Wielerclub Wattage: "Remco pakt zondag in de tijdrit 1 à 2 minuten op de rest"

Sporza Sporza 5/11/23 - Episode Page - 1h 8m - PDF Transcript

Vrienden en vriendinnen, het is woensdag 10 mei.

De Giro heeft zich op gang getrokken en Wiederklub-wattaj is uiteraard ook aan zijn.

Giro door Vlaanderen begonnen voor de kijker of luisteraar.

Even een dienstmededeling.

We hebben hier voor de opname in de zaal een GSM-nummer geprojecteerd.

Dat GSM-nummer zal ook nog altijd geprojecteerd blijven.

Aanwezig, we konden vragen of opmerkingen doorsturen via dat GSM-nummer.

En we gaan daar luk raken en aantal opmerkingen uitpikken.

Het is een nieuwigheidje vanwege het clubbestuur voor de clubleden.

De eerste die binnengekomen is, Mark en Jan, zal Jan als kerstfest Gravelbiker

de Graveleditie van de Mark-uitroeven-klassiek rijden, deze zomer.

Daar kan ik niet op aan te worden en hij had iets betalend te inschrijven.

Als hij zich kan kwalificeren.

Zijn leeftijdskategorie is 5 euro.

Dat wil ik wel.

Dat wil ik nog wel aan...

Het is wel onder 26 kilometer.

Hij heeft nog wel eens lukken.

Ik wist niet dat er zoiets bestond, maar ik vind het wel een tof initiatief.

En wel daar betaal ik met plezier 5 euro.

Kan ik dat nu afrekenen?

Ja, ik heb het gezien.

Anderen die ook nog binnengekomen zijn, wie heeft de hond ingevuurd

om even de poel om ver te kegelen vandaag?

Het is een vraag die binnengekomen is.

Ja.

Dat heb ik geen antwoord.

De antwoord ontgaat.

We kunnen niet op iedereen antwoorden natuurlijk.

Afijn, ben niet wat dat nog gaat geven.

Het komende uur, u kan dus SMS'en sturen of WhatsAppjes

nadat GSM-mummer let wel.

Het is van onze Chatchains een bodegaard, dus let op.

Wat u stuurt.

Ja, vorige keer vergeten.

Welkom, allemaal welkom bij de club.

En die club is alweer goed gestoffeerd.

Iedereen op het appel graag je applaus voor Tom Bonen,

Dirk De Wolf, Jan Bakkelandsen, Mark Uitemhoeven.

Ja, mannen, het wordt de hoogste tijd dat we ons proberen

in de geschiedenisboeken te werken.

De kortste weg daarnaartoe is...

Een nieuwe tafel?

Ja, ik weet niet of we daarmee in de geschiedenisboeken

gaan belanden iets uitvinden.

Iets uitvinden.

I think you say a Guinness World Record Book.

Bijvoorbeeld iets presteren of iets uitvinden.

Presteren gaat misschien niet meer lukken voor ons.

Dus uitvinden.

We gaan bijnamen proberen uit te vinden.

Dan wordt die voor eeuwig en vooral het gelinkt aan Wielerklub Wattage.

Er zijn bijvoorbeeld, ik heb dat opgezocht,

nog geen bijnamen voor de drie Belgische knechten van Remco Evenepoel.

Niet voor Ilan van Wilder, niet voor Louis Vervake

en niet voor Pieter Serri.

Dat is misschien een nummer van deze tijd.

Bijnamen?

Ja.

Dat is toch van altijd, hè.

We gaan er alvinds de komende uitzending tijd genoeg voor hebben

om er eentje te vinden.

Is er iemand die we er gaan uitpikken vandaag?

Een render.

Van Wilder, Vervake of Serri?

Voor wie gaan we?

Maakt dat eigenlijk niet echt uit?

Serri dan.

Begin, Serri.

Gaan we, Serri, beginnen.

Heb jij nog een koers met Serri?

Ik heb natuurlijk nog een koers met Serri,

maar ik ben nu eens heel diep aan het graven.

Dat kan niet dat Serri geen bijnaal heeft.

Fijn.

Toch niet.

Niet dat we er of zeggen.

De kraai.

De kraai noemden wij die vroeger.

De kraai.

De kraai.

Waarom?

Die lijkt ze wel op de kraai.

En die kan ook verschrikkelijk goede kraai nadoen.

Hij kan goede kraai nadoen.

Die heeft ze heel scheld.

En zo kwam je nog vaak de bos uitgegaan en dan is je de kraai.

Dus die heeft allemaal bijna.

Ik denk dat we eigenlijk al...

Zo, we koken een schitterend bijnaam die je kent vorig jaar

in de ploeg bij Laurens huis.

En Jan Hirt.

En dat waren twee mannen van hetzelfde postuur.

En Hirt noemde hem op een duur.

Hij sprak niet meer op Laurens of huiske.

Frog.

Omdat hij als een kikker klon.

Niet alleen omdat hij dat niet uitzegd.

Hij had in ieder geval een minder mooie fietsstijl.

En hij noemde hij frog omdat hij met zijn benen op.

En dat ging een beetje naar de kant en uit.

Het is wel efficiënt daar niet van.

Ik vind kraai al sinds een eerste goede woord.

Hij is volgens mij nog niet verkocht in naam.

Dan zei dat er nog iets beter komt in de loop van de uitzending.

Doe een kraai.

Waar woont hij weer?

De kraai van...

Altar.

De kraai van Altar.

De kraai van Altar.

Hij heeft al plakken.

Ja, de kraai van Altar.

Hij is toch een klimmer, he?

Hij is geveleugeld, dus pas op.

En dat allemaal ter introductie.

Dit is aflevering 10 van Wielerklubotage voor een live publiek.

Dit keer vanuit een uitverkocht cc-binder in Puurz, Sint Amans.

Ja, zo klinkt dus dat plaats van een uitverkochte zaal.

Jean-Cenepiel, heb jij al voor een uitverkochte zaal ooit gespeeld?

Voor mij is het nieuw.

Is dit...

Maar ik moet met haar hier voorijs.

En S-Bied word ik nog zenuwachtig.

Hij begint al een dag op de 3e etadeuil.

En Mollevoek.

Ja, maar ik denk dat dat niet.

Hij brengt al.

Hij komt van Tendrief.

Bij zo'n klein zaaltje in Puurz ben ik dat nu wel gewoord.

Ik vroeg met haar welachtom.

Ja, je hebt ongeveer al alles meegemaakt in je leven,

maar heb jij ooit op de planken gestaan?

Nee, ik heb nooit live op de planken gestaan.

Ik heb wel al een paar keer in een show gezeten,

waar ik dan geïnterview werd en zo,

maar nog nooit nog iets moeten verzinnen.

Vooral is het de eerste keer voor een groot live publiek.

Dat schept altijd mogelijkheden ook, een publiek.

Zoals bijvoorbeeld, waar zitten de supporters van Dirk de Wolf?

Hoi!

Je zelf ook een klein beetje vertrouwen geeft.

Hoe is Tendrief geweest?

Warme.

Heel warme.

Tot 35 graden ben ik gisteren in huis thuisgekomen.

Je bent benazwart.

Het was van de morgen iets frisser voor gaan te fietsen dan in Tendrief.

Ja.

Welkom al sinds terug in welke...

Mark, ook welkom.

Ik heb gezien dat je gisteren nog een monument bent gaan inhuldigen.

Ja, in Kalmthout voor Herman van Springen.

Mooi.

Dat is daar nu gezet, ja, uiteraard na zijn...

Jij gaat er ook nog naartoe van zo...

Ik moet er ook nog zijn, ja.

Ze gaan omdat Herman 50 jaar geleden de groene trui heeft gewonnen,

als niet sprinter dan nog.

Om je maar niet te zeggen, je op zoete melk was tweede in het eindklassement.

Om dat te herdenken, gaan ze ook een aantal extrins van een mooi lijst al die...

Absoluut.

Ze gaan ex-groenotraa binnen haar, de nog levende proberen allemaal vast te krijgen.

Iedereen gaat daar één dag van de tour een groenotraa van zichzelf.

Mooi.

Ja, Herman van Springen, dat was zo'n figuur.

Mijn vader heeft er nog meegereden, nog net, denk ik.

Of vaak meegereden.

Dat ging altijd over Herman van Springen.

Als ze overhouden, dat werd gesproken.

Dus voor mij was dat zo'n immens groot figuur.

Toen een klein nieuwlinksje de Herman van Springen-klasse ging rijden,

wou ik dat ook absoluut winnen.

En dat was dat mislukt, omdat ik in de laatste bocht was uitgeleerd.

Ik was tweede in de sprint tegen David Komijnen.

En op een of andere manier is dat een figuur van Herman van Springen,

maar altijd iemand...

Lieve mens.

Iets immens groot geweest.

En dan moet ik even de eerste keer,

en blij dat ik nog de braafste terribeer van de wereld te zijn.

Dat was, moet ik eerlijk else zeggen.

Het brengt ons wel bij het eerste verhaal van de avond.

Dat blijft natuurlijk.

Mensen kennen het procedeel.

Ik heb jullie dit keer gevraagd om te focussen

op verhalen over ofwel Italië,

of grote rondes of kursen in Italië.

Dat mag allemaal natuurlijk.

Mark, jij kwam uit bij een verhaal uit de tour.

Ja, Herman van Springen was met vakantie bij mij in Frankrijk.

Een week of zo.

En dat was u jaar of 15, 20 geleden kwijt niet.

Sorry dat ik je onderblik, maar het kan altijd waar of niet waar zijn.

Dat heb ik niet vermeld.

Het kan ook nog altijd waar of niet waar zijn.

Dan zie ik het vertel.

Is het altijd waar dan?

Of niet waar.

Ik denk aan de vis van Frank van Den Bruggen.

Ja, oké.

Ik zit met Herman in de auto,

want we gingen naar het Torp Croissance,

de wereld van Houdenover was daar nog bij ons,

en mijn redactie van in die tijd en zo.

Veel volk, veel Croissance,

en dan heb je daar een auto nodig.

En Herman zit achter stuur, krijgt telefoon,

geeft zijn GSM.

Goeie burger.

Aan mij.

Pak jij af.

Ik pak af.

Journalist van, ik denk, het laatste nieuws.

Ja, Herman, wij zijn een kardiekland maken

over de twee ritoverbindingen die je in de eerste tour van Mercks heb behaald,

in 1969.

Kun je daar nog iets over vertellen?

En ik zeg, ja, de eerste rit, dat was in...

Weet het daar, in Brianson.

We waren weg met een aantal mannen op de Gallibier,

want dat ging over de Gallibier

en bovenop de Gallibier op te renen.

Herman.

Herman.

Ik dacht, ja, die spreekt flams, dan pakte ik deze drinkbus aan,

want als er niet flams kwam, pakte ik daar niet aan.

Dat was gevaarlijk in die tijd.

En ik drinkde van champagne.

Dat kon ik niet heel goed halen,

maar ik vloog die Gallibier aan de lotterij,

daar hadden gegetakt van ons per tank technisch.

En dan op Brianson, dat was bijtrappen.

Dus ik woon met twee minuten en een seconde voorsprong

op Mercks en Panjon, die toen één en twee stonden in het klassement.

En nu de tweede ritoverbinding.

Ja, dat was in Mont-Argie.

Dat was niet van 320 kilometer de laatste zaterdag.

We waren met tien man weg.

In Ottombros was erbij die trouwens later een jaar

wereldkampionisch geworden,

met tien centimeter vrespen op Julian Stevens in Zolder.

En ja, Ottombros kwam naar mij en die had er precies wel wat geld voor over,

omdat ik voor hem de sprint zou aantrekken.

En het was aankomst op een assepiste.

En ik dacht,

als ik in de lasten ronde,

de lasten bocht nog op kop zit,

die komt er niet meer over.

En zo is het gebeurd,

dus jij hebt je daar eigenlijk laat een interview als herma van springen.

Voilà, en dus de nermaan,

dat ik druk af en nermaan zegt,

oh jonge, zijn ik kijkontentig gij afgepakt dit,

want dat wist ik ik allemaal neer zijn.

Als het waar is, als het waar is, natuurlijk.

Dus jij hebt je zelf ooit uitgegeven

tegenover een journalist als herma van springen.

Dat was een goede stuk.

Ja, misschien ook, wie weet, we zullen zien aan het eind.

Als de mensen denken dat het waar is,

dan mogen ze zoals altijd hun hand opsteken.

Wie denkt dat dit verhaal van Mark klopt

om even kijken in de zaal redelijk wat mensen

achter mij iets minder mensen.

Maar laten we zeggen, 50, 50, ongeveer.

Maar dan ik had het dan net al kort over bijnamen,

daar hebben wij het in wielerklubotage nog niet over gehad.

Jullie hebben er ook allemaal één of meerdere.

Ik weet niet of jullie daar tevreden mee zijn,

wie dat ooit als eerste heeft uitgesproken.

Jan, voor wij al massaal Jeanke zijn beginnen noemen,

heet hij Baki.

Ja, dat klopt.

Had dat niet wat heroischer gemogen?

Ja, dat is wel heroischer gemogen, maar ja, kom.

Wie is er mee begonnen met Baki?

Dat is al vroeg begonnen bij de belofte, denk ik.

Waar het exact is ontsproten, dat weet ik niet,

maar dat was al redelijk snel bij de belofte gekomen.

Ik vond er zelf niet zo'n fan van.

Ik heb liever gewoon Jan.

Maar plotselig kan je er niks meer aan doen.

Je hebt er zelf ook weinig inspraak in, wat u hem bijna wordt.

Iemand anders beslist dat voor u.

Ik ken één iemand dat dat wel inspraak in heeft gehad.

Kanselaar, hij heeft er een eigen bijna om.

Ja, de Spartakus voor zichzelf gekreed.

Ik raar.

Dat is een eerlijkste moment in de geschiedenis van de mensheid.

Hij heeft er een eigen bijna om heeft gekreed.

Gaat Stegeman, ze heeft er ook bij gereden in de ploeg op het einde van zijn carrière.

Die beweert zelfs dat hij zijn eigen lakers en hoofdkussenpillow,

hoe heet dat, de fluïn meebracht met Spartakus op.

En die mannen moesten dat voor hem installeren in de hotelkamers.

Dat is toch wel redelijk aléha.

Verweg.

Dat zou ik ook een motorkuk kopen.

De volgende rel van Wielerklub-wattaj is gekend.

Dirk, jou noemen ze Wolf.

Maar eigenlijk is dat gewoon jouw achternaam.

Dat is niet echt een bijnaal.

Mijn naam wordt geschreven in drie.

In drie?

Dirk.

Ja.

Had het niet wel inventiever gekund.

Wolfenweer is er dan wel weer te ontstaan.

Ja.

Het was vandaag in de gire wel mijn weer geweest.

Dus je bent er tevreden mee met de bijnaam Wolf.

Zodat Jan zegt, toch moet hij de bar neerleggen.

Pieterserrie moet er zich vanaf niet ook bij neerleggen,

dat hij de kraa heeft.

Het past een beetje.

Ik zeg de kraa.

Het is een beetje duitsigt.

Het is Pieterserrie, het is een beetje getaande huid.

Het is wat donkerder.

Lekker een kraa, zwart haar.

Als je een kraa zou transformeren in een mens,

dan krijg je de Pieterserrie.

Tot slot.

Bij jou heb je er meer.

We hebben de bomb van balen.

We hebben een tornado-tom.

Welke geniet jouw voordeel?

Een voorkeur.

Er was ook nog de balen-express.

De balen-express, ik ben nog vergeten.

We wilde bijnamen, heb je?

Dat heb ik wel wel geweest.

Ik heb geen voorkeur voor geen enkele bijnaam.

Mijn mogen gewoon tom noemen.

Maar er is ook een verschil tussen roepnamen,

Wolfke en Jacques en Baki.

Dat zijn eigenlijk roepnamen.

Maar de kraa van alter.

Dat is een echte bijnaam.

Als hij mij in de koers en mijn ploeg maakte,

was het vaak tompie of zo.

Wat vind jij in het algemeen van de bijnamen?

Ik heb het me vorige week gevraagd.

Om daar te doen.

Ik heb er mijn werk van gemaakt.

Dirk, had ik gedacht, de tengere van Tenerif.

Ja, de tengere van Tenerif.

Maar alleen Tenerif klopt.

Dus wordt dat de fot van Lotte.

Ja, inderdaad.

Janna, de keerste, de grote smurf.

Maar het is natuurlijk lelijk om te lachen met kleine mensen.

Calviniewkerken is klein, José is klein,

Napoleon was klein, Wouter van den Houten is klein,

Thomas van den Spiegel is 2 meter 14.

Toen dacht ik de mopper smurf.

Maar daarvoor mopper je net niet.

Er is nog werk aan.

Dus wordt het de wijn smurf.

Ja, hij heeft commentaar gegeven nu bij DJ Doriten.

En ik overkoers gehad dat nooit.

Dat is altijd alleen over barrol over van hier.

Je kent er niks van.

Dus de wijn smurf.

Dat is de fout van Michel.

Meneer deed niet onder.

Baki.

Wijn smurf.

En dan top.

Nee, want de wijn smurder heeft die graag dat hij aan zijn lichaam stel.

Dus nu hij toch commentaar geeft op VTM,

zou ik hem noemen, de VTM-memmer.

GELACH

Tom heeft al een heel goeie bijnaam in Wallonia.

Daar noemen ze hem Philippe Gilbert.

Dat is toch waar.

Hij heeft vorige keer gezegd dat hij eten maakt voor zijn kindjes.

Die zijn daar ongelooflijk.

En Tom van het leven.

Had ik dat nog gedacht.

Of in na volging van El Tractor, Tim de Klerk.

El Scoda.

En Ruben.

Ik vond niks.

Ik vond niks over je uiterlijk.

Je hebt het ook niet meer natuurlijk.

Maar je afkomst, dus hier uit de streek.

Klein Brabant Jan,

omdat ze hier de mensen rond de ogen niet.

Dus had ik gedacht aan de gruitenlijper.

Of je toekomstige afkomst.

De krowaat.

En dat is kracht.

Ik vind het wel.

Meneer Vlaasic.

Ik ga kort.

Je had er nog eentje.

Nee, nee.

Je staat toch eens tegen Jacques zeggen.

Het is niet uberhaupt, maar uberhaupt.

Als er twee puntjes opstaan, dan is het een...

Maar wat?

Nu wordt het gecompliceerd.

Het is niet Ruben van Goecht.

Omdat er geen puntjes opstaan.

Omdat je altijd zei, Stefan Kung.

Dat is Stefan Kung.

Maar je zal het onthouden.

We gaan het nooit meer vergeten.

Everybody was Kung Fu Fighting.

We moeten dringend over de koers hebben.

Maar dit was wel een fijn intermezzo.

Waarvoor dank.

De debatten in de Giro.

We gaan alles chronologisch nog eens op de rijdje zetten.

Het begin de zaterdag met Remco Evenepoel.

Die zijn roze ambitieskracht bijzetten.

In de tijdrit.

De nachtescijfers.

22 seconden op Ghana.

43 op Roglic.

Ja, dat is heel veel.

Meer dan verwacht wat je zegt voor de riet op de Klasminsmannen.

15 seconden zou een mooie resultatie op deze tijd zijn.

Maar

ik mocht de roze treinig van jullie nemen.

Dan moest ik te trageren.

Dat zou ik ook niet goed genoeg zijn.

Supercontent.

Het was het doel om zo dat mogelijk te gaan.

Iedereen geklopt.

Dat is heel mooi.

Superstart voor ons.

Dat zal het zijn.

Brengt mij bij deze vraag.

De enorme verschillen, toch wel in zo'n korte tijdrit tegenover Ghana.

Roglic.

Vooral op het flakken uitgebouwd.

Hoe kan het zo'n klein lichtmannetje

tegen die grote machtsmensen

Roglic, even buiten beschouwing gelaten.

Dat hij zo'n groot verschil kan uitbouwen

op het flakken.

Aerodynamiek, dat is het gewoon.

En kracht.

Dat kunnen die andere bewijsenspreken nooit benaderen.

De ganas en de werken er ook op voor onderstelling.

Ja, je hebt een sekswaarde.

Met die sekswaarde wordt je creëerd

toen we fietsen.

De lichaam kan je niet veel aan doen

als positie beginnen veranderen.

Maar het was er beperkt in hoe je gebouwd bent

en wie je bent.

Met andere woorden, die mannen zitten met zondag.

Vlakke tijdrit, opnieuw.

Dat is niet de meest keer dat we dat zeggen.

Ik heb dat al een paar keer vastgesteld.

Ik was er vorig jaar ook in de Vuelta.

Een tijdrit die netto een beetje berg af ging.

Spanje gaat dan altijd lichtjes berg af.

Het verschil dat hij ook daar sloeg,

dat was echt fenomenaal.

Ik heb dat al dik als ik gezegd,

er is niemand die op vlakken kan rijden voor mij als evenepoel.

Dat is echt ongelofelijk het nadel.

Als je dan als renner achter zit,

dan pakt er nog kwet niet veel wind.

Het is gevoeld dat de wind op hem bijna geen vat heeft,

net omdat hij zo laag zit.

Dus met andere woorden, blijf recht.

Oké, maar hij is ook de lichtse.

Waarom pakt hij dan wel 42 seconden op het flakken

tegen Roglic?

Dat is de klim terwijl het ook de lichtste van de hoop is.

En wat de klim niet lang genoeg was?

Ik weet het niet.

Nee, maar ik denk dat we tijdrijden

en een klimmen een beetje moeten opsplitzen.

We hebben het nu over tijdrijden en op zich.

Erredynamica heeft op een klim helemaal geen waarde.

Ja, toch wel een beetje.

Een klein beetje, maar het is zeker niet zo relevant

als in een tijdrit.

En Remco is volgens mij een van de,

misschien de, meest aerodynamische renner

dat er ooit geweest is.

Met een oude technologie,

digitale, het maakt allemaal niet uit

als je daar een tractor steekt met dezelfde motor

of je steekt daar een kleinere, de nembesportwagetje

die gaat harder gaan met dezelfde motor.

Dus Remco is op het flakken zeker

de van de snelste van het moment.

Het vermogen is altijd relatief gezet.

Daardoor ten opzichte van iets berg op,

is dat ten opzichte van gewicht.

Dus dan is het goed van laag te wegen.

En op het flakken is dat ten opzichte van de cx.

Hoe klein er is van het al oppervlak.

Hoe minder krachtig.

Ik had ook de voordeel ten opzichte van Roglic.

Ja, in de klimt ook.

Dat valt nogal mee,

want ik denk dat in absoluut vermogen

Roglic misschien iets meer duwt dan even een pool.

Een piekvermogen ook, denk ik.

Roglic staat wel te boeken

als iemand die vrij snel kan sprinten ook.

Dirk trekt tijdens de lijn zondag door,

de tijdrit.

Wat we gezien hebben in de openings tijdrit,

gaat zich extrapoleren naar de...

Ja, we mogen ook niet te rap zijn,

van de acht of spekken je de grond.

Daar wordt er nooit beter van.

Ik denk dat we er ook nog een keer gevallen.

Dus dat zet de bordjes toch wel gelijk.

Maar anders was dat toch wel zorgelijk.

Dat zijn zo'n typische grote ronde ritten.

Dagen waarvan je op voorhand denkt,

als je de roadbook aan het doorbladeren

zei, 3 weken voor de start, audio en dag,

dan ga je gemakkelijk een dag worden.

Inderdaad, dat is altijd zo.

De bijkomstigheden die er dan toch van maken,

dat slopen de dagen worden.

En aan het eind van de tweede week,

zijn dat de omstandigheden die maken,

dat het toch meer vermoeid is dan dat je zelf had ingeschoten.

Zullen we zeggen, hij is op het flakken,

of hij iedereen zegt hier,

de snelste man die het hardst kan rijden.

Mag je dan ook verwachten

dat hij bijvoorbeeld in staat moet zijn

om op termijn het wereldurenkort van Ghana aan te vallen?

Ik denk dat wel,

als hij daar een doel op zich van maakt.

Hij heeft heel veel werk er aan besteed

om goed te zitten op die een tijdrit fiets.

Die een tijdrit fiets is ook gewoon goed.

Zijn materiaal klopt.

Er is heel veel moeite gedaan in de bouw van dat stuur.

Het is eigenlijk een samenspel van een paar slimme mensen

die een perfecte mold krijgen

om daar een figuur van te maken.

En de mensen die het kan.

En ik aan het. Hij heeft de motor.

En hij krijgt er veel mee.

Dat heb jij ook gezegd.

Dat is een nieuw gegeven van de laatste jaren.

Ik denk dat hij altijd een bepaald comfort had

op zijn een tijdrit fiets,

die vroeger niet onwezig was.

Vroeger proberden ze er een aerodynamica te verkrijgen

door mensen extreem op een fiets te zetten

en dat ging het comfort vaak verloren.

En dan kreeg hij inderdaad

de positie die soms snel waren, maar niet langs snel waren.

Want je kon die positie niet vasthouden.

En ik heb in de inderdaad de laatste jaren

veel comfortabeler, heel aerodynamisch positie zijn gevonden

en je ziet de resultaat.

Heb je nog een update over Evenepoel?

Heb jij iemand in het kamp Evenepoel nog gehoord

na die dubbele valparten?

Papa gegaan.

Hij zei dat hij zal meevallen

dat hij het eerste keer niet zijn fout was,

maar de tweede keer eigenlijk wel.

Hij heeft hem geexcuseerd, zegt hij.

En hij moest eigenlijk nog een update krijgen

maar hij is dan meevallen.

Is het dan een geluk bij een ongeluk

dat hij lang schuift

bij een valparten?

Ja.

Balerini was toch echt indrukwekkend.

Hij was bijna aangekomen.

Ja.

Hij had zijn fiets niet bijna, natuurlijk.

Jan was echt...

En dat stond er recht aan het einde van zijn val.

Wat mij opvalt bij Rembo

is dat hij met beenstukken had,

met lange mauwennummer op.

Ja.

Dan heeft hij overskot.

Dat hebben we juist tegen Jan ook overskot

in de wedstrijd.

En zonder handskuntjes rijn.

Dan moet hij nog leren met handskuntjes rijn.

Ja, jij reed dat nooit mee,

maar jullie zeggen dat je daarmee moet rijden.

Ik vind dat toch wel heel goed.

Je hebt een beetje beter grip op je stuur

en als je valt, en je schaft er geen handen op,

dan heb je hier tenminste geen blessure.

Want je moet eens voorstellen

dat je drie weken lang met een open schaaf vond

hebt gegeten.

Dat zeggen alle handskuntjes altijd.

Echt aan mannen en zonder.

Nee, dat is eigenlijk niet waar.

Ik heb een begin van mijn carrière,

want dat is compleet waar.

Dat is eigenlijk gekke werk,

want een valpartij is snel gebeurd.

En als je je hand zet,

dat kan het zijn dat je gaat koers zijn

met een stom handwoonden.

Ik vertrouw dat gewoon niet.

Dat je bij mij pijnt of is met mijn vingers.

Ik heb een heel slecht gevoel op mijn fiets

en hij heeft pijn aan de rechterkant,

ook aan het startbeentje.

Maar het is voorlopig alleen pijn,

dus er is geen bruik vastgesteld

en hij gaat morgen gewoon van start.

Het zal dan dag na dag,

maar het probleem is vrijdag.

Ik wou net naar toe.

Ik wou net naar toe.

Ik wou net naar toe.

Ik wou net naar toe.

Ik wou net naar toe.

Ik wou net naar toe.

Ik wou net naar toe.

Dat kan ik vergeten.

Maar hij was niet er zichzelf vast.

Ik verwacht een beetje eenzelfde beeld.

Gelukkig voor hem.

Die bordjes ervangen in.

Het hoeft altijd naast het.

Dat je kunt zeggen

dat je zegt dat je een dienst moet zijn.

Dat is vaak een misvatting.

Ik heb altijd een paar dagen

tot mijn week last van.

Dat je moet even werken.

Je moet besteden.

Niet dat je liever niet eraan besteedt.

Je hebt maar beperkt wat te rijken, dat leeg moet gereden worden op drie weken.

En als je dan nog een paar partijen moet er staan?

Een volgende fase die ik met jullie even wil bespreken.

Gisteren op zes kilometer van het einde, al knechten weg rond even de poos.

Het zat helemaal geïsoleerd.

Zou jij er als ploegleider zijn en wacht even om te worden deden?

Niet direct.

V. Wilder, die had een slecht dag.

Dat was duidelijk.

Die was ook ontgoogeld als hij aan de bus gekomen is.

De rest, de vervaken, was goed.

Serie misschien iets...

Als je iets minder zet, is het beter dat je dat loopt.

Dat komt wel alleen.

Ik weet het.

Dat kan lekkerheid.

Ja, dat kan zeker lekkerheid.

Dat was v. Wilder nodig omdat hij dezelfde fiets hebt, dat heb ik vandaag ook gezien met Rodlitz.

Baaman geeft hij zijn fiets af.

Dat is ook dezelfde maat.

Gisteren had een zware dag geweest, een hele lastige rit.

En als dat de unenigste slechte dag is in die grote ronde, dan mogen ze van geluk spreken.

En dat is natuurlijk langs de positieve kant bekijken.

Ja, je moet dat zo bekijken dat je dan met een ploeg met een paar elementen toch een slechte dag hebt.

Natuurlijk.

Ik vind het heel grappig om nu iedereen te gaan afschrijven.

Dat is precies.

En ik stel alleen maar vast dat hier nog wel twee weken en half verder moeten.

En dat er toch een paar elementen gisteren getoond hebben dat ze...

Ze hebben nog al een paar dagen leiders draaver deden, hè.

Je moet dat niet vergeten, hè.

Maar van Wilder, die doet toch verlatig weinig kop.

Dat maakt niet uit.

Je zit vooral in die groep.

Je hebt de stress van dat vooral moeten blijven.

Die trouw zit daar.

Die laatste 25, 30 kilometer is dat de voorbeleiding van de sprint.

Dat mag niet gevallen worden.

En Sianna, dat brengt heel veel druk mee op een ploeg.

En het weggeven van de leiders draaver, dat zou je nog noemen.

Dat zal op termijn volgens mij een goede zet blijken.

Omdat je die ploeg gewoon heel hard ontstrest.

Niet alleen in de remco, die moet ontstrest worden.

Drie weken op 100% stressniveau zitten in een grote ronde.

Is altijd erger dan maar twee weken of een week op hoge stressniveau zitten.

Ik vond dat ze vandaag in Goudaar pakten,

maar ook bocht op zeven kilometer van tijden.

Daar waren zij wel met vier in die bocht.

En dat wou iedereen vooraan zitten, hè.

Ik vind dat ze er goed aan bakten.

Ja, je moet het in een drutenkoersdag per dag.

Als het zich doorzet, bijvoorbeeld vrijdag, dan moet je wel zeggen,

dan heeft de rest dat ook gezien.

Nu is er een beetje twijfel bij de rest.

Dus zijn ze nog niet bezig in die andere bussen van...

We vallen ze aan.

Nee, want uiteindelijk vond ik dat ze het heel goed hadden,

want na de tweede klim,

dus met alleen nog de slotklim te gaan,

waren ze eigenlijk echt tijd aan het terugpakken op die vluchtersgroep.

En ik had daar een indruk.

Als er dan een ploeg met een bissie ging komen, zoals Jumbo-Visma,

daarom over even aan verwachten, of in IEOS,

dat die wel een bereidwaren kwikste pomie van buiten zit,

om het gat nog dicht te rijden en voor de overwinning te gaan.

Maar voordat geen enkele andere ploeg steun kwam bieden,

hebben ze toen precies de teugels gevierd

en is de voorsprongrap opgelopen.

Maar ik ben vooral ontgogeld, eigenlijk,

momenteel in de ondernemingslust van de andere ploegen.

Dat valt echt tegen, vooral gisteren.

Ja, er komt een vraag binnen.

Laat me mij weten van een zekere koenbouwens.

Waar zit koenbouwens ergens hier in?

Er zit hier een centraal de man met een blauwe hemd.

En hij zegt, zet even een pool in de trein van IEOS

en hij wint soeverijn door de ronde van Italië.

Dat begint ook te denken.

Maar wat vooral mij stort is dat IEOS precies naar Italië is gekomen,

omdat ze precies extra ploegmaten van Remco...

Bofen dan?

Ja, eigenlijk wel. Tof voor Remco, maar heel negatief voor de kijker.

Ik stoor mij een beetje aan de manier van werken bij IEOS.

Ze hebben zoveel menselijk kapitaal, maar die zetten dat heel slecht in.

Dat is juist een ploeg die zo sterk is in de breedte,

die rendement moet gaan halen door renders van vroeg in de aanval te sturen.

Ze hebben ook bijna vijf kopmannen.

Ze staan daar nog altijd met vijf die niet los zijn als berg opgaan.

En dan in het tegendeel zie je dat die toch altijd bij elkaar blijft.

En dan beginnen die tempel te rijden op een slotklim

waarvan ze weten dat ze nooit iemand hebben die Remco of Roglicien gaan lossen.

Ik vind dat heel waar een tactiek.

Ik had het voorlopig nog steek, Mark, want ze zijn hier allemaal aan het zeggen.

Ik wist dat ook allemaal, maar ja, dat is ook wel waar nu voor.

Wat brengt de Giro de komende dagen, mannen?

Morgen naar Naples.

Gevaarlijk terug als het morgen terug regent in Zuiden en Naples zeker.

Dan gaat het zoals vandaag zijn.

Veel valpartijen, nerveus.

Opletten dus.

Opletten, maar dat gaat het alle dagen zijn.

Als het regent in het Zuiden, in de koals,

is dat wat anders aan dolomieten mag.

Dan zijn er risico's berg op en bergaf die kalkerijen erin.

Maar nu gaat de meeste tegen 50, 60 deen die bochten in de finale.

En daarmee gebeuren ook de valpartijen.

Ja, dat is eigenlijk het, Mark.

Ik ben nooit tegen Naples geweest, ja.

Het is gewoon gladder in het Zuiden dan dat in het Noorden is.

Omdat daar toch niet altijd regent.

Het zijn oude auto's, daar wordt wel olie gemorst.

En op de ene van de reden is dat heel moeilijk,

ook in Spanje, om de baan te houden vanavans begin te regenen.

Oké, dus?

Zal morgen niet anders zijn?

En ik denk dat ze een stukje Amalfitaanse kust volgen of zo iets.

Zal kunnen.

Het had bij Mooie Weer de mooiste rit van de Giro geweest.

Dat zal ze niet worden.

Maar jij bent dus ooit in Naples geweest, Mark, daar wak ik naartoe.

Ja, ja, ja.

Het was in de kouder.

Voor Supersport met José de Kouder in 1996 of in 1997.

En het ons verslag is gedaan.

En José zegt, waar staat onze auto eigenlijk?

En we waren daar met de Renault Espace, waar ik achter gefietst had.

En ik kijk dus dan op de eerste verdieping met op de pastrybunnen.

En ik kijk, zo is.

En ik denk, José zegt daar, een man of 10, 12, die wat hoger staat dan er is.

Daar zit onze auto onder.

En dat bleek dus ook nog te kloppen.

Want ik ging daar naartoe en ze zagen, waarschijnlijk aan mijn lichaam staal,

dat ik iets met die auto te maken had.

Dus die sprongen allemaal van die auto af.

En van de bumper ook, want die ging er ook half af.

En dus dat dak was echt klaar om vies te kweken.

En wij gingen naar de politiedaring met een beste Italiaans.

Maar die mannen zijn direct van, ja, meneer, dat begrijpt het of ook dat.

We gaan die nooit vinden.

En bedoel, zet u een auto fatsoenlijk.

Ja, in Naples kijken ze er niet naar.

Ja, die mannen hadden een goede koers gezien natuurlijk.

Dat is wel zeker.

Zeg, er zijn nog wat vragen binnengekomen van mensen.

Onder andere, over wat er vandaag gebeurd is.

Zeker het Dries.

Excuseren, maar de achterlaam stond er niet bij.

Anders zou ik hem zeker uitgesproken hebben.

Demareren, wanneer er een plaspaas wordt gehouden door de concurrenten?

Don of Nat Dan?

Dat is over de vrouwen, wie zijn er?

Maar voor een stukje ook over vandaag, doortrekken dan, demareren.

Ik vind het relevante over vandaag dan.

Wanneer is het doorgetrokken vandaag?

Nee, niet.

Maar hij zegt, moet je demareren, moet je doortrekken?

Wanneer?

De vorige, de ronde.

De vallen was gezegd.

Ja, de vallen was gezegd.

Vallen.

Nee, dat moet er niet doen.

Het was verstandig van Soudal, quickstep, om dat niet te doen op de einde.

Want daarvoor was Remcoal eens gevallen met je hond.

En toen was er heel ostentatief gewacht door heel het peloton.

Dus het zou een heel slecht signaal zijn.

Na vier dagen Giro, om dan te beginnen doorrijden,

als je belangrijkste concurrent valt, want het is nog lang Giro,

dan moet je het achterover houden.

Dag 17 kunnen zeggen we gaan doorrijden.

Dat komt ons goed uit.

Maar dag vier is nog lang en dat komt sowieso terug.

Zo denkt hij aan.

Zo denk ik dat we het niet.

Dat waren op 7 kilometer van de streep.

Ja, ik weet, maar ik denk dat is een beetje een heel dubbele altijd.

Want ik ben ook altijd voorstander als er een valpartij is,

een oneerlijke valpartij, want dat is altijd oneerlijk.

Dat er dan eigenlijk een autoralisatie volgt.

Maar dat is zo moeilijk om dat altijd goed te doen.

Omdat je vaak in de situatie zit, de koers al bezig is.

In de Ronde Vavlaander bijvoorbeeld,

als je naar de taaiënberg gaat vliegen zij en ze vallen,

zoals ze vaak doen, kunnen ook niet gaan zeggen,

we gaan wachten op die jongens die hier gekomen zijn.

Er zijn ook vaak favorieten bij het, dus dat is een moeilijke.

Maar op het moment dat het kan, moet er absoluut doen.

Deze had jij doorgetrokken.

Vandaag was het ook de laatste 7 kilometer.

Ze hebben gevochten dat we die in bochten pakken.

Ze zijn er met 4 goed door.

De rest, het is finale.

Het is de laatste 7, niet de laatste 80.

Dan zou ik wachten.

Maar de laatste 7 zou ik doorgenemen.

Dat ze al nog niet gevallen hebben de laatste keer ook.

Dat is wel in een klein gevoel.

Maar dan met 25 bijeen.

En het is nog 7 kilometer.

Dat pakte misschien 30 seconden, is niet veel.

Maar je moet een keer 30 seconden proberen wegvrijden.

Ja, het is wel het is.

Het is finale.

Ze rijden nog zo hard na die bocht om verant te zetten.

Om niet te vallen en niet te moeten in de risico zonder te zetten.

Je kunt ook beter wat medestanders hebben.

En Remco, na zijn eerste valpartij,

rijdt hij naast de wagen van de medische of de organisatie.

Ik weet het niet.

En het is altijd dezelfde in Italië.

Opletten.

Niet doen.

Zeker morgen, niet in Apels.

Nee, maar dat is echt waar.

Dat durven we nog eens vanaf het hoekje te komen.

Nee, dat kunnen slecht nachten benoepen aan een hotel.

Ja, of zeven.

Nee, paardenkopken.

Ik pracht hem een voetbalist nogal.

Dat in Italië gevoetbal niet simpel.

In ieder geval vragen mogen altijd doorgestuurd worden.

Zeg maar, is dat manier om telefoonnummer te scoren?

Uiteraard, uiteraard.

Maar voorlopig is het wel van Dries, van Koen.

Dus ja, laat maar komen.

We zien wel wat er nog allemaal tussen zit.

Ik ga kan te zoek een thuismatch voor Remi.

Waar zijn die?

Hij heeft al die nummers aan.

Blijf braband, ja.

Goed, we gaan verder naar de volgende verhaal.

Ik denk tijd dat we doorsteken naar Dirk de Wolf

met een waar of niet-waar verhaal

uit jouw rijkelijke grote rondecarrière, Dirk.

In de Giro.

Van 1992 dacht ik, zit ik met Boenjoen in de ploeg, met Fignon.

Wij hebben een bergrit in de sneeuwen en de regen.

En ik zit door alles, een man op 30, 40 weg.

En wie zie ik in één keer langs de kant staan?

Laurent Fignon.

Ik zei, ah, Kani, ik stop.

Ik zei, wat schildt er, Laurent?

Kani, ik zei, ja, man.

En ik had een baske in mijn zacht zitten,

want achter de regenman, dat was van goede text.

Topkwaliteit, geef hem dat aan.

Ik doe mijn armstukken aan, geef hem ook.

Ik zei, kom, naar beneden.

Het is wolverweer.

Ja, het is wolverweer. Ik voel dat.

Paproblem.

Ik voel dat toch niet, paproblem.

We komen binnen, z'n ochtend bubben.

Hij doet dat jasgenoot.

Twee dagen drachtig.

Wie bent er in?

Fignon.

Ik heb een valling.

Ik zeg tegen hem, de wolste valling.

Hij zegt, merci beaucoup, Dirk.

Dit had altijd een goede vriend gebleven van mij.

Spijtig, te vroeg van onzeen, gegaan.

En eigenlijk was dat een verhaal

waar hij het klassement in de gier op maandag ging opgeven.

Laurent Fignon ging opgeven bij Gatrede.

En dat waren nog maar een dag of tien ver.

Buñoz en Girov hielden ook wat tegen.

Tweede of derde, maar dat was veel te ver voor Buño.

Fignon heeft altijd dankbaar geweest.

Hij had mijn jasje afgeafd, want het was drie, vier graden.

En dan weet dat ik op 2000 meter moet nog dalen.

Ik deed dan nog gans de afdaling,

want er was altijd nog gelost met mijn basken aan.

Maar ik heb altijd nog een paar keer geduurd,

want wij binnen waren juist.

Benteit binnen.

Dirk, wat een marmarte samaritaan.

Dat heb ik eigenlijk gedaan voor Laurent Fignon.

In mijn tijd bij Gatrede,

tegen ook soms nog goede dingen ook.

De basch van de wolf heeft Fignon gered.

Eigenlijk is dat voor een tekstbasch.

Ja, oh ja, ja.

Gassa, ja, ja.

Ik kan het niet anders zeggen.

Nu we toch bezig zijn, misschien dan.

Je hebt hier nog een pakket onder de tafel staan.

Jan, is dat voor mij?

Nee, nee, nee.

Het is genoeg saan bekend dat wij een wielclub pataazen

wat dat groepje hebben.

En Mark was op zoek naar iets nieuws.

Van een fiets, namelijk.

Ja, het is zo iets ongeveer.

Een beetje tegen, maar goed.

Dus ik dacht, ik ga hem verrassen.

Ja, met wat?

Dus Mark, voor jou.

Ik krijg er een plekje hebben, Ruben.

Mijn verhaal, de schoen zeker?

Is toch niet?

Ja, het was goed, hè?

Ja.

Ja, wat een perfecte...

Ja, ik kom erop terug.

En Helm.

Eigenlijk was de bedoeling dat hij dat status ging uitpakken, maar...

Ja, maar dat is...

Ja, dat is van...

Nu hoop ik dat dat past, want ja, Mark is toch vandaag...

Nee, dat gaat een dikke koffie zijn.

Dat klopt inderdaad, hè.

Palah, zo mag je een hele uitslaan.

Hola, hola, hola, hola, hola, hola.

Het is er in de wici.

Ja?

Het is hier in de wici.

Nee, dat is vooruit, er zit een chip in.

Dus eigenlijk, je kunt dat met een telefoonscan en dan weten we wie dat daar ligt.

Oh.

Wat een luchuber idee.

Jan, wat een luchuber idee.

De Jan heeft Kosten nog moeite gezagd.

Een oblie.

Een oblie van Alibaba.

Ik ken hem, hè.

Ik ken de Jan, hè.

Niks is goed genoeg voor de vrienden.

Nee, het best is wel goed.

23 euro, zonder een al.

Mijn vrouw weet nu waar ik zit of wat.

Ja?

Weg met die helm.

Dat is de essentie van wielertourisme, dat die dat niet weet.

Ja.

Want dat is nu, je kunt vijf uur verdwijnen en dat is normaal, als je in het wielt.

Ja, dat is normaal, als je in het wielt.

Nee, Jan is op het stil vallen.

Ja, Dirk, sorry.

Was het vrouw af, Dirk?

Ja, het was af en uit.

Het is nu al vijf minuten af, eigenlijk.

Dan moet je dan vragen of het waar of niet waar was, natuurlijk.

Dus, dan heb je hem nog een verhaal aan.

Ja, we zullen al beginnen met dit.

Dat is de volgende week.

Dan moet je de volgende week in Geransberg nog radio of podcast gaan maken.

Oké, de mensen die denken dat het vrouw van Dirk waar is,

steek uw hand in de lucht.

Mai, mensen geloof je aan nog wel, Dirk?

Dirk, ik weet het wel.

Heel gelooflijk.

Ik heb maar liever een thuis soms gelogen, niet.

Kom maar op privéterrein, terwijl het mag, dat mag allemaal.

We zijn in het seizoen van de Grote Rondes beland.

Ik wil even checken hoeveel Grote Rondes heb jij gereden.

Gereden?

Ik heb geen idee.

Stok of zestien?

Testien, Dirk, heb jij een idee?

Ja.

Denk vijf keer een tour,

één keer de Giro, één keer de Rondes, Spanje, Dacht, Tuck.

Zevental, zeven, zeven, acht, kan eraf.

Ja, veertien.

Ben je allemaal tour?

Nee, een paar keer Giro.

Ahm...

Nee, vijftien zelfs.

Ja, vijftien.

Ja, zoveel.

Vijf weltas, zes tours en vier Giro's.

Oké, dus heel...

Nee, nee, nee.

Vijf Giro's.

Nee, vier Giro's.

Dat is maar een detaille.

Je mag er nu over ophouden.

Vier, zes, vijf.

Ja, zo.

Ja, liever het.

Veel ervaring samen, dus je hebt nog een hoop becommentaire.

Vijf tours.

Twee Giro's.

Ja.

En dos...

Nee, één weltas.

Welta is Spanje.

Veel ervaring dus.

En een al oude wielerwijsheid zegt dat de derde week cruciaal is

dat daar ja, alles beslist wordt.

Dan vraag ik mij af, is dan alles wat nu gebeurt,

zonder betekenis?

Zeker en was niet, hè.

Al wat er nu in de regen gebeurt, dat gaat binnen een paar dagen.

Zijn nevenwerkingen hebben renderschal ziek worden.

Rendersraken raken over vermoeid, gemakkelijker lossen.

Buiten tijd, als dat nu nog moest, drie, vier, vijf dagen.

Voorturen zo geslecht weer.

Het is ook een zaak van te zien.

Allee, dat is allemaal wel goed en wel.

In de derde week wordt het verschil gemaakt,

maar het is ook wel een zaak van te zien

dat je het al niet verloren hebt voor dat je aan de derde week begint.

Dat is...

Ja, ze zijn daar heel goed in bezig.

Ze staan in pole position om die derde week aan te snijden.

Het is toch altijd een voordeel om die derde week conservatief te rijden

en een beetje defensiever dan echt iets moeten gaan recht te zetten.

Een interessante uitspraak voor je, Tom.

Ja, ik ging nog zeggen dat vaak de cruciale momenten in de grote ronde

een bepaalde tijdrit of een bepaalde beklimming

wat aan volle maak in beeld wordt gebracht.

Geen wat je daar ziet, dat is eigenlijk...

Wat ik ben al irrelevant, want wat je daar zie plaatsvindt,

dat heeft in die twee of drie weken ervoor.

Dat is makkelijk.

Dat is een schaakbordje.

En dan start je met een grote keek en dan is er al een stukje af.

De ene dag is dat waabriëren als een andere dag, maar...

De manier waar... Ja, die geraakt op.

Mooie boetade.

De manier waarop je dan op zo'n slotklim aankomt,

dat is niet bepaald op die dagsel.

Dat is de dagen en de weken ervoor al bepaald tot dat je er omhoog gaat rijden.

Ja, interessante uitspraak van Thomas Degent in een bevrienden podcast.

Je kan nooit beter worden in een grote ronde,

maar wel de eerste weken op economie proberen rondrijden.

Weinig in de trood gaan, om dan in de week drie te pieken.

Is dat ongeveer de filosofie?

Dat is moeilijk als je sprinter bent.

Of als je moet volgenbergen op?

Ja.

In de berg gedeelte.

Dan zie ik dat je minder snel slecht wordt dan de andere.

Maar dat is in de 100 meter vlak van de atletiek juist hetzelfde.

Ze denken altijd dat die mannen op het einde nog sneller lopen.

Maar het zijn de...

Het is zolang mogelijk de snelheid aangouden.

Ja, nee, die valt ook stil.

De maximale snelheid wordt niet op de streep bereikt.

Maar die ander bouwen we sneller af en die zijn tweede, derdere en feest.

Ik vind het moeilijk zondag zeggen in de tijd,

dat we gaan op mijn gemakskerijnen-klant,

want we gaan allemaal de laatste week in.

De kopmannen moeten zondag proberen van alles binnen de minuut of de twee minuutentalen.

Ja, lift nog iets korter, want twee minuutten is al heel veel.

Ja, maar tussen de minuut en de twee minuutten gaan het zeggen.

Dat denk ik ook.

Hij heeft remken op de andere?

Tuurlijk.

Wat dacht je?

Ik weet het niet.

Ik weet het niet.

Moet ze vies niet zeggen.

Wat dacht je?

Hij gaat 55, 57, 54.

Wat dacht je om?

Of ze biedt?

Ja.

Dat zijn z'n doelen.

In die drie tijdritten kan hij ongeveer een drie-tal

tussen de drie- en de vier minuutten op zijn meeste tegenstander pakken.

Vlassof noemt ze allemaal maar op.

En Altamerneke, bergop in.

Dat kan alleen als je echt een slecht dag hebt.

Ja, we proberen nu grote rondes met je samen te vangen

of uit te leggen in bepaalde koerstactieken,

maar de beste samenvatting van een grote ronde ooit

is gegeven door een gewaardeerd lid van Wheeler Club Wattage.

Hoe dat precies in elkaar zit.

Het is alles verboden.

Echt de tombonen, we gaan luisteren.

Een grote ronde, dat is eigenlijk drie weken mottig zijn.

Is dat smorgens mottig op?

Je idt, je bent nog mottiger.

Je gaat koersen, je bent nog mottiger.

Ik probeer het erbij te stegen, je bent nog mottig.

Tegen dat gaande finish zijn, dat is juist te bekken normaal.

Dat moet er terug beginnen, nee, dat is er terug mottig.

Tegen het avond eruit terug bekken, honger.

Hij eet er terug, hij heeft er terug mottig en hij wil mottig slaan.

En een gelukkig kredigend die hij heeft.

Voilà, dus ja, dat was de samenvatting.

Ja, dat is zo.

Koper, heb je ook mottig?

Ja, ik ben mottig geboren.

Waar jullie van die mannen die met de maag in de problemen kwamen?

Ik vond het vooral heel goed geïllustreerd met dat beeld van Kittle.

Dat is echt een belangrijke taal, zo, z'n derdige ontbijtje.

Of dat het gewoon ook herkend is van mannen die wat beter bij de ronde op kunnen.

Maar Kittle is even op de ontbijtje.

Dat is een groot verschil en hij heeft niks te maken.

Maar ik woog 82, tot zover de 80 en de 82 kilo in de grote ronde.

Ik ben een meter 93 en ik moet heel veel drinken.

Want ik zweet veel, ik moet gewoon meer spieren, koelen en alles.

En op een of andere manier, vanaf dat bepaald punt passeert van vloeistof dat je moet binnennemen,

dat gaat gewoon niet meer en je moet daar nog eens suikers op eten en voldoende voedsel.

En op bepaalde dagen zat ik op 10.000 kilokalorieën op een dag.

Dan moet ik allemaal terug binnensteken of ik zei afbaak.

Ongeveer vijf keer van wat een normale van als een mens.

Ik had een man eten per dag, en dat hadden wij op één dag.

En dan nog eens 10, 11 liter water op een warm dag.

Bezellig.

En dat gaat gewoon op een duur nummer.

En ik heb jaren gehad dat dat passeerde.

Vaker als het wat frisser was en dat ik wat minder moest drinken.

Maar ja, een manneke van 60 kilo moet veel minder eten en veel minder vocht tot zicht nemen.

En die mag kan dat gemakkelijker blijven trekken.

Het was voor mij vaak een martelgang.

Dat moet ook van, hè.

Ja, maar het jaar dat ik de groentrui gewonnen heb,

dat was met een best een tour.

Toen was ik in het laatste week echt goed.

Toen was ik bij de Betere Berghoop comfortabel volgen bij de eerste groep.

En toen heb ik eigenlijk gewoon, denk ik, twee weken voor de tour begonnen

op een dieet van bananen, rijst, kokoswater.

En ik heb je toen geen kruiden op mijn kip gedaan, geen vlees geefen.

Want er mag niet wel voorbalstig.

Ik heb dat zes weken, vijf of zes weken volgehouden.

En iedere dag hetzelfde, iedere dag hetzelfde.

En ik ben niet ziek geworden.

Ja, mensen moeten wel vrouwen.

Mensen dat er ergens iets in...

Op de duur toch mee een beetje tabasco.

Voor het wat af te pruiten.

En ik kom uit een tour en ik ga een dinsdag een fruit halen.

En ik heb maaks weer.

Vrijdag plaat.

Jan, dat jij een betonnen mag.

In de grote rondes.

Amik, ik herken het verhaal van Tom wel.

Op de duur heb je zoveel van die zoete dranken binnen

dat je gewoon het niet meer kunt zien.

En dat je echt...

Ik kreeg dat toch tijdens de rit.

Zo begint te hallucineren dat je iets zoud wil.

En bij mij werd dat het beeld van een pizza.

Zo ben ik ooit in...

Jij zag allerlei pizzas aan de kant van de weg op daar.

Ik ben ooit bovenaan gekomen in een piraneerrit.

En het kan daar zo laf warm zijn.

En het was de tweede week ten einde geweest.

En ik had dan ook dopingcontrole tot overmaat van ramp.

En het was niet goed geweest.

Ik stond zo albalastig en ik zeg tegen Perchef...

Jij loopt.

Dat kan af en toe wel eens gebeuren.

En ik zeg tegen Perchef...

Met dan een pizza.

Zelfs al waren we in Frankrijk.

Dus dan kon ik dat...

Je weet dat dat heel slecht jas zijn.

Dat kan je wel voorstellen.

Hoe erg dat is.

Dus ik heb dan...

Allee, de brave man, dat was Yves Perret,

die ging wel even mij een pizza zoeken.

We zijn dan zo naar de dopingcontrole geweest.

En toen was het allemaal wat bekuld.

Maar je moet soms echt iets hebben waar je zin in hebt.

Ik liet pistoleekjes en rijstballekjes maken.

Rijstballekjes met...

De dieren kunnen zijn niet reale.

Ik ga me tegen een dronkje niet van Tom aan het worden.

Rijstballekjes met spek.

Spek en brannes.

Rijstballetjes met spek.

En branneslaker en pistoleekjes met gewoon zout en ding.

Dat ging in.

Dat duurt.

Kom.

Nooit niet geprobeerd met pintje op alpe duizend, al pintje.

Nee, nee, nee.

Champagne?

En wie dronkje?

Altijd pintjes.

In de bus met Marc Sergent met Guy de Bon Tempi.

Stond...

Zatelap.

Nee.

Dat was allemaal veel beter dan die zoetige.

Die pintjes waren die aan afschooien bij Gilaire.

Die met bukker 0.0 opnomen.

Nee, dat was bij Lerzen.

Een vriend, je hebt er nog een reportage ooit van gemaakt.

Met zijn busken, zijn volkswaagse.

Die gaf ons.

Ah, ja, ja, ja.

Maar die gaf ook koka.

Maar dat was goed, ja.

Koka.

Dat slechtste dat er is, jongen.

Een goed paas, pintje.

En dan naar boven.

Wel nu dat we het ook over koka bezig zijn.

Ik zal mijn sterk verhaal vertellen.

Ja.

Ik ben ooit dus.

Of het zijn die mannen?

In Hake, ik ben ooit met Wolf op stage geweest naar Livigno.

Dat was de befaamde lottostage met Livigno en Wolf.

Hij had achter ons volgen.

Dit is geen waar of niet waar.

Of wel.

Ja, dit is wel.

Ja, maar ja.

Anders moet ik nog iets anders verzinnen.

Ja, het is goed, het is goed.

Dus, ja, we gaan weer strajnen.

En ja, Wolf was ons kwijt gespeeld.

En we bellen...

Wolf begint te bellen naar Jelle van Endert en zo.

Ja, waar zitten we?

Ah, ja, Wolf.

We gaan nu hier al terug naar boven rijden in Natirano.

Helemaal Godverdoumen, hoe kan dat nu?

Ik dacht dat Jelle de Gavia ging oprijden.

En ik zit hier al die Gavia op te rijden.

En hij was natuurlijk goed gas aan het geven.

En hij stomp ik aan boven op de Gavia.

Maar wij zaten op een terras in Tirano.

Gemakkelijk.

Twee uur dan de kant op.

En in plaats van dat Wolf in Colère zegt van...

Nu rij ik terug naar Livigno.

Dat is het maar uitzoek.

Of wij moesten daar nog heel lang een pas naar Sanct Moritz op.

De Beninepas.

En vlak voor de top rijden naar Livigno, de Vorkola de Livigno op.

Hij heeft de Wolf helemaal rondgereden om ons te komen oppikken.

En dat is de Wolf.

En ik heb ze dan nog opgepinkt ook.

Ik had het beter laten staan.

Hij had die dan nu niet gestalen, die klein.

We hebben hem zo'n opgevreten.

Ik was het nog goed voor deze wereld hier.

En dan dacht ik dat hier natuurlijk,

we hadden het nu door, hij is tot alles bekwaam.

Dus we zei, ja, we gaan zo en zo rijden.

En we hebben hem dan ergens anders in gestuurd.

Dat is profitariat eigenlijk.

Dus dat is gewoon vast aan de andere kant van je tunnel.

Livigno is eigenlijk maar langs drie kanten bereikbaar.

Dus je hebt de Vorkola-Pas en de Vorkola-Pas.

En dan is er nog zo'n tunnel.

Mark heeft er aan het uitpakken.

Welke wijn hebben ze daar?

Dat valt in de eerste wijn.

Ik denk dat het niet waar is.

Ik wil net vragen, wat is er waar of niet waar aan het verhaal?

Ja, dat weet ik niet.

Ja, oké.

Dus jij wil het nog in het middel laten of het niet waar is.

Maar ja, oké, mensen.

En wij de volf kilometers laten rondrijden in Italië?

Ja, om zelf op het terras te zitten twee uur verder.

Dat is eigenlijk samen wat verhaal.

Oké, wie denkt dat dit verhaal van Jan klopt?

Je hebt het ook nog ongeveer verkocht als dat het waar is.

Het zal mij sterk verbazen, mocht het niet waar zijn,

maar het kan natuurlijk altijd.

Mannen, hopelijk hebben jullie van de pauze van de voorbij twee weken gebruik gemaakt

om jullie wielerkennies een beetje bij te spijkeren,

want het is hoogtijd om opnieuw te gaan kwissen.

Niet afkijken, Tom.

Remco Evenepoel won zaterdag de opening-stijfrit.

Wat staat dat hier?

Ik ga een meter achteruit.

Remco Evenepoel won zaterdag de opening-stijfrit.

Terwijl was hij de hoeveelste Belgian D&G-ro etappe won?

De 161e.

Nee, dat waren het aantal etappes die Weelste Belgen vroeg.

Ah ja, de 50ste.

De 50ste inderdaad.

En hij komt ermee in een rijtje van 27 Belgen die één rit hebben gewonnen.

Dat is de vraag niet.

Als Remco er nu nog eentje winnen, dan mogen we het toegaan nemen.

Dan komt hij uiteraard op twee en er zijn negen Belgen

die dat nu al gedaan hebben.

Desiree Keeteler en Gérard Lonke geef ik uiteraard cadeau.

Die moet jullie niet draaien.

Die wist ik.

Dat is speciaal voor jullie.

Jullie krijgen 60 seconden zo meteen aan jullie

om te raden wie de andere landgenoten zijn die twee Giro-etappes op hun eere lijst staan.

Thomas de Gent.

Thomas de Gent wel.

En die merkt Roger de Vlaar.

Nee, twee, hè.

Twee, hè.

Geen 20, hè.

Goeie, goeie.

Johan de Munk.

De Munk.

De Munk inderdaad.

Philippe Chilbert niet, heeft er meer.

Zerk u?

Nee.

Emile Dames?

Afgeleest, jongen.

Wie was Emile Dames?

Sverlof.

Sverlof.

Hij was netloopt, hè.

Ja, netloopt.

Kom, jongens.

Herman van Stringel?

Nee.

Denk aan Fradi Maartes.

Ik doe het.

Ik denk in u al.

Nee, Fradi Maartes.

Mark de Meijers.

Mark de Meijers.

Man uit Gent.

Snellen, man.

Roene Treu.

Van Linde.

Nee, van Linde komt dat altijd.

Ja, dat heb ik ook.

Gent.

Gentse accent.

Ah, denk.

1984.

Gijs.

Roene Treu.

Fradi de Kerk.

Osten.

Frank Osten.

Denk aan Bart Angeert, aan vader Lus.

Willes.

Die Willes.

En nog één iemand.

Marks.

Faima Molteni.

Verschillende jaren.

Het is goed, man.

Nee.

Het is gedaan.

Jammer.

Juwe.

Dat is wel vet en moeilijk.

Ja, niet meer afgezien, de mil.

Nee, maar het is wel naast.

Roger Swerts.

Ja, ja.

Roger Swerts heeft er ook bezig gehad.

Die zeggen, je moet ze niet roepen, want wij kunnen er niet tussen komen.

Sorry.

Dus met andere woorden, mijn vader, je moet gewoon rustig bijbrennen, dat zeggen we allemaal.

Nee, nee, maar het heeft er mee te maken dat die koersen nooit uitgezonden zijn.

Ja.

En Johan de Munk, Wint en Giro, dat hebben we alleen maar samen, maar als je niet niet

zit.

Ik heb dat daar net nog gezegd.

En Giro, als actiever en...

We volgen dat eigenlijk.

Ja, waar?

Ja.

Dat is maar de laatste jaren begonnen.

Ja.

En nu met de Remco evenepoel, menia, is dat nog meer, het wordt al flink gehyped.

Laten we allemaal rustig blijven.

Denk ik dat ook de boodschap moet zijn naar de buitenwereld.

Het is nog lang...

Ja, maar we doen er zelf aan mee.

Ja.

We zeggen toch niet dat hij hem gaat winnen.

Je ziet toch al links of rechts veel...

Ik heb gewoon gezegd dat we gewoon op tijd gaan winnen, Jan.

Jan.

Alleen zondag.

Ondertussen, mannen, is ook de Vuelta bij de Vrouwen afgewerkt.

Van Fleuten heeft hem gepakt na een listig manneuver op zaterdag.

Veel karakter op zondag, in het wel tegen Demi Voldering.

Eerste vraag, Dirk, is een goede zaak voor het Vrouw Wierende

dat het ook is hard tegen onzacht gespeeld wordt.

Dat ze niet te lief zijn voor elkaar.

Voldering, de beste.

Voldering heeft ook zondag bewezen dat ze een klasse sterker is.

Maar ik zou moesten van Voldering gewezen

aan de voet al meer demarage zien gelijkden.

Dat is het pijnpunt.

Ze wachten te lang.

Ze wachten.

Ze heeft altijd dat tempo.

Als dat meisje bij haar was...

Really niet.

Ja.

Als die niet demareert, los van Fleuten direct niet.

Dan verliezen ze.

Ze moesten sneller demareden.

Maar als ze een dag ervoor gedaan had, dan heb ik niet gezien.

Ik heb één wedstrijd niet van de dames gezien.

Dat was juist op die moment...

Blijkbaar.

We hadden ook geen beeld van het begonnen

op vijf en veertig kilometer de antenne.

En toen was het al gepast.

Maar dan wordt je gezegd dat dat vorig jaar in een toer is gebeurd.

Ja, toen had Van Fleuten op de slotdag

dat hij problemen met de fiets is.

Dat hij twee, drie keer van fiets gewisseld.

En toen zijn ze toch nog geprobeerd om haar op achterstand te zetten.

Wat eigenlijk ja, een mission impossible was.

Want ze had toch al acht of negen minuten voor op dat moment.

En men zegt nu dat dat payback-time was besteld.

Ik heb dat juist gezegd, hè.

Neem me coreus dat mee.

Dat van renner, renster.

Wat mensen, wat mensen, dat vaak.

Ik denk dat er mensen zijn die daar zoiets mee maken

en dat direct opbergen en vergeten.

En ik denk dat er mensen zijn dat dat 30 jaar meedragen

of 40 jaar meedragen in hun leven zou kunnen.

Maar ja.

Maat of zel.

Wie zijn wij?

Majefik, die laatste twee ritten.

Ik heb wel geconstateerd dat Vullering veel beter was, de laatste dag ook.

En de gans rond eigenlijk beter was.

En de gans het voorsezoen al veel beter was dan van vleuten.

Maar wie wint tanklassement

en binnen twee of binnen drie of binnen drie.

Rijken we daar niet mee van.

Eft als vallag.

Dat is hetzelfde met vandaag at Remco Deuger.

Wat, maar dat is geen avans, dat is niet gebeurd.

Dus nu moet hij het zondag doen.

Mijn boont ging over plassen, dus hoe?

Ja, er zijn vaak mensen ook in Frankrijk.

Want omdat ze daar weten dat ik nog wheelercommentator ben geweest.

Mijn chilifamcommentator is pas kan hem.

Dus kan er iemand dat nu voor doen?

Ik denk aan...

Jan.

Aan porno, Jan.

Ja, ja.

Ja, omdat Fris de schaamte heeft aan ons.

Ja, ja, ja.

Nee, maar seriös, hoe?

Ik heb het een beetje...

Ja, doe het.

Maar de Fris heeft dat vorig jaar in de ronde.

Maar Frankrijk heeft het helemaal van naartoe tot draadje uitgegeven.

Ja, maar uitleggen, ik wil het zien.

Ah, je wil het zien?

Ja, dat is iets anders.

Dat is iets anders.

Ja, neem op, hoe gaat dat dan?

Het heeft niet.

Het is langs.

Het is deze pijp oprollen, helemaal.

En dan opzijtrekken.

Een pijp oprollen?

De plassen van de fiets.

Ja, ze stoppen.

Daar gaat dat mee.

Nee, ze stoppen.

En dat heb ik wel begrepen.

Ah, van de fiets.

En ze zetten zich...

Dat is het mooie.

Ze zetten zich met hun gezicht naar het publiek.

Of ja, naar de weg.

Om te groeien.

Want anders zitten ze met hun bloot gat naar de straat.

En dat moet dus wel geweldig beeld opleveren.

Bij mij aan is dat ook al redelijk belachelijk als die er allemaal zo staan.

Maar dus die vrouwen, die zitten daar al op.

Ja, maar ja, ze moeten het.

Maar het is met een rits.

Nee, met een rits.

Ja, je kunt zo rollen de broekspijp op.

Ritsen heb ik ook gezien, al in zo'n publiek.

Dat is meer belavies.

Maar hier een rits, dan is het misschien zo.

Ehm, net als hier.

Zijn we ons nu niet...

Dat is de rein.

Dat is een even.

Ja, nee, maar dat is toch wel...

Voor dat wij ons niet moeten beginnen.

Je pakt een ander onder.

Ja, ik denk het ook.

Maar ik wil wel.

Ja, ik heb er niks aan.

Hey, is het klotte geplast toen ze met jou gefietst heeft?

Nee, maar...

Nee, ze heeft niet gezwet ook.

Dat heb je mij afgereden, jongen.

Ze heeft niet gezwet of wat.

Jullie ooit geflikt geweest na een plaspase.

De koers verloren door jij die aan de kant stond en plots weg.

Niet dat ik weet.

Ja.

Daar wordt er redelijk streng op toegezien dat dat toch...

Allee, niet gerespecteerd wordt.

Ja.

Normaal is dat ook een eikpunt in de koers.

De vlucht is weg.

Daar wordt het aangegeven dat er gepist kan worden.

Natuurlijk zijn er momenten waarbij je zelf de nood hoog is dat je stopt,

maar dat is op eigen verantwoordelijkheid.

Ik moet er een beetje aanvoelen.

Ik heb zeker in een aanloop naar de finales en er zo te ongeschreven werd van

de ene stopt en de ene keer stopt er 50 tot 60 man in de ene keer.

Want dat is het moment in de finale.

We zetten het dat je soms moet en dat je niet anders kunt.

En dan is het natuurlijk aan de weigen om dat in te plannen of om het niet te doen.

Laat ze vanop je fiets aan, Mark.

Laat ze vanop de fiets komen.

Maar ja, als je in de wagen zit, dan in de auto.

In de koers moet je ook af en toe plassen.

Of fensterstje omlaag, natuurlijk.

Wel omlaag doen.

En ik was eerigast in de Rond van Vlaanderen van 1994.

En dan zat je dus in de auto met Eddie Merks.

En Mee van Hek was toen bladmanager van Nieuwsblad nog enzo.

En dus ik vraag op bepaalde manier dan Eddie Merks.

Hoe zijn jullie eigenlijk op mij gekomen als eerigast?

En dan zou ik zeggen, ja, ik heb je juist morgen maandag gemaakt.

Ze gaan maar dan nog.

Mark, ik ga u eerlijk zeggen.

Vorig jaar hadden we Luc van Den Branden, toen Vlaamse minister-president,

mee en die kon niet plassen als er volk naast hem stond.

Dus het probleem is dan, we gaan dan in en bij.

Wij plassen allemaal en die blijft er dan zo staan.

Daar komt niets uit.

Dus moesten ze eerst al terug in de auto gaan zitten.

Dan plassen de DM's en in een koers moet het vooruit gaan natuurlijk ook plassen.

En zegt Eddie Merks, voor dit jaar een heel vergadering

hadden ze Paul Adon voorgesteld.

En ik heb gezegd, we pakken Mark uit.

Het was beslist.

We hebben op pad geweest met Wout Van Aert.

Jean?

Nee.

Hij is vertrokken op auto's.

Zit je daar nu goed?

Is het daar nu te doen als je de tour wil voorbereiden?

Ja, daar of ergens anders, waar het eigenlijk lucht is

en een beetje warmer dan hier?

Ja.

Ik ben er ooit eens geweest in deze periode ongeveer met Jurgen van Den Broek.

Ik kan tegenvallen.

En ook gezellig is het er niet.

Ook doorop, hè?

Dat is een ski-dorp dat nu compleet...

Ik kwam er niet graag.

Ik kwam er niet graag.

Maar als je er zet, zijn we een paar keer met de ploeg naar daar geweest.

Maar daar ben ik toch niet gelukkiger, hè?

Nee.

Maar dat gezand er in de vin, joh.

Ja, dat staat wel goed in mijn voetje.

Zeker met directe vol.

Goeie tijden, beleefd.

Ja, de vin was top, hè?

Ja.

Jij bent naar de Sierra geweest?

Enkel in koers.

Ah ja.

Dat is nooit op dat soort hoogte stages.

Jullie gingen mee naar lachte stages, heb ik begrepen.

Ja.

Het wordt uitzend.

Een carré en een half.

Ik heb er twee keer in mijn leven geweest.

Ik heb er twee keer geweest.

Het was echt niks voor mij.

Nee, hè?

Stinkot.

We zijn de laatste in buiten gegaan.

Nee, het was echt niet voor mij.

Ja.

Ja.

Je wordt nog iets vanachter geflusterd.

Ja.

Wat fluster is hier nog?

Lexis in balen.

Lexis in balen.

Ja.

Wat staat er nog?

Dat huis bestaan.

Dat was eigenlijk zo'n...

Dat is een oude hoeven, maar dat is geen discotheek niet meer.

Kan er een leefpartie op te zieren?

Dat zou kunnen.

Dat heeft je gehalen of legehalen, man.

Er is ook nog een vraag binnengekomen voor Jan.

Hoi.

Hoe was jouw examensportmarketing-communicatie vandaag?

Dat schijnt.

Het was heel goed.

De mensen zijn hier aanwezig.

De Schilsverschuren in Marco Heil.

De Tocente Sportmarketing.

Die zijn vandaag normaal ergens aanwezig.

Of hier aanwezig.

En Marco zei dat ik het goed had gedaan.

Oké.

En voor Tom is er nog een vraag binnengekomen.

Is jouw rallywagen al gerepareerd?

Die was twee minuten later al teruggemaakt.

Oké.

Dan is iedereen content.

U stuurt wat u wil en we spelen het door naar onze gasten.

Ik denk dat we nog een verhaal te goed hebben van jou, Tom.

Ja, dat klopt.

Dus ik heb er net nog even heel doek moeten graven.

Weet het.

Maar je wilt het in Frankrijk of in Italië?

Een Italiaans verhaal.

Een Italiaans verhaal.

En ik heb nog een heel mooi Italiaans verhaal.

Dat eigenlijk heel weinig mensen weten.

Ik woon in 2000 en een twee als eerstejaars prof.

Een rit in de ronde van Oostrijk.

En wie was daar tweede?

Ik reed toen ook bij Uwe's Postel.

En een tweede was Davy de Bramati.

Bramati reed toen bij Mapei.

En de finish volte die stond een dag nog in de kraand.

En ik ben zo ongeveer...

Hij zat allemaal in een brakje.

Maar het grappige was,

wij komen met twee over de finish.

En Bramati steekt ook zijn arm aan hem oog.

Want hij was dus letterlijk een halve fiets achter.

En na de finish komt hij naar mij

en hij zegt zo...

Are you sure?

Are you sure?

Maar ik had je zelfs niet gezien.

Maar die mannen van Mapei hadden de sprintverhaal getrokken

met heel de grote Mapei-terrein.

En ik was hier gewoon voorbij gesprint.

En voor die mensen toch zo iets van...

Ik ben om de meet geklopt geweest.

Het was nipt.

Hij had hem zijn handen omhoog gestoken.

En dat verhaal, dat blijft...

Ja, wacht, ja.

Dat blijft turen.

En dat begint zo wat zijn eigen leven te leiden.

En dan...

Het was echt heel nipt, he.

Het is jaren op dienst.

We hebben samen met elkaar in de ploeg.

En we gaan op stage naar...

Niet naar Bari, maar naar Cicina daar.

En dat begint weer, he.

De Italiaanse klanten tegen mij.

En eigenlijk was dat heel nipt.

En Bramans geven en zo.

En toen dacht ik nog niet bij gaan trainen.

En ik is morgens tegen Bramati.

Dat moet nog even erbij vertellen.

We reden met Mavics.

En Mavics hadden een speciale sleutel,

zo'n plastieke sleutelken,

waar je die asthma kon bijregelen.

Weet u wel nog?

Ja, ik weet het.

Waar zijn de sleutelken?

Bij de Syriums en de Cosmix.

Ja.

En Bramans was we de nieuwe naam

dat mij aan het afgeven was.

En ik was aan het kosmugen.

En ik kon nog niet zo veel Italiaans.

Dus ik zei, oké, ik kan je hem terugpakken.

Het is goed, we vertrekken op training.

En ik eerst begint van de training.

De hele tijd, Bramans,

hij is een beetje bleken en alles.

En we gingen ronddraaien op de tweede stuk van de training.

En hij zei, oh, zie, zie, zie.

Maar Bramans is een heel emotionele man.

Ja.

Het was al niet meer goed, he.

Het is goed.

Na twee uur, we stoppen voor te plassen.

En we gingen daarna,

een blokjesstrainer ronddraaien.

Hij zat te pisselen en ik draai zijn ass vast.

Maar vast vast.

We vertrekken.

En we gingen 50 per uur ronddraaien.

En dat was prentjes.

En Bramans, hij raakte niet vooruit.

Weerloopt.

Ik sta.

En ik ga pot gaan in het zweten.

En die wordt er afgereden.

Nee.

Dat betekent niet zo.

Oh, wacht, wacht.

Bramans, daar hoe kan dat nu?

Allee.

Ja.

Paniek in de leden.

Ja, een italiaanse paniek.

Bramans al was naar huis gekomen.

Oei, oei.

Ja, wat zie ik ons dan?

En ik kon niet.

Ik ging naar huis gekomen.

En ik ging een paar dagen laten terugkomen op stage.

En dat is mijn verhaal.

Je hebt dramaatie in de huis gekomen.

Je hebt dramaatie ooit een loer gedraaid.

Baybacktime, eigenlijk.

Ik vind het dan nog altijd niet, hè.

Ik vind het nog altijd niet.

Ja.

U wel.

U wel.

U wel.

Oké.

Ik ga de vraag stellen.

Wie denkt er dat het verhaal van Tom waar is?

Iedereen hoopt.

Iedereen hoopt alastzins dat het waar is.

Dat is duidelijk.

Heel veel mensen.

No, Tom.

Ik is er niet te trouwen.

I won't let the race.

Ik vind het nog.

Ik vind het hier nog.

Je moet je foto's opzoeken.

Ja.

Je hebt dat vaak.

Dat maand je altijd weer na een moge steken.

Dat komt vaak voor.

Maar niet als je zo hangt.

Davy, de dramaatie te voeten uit.

Het vraag dat nog binnengekomen is voor jou, Dirk.

Ja.

Heb jij inspiratie voor een kledij gehaald bij Samson en Gert?

En waar is de hoop?

Dat was de tweede vraag.

De Keertschouw.

Ik heb er vandaag nog achter geweest.

Stop.

Stop, Dirk.

Daar had het eruit.

Dat is toch ook in...

Ik had eigenlijk liever gehad.

Ik was er juist aan het denken.

Ik had eigenlijk schoon geweest als ik met Roos heb dat aangregen.

Moeten wij het niet in het roos?

Ik vond het geen ja.

Ik was er aan het denken.

Ja.

Nee?

Gewoon Roos heb je bedoeld.

Moeten we het echt...

Ik weet het niet.

Volgende week.

Volgende week.

Ik weet het niet.

Ik weet niet wat jij direct ontdekt.

Maar ik heb gewoon over de kledij.

Blijft het altijd gister, want dat kan je in de vrije tijd toe.

Ja, dat is echt hartstikke.

Maar ja, we kunnen in de WhatsApp-groep nog afspreken.

Of in het roos komen volgende week in Gerard Bergen.

Skorter bij Roos.

Skorter bij jou.

Bij jou.

Maar we zijn stilaan bijna op het einde gekomen.

We hebben al een paar sterke verhalen gehoord.

Maar speciaal voor deze Giro Tournee ga ik zelf ook mijn duit in het zakje doen.

Dat thuiskoer zoeken.

Een verhaal.

En dat moest met Italië te maken hebben.

Dus ik ga naar Rome.

Mijn verhaal heeft iets met Rome te maken.

Niet in koers, want ik heb uiteraard zelf geen inkte prestatie op de fiets geleverd.

Maar mijn verhaal is het volgende.

Jullie weten uiteraard...

Maar ik heb het vandaag nog gezegd wie mijn echtgenoten is.

Die hebt de achternaam.

Ik ben het helemaal vergeten.

Ja, dat doet er ook niet toe.

Wij zijn vorig jaar getrouwd.

In mei was dat vorig jaar.

Dus bijna een jaar geleden ondertussen.

En mijn vrouw is geloven.

Misschien weten jullie dat.

Misschien weten jullie dat niet.

Die haalt er veel kracht uit.

En zover heeft er ook al veel over gesproken in het verleden.

Dus wij trouwen allemaal goed en wel.

Geen enkele probleem.

Fijn, fijn.

En een week of drie later.

Toont zij ineens een document aan mij.

Ik zeg, ja, wat is dat?

Ja, kijk, moet je maar eens lezen, zegt ze.

Dat is de destijd voor ons gevraagd in de aanloop naar.

En dat is er nu toegekomen vanuit Rome.

Vanuit Fatticaan, meer bepaald.

En ik lees dat blad.

Maar ik...

Een job aanbeding.

Als schijnheiliger.

Ja, ja, ja.

Die was afgesproken, die was afgesproken.

Ja, op m'n kloot.

Ja.

Gijk dat dat job niet hebben.

Schijnheiliger wel, zo.

Maar...

Het verhaal of het waar of niet, waar is nog iets anders natuurlijk.

Maar ik lees dat papier en wat staat er op.

Dat paus Franciscus zijn goedkeuring geeft

voor het huwelijk van Blanca Vlaasic.

Je waard al preventief gedrouwd eigenlijk.

Voordat je toestemming had.

In onze tijd waren ze strenger, zeg.

Ja.

Dus de paus van Rome heeft het huwelijk ingezegend

als het waar is natuurlijk.

Dat is nog iets anders.

Maar zonder voorafgaandeleke controle of...

Je bent niet naar het faticaan moeten gaan of niets?

Er zijn een aantal contacten geweest.

Gewoon Wikipedia?

Nee, er zijn een aantal contacten geweest.

Die heeft zij zelf geschreven, ze hebben Wikipedia.

Dat is niet waar.

Waarom geloof je dat?

Waarom geloof je dat?

Omdat er fouten niet staan.

Nou ja, oké.

Dit is ook een afgesproken.

Hele tong.

Boot was tof, het was leuk.

Die laatste tv-aflevering gaan we niet meer maken zeker.

Nee, in ieder geval.

Dat is toch een verhaal in bevolgende week.

Altijd bij je.

Altijd bij je verhaal.

Nee, maar ik wil dat weten.

Wil je het weten?

Ja, wel ja.

Vragen of het waar is, dat waren natuurlijk.

Oké.

Zij denken dat dit de pauselijke verhaal waar is

van naar het faticaan, maar dan de woorden

mogen hun hand nu opsteken.

Toch een verdiestelijke poging.

Hij zet toch van hier.

Ja, ik ben al.

Ja, ja.

Het is niet omdat ik van hier ben, maar dat ik geloof.

Oké, goed.

Ik stel voor dat we ons rondje waar of niet waar afmaken.

Jan, laten we beginnen bij jou.

Was jouw verhaal waar of niet waar met Dirk de Wolf

volledig in de zak zetten op het stage?

Ja, we hebben zo wat extra kilometers gereden.

Ja.

Je hebt Dirk echt dat allemaal aangedaan.

Dat was in zijn wolfse enthousiasme.

Ja, dan mag het.

Ik kon ook nooit gewoon achter die groep rijden.

Oké.

Maar ik heb jij ooit op een dag uitgegeven voor Herman van Springelt

tegenover een journalist.

Heb jij die zelfsjaal zo ver gekregen

dat hij daar waarschijnlijk gewoon heeft uitgeschreven?

Denk je dat hij met Herman van Springelt aan het praten was?

Ik heb niet gedaan alsof ik Herman van Springelt was.

Oké.

Maar ik heb wel die telefoon aangenomen

en heel dat verhaal gedaan zonder naar Herman te luisteren,

want hij moest sturen.

Dus ik heb gewoon dat interview gedaan,

maar niet ik heb, niet alsof ik Herman was,

maar hij heeft toen dit, hij heeft toen dat.

Ah, op die manier.

Oké.

Een beetje waar.

Ja, maar ja, het zou wel erg zijn dat die journalist

met de stem van Herman van Springelt

en die van mij niet zo welkaar kan houden.

Dit was een vlaamse journalist.

Dirk, heb jij ooit Laurent Fignon gered in de Giro?

Ik heb hem gered van de Vrieskou, ja.

Ja, ja.

Nobelen mensen.

Hoe heette dat ding weer?

Goro-text.

Goro-text.

Dat is toch iets nieuws.

Kassa-kassa.

Dat is ondertussen faillite, goro-text.

Dat kan nu terug.

Dat komt er nu.

Dat komt nu terug.

Oké, goed.

Dat was de warme haal.

Ja, ja.

Tom.

Bramati en Loer draaien nadat hij, ja, zo gezegd,

eerst zijn handen...

Nee, dat heeft hij wel degelijk gedaan, zijn handen in de lucht gestoken.

Bramati heeft zaves broed laten trekken,

omdat hij nog een klierkoord zat in de garage gegaan.

En hij weet het nog niet.

Hij wist het nog altijd niet.

Fantastisch.

En alle italianen bij de kamer.

Oh, drama, drama met brama, brama.

Oké, goed.

Ja.

En tot slot.

Tot slot het verhaal.

De paus.

Het verhaal van de paus.

Ik denk dat het waar is.

Wat denk jij?

Ik kan toch niet anders zien, de blonte god.

Ja, wat wil je toch zeggen?

Ik kan toch niet anders, dat die in mijn zakkoek keurt.

Maar ja.

Ik denk dat het waar is.

Ja, 4, 3, die al denk ik dat het waar is.

Ik hoop dat het niet waar is.

Het is waar.

Ja, ja, tuurlijk.

Het is waar.

Ik kan het document aan jullie laten zien.

Ja, je hebt een idee.

Je hebt een foto.

Ja.

Dan blijft er toch altijd een beetje twijfel aan in het moment.

Ik ga het sturen naar die nummer.

Nee, ik kan het.

Dat is dat.

Ja.

Nou, wel, ja.

Ik ga het doen.

Ik ga het nu doorsturen.

Ja.

Is het toch maar voor de zaliers?

Ja.

Vergeet het niet, je vriend.

Oh, oh, het is toch maar voor de zaliers.

Ja.

Iedereen.

Ja, maar ze mogen er één seconde opzetten.

Kartstondig.

Maar ik moet even kijken.

Ik moet de mensen zoeken.

Want het is waarschijnlijk in het faticaans.

Ah nee, maar het lukt niet blij.

Waarom moet je die slide op voorhand aan maken?

Maar ik ga hem wel doorsturen naar...

Dat wat Zapgroep is, dan kunnen wij hem bespreiden.

Ja.

Ja.

Ja.

Hij doet die dikke trommel daar.

Hij zei, hij zei, hij zei.

Ah ja.

De Holy Father Francis.

In Engels.

In Portugal.

In Portugal was dat apostolijk blessing.

Ruben van Hoogt.

Het is Italiaans.

Blanca Vlaazic.

On the occasion of their marriage.

Zeg, dat is knap.

Nee.

Is de hand gemaakt?

Ja, weet ik.

Ja, dat is...

Ja, koe.

Maar Ali Baba.

Zou er meer of minder waard worden als het dan toch nog misgaat?

Ja, nee.

Gunt, mij is het al er best.

Ja, tuurlijk.

Tuurlijk.

We zijn echt aan het afwijken.

Dat is een wielerpot.

Dat is een knap document.

Ja.

Ik zal het u straks ook nog laten.

Ja, maar stuurt in ons Wapsapgroep.

We gaan het niet gebruiken.

In welk groepje?

Ja.

We gaan het niet te veel gebruiken.

Nee.

We gaan een tweeler peloton gooien eens genoeg.

We gaan afronden.

Dit was wielerclub wattage aflevering 10 voor een volledig gevulde C.C. Binder in Purs.

Dat is volgende week meer van dat.

Dan zitten we in Gerasbergen, in de buurt van Fretje Penderdirk.

Daar gaan we langs gaan en daarna trekken we naar Dilbeek.

U bent uiteraard meer dan welkom.

Geniet van de koers.

Dank om te komen en tot volgende week.

TV Gelderland 2021

Machine-generated transcript that may contain inaccuracies.

Wielerclub Wattage gaat tijdens de Giro op tournée. De eerste halte voor Ruben Van Gucht is CC Binder in Puurs. Zijn gasten, Tom Boonen, Jan Bakelants, Dirk De Wolf en Mark Uytterhoeven, zorgen weer voor nieuwe inzichten (Evenepoel is meest aerodynamische ooit, pakt volgende tijdrit nog 1 à 2 minuten, maar zou beter met handschoenen rijden) en straffe verhalen (Tom met Bramati, Dirk met Fignon en Ruben met de paus).