebt samen een interview.

Nee, hij moet er gewoon om lachen.

Hij vindt alles prima.

Ik denk net als ik heel begripvol.

Ik weet het niet.

Toen vertelt hij ook zo'n modellenwerk.

Dat hij in een reality kwam.

Oh, niet Lulle maar Poetsen was het.

Toen werd hij dus door dat programma

als de leko van Rotterdam niet van de lage landen.

We kwamen er allemaal aan vragen of die dingen wilde doen.

Rijke vrouwen wilden dat hij mee kup ging doen bij hun.

En toen kreeg hij de naam Koen Kardashian.

Nou, hij heeft heel veel meegemaakt.

Maar daar ging het dus mis.

Hij was een grote ellende.

Hij kreeg steeds meer trillende handen.

Waardoor hij zijn werk niet meer kon doen.

Hij begon afspraken te missen.

Hij zegt ook dat hij nu nog een kippenvel krijgt.

Want ik heb mensen laten zitten.

Ook met kinderen die daarbij.

Je kijkt er naar en denkt aan drugs.

Je hebt daar helemaal geen begrip voor.

Mensen drugs gebruiken.

Weinig begrip.

Uiteindelijk is hij afgekikt.

Hij zegt ook dat het heel makkelijk was.

Dan komt als allerlaatste

gewoon nog even.

Gooit hij eruit.

Het is heel lief dat je dat zegt.

Frédéric, dat je mij een lief te grunt.

Maar voor mij is het ook wel echt moeilijk.

Ik ben naam Koen Mij zeventiende verkracht.

Gooit hij nog even op het eind erin.

Dat je denkt, oh, ik was nog niet uit de kast.

Ik was aan het jetten.

Dacht met een beeldige surfdoot van 25.

Toen we uiteindelijk thuis bij hem afspraken,

werd ik bruitverkracht door een grote ouderenman.

Het was de hel.

En levensbepalend.

Hij heeft de laatste keer wanneer hij op zijn zonzakesleven gaat.

Superzielig.

En dan zegt hij ook, liever het niet om huilen.

Frédéric is waarschijnlijk heel erg aangedaan.

Het is 30 jaar geleden, het heeft lang geduurd.

Ik heb het nooit durven vertellen, maar nu.

Ik ben ervoor in terapie geweest, gaat beter en beter.

Ik gebruik het nu, ik heb jongere voorlichting.

Ik help mensen die het hebben meegemaakt.

Eind goed, al goed.

Ik hoop dat hij ook ooit een mooie liefde vindt.

Toch is het toch wel even leuk om zo weten.

Nou ja, heel goed.

Dit was de afslag daarvan.

En dan gaan we nu naar de moderne etiketten.

Moderne etiketten is moet je tijdens een date evenveel praten.

Ja, wat vind je daarvan?

Nou ja, ik ben nooit zo'n ontzettende date geweest.

Dus ik kan me daar eigenlijk niet zo gek veel bij voorstellen dat je dan samen...

Maar wat vind jij daarvan?

Nou, ik ben ook niet een enorme date, maar wel af en toe gedate.

Ik kan maar herinneren dat ik ooit een vriendin tegen mij zei...

Oh, dat vind ik zo'n leuke man.

Ik zag dan wel eens lopen bij haar in de buurt.

Bleek achteraf dat ze hem een berichtje had gestuurd toen hij alleen was.

Isa vindt je leuk.

Toen heeft hij een berichtje gestuurd, ergens op Facebook of zo.

Het leven is een heel leuk filosofisch dingetje.

Het leven is te leuk om alleen te zijn.

Alsof hij niet al lang wist waar hij aan begon.

Dus dat was eigenlijk niet oké, maar goed.

Maar ik vond dat...

Nou, dat stuurt hij met het nou wat grappig.

Helemaal niet door, zij had niks tegen mij gezegd.

Wij gaan op een date.

En hij praat alleen maar over zichzelf.

Alleen maar.

Dus op een gegeven moment zeg ik tegen hem...

Hey, heb jij doordat je eigenlijk alleen maar over jezelf aan het praten bent...

En dat dat super niet sexy is.

En hij echt zo...

Oh.

Nee, nou, ik ga even plassen.

Ik was helemaal onderhand meteen.

Ik zei, ja, denk er maar even over na.

En toen kwam hij terug en zei hij...

Ik moet er wel om lachen dat je dat zegt.

Nou, ja, oké.

Ja, ik denk, zeg het maar.

Ik vind het echt heel afrechtswerken.

Ja.

En dat vind ik...

Ik let daar dus altijd heel erg op.

Ja, toen hebben we nog koffie gedronken en ik hoop dat hij betaald.

Ik zou ook nog zo iemand zijn die zelf betaalde, waarschijnlijk.

Maar toen...

Nee, ja, nee, er was niks.

Nee, maar het probleem is altijd, kijk...

Kijk.

Dat overzij ex ook heel veel.

Ja, dat doen heel veel mensen.

Want dat zie ik ook wel eens bij First Dates en bij Langleeve Liefs.

Ja.

Maar mensen praten heel erg dan veel over zichzelf.

Maar dat gaan ze nooit veranderen.

Je kan wel denken...

En het is goed dat je het zegt.

Maar dat had je gezien.

En hij kan dat dan wel eventjes veranderen.

Maar dat gaat hij niet zijn leven lang volhouden.

Nee, het is gewoon iemand die graag over zichzelf gaat.

Ja.

En dat zijn gewoon sommige mensen.

Ik heb ooit met een vriendin van mij had ik aan het telefoon.

Hij had er een seizoen over zichzelf.

En toen zegt ze helemaal op het eind.

Zeg ze, ach!

Dan heb ik helemaal niet gevraagd wat met jou is.

Dan doe ik volgende keer zijn ze daag.

En ik denk zo.

Dat doe ik volgende keer.

Ja, dat doe ik volgende keer.

Daag.

En toen...

Dag, dag.

Ja, dat zijn mensen die kunnen ongebreidelijk over zichzelf praten.

En bij een date is het...

Ja, je wil dat iemand interesse heeft van uit zichzelf.

Ja.

Maar ja, ik vind het dan ook wel...

Als jij zegt dat iemand zo is, dan kan hij beter.

Maar gewoon zichzelf zijn.

En als die ander daar geen moeite mee heeft, prima.

Of juist wel.

Moeite mee heeft.

En dan weet je dat ook meteen.

Dat is dan niet voor mij.

Ja.

Dus er zijn geen regels, vind je, tijdens een date.

Ik vind eigenlijk dat er geen regels zijn.

Want hoe eerlijker je bent, hoe meer je gewoon jezelf bent,

hoe beter iemand kan denken, is het iets voor mij of niet.

Ja.

Snap je?

Want als je...

Maar goed, mensen die over zichzelf praten, die heel veel...

Ja, die gaan sowieso wel een beetje op een bek.

Want dat gaan ze dan vroeger of later vallen ze toch door de man.

Gaat iemand een keer zeggen, kan je ook eens wat aan mij vragen?

Ja.

En dan wordt het gekunsteld.

Want het gaat niet eens over dat vragen.

Maar het gaat meer over dat je denkt, goh, je hebt ook interesse in andere mensen.

Ja.

Daar gaat het over.

Ja.

Nou, de reacties waren ook wel zo'n beetje.

Want wij nu zeggen, en ook wel iemand die zei van, ja...

Dus ik heb het een keer geprobeerd, maar uiteindelijk gaat het niet meer.

En dan houdt het toch op.

Ja.

En dan denk ik, dan kan je maar beter bij die eerste date.

Meteen weten.

Ik moet dit ook niet.

Het is ook beter van niet.

Ik moet hier niet aan beginnen.

Ja.

Hoe leuk die ogen ook zijn.

Ja.

Ja, waar val je dan op?

Ik vind het zo oncharmant.

Mensen die de hele tijd over zichzelf praten.

Ja.

En dan één vraag stellen.

En dan weer terug naar, oh ja, dat herken ik.

Want...

Nee, wat ik...

Ik zie ook wel eens bij de langlevenste liefde of zo.

Dat zijn van die mensen die dan zeggen, ja...

Ik vond het helemaal niet gezellig worden en zo.

Maar die leveren zelf helemaal geen input.

Nee.

Dus die gaan zitten wachten tot die ander over hun begin.

Of over, weet ik, van wat.

Nee, je moet het.

Maar die doen zelf.

Maar je moet natuurlijk van twee kanten.

Ja, zeker.

Je kan daar gaan zitten afwachten tot iemand iets aan jou vraagt.

Maar je kan ook gewoon zelf het heft in handen nemen.

En ook deelnemen aan het gesprek.

En voor de helft ook.

Je kan dan over jezelf vertellen af en toe.

Ja.

Je hoeft niet altijd over jezelf gaan.

Nee.

Dat is ook vervelend.

Ja.

Want je wil niet in een soort interview terechtkomen.

Het is ook vervelend.

Dus iemand alleen maar vragen stelt.

Ja.

En niks zelf vertelt.

Dus je wil...

Het is best ingewikkeld.

Ja.

Je wil eigenlijk iemand die natuurlijk vanuit zichzelf dingen vertelt en dingen vraagt.

En dat er gesprek wordt.

En dat het niet een soort opstel wordt of een soort spreebut over zichzelf.

Maar dat het van beide kant gewoon natuurlijk is.

Ja.

Ik denk ook dat de zenuwen bij een date kunnen ook weer zorgen.

Dat je misschien wel te veel over jezelf praat.

Ja.

Nee, het is moeilijk.

Het is nog wel een dingetje.

Ja.

We gaan niet meteen iemand afserveren daarop.

Nee.

Dus moet je tijdens een date even praten?

Nee.

Nee.

Hoeft niet van ons.

Klaar.

En dit was het.

Dat was hem ook.

Tot de volgende weer.

Tot de volgende.

En tot woensdag in Podimo.

Ja, leuk.

Tot daar.

Dank u wel.

Machine-generated transcript that may contain inaccuracies.

Nieuwe aflevering! Verdriet.

Iemand verliezen, een beëindigde relatie, een emotionele filmscène… Verdriet hoort bij het leven. Gelukkig wordt er in deze aflevering ook gelachen. En de moderne etiquette van vandaag: moet je tijdens een date evenveel praten?


🎧 Geproduceerd door Tonny Media.


❤️ Instagram

⭐️ TikTok

🎥 YouTube

📧 Mail ons

🎧 Marc-Marie & Isa Vinden Nog Eens Iets is exclusief te beluisteren op Podimo, om de week op woensdag.


Hosted on Acast. See acast.com/privacy for more information.