DS Vandaag: Uit het hart: Waarom blijven mensen zo graag onder de kerktoren wonen?

De Standaard De Standaard 8/18/23 - Episode Page - 22m - PDF Transcript

Dit is uit het hart. Een podcast van een standaard over het leven en hoe we erin staan.

Met Lieve van de Velden en Marianne Justaard.

Dag Marianne.

Hey Lieve.

We gaan vandaag hebben over de kerkdoren.

En meer bepaalde kerkdoren.

Drang.

De neiging van mensen om onder de kerkdoren te blijven wonen.

Ja, wel zoals in Blind gekocht.

Ja, en ook dat ene koppel dat zo heel teleurgesteld was in het huis.

Dat voor hen was uitgekozen omdat het één deelgemeente verder lag.

Nog in dezelfde fusiegemeente.

Maar toch niet in de juiste deelgemeente.

Ja, voilà.

Toen hebben we een stukje gemaakt op de blog daarover.

En daar is zoveel reactie op gekomen en zoveel emotionele reacties van mensen die niet snapten.

Dat wij dat niet vanzelfsprekend vonden.

Die niet konden begrijpen dat wij daar vragen best stelden.

En die ook een zekere minachting voelden van onze kant.

Wat helemaal niet de bedoeling was, maar dat was wel zo overgekomen.

Dus het is wel een thema dat leeft.

Ja, het ligt gevoelig ook.

Eerlijk gezegd merk ik soms ook wel bij mezelf.

Dat ik niet altijd goed begrijp waarom zeker die jonge mensen zo vasthouden aan hun geboorte grond.

Echt halstarig.

In die mate dat de deelgemeente al te ver is.

En dan denk ik alleen is spread your wings, maar ook.

En dat vooral Vlaanderen is toch maar een zakdoek groot.

Zeg je bent hier overal meteen.

Ja, nu blijkt ook wel dat dat vaak gebeurt.

Dat een onderzoek van Pascal de Dekker, dat is een socioloog van de Caguleven.

Het onderzoek bleek dat 3 kwart van de Vlamingen in de puurt van het ouderlijk huis blijft wonen.

En dat 4 op 10, zelfs in dezelfde straat of zelfde gemeente als in ouders blijft wonen.

Dat is veel, hè?

Dus hij is veel, hè?

Ja, en we moeten misschien erbij zeggen, lieve dat wij daar niet bij horen bij die groep.

Dat zal wel duidelijk zijn.

We zijn allebei opgegroeid in een dorpje in Vlames Brabant.

Toevallig.

En vervolgens allebei uitgevlogen naar de stad.

En ik denk wel dat ik mag zeggen, lieve, dat we ondertussen allebei echte stadsmussen zijn.

Ja, inderdaad.

Dus voilà, wat bezielt iemand die onder de karaktoren blijft wonen?

Ik stel voor dat hij eens gaat babbelen met Lise Lora.

Die in Hoegarde is opgegroeid en daar ook iets blijven wonen.

Zij kan haar dorp met hand en tand verdeergen.

Hallo.

Hallo.

Dag, Lise Lora.

Dag.

Lise Lora, ik heb een chocolade hartjes voor jullie.

Oh, dank je wel.

Want iedereen die uit het hart zijn hart op tafel ligt echt dus van een chocolade.

Mijn chocolade gaat dan ook zeker extra goed lukken, hè?

Offen.

Oh, ik volg u.

Ik ben Lise Lora Vox.

Ik ben 33 jaar oud en ik woon in Hoegarde.

Het mooie landelijke Hoegarde, samen met mijn zoontje Louis,

vijf jaar en mijn man, Wim.

Nu al heel mijn leven geboren en getoond.

Ik heb een hele miniet zijspoong gemaakt, even, naar tienen.

En dan heb ik ook op kot gezeten in Gent.

Maar ik ben heel snel terug weggegaan uit tienen.

Dat was, denk ik, daar vier maanden gezeten heb ofzo.

En dan ben ik teruggekomen.

Mijn jeugd in Hoegarde was zalig.

Ik woonde in de tiende straat.

Mijn ouders woonden op de nummer twee.

Mijn grootouders woonden op de nummer twaalf.

Vijftig meter van mijn huis was de gemeenteschool.

Daar ben ik van de kleuterklas tot het laatste jaar naar school geweest.

Mijn tuingrensde ook aan de speelplaats.

Dus als er een bal over vloog, dan wandelde ik naar thuis.

Ik bellen aan.

Ik ging de tuin in.

Ik ging de bal halen.

Die zalige jaren echtig.

Ja, voor mij toch wel eens eens.

We hebben daar heel veel plezier gehad.

Ik ging naar mijn vriendinne thuis met fietsken door het torp.

Ja, hoefte voetdoor het torp naar het park.

Je moet eigenlijk met twee straten doen.

En je zit in het groen in de velden.

Heel plezant.

En voor de middelbare school moest je waarschijnlijk al wat verder gaan.

Nee, dat was ook...

Ja, ik kon nog altijd in Hoegarde blijven.

Ik zag ook wel een heel groot verschil meteen.

Tussen kinderen van meisjes die naar het middelbaar gingen in tien in de grote stad.

En wij die dan in het kleine landelijk Hoegarde blijven melderen op het platteland.

En wat was dan dat verschil?

Meteen qua klederdracht.

Ja?

Ze begonnen make-up te dragen.

Ze deden andere kleren aan.

Ze kleden zich net iets vrouwelijker, volwassener.

Dus de vriendinnen die naar tien gingen, naar de grote stad of de urban vibe meekregen,

die hadden dan toch direct een andere...

Ja.

Uitwerkelijk.

Ja, klopt.

Iets wereldse.

Of ik probeer zo weinig mogelijk tendentieus aan directieven te gebruiken, maar...

Ja, wereldser.

Gewoon een andere vibe dat je daarop pikt.

Je zit daar al meer.

Die konden...

Middag konden die gaan lunchen buiten de school als ze de toestemming hadden van de ouders.

Sommigen verzijden na het school wel eens op café.

Dat hadden wij helemaal niet.

En nooit behoeften aan gehad?

Nee, eigenlijk niet.

Het is daarom ook heel het verhaal van in je dorp blijven wonen.

Misschien eerder, ja, in uw vertrouwde omgeving.

Misschien moet ik dat zeggen.

Dat is de aard van het beestje.

Ik heb dat wel gemerkt aan mezelf.

Ik hou wel van die comfort zone.

Wat vaak ook al een probleem is tegenwoordig.

Je moet uit die comfort zone gaan.

En je moet dingen doen die je nieuwe inzichten bijbrengen, etc.

En dat volg ik helemaal.

Maar toch qua stevige basis in het leven, de stabiliteit...

Heb ik altijd gemerkt dat ik heel graag in hoe ga je er ben.

Dat ik mij daar goed voel.

En dat ik daar ook heel graag terug thuis kom.

Op de eerste verdieping van ons huis zie ik de karaktoren.

Dat is fantastisch gewoon.

Ik heb ook tegen mijn man gezegd toen we verhuizen van ons huurhuis...

...maar onze woning, waar we nu wonen.

Ik zei het is de laatste keer dat ik verhuizen.

Het interesseert mij niet wat er...

Het is de laatste keer dat we verhuizen.

Wat er ook gebeurt, ik ga er niet meer weg.

Ja, het is half van wicht tot graf.

Ons huis is ook zo gebouwd...

...dat we het later kunnen omvormen...

...als we slechter de been geraken of zo.

Dat we daar kunnen blijven.

Uw jaar in Gent.

Ja, mijn jaar in Gent.

Dus als je als 18e had je dan toch zelf...

...de wil om uit te breken en naar die grote stad te gaan.

Ja, klopt.

Ik was helemaal verliefd geworden op Gent.

Nu, de stad was iets voor mij op dat vlak dat ik het wel leuk vond.

Om ook weer alles die ik bij te hebben, snel iets te kunnen afspreken...

...met vrienden die ik daar dan gemaakt had, et cetera, et cetera.

Maar ik voelde mij daar soms eenzaam en alleen.

Ik heb de eerste maand, denk ik, veel gewend op mijn kot.

Tot ik dan wat vrienden begon te maken, dat was wel heel erg leuk.

Het echte uitgaan had ik ook nooit echt gedaan al in het middelbaar.

Dus naar die stuiver gaan en dit en over het drinken.

We kan het niet gedaan.

Wat ik wel begon te doen in Gent, dat was naar de politieke debat te volgen.

En zovoort en zovoort.

En dan was er daar het grote NVA versus Vlaams Belangdebat.

En dan ben ik mij beginnen te verdienen.

En ik dacht, eindelijk, OK, nice om even die twee tegenover elkaar te zien.

En ik was helemaal weg van de politiek.

En dan is daar eigenlijk het zaadje geplant om maar politiek actief te worden,

maar dan terug te keren naar mijn eigen dorp en het daar te gaan doen.

En Lieseloren richtte in Hoegaarde een NVA-afdeling op.

Sinds ik dan in de politiek zit,

besef ik ineens hoeveel dat er georganiseerd wordt in een dorp.

En dat is enorm.

De Giroavonden, dan kijk je weer,

een dansavond in het jeugdhuis, een muziekavond, een vuif.

Allee, er is altijd wel iets.

Ja, ook al.

Mijn zitpending, daar kom ik niet mee toe om alles te doen,

alle activiteiten te doen op een maand.

En we kennen heel de straat.

Ja, dat bedoel, als wij weg gaan,

dan kan onze buurvrouw, die komt heel graag voor onze kat zorgen.

Je voelt ook heel veilig.

Ja, Lieseloren kan fietsen op straat.

Kan fietsen op straat, is een doodlopende straat.

Dat is geen enkel probleem.

Er zijn nog kinderen dan in de buurt.

Die komen allemaal met hun fietsen samen op de straat.

We weten perfect waar ze zijn,

want we horen ze nog roepen in de tuin ernaast, of spelen.

We hebben met iedereen contact via WhatsApp.

Dus waar zitten de kinderen? Zijn ze bij jou?

Alles is zo gemoedelijk en happy.

Het klinkt idyllisch, maar op mooie zomer, dagen en avonden is het dat ook wel echt.

Ik heb misschien ook het gevoel dat ik mij het meeste heb moeten verantwoorden.

Dat is een groot woord, maar aan mijn ouders toe.

Serieus?

Ja, mijn ouders hadden veel ambities voor mij.

De dochter kan in Engeland gaan studeren,

of in Amerika, in het buitenland.

Ze werken ook allebei voor internationale bedrijven.

Het zijn twee IT-ers, weet je.

Ze waren echt wel in the world.

Ze reizen heel de wereld af voor hun werk.

Ze hebben een aantal keren zelf op het punt gestaan om te verhuizen.

En met het hele gezin zouden we meegaan.

Ik ben eigenlijk kind naar het buitenland.

Dat is uiteindelijk dan niet gebeurd.

Maar voor hen was dat wel een soort prestige,

want dan heb je het gemaakt in het leven.

Ga op erasmus, je moet op erasmus gaan.

Dat is fantastisch, ik heb dat nog niet gedaan.

Dat is niet naar gekeken, naar erasmus.

Ja, there was something holding me back.

Ik voelde mij dat niet oké, ik heb dat niet gedaan.

Ik zie wel bij mijn vriendinnen

een aantal zijn uitgesworven.

En een aantal anderen zijn ook terug naar de route gekomen.

Op zich is dat niet echt een issue,

maar in mijn hoofd moet ik dat precies wel een beetje verantwoorden

dat ik dat niet gedaan heb.

Dus dat ik zeg van mijn leven zoals het is nu

is zoals dat ik het opinion voelt en zoals het goed voelt voor mij.

En dan kom je nieuwe mensen tegen en je raakt aan de praat.

En dan komt er inderdaad wel af en toe van

ah ja, mij, in het dorpje gebleven.

En bij wijze van sprekken we altijd in dezelfde straat

als je ouders.

Natuurlijk het weggeraken doe ik dan op andere manieren.

Wij reizen redelijk veel, we doen roadtrips.

En als we dan op reis gaan,

dan wil ik zoveel mogelijk verschillende indrukken

binnenkrijgen als het maar mogelijk is.

We planen ook niks op voorhand.

We boeken geen hotels of geen huisjes.

We zien wat er vrij is en dat doen we dan.

En dat is een vrijheid dan.

Allee, we gaan met minder zekerheid op reis

dan dat ik in mijn dagdaaglijks leven sta.

En heb je soms het gevoel dat je moet bewijzen

dat je best wel avontuurlijk bent?

Dat is misschien eerder de social media die daarin meespeelt.

Ik ben ook avontuurlijk,

net zoals in jullie vorige verhaal.

In de podcast het meisje dat dan was een droom van mij.

Een jaar alleen reizen.

En aan de andere kant boezend mij dat ook enorm veel angst in.

Ik ben meegewezen met mijn man.

Voor zijn werk moest hij naar Amsterdam gaan.

Ik was meegewezen.

Hij zat aan de Belmer en ik heb daar de trein genomen

naar Amsterdam Centrum.

Ik heb daar een dag rondgelopen in Amsterdam Centrum.

Ik liep helemaal voor de loren.

Ik voelde mij in een grote stad.

Ik voelde mij echt.

Ik heb mij daar roon op een terrasje gezeten

en koffie gedronken.

Ik voelde mij daar een beetje ongemakkelijk in feite.

Heel bizar om hem toe te geven.

Maar dat ik achteraf op het hotel terug aankom

en dat mijn man zei, dat is echt niks voor u.

Dat is echt niks voor u.

Dat is een grote stad.

Ik zei, nee, ik heb gezelschap nodig.

Ik heb iemand bij mij nodig

om mij te begeleiden.

In Hooghaarden zien we nu heel veel

het dorp dat de stad wordt.

Heel veel appartementen die gebouwd worden.

Dus ook meer mensen die in Hooghaarden komen wonen.

De mobiliteit die toenemt.

Ook het aantal parkeerplaatsen is al vaak

discussie over geweest.

Op dat vlek moeten we wel opletten

dat de pendel niet de andere kant opsluit.

Dat we die groene ruimte blijven bewaren.

Heel veel van onze holle wegen zijn verhaard.

Zo voordat we allemaal.

Terwijl we nu net de omgekeerde beweging willen maken.

Het onthaarde van alles.

Dus daar zal ook wel weer terug over nagedacht moeten worden, denk ik.

En voor de rest hoeft het volgebouwd.

Grationeel gezien.

Zijn er toch heel veel politici die zeggen van inderdaad

dat ze eigenlijk naar schaal vergroting moeten gaan.

Ja, klopt.

En als ik de partijlijn van MVA moet volgen,

dan moet ik ook van die mening zijn.

Maar ik moet toch eerlijk toegeven,

als ik dan in het dorp woon en emotioneel denk,

dan boezend het me er is wel wat angst in.

Zo van ja, inderdaad.

We mogen die geborgenheid, wat we hebben.

Het mooie wat we hier hebben, mogen we niet kwijt spelen.

Het openbaar vervoer is wel een pijnpunt.

Dat is ook de reden waarom de meeste mensen

in Hooghaarden één of twee wagens hebben.

Dat zal er wel iets moeilijker uit te krijgen zijn.

Maar in principe is alles bij ons, vanuit ons huis,

dan ook allemaal loopafstand.

De maximumafstand die ik moet doen is een kilometer

om er eens te geraken.

Het idee van, we zitten op het Plattaland

en we moeten met onze paarten en kar naar het volgende dorp gaan

om daar of ons water te gaan halen,

dat is niet meer het geval.

MUZIEK

Ik kan het ene niet beter vinden dan het andere,

maar om echt te leven met leven op te bouwen elke dag

of thuis te komen,

zou ik mij moeilijk kunnen aarden in een stad.

Heb je toch liever de geborgenheid van dat dorp?

Plus ook niet onderschatten.

Het feit dat je bij je ouders woont,

als je een gezin start, kinderen,

is wel een plus.

MUZIEK

Marianne, wat vond je van Lise Loraar verhaal?

Kun je een beetje begrip oplingen voor haar?

Ja, toch wel.

Ik herkende het ook wel, want ik ben ook in een dorp opgegroeide.

Er zit er ook wel een heel groot stuk nostalgie in mij,

zoals in de gemiddelde Vlaming,

en ze vertelden dan bijvoorbeeld achteraf nog over

hoe er vroeger bij haar in Hoegarde twee fanfares waren,

de katholieke fanfare en de liberale fanfare.

En dat is krak hetzelfde als in mijn dorp leerdalen.

Dus er was dan alle nostalgie kwam boven.

Ja, wel leuk om te horen.

Wat ik zeker herkende, was ook het gemak van dicht bij de ouders te wonen.

Als je jonge kinderen hebt,

is dat wel een feit dat het gewoon heel gemakkelijk is

als oma en opa oppas,

als ze die zorgrol opnemen voor een stuk,

dat die in de buurt wonen,

maar om dan meteen in hetzelfde dorp terug te wonen,

dat hoeft dan voor mij ook weer niet.

Nee, ik voelden ook wel zo een beetje herkenning,

een beetje nostalgie,

een beetje een onbestemd verlangen naar die connectiviteit

en die connectie van mensen.

Maar tegelijk ook wel, ja,

een beetje zo'n hand om een keel van,

oei, dat dorp, nee, toch niet.

Ja, ik laat ook nog iets van Jasper van Lloyd,

als een schrijver-cultuur socioloog,

die een boek heeft gegeven met de titel onder de karaktoren,

heel toepasselijk,

en die heeft het ook over die interne harteklop van een dorp

en hoe dat daar de bewoners eigenlijk

alles bepalend zijn voor het leven in de dorp

en zelfs het beleid,

dat moet heel veel van onderuit komen.

En daar heb je natuurlijk minder,

als je wegtrekt uit dat dorp,

dan zit je op je eentje,

dan zit je allemaal rond vliegende individuele atomen

die iets willen bereiken samen.

Ja, dat zwaar je voelt zo,

dat het blijven in het geboorte dorp,

dat dat altijd een stuk van de identiteit van mensen bepaalt,

die zijn er trots verknochten aan,

dat heeft een grote impact op hun leven ook,

en zij blijven graag in het verlengden van wie ze ooit waren.

Dat is het eigenlijk, hè?

Ja, ze blijven,

en dat verlengde,

je wordt eigenlijk een grotere versie van jezelf

binnen dezelfde omgeving eigenlijk.

Je blijft ergens voor heel veel mensen,

nog altijd de dochter op de zoon van Martin en Geert,

en een klein zomaar Martin en Joseph,

en het ex-lie van Bart en Koen en...

Ja, van een bakker.

En van een bakker.

Dus je groeit eigenlijk verder in dezelfde rol,

terwijl als je vertrekt,

dan moet je ergens opnieuw uitvinden,

je moet opnieuw je bearing zetten,

en mensen die herkennen,

definiëren wie je bent,

zelf dingen uit de grond stampen.

Ja.

Het is eigenlijk letterlijk

je comfortzone verlaten,

je gaat naar iets anders,

je gaat iets meer in een verloren positie terecht komen,

waarbij je ook riskeert van zoals zij ook zegt,

eenzaam te worden,

verliest die roetse, die aarding.

Dus er komt eigenlijk veel meer bij kijken

dan gewoon verhuizen.

Nou, dat is waar nu.

In Brussel,

Brussel is misschien op dat vlak wel een buitenbeentje,

maar in Brussel vind ik dat net zo mooi,

dat iedereen hier aangespoeld is.

Brussel is een stad van mensen die komen en gaan,

een grote vijf, ja.

En iedereen die hier woont,

komt van elders of toch zo goed als iedereen,

veel en vertrekken ook snel.

En dat maakt dat hier de toekomst

zo duidelijk belangrijker is dan de afkomst.

O, dat gevoel krijg je toch zo.

Ja.

We vormen hier één grote familie met iedereen

die ooit ergens anders geboren is,

ergens anders opgegroeid is.

Ja.

En iedereen die op zoek gaat naar

bijna een nieuw leven,

een nieuwe entiteit,

een nieuwe manier van zijn.

En ja, dat is toch wel,

ik denk dan,

zonder alweer te willen mispreis en klinken,

gaat toch een andere challenge.

Ja, je gaat een nieuwe uitdaging aan,

waardoor je misschien ook

een stap verderzet in je eigen ontwikkeling.

Ja.

En daarom denk je dat het ook zo vaak

wordt aangevoeld

bij mensen die toch voor de kerktoor blijven kiezen

van ik moet mij hier verantwoorden.

Ja, want het ene is niet beter dan het andere.

Nee.

We moeten doorbletten dat we zeker niet oordelen.

Maar soms krijg ik wel het gevoel

dat de stad

een beetje de maat er dingen is geworden.

Vroeger duwde de politici iedereen

richting het platte land.

Nu is er eigenlijk een omgekeerde beweging

aan de gang waarbij het platte land

of de dorpen en de kleinere gemeente

worden weggezet als la flande op profonde

of de boeren buiten

of de blet.

Hoe wordt het nog?

Het hinderland enzovoorts.

En dan krijg je...

Het verre limmer.

Ja, het verre limmer

van die omschrijvingen

als het ruralen Vlaanderen

waar vroeger allemaal

Serien V, Bastions waren

en nu zie je waar Serien V staat

in de peilingen.

Dus de kneuterigheid van het platte land

slaat niet meer aan.

Ja, dan denk ik ook wel van

dat moet niet tof zijn

als je in een dorp woont.

Dan moet je misschien wel

dat gevoel hebben.

Maar ja, die van de stad

denken...

Ja.

Maar nu ben je het wel heer

aan het dopen trekken

naar stad versus platte land.

Terwijl...

Ja.

Het gaat vooral over blijven hangen

bij je op de zwaar.

Ja, bij je op de zwaar.

Dat staat wel vaak samen

lang aan mijn stad

versus platte land.

Maar toch, ja...

Ik denk ook wel

de feit van de maaterdingen

klopt ook wel ergens.

Want in een stad

komen we nu

eenmaal meer fenomenen tegen.

Je komt korter bij migratie,

drugsgebruik.

Ik moet maar bij mij buiten komen

en ik kom wel krakgebruikers tegen.

Dus ik bekip wel, denk ik,

een ander besef

van wat er in de wereld gebeurt

dan iemand die in een dorp blijft.

Maar of het daarom beter is

of niet beter,

dat is natuurlijk

een ander subjectief.

Allee, jij zegt

platte land is op betrug weg.

Tegelijk denk ik ook wel

dat er een tegenbeweging

op gang aan het komen is

van mensen die vinden.

En dan merk je ook

bij jezelf van

te veel prikkels,

te veel awaai,

te slechte lucht,

te weinig connectie.

Dus ik ga terug naar platte land

of ik ga op de buiten wonen.

Dus dat speelt ook wel, denk ik,

tegenwoordig.

Dat het zo wat

krenn die hier is

ook om terug op de buitstegrond.

Ik merk van mezelf

als ik bijvoorbeeld

de campen binnen rijd

dan krijg ik altijd

een gevoel van

wauw, vakantie.

Het leven is daar zo chill

en zo zalig.

En dan

hoop ik altijd

voor mezelf

dat ik ook

een minder jachtig leven

zou kunnen leiden.

Tegelijkertijd

ben ik ook wel

heel blij in de stad.

Ja, want we gaan

anders naar de cinema.

We gaan je gewoon

duizend terras

en op een zak

doe groot vinden.

We gaan naar de concerten.

Al wel echt benieuwd

wat de luisteraars

ervan denken.

Ik ook.

Meelen naar

uit het hart

atstandaard.be

En dan van laatste keer

lieve ga ik jou de vraag stellen.

Want volgende keer

is onze laatste aflevering

van deze zomereeks

uit het hart.

Waarover zal die gaan?

Twee woorden Marianne.

Op een relatie.

Oké, benieuwd.

Tot volgende week.

Tot volgende week.

***

Machine-generated transcript that may contain inaccuracies.

Een blogstukje over de honkvastheid van sommige deelnemers in het vastgoedprogramma ‘Blind Gekocht’, deed Lieves mailbox ontploffen. Voor ‘uitvliegers’ als Lieve en Marjan, die bewust uit hun geboortedorp zijn weggetrokken, is het soms moeilijk te begrijpen waarom iemand zijn hele leven onder de kerktoren wil blijven wonen. Lieve stuurt Marjan naar Liselore (33) – geboren en getogen in het landelijke Hoegaarden.

See omnystudio.com/listener for privacy information.