Tonny Media Tonny Media 5/27/23 - Episode Page - 47m - PDF Transcript

Ik ben Issa Roes, ik ben Mark-Marie Huibrecht, welkom bij Mark-Marie en Issa vinden iets hoeveel sterren geven wij metro.

Nou, we gaan het over de metro hebben.

Onder andere.

Ja, mooi onderwerp.

Ja, ik ben benieuwd wat wij daar allemaal van vinden.

Ja, of je vaak geen gereden hebt, hoe het verder ging.

En dan hebben we natuurlijk de privé.

Rollerblad, ja.

Rollerblad.

En we hebben natuurlijk moderne etiquette.

Iemand heeft een vriendin of een vriend krijgt een relatie met iemand die jij helemaal niet ziet zitten.

Hoe ga je daarmee om?

Nou, er kwam heel veel reacties op.

En dan vinden we het zelf ook over van...

jouw week.

Dat ging jij eens.

Oh, ja?

Ja, vind ik leuk.

Ehm, was je week?

Nou, mijn week was verder eigenlijk helemaal prima.

Hoe was mijn week?

Ja.

In de bar?

Ja.

Hoe was mijn week eigenlijk?

Nou ja, ik laat bijvoorbeeld van iemand, een miljonair die heeft...

die wil jong blijven en die heeft bloed van zichzelf.

Bloed van zijn zoon en van zijn vader.

Daar gaan we weer.

We hebben hem laten inspuiten.

Oh.

Oh?

Dus die heeft...

ja, normaal is bloed dus van zijn zoon.

En van zijn vader bij hem in laten spuiten, ja.

Maar wacht even, waarom van zijn zoon en zijn vader?

Ja, schijnbaar is dat een hele goede mix, want daar...

Die genen zijn goed.

Die genen zijn goed.

...is goed voor je lichaam om dat te revitaliseren.

Ja, want je zou denken met die vader.

Wat moet je met dat oude bloed?

Weet je wat er zo'n beetje binnen trupt?

Ja.

Maar...

Ja, wat heel plakkig is geworden en zo'n beetje aangekoekt.

Maar schijnbaar is dat heel goed.

En zijn doktoren zeggen dat hij in twee jaar, vijf jaar jonger is geworden.

Dus hij is drie jaar, zeg maar, heeft hij gewonnen.

En zijn hart is van iemand van 37, zijn hout is van iemand van 28.

En zijn lomkapstijt is van iemand van 18.

En zijn bekkenbodem, die laat hij bestralen met elektromagnetische pulsen...

...om ze spieren op moeilijke plaatsen te verbeteren.

Ik dacht dat ik een gek hier was, maar niet.

Ik kan altijd nog gekken.

Ik kan nog gekken.

Jezus, wat een toestand.

Wonderlijk, hè?

Maar ja, hij is milieunair.

Hij weet gewoon wat hij moet doen.

Nee, hij weet gewoon gek.

Hij gaat niet wat hij moet doen.

Hij gaat niet wat hij moet doen met zijn geld, met zijn leven.

En dan moet je dus ook je vader en je zoon zo gek krijgen.

Want die moet ze natuurlijk het bloed afgeven.

Ja, of hij voerts dronken en dat bloed af.

Je weet niet wat die gekke man doet.

Ja, houdt ze in de kelder.

Maar het is een Brian Johnson hetie.

Wat een vondelijk verhaal.

Ja, wonderlijk, hè?

En ik hoorde ook een heel...

Maar dat weet ik eigenlijk helemaal niet of dat...

Nou ja, dat was waar, want die vrouwen deed dat.

Maar dat vond ik wel ook een hele eigenaardige gewoonte.

Die hadden dan een baby.

En dan zogen ze de snot uit de neus, bij de baby.

Heb jij er wel eens gedaan?

Nee.

Nou, zij zei dat het heel gewoon was, want...

Het was waar.

Waarom is dat gewoon?

Omdat dan, dan komt de baby moeilijk aan.

Krijg ik, oh, die neus.

Het vond dan zo, ze zo, aan de neus van de baby, alles zo eruit.

En dan vonden zij...

Dan vond ze het heel veel gewoon.

Maar ik dacht, daar zat er niet alle moeders...

Die zullen er niet aan de neus van hun baby allemaal uit.

Nee, maar er zullen misschien vrouwen zijn die dat doen?

Ja, ik weet het niet.

Maar je hebt het nooit gedaan?

Nee, ik heb het nooit gedaan.

Dat verlangenen gaat hem even uit te proberen.

Maar ook niet zo als tip, bij het consultatie.

Ben je wel eens bij het consultatie?

Waarom moet je dat doen?

Ja, dat is juurlijk.

Hoe is dat?

Het lijkt me zo...

Ja, dat is, de eerste keer volgens mij wel spannend.

Omdat je dan denkt, ja, het wordt alles gemeten, gewogen.

Alles, dat je denkt...

Doe ik het goed?

Ja.

Want ik gaf borstvoeding.

Dus dan, ja, hoop je dat ze genoeg eet krijgen.

Ja, natuurlijk.

En groeien.

Maar eigenlijk kan ik me niet meer zo heel goed herinneren of ik dat nou verder zo leuk vond.

Ik krijg allemaal boekjes mee.

Die boekjes, ja, eerlijk gezegd, ik deed daar nooit iets mee.

Ik schreef er nooit iets in.

Hoe zegt men een neuslee?

Ja, dat heb ik dus ook niet gelezen.

Dat stond er waarschijnlijk gewoon in.

Waarschijnlijk.

Dat heb ik gewoon niet gelezen.

Ah, dat is zonde, hè.

Maar ik had daar, moet ik eerlijk zeggen, dat je hiervoor nog nooit overhoord.

Ik ook niet.

Ik vind het op zich niet heel gek.

Ja, ik vind het wel gek.

Maar ik bedoel, ik snap het.

Ik zou me wel ergens over heen moeten zetten.

Als ik zou denken, nou, weet je wat...

Maar als het moed is...

Ik ga gewoon even...

Ik zou een beetje in nood zo denken.

Nou, moed, mijn kind stikt.

Nou, maar dan echt, dan moet iemand al blauw aanlopen, zeg maar.

Dan moet ik...

Ja, want ik zou op de straat bijvoorbeeld, als iemand blauw aanlopen...

en ik zie dat er allemaal dingen in die neus zit, ga ik dat niet leegzuigen.

Nee, maar ik bedoel, ik wil best iemand...

hard, weet je al zo, being alive, being alive doen.

Maar ik zou niet...

dat soort dingen zou ik niet doen.

Heb jij dat geleerd, RBO?

Heb je het gedaan?

Nee, maar ik weet dat...

je moet dan zo hard de massage is op being alive.

Ja, weet ik.

Maar dat ligt ook maar naar hoe snel je dat zingt, natuurlijk.

Steen alive is mij wel, hè.

Steen alive, steen alive, dat is veel te hard.

Dus snel.

Dus je moet toch een beetje zo'n ritme gevoel hebben.

Dat je denkt...

dat je niet het ziekenhuis aankomt.

Zegt, hoe snel had u het nummer in uw hoofd uitgelegd?

Daarom is hij nou overleden.

Ja, ik had het veel te snel gedaan.

Het is being alive, being alive.

Steen alive.

Steen alive, steen alive, steen alive.

Ha, ha, ha.

Steen alive.

Hij zal helemaal los gaan, zijn ding.

Nee, nou hoef ik het even niet met z'n doel.

Hij zou ook heel lang aan.

De plaat is afgelopen.

De plaat is afgelopen.

Bij mij niet te lang doorgaan.

Maar jou liever niet?

Nee, dus als ik hier drekken in ieder geval...

wel mijn neus...

Eerst eventjes lekker mijn neus.

Lekker neus, leegzakelijk.

Dan een paar keer steen alive.

En dan lekker koffie en drinken iemand bellen.

Want ik wil niet tot in de eerlijkheid geprobeerd hebben...

om weer het nieuw leven met te blazen.

Want ik hoorde dat dat gaat heel vaak toch niet zo erg goed.

Wat dan?

Nou, dat je er niet echt heel vloeizam uitkomt.

Als een kasplanktje uitkomt, toch?

Ja, dus...

En die paar jaar, dank je nog...

Hij heeft allemaal geen zin.

Nee, waarom zouden wij niet mooi te doen?

Dus leegzakelijk even...

Ha, ha, ha.

En voor twee breken ik je ribben, hè?

Dus ook wel niet makkelijk.

Dat klinkt een beetje als een regiment.

Maar dat...

Dan breken ik je ribben, hè?

Dat je het weet als je hier neervalt.

Ik wil het gewoon niet hebben, niet hier neervallen.

Nee, dus kort.

Ja, kort.

Ja.

En als het daar niet lukt, dan lukt het gewoon niet.

Nee.

Niet het kost van hondens.

Ja, ik klinkt dat je het bij mij wel lang mag doen.

Ja?

Nou ja, ik denk...

Als ik er dan slecht uitkom, dan kan je alsnog een kus op m'n hoofd.

Nee, dat gaat dan niet meer.

Natuurlijk wel.

Nee, nee, dat gaat niet meer.

We moeten nu kiezen, als we hier met z'n drieën zijn en je valt neer...

Dan denken we, nou, hoe lang geef je het, zeg maar?

En dan op een gegeven moment is het ja...

Tijds een overleiding.

Dan ben ik afhankelijk van...

Maar is het daar niet bij?

Of ik het zeg, hoe lang?

Of ga je jezelf gewoon denken, stop je gewoon.

Jij ligt gewoon voor pampen.

Dus ik heb je neus net leken zo.

Net leken zo.

Dat doe je wel?

Dat doe ik wel.

Dat vind ik een leuk begin.

Dus ook om een beetje erin te komen.

Dat heb je helemaal geen zin, alleen.

En dan...

Dan kan je beter focussen op steen en live.

Ik zou denken, steen en live, steen en live, mond op mond.

Steen en live, steen en live, mond op mond.

Klaar.

Nou, dat is helder.

Ja, toch?

Dat vind ik...

Dat hebben we ons best gedaan.

Ja, mooi.

Dat zou ik er ook op de crematie vertellen.

Ik heb hem best...

Oh, je wil begraven voor, denk ik.

Nou ja, ik heb gewoon al een graf.

Oh, je hebt al een graf.

O, bij Anthony, maar in datzelfde graf daarnaast.

Toen bovenop.

Oh, wel, gewoon dezelfde graf.

Ja, onderop kan niet meer.

Dus hetzelfde is bovenop.

Zou kunnen.

Maar...

Oh ja, dat...

Op hetzelfde...

Bovenop, onder die steen, zeg maar.

Ja, dat maken ze hem dus dieper.

Dat graf is nu al dieper.

Oh, ik was in Brussel bij een...

Bij een...

Dacht je het heel eng vond.

Ja, dat was ook zo.

Ik was in Brussel bij een begrafenis.

Van een...

Ohm.

En...

Ik vind dat ik wat heb, een tante en een oma.

Die tante, op één van de manier, is die gecremeerd.

En die oma is een begrafenis.

Maar bij de begrafenis is het een broer van je moeder.

Een broer van mevader.

Oh, van je vader.

En die zat in de vleeswerkingindustrie in Brussel.

Oh.

En...

Lekker ingeblikt.

Ingeblikt vlees.

En...

Maar die was...

Zie je, die was een zoon.

Die was gestorven bij een auto ongeluk.

Toen hij 16 was, die lag er al.

Maar in Brussel beginnen ze echt...

Nou, ik vind...

Nou, bijna het middelpunt van de adem.

Zover beginnen ze gewoon met die lagen.

Dus dat was diep.

Ik durfde bijna niet bij de graf te komen.

Als ik daar val, dan kunnen ze me gewoon laten liggen.

Dat was gewoon zo diep.

Als je zand drinkt, die gaat hier later in.

Ja.

Heel doof, dan ja.

Ja, ja, dus niet...

Maar dat was nat natuurlijk.

Maar dat was dus heel erg diep.

Want daar werken ze met lagen.

Dus een ruim is er volgens mij niet.

Daar legt ze gewoon elke keer weer een nieuwe laag bovenop.

Ja.

Talen die mensen ook allemaal door, denk je.

Ik vind het interessant.

Ik vind het interessant met die begrafen.

Want mijn overgroot opa, een oma,

die liggen nog steeds op een kerk of in Tilburg.

Want daar wordt dus voor betaald.

De zus.

Oh, ik ga hem weer.

Ik pak een pen.

Ja, de zus van...

De zus van mijn oma.

De zus van mijn oma.

Ja?

Dat is lastig.

Dat is al lastig.

Nee.

Nee.

Dat is de man van...

De man van de zus van je oma.

Oh, ze hebben me niet ingewikkeld.

Die noem ik niks.

De man van de zus van mijn oma.

Ja, maar ik wil die noem ik niet.

Nee.

Natelijk.

Oh, voor een groot oma.

Ja, dat is wel voor mij iets, maar niet met de naam daarbij.

Dus dat is de...

Man van de zus van je oma.

Ja.

Dus de oom van mijn moeder.

Maar goed, toen zijn er nog leefden natuurlijk.

Toen had die groot oom, zeg maar.

Dus de oom van mijn moeder.

Die had Aske Do aan zijn vrouw.

De grafrechter van haar ouders voor honderd jaar.

Zo.

Maar ja.

Dat klinkt misschien leuk als het al leuk klinkt.

Nee, maar ik bedoel.

Na vijftig jaar, wie gaat daar nog ooit naartoe?

Dus die liggen nog steeds ergens in een hoek.

Van te liggen in de Gorkestraat.

Waarschijnlijk te creperen, maar dat is niet meer zo.

Nee, dat liggen ze niet.

En je kan net zo zien dat de familie Staps is.

Zij liggen zelf.

Want ze waren van...

Ze hadden een textuurverbruik.

Zo'n heel groot marmer graf liggen zij zelf.

En die opa en oma, dus van mijn moeder.

Die liggen ergens gewoon in een hoek.

Ergens achter een soort honderd...

Mijn eike.

Heel moeilijk grafwerkje.

Ja.

Wonderlijk, hè?

Heel wonderlijk.

Ja, maar goed.

Jij hebt dus al een plek dat je weet.

Ik heb al een plek.

Daar kom je iets liggen.

Maar dat is niet mijn week.

Nee, hoe was jouw week?

Ik weet niet hoe we toch helemaal hier gekomen, balans zijn.

Ja, je weet het nooit.

Nou, ik vond het heel spannend.

Want Flin had de laatste examens.

Ik weet ook niet.

Kijk naar boven, ja.

Even licht.

Dan kom je die graven.

Dan kijk ik altijd een beetje omhoog, hè?

Mooi.

Flin had de laatste examens.

En die wilde even met mijn auto.

En dat ze ineens voor het eerst zo met mijn auto ging rijden.

Ik dacht, dat gebeurt gewoon allemaal.

Het is gewoon klaar.

Ik ben nog steeds zo gewend om moeder te zijn.

En zo vaak zit ik op die bank en denk, zie je ze niet?

En ze komt ook gewoon niet thuis.

Het boeit haar ook helemaal niet.

Nou, het boeit er allemaal wel.

Ik ga nu naar een vriendin.

Ik blijf daar eten.

Ik vind het heel lief, gewoon.

Ik denk, mag je dat goed?

Ik zeg, tuurlijk.

En dan zit ik zo op de bank.

Nu kan ik dus zelf iets bedenken.

Soms denk ik.

Kom, kom.

Maar goed.

Ja, nee, maar het wordt natuurlijk heel ander leven weer.

Maar goed, dit is ook weer leuk.

Want dat is gewoon...

Je moet gewoon schakelen.

Ja.

En wat ik ook heel leuk vond deze week.

Ik moest even inspreken voor All Stars.

Ik heb weer opgenomen.

Oh.

Wat is het alweer maanden geleden.

En dat wordt eind augustus weer uitgezonden.

En moest weer, dat heet dan even dubben.

Voor een paar scènes die dan, waar het geluid nog niet goed was.

Ja, dan heb ik zo'n lol.

En dat is zo leuk om met Jean, de regisseur.

Ja, ja.

Zo'n van de veld dat te doen, denk ik.

Oh, het is...

Ik zag een scène die we hadden opgenomen.

En die vond ik best wel mooizaam gaan in de opnames.

Oh.

En hij zei, laat maar even zien aan Isa, maar denk ik een beetje op zo'n werk.

Ja.

Want hij was heel goed gemolteerd.

Oh.

Ik dacht, ja, hij kan toch wel echt goed komen die regisseuren.

Ja, regisseuren.

En dat kan ook niet iedereen in Nederland.

Nee, want als je daar dan bent, die denkt, dit was niet zo.

En dat is toch iets goed van maken.

Ja, en jij kent dat ook.

Je bent natuurlijk gewend aan toneel timing.

Dus je bent gewend zelf die timing te doen.

Ja.

Maar als dat niet altijd even lekker loopt.

Ja.

Dus iedereen denkt, ik hoop dat het goed komt, ik hoop dat het goed komt.

Maar het was zo leuk.

Ja.

Dus ik verheug me daar echt alweer op op die serie.

Iedereen is weer heel grappig.

Oh, wat goed.

Ja.

Dat dubbe, dat vind ik altijd nooit zo goed uitzien.

Het is moeilijk.

Het is moeilijk.

Maar het waren nu echt wat kreetjes.

Wat ik nog steeds niet snap.

En het is ook bij internationale films en zo.

Dan denk ik, maar jullie zijn het niet gek.

Dan hebben ze een dialoog.

En dan zie je die één acteur zo van achter.

Maar dan zie ik die mond gewoon niet goed bewegen op wat ik hoor.

Ja.

En dan denk ik, denk jullie nou dat wij er niet door hebben ofzo.

Dat zijn ze heel rommelig mee.

Maar ook bij grote internationale films.

Dan denk ik, je ziet toch wel dat die mond nou niet klopt.

En wel van achter.

Dus ik zie alleen maar een kaak enzo.

Maar dan denken ze heel vaak, nou ja.

Ja.

Vind ik zo ston.

Ik had ooit een regisseur die zei, dat zie je kijkertjes thuis niet.

Dat vind ik niet zo aardig.

Nee.

De kijkertjes thuis.

Vind ik ook ston.

Als dat voor klokhuis is, dan mag je kijkertjes zeggen.

Nee, maar dit was dit niet.

Nee, dat was gewoon voor verwassenen.

Het was gewoon echt belachelijk.

En ik las eventjes los van alles.

Iets over begrafenissen?

Nee.

Millionaire?

Nee.

Dat mensen gemiddeld 1100 euro besteden aan het huurlijk van vrienden.

Wat?

1100 euro.

Dat moet wel foud zijn.

Dat is echt een goeie bron.

Accommodatie.

Opa, reis enzo.

Ja.

Waauw.

Wat veel geld.

Maar ze geven ongeveer 200 euro aan cadeaux uit.

Dat vind ik voor een trouwerij.

Geef jij voor een trouwerij 200 euro uit?

Volgens mij.

Vroegardje die ik van die lijsten.

Vroeger heb je nog waarschijnlijk.

Hoe heet dat?

Zo'n huurlijkslijst.

We hebben net zo'n naam.

Huurlijkslijst.

Dat kan nog een keer zijn.

Cadeauxlijst.

Nou ja.

En die ligt dan bijvoorbeeld.

Nou, weet ik veel vroeger bij de Bijkorf.

Dat was dan natuurlijk allemaal heel spannend.

Dan ging je er naartoe.

We hebben het volgens mij een keer al gehad.

Dat je denkt van het bordje.

Dat is al gehad.

30 euro.

Maar goed.

Dat wilde ik niet zeggen.

Tegenwoordig zijn er natuurlijk veel gemeenschappelijke cadeaus.

Voor een reis.

Voor een kunstwerk.

Dat is natuurlijk heel leuk.

En dan kunnen mensen ook gewoon een normaal branddonieren.

Dat kan je bijvoorbeeld.

Je doet bijvoorbeeld.

Zie je voor de etiquette die je trouwens.

Ja.

Want ze zeggen bijvoorbeeld.

Gewoon leggen geld bij elkaar.

Want ze willen een schilderij ofzo.

Dat weet ik voor wat.

Een handgeschilde bordje.

Nou.

Dat heb je een Giro-nummer.

Of ik naar Giro heet die me.

Maar gewoon een banknummer.

En dan.

Maar dan zou ik bijvoorbeeld 10 euro kunnen geven.

Ja.

En dan kom ik toch op.

Met evengrote lettertypen.

Op het.

Op de kaart.

Op de kaart.

Ja.

En waarom.

Ja, wat doe je daarmee te zeggen?

Want je weet.

Je hoeft daar niet per se veel te geven.

Om dan mee te gaan.

Dat doe je toch vanuit jezelf.

Dat je denkt.

Dit kan ik missen.

Of dit wil ik ze geven.

Wat zou ik hebben gedaan als ik in mijn eentje iets kocht.

Ja.

Maar ik blijf getallen.

Zeg maar.

Op bedragen en zo.

Voor verjaardagen en zo.

Ik blijf altijd ingewikkeld vinden.

Ik ook.

Mijn vader die.

Ik weet niet of ik dat wel vertelde.

Maar ik vertel het nog een keer.

Die had.

Dan deden wij.

Ik deed geld in een envelop.

Want mijn vader wist niet wat hij wilde.

En dan.

Had ik de envelop.

En dan had ik zo.

Nou, gefeliciteerd papa.

Nou, iets opgetekende zo.

En dan gaf je de envelop.

Die deed die envelop.

Het scheurde niet open.

Pakt ze het portemonnee.

Deze geldt het portemonnee.

Zijn die dankjewel.

Nee, dat vind ik niet leuk.

Nee, dat is helemaal niet leuk.

Wat gaat komen bij de Albert Heijn.

Dat is natuurlijk.

Dus ik zei ook.

En dat is gebeurd misschien wel vaker.

Maar je wil liever dat het soort.

Doe dat zavonds of zo.

Als wij weg zijn.

Nee, maar doe het licht uit.

We gaan dan in een hoek ergens dat dit te doen.

Maar ga niet.

Maar ik bijbezoek.

Ik zei het helemaal vader.

Ik zei naar de vorige keer.

Doe ik geen envelop meer om.

Hij deed ook.

Hij deed ook.

En toen deed hij h.g.pap.

Nee, h.g.pap.

Zond er dan op.

Ja, hartelijk feestje was dan te veel werk.

Om dat helemaal aan te schrijven.

Dat ga ik echt helemaal doen.

Ik doe wel h.g.pap.

Ja, dat was papa.

Ja, goed.

Metro.

De metro.

Ja, weet je wanneer de allereerste metro was?

Want ik zie jou dat je ook iets hebt opgezocht.

Ja, leuk is dat.

Heb je het over in de wereld of in Nederland?

Ik heb het over de wereld.

Oké.

En je hebt het over Nederland?

Ik heb ook de eerste in Nederland.

Oh ja, maar de eerste in de wereld was in Londen.

Ja.

Haha.

Haha.

Haha.

Haha.

Haha.

Haha.

Haha.

Haha.

Haha.

Haha.

Haha.

Haha.

Haha.

Haha.

Haha.

Haha.

Haha.

Haha.

Haha.

Haha.

Haha.

De eerste ondergrondstrain was in Istanbul.

Oh, wat leuk.

Was Istanbul tunnel.

Het is een tunnel.

Het is een tunnel.

En er was een ondergrondstrain.

Ja, ja, ja.

Dus ja, de eerste was eigenlijk ook een soort stomenlogeduurststrain.

Ja.

En er was een 1875 en die reed maar 573 meter.

Dat was helemaal niet zo heel erg ver.

Oh ja, klein stukje.

Maar die had per dag 12.000 passengers.

Oh.

Die 537 meter.

Ben je wel sinds de boel geweest?

Nee.

Oh, wat leuk.

Die 12...

Haha.

Kan ook kort bij ons.

Dat is ook leuk.

Haha.

Haha.

Ja.

Haha.

12.000 mensen ging niet precies.

Dat stukje.

12.000 mensen om en erbij.

Een keer.

12.000 mensen.

Ja.

Jeetje.

Ja, de eerste in Rotterdam.

1968.

1968.

Dat vind je...

Laat.

Ja, vind ik ook laat.

Superlaat.

In York kwam die ook al...

Ook later natuurlijk dan in Londen.

Nou, dan kan ik het weer niet zien.

Maar goed.

In Rotterdam.

Ook maar een klein stukje.

Hij mag open door Klaus en Beatrix.

Oh.

Die dan zo'n eerste ritje maakt.

Dat was volgens mij ook niet zo'n hele grote afstand.

Nee, nee.

Waarschijnlijk.

Maar ik weet niet of je dat dus nog weet.

Want inderdaad.

Het was natuurlijk de die stoomlokomotieve.

Dat was natuurlijk hartstikke smerig.

Die mensen waren helemaal bijna vergiftigd.

En daardoor dacht je, ja, het moet toch echt wel elektrisch worden.

Ja, zeker.

Dus het is elektrisch worden.

Maar ga jij veel met die metron?

Nee.

Oh.

Ik sta daarover na te denken dat ik...

Ik denk dat het komt dat ik een beetje claustrophobisch ben.

Oh.

Dus dat gevoel krijg ik een beetje.

Ik ga naar beneden.

Ik moet onder de grond.

Vind ik een beetje eng.

Oh.

Maar als ik in het buitenland ben, in Londen, of zo, dan ga ik natuurlijk wel.

Ben je bang om controle te verliezen?

Dat is iets anders, toch?

Nou, dat hangt allemaal samen met claustrophobisch enzo.

En ben je bang voor de dood?

Kom maar.

Kom maar, het is wat kleine thema's aan te snijden.

Ben je bang voor de dood?

Ja.

Pak eens een klein zijstraatje.

Nou, ja.

Een beetje.

Ik weet dat jij dat niet bent.

Nee, maar daar hangt het allemaal mee samen, volgens mij.

Nou, kijk.

Ik dacht daar nooit over na over de dood.

Toen aan ze die dood en ik dacht, oh, dat is veel te jong.

Ja.

En toen ik twee jaar geleden borst kwam, dacht ik, eh, nu al.

Ik dacht, ik ga dood, zeg maar.

Nee, dat is niet waar.

Dat kan niet.

Maar ik ben niet hele dag bezig met de dood of zo.

Dat ik daar bang voor ben.

Dat niet.

Nee.

Maar dat soort momenten dat je even denkt, oh.

Maar daar gaat controle verliezen.

En claustrophobisch is hij altijd daarmee te maken, natuurlijk.

Nou, dat zeg jij.

Ja.

Dat wist ik niet.

Ik hoor het mezelf zeggen.

Maar het, oh, dat heeft, ja.

Wie is dat verteld?

Dat weet ik.

Dat weet ik niet.

Dat is gewoon een alternatiekeling.

Dat je weet dat als je controle, bijvoorbeeld mensen die bang zijn in een vliegtuig.

Dat is vaak omdat ze dan, ja, dan hebben ze natuurlijk geen controle.

Maar ben niet bang in een vliegtuig.

Oh, nou ja.

Daar ga je.

Dus hier gaat je verhaal.

Wegverhaal.

Maar dus je bent niet veel in de metro, want je bent claustrophobisch.

Ja, maar in Londen denk ik daar verder niet over.

Nou, maar ik sta er dan heel even bij stil, dus ik denk, oh.

Het is wel allemaal zo onderig.

Ik hou heel erg van dat ik gewoon lucht en ademen en naar buiten kan.

Goeie tip.

Voor mensen die naar Londen gaan.

Gaat het op schrijven.

Ja, goeie tip.

Vroeg ging ik alles met metro in Londen, want dat is gewoon heel makkelijk.

Maar als je nu bijvoorbeeld de app City Planner doet, dan kan je gewoon zeggen waar je naar toe wilt.

En dan kijk je ook de bussen.

En bussen is ook veel leuker in Londen.

Ja.

Maar is gewoon veel leuker alleen.

Dat is een heel onderzichtig net van bussen.

Dat je niet weet waar.

Nou, City Planner zegt precies je moet hier naar links.

Daar pak je bus D&D.

En dan zet hij zelfs nog van, u moet nu naar uitstappen.

En dan kan je uitstappen.

Dus leuk.

En eens zijn bussen veel bereikbaar.

Dat vind ik voor mij in ieder geval.

Veel duidelijker waar ik zou, dan moeten ze zeggen.

En een bus is veel leuker om in te reizen.

Maar je hebt ook al die hop-on-hop-off bussen.

Ja, maar ja.

Veel dan irritant.

Ja, hop-off-off.

Dat vind ik.

Hop-op-op.

Dat wil ik gewoon niet pakken.

Ik wil gewoon.

Nee, ik wil niet hop-off-op.

Dan zit je zo lekker buiten zo.

Open bus.

Nee, dat is waar.

Goeie tip.

Nog een tip.

Nog een tip.

Als je bijvoorbeeld naar de stad gaat.

En je denkt hoe zou de stad in elkaar zitten?

Je denkt hoe.

Nee, die kijkt niet.

Dan kan je hoppen.

Of zo.

En dan zie je meteen.

Oh, dit is een leuke wijk.

Die moet ik later nog een keer gezien.

Dat wil ik net zeggen.

Ik doe dat altijd.

Als ik naar de stad ga, ga ik eerst dat doen.

Arnhem en zo.

Altijd.

Wist je dat dat ze in Arnhem hop-op-op hebben?

Hop-hop-hop-hop-hop.

Ja.

Nee, maar dus dat is geen metro.

Dus we moeten over de metro hebben.

Ja, metro.

Noord-Zuidlijn.

Ja.

Gebruik je die?

In Amsterdam?

Een paar keer daar?

Nee, dat ben ik nog nooit ingeneemd.

Ik ook niet.

Het schijnt fantastisch.

We moeten zo'n lange trap hebben.

Ja, als je daar naar toe moet.

Ja, maar het is toch ook leuk om gewoon met schien een keer te doen.

Dat dacht ik ooit.

We hebben nog nooit gedaan.

Oh, ik ben voordat het open ging.

Mocht wij er in.

Ja, mocht wij er in.

In de...

In de...

En dan...

Zo'n enorme hontrap.

Die is echt gigantisch, ja.

Vond ik heel mooi gemaakt.

Het is toch iets van Shafie of zo, op een kaart.

Shafie op een kaart, ja.

Nou, iets als het oude kaart van de metro.

Oh, ja.

En andere dingen die ze gevonden hebben.

Oh, oké.

Oké.

Tussen de hontrappes en allemaal.

De vitrines.

Ja, superleuk.

De andere dingen die ze gevonden hebben.

Ik heb het nooit gezien.

Nee.

Maar jij?

Ga jij dan vaak met de metro?

Nee, dus in Nederland ga ik ook niet vaak met de metro, moet ik eerlijk zeggen.

Want in Tilburg hadden ze...

Ik weet niet of het nog is.

Is het in Tilburg een metro?

Ja.

Er was dus een kunstwerk.

Ja.

Hadden ze dus zo'n, in Tilburg heb je dan zo'n...

Zo'n helemaal zo'n, weet je?

Zo'n platte grond van de metro.

Ja.

En dan is op een rooster.

En daar hoor je dan zo de metro langs komen, zeg maar.

Maar er is geen metro.

Maar dat is het kunstwerk.

En dat is supergrappig.

Wat of mensen die staan, dan denken, oh, er is een metro hier.

Oh, die komt zo.

Maar er is geen metro.

Ja, waarom is de ingang?

Snap je?

Nee, maar boven zie je dat.

En dan hoor je zo.

Dat vond ik super.

Maar ik weet niet waar die gebleven is.

Want die plek waar het stond, het is nu werk.

Dus ik weet niet precies waar die is.

Maar dat vond ik wel grappig.

Dat vond ik wel grappig.

Wij waren een keer in New York.

Ja.

En wij moesten altijd in New York.

New York?

Dat doen meer mensen.

Ja, ik vond dat verrassend.

Dat is ook New York.

New York?

Ja, New York.

Het is New York.

En ja, het is geen J.

Ja, het is geen J.

Maar goed.

We waren naar een theater geweest.

En daarna moesten we naar het hotel.

En dan moesten we naar het vliegveld.

Want we moesten gingen die avond nog vliegen.

En wat had ik een apparaat.

Had ik zo geld ingestopt.

En om een kaartje te halen.

Maar daar had ik iets fout gedaan.

En toen kreeg ik ineens een kaart van 10 dollar voor.

Ik weet niet hoe we ritten.

Voor vijf ritten ofzo.

Voor zes ritten.

Maar daar had ik natuurlijk helemaal niet nodig.

Dus toen zei ik Karim.

Ja, ik zei nou, weet je wat?

Dan doen we gewoon.

Ik ga er dan doorheen.

Dan geef ik die kaarten.

Ja, en Karim, dan ga jij.

Maar dat kan niet.

Dat doet hij niet.

Hij zei, nee, je bent al binnen.

Dan mag je niet nog een keer.

Eerst eruit.

Dus ik wam van het theater.

Ik dacht, ja, maar ik vind het gewoon ontrecht.

We zijn nou zoveel moeten bedaan.

Ik zei, nou, weet je wat?

Dan gaan we met z'n tweeën er doorheen.

Met de kaart.

Ja, Karim.

Ja.

En nou, want we hoefden alleen nog maar naar de dingen.

En dan ging met een taxi naar het vliegveld.

Dus ik zei, ja, dan gaan we nu er doorheen.

Dus ik ga er zo doorheen.

En wij gaan met z'n tweeën zo samen.

Zo doorheen.

Lijft iets.

Ik zie aan mijn oog twee politieën.

Oh, nee.

En ik stap en stap in de metro, in de toestel.

En die komen naar binnen en zeggen, kom jij er uit, Karim?

Jij eruit.

Zeg, nee, nee.

Ik heb het verkeerd.

Ik heb het verkeerd.

Wij moesten twee.

Oh, het was verschrikkelijk.

En toen hadden we daar.

En toen gingen ze...

Ja, toen gingen ze ontop zoeken, zeg maar, op het internet.

Nou, niet op het internet.

Maar gingen ze kijken of er iets...

Kijk, over een strafblad.

Als ze hadden.

Ik zei, oh, het is zo stupid.

Ik zei, oh, het is really stupid.

Dat ging ook nog slecht Engels praten.

Ja.

Omdat ik dan meer de turisme oud had.

Ja.

Ik zei, oh, het is zo stupid.

Het is really stupid.

En die heeft...

We hebben hotel.

It's not for the money.

Want het was al zo...

Het was zo een ver,

want hij had de ticket voor 10 dollars.

En dan had hij dat, oh, then we go to...

Because now we go to the hotel.

And then we go to the airport.

En zo.

Nou, het was echt...

En toen ging die ene weg.

En zij zijn bijna militair.

En met allemaal...

Helemaal met allemaal spullen die ze mee kunnen slaan.

Zeg nou, wat zijn we?

Allemaal spullen.

Ze denken, nou, ik begin nou met dit.

En dat, dan pak ik die met die pinnen.

En toen zei ik, oh, het is zo stupid.

Dat is zo stupid.

En toen kwam ze terug.

Want die ene terug zei, nee, ze hadden niks op ons kerf.

Nee, nee.

En toen zei ze, oké.

En je gaat nu gewoon naar het hotel.

Ja, en dan ga je echt weg.

En dan kom je nooit meer terug.

Ze zei, nee, ik kom nooit meer terug.

Zij zei die nou, oké.

En toen lieten ze ons meer rust.

Dus toen kregen we onze pasmode terug.

En toen zaten we hem.

Toen dachten we, ja.

Nou, moeten we nog eens...

Kunnen we nou dan nu in de metro stappen.

En toen stappen ze er ook in.

En toen dachten we, oh, goh, dan proberen ze ons nog te pakken.

Als we dat niet uitstappen.

Want dan zeggen ze, ja, jullie hebben nou toch nog doorheen gegaan.

Ja, ja.

Met het met deze.

Oh.

Dan blijf ik even uit kan halen.

Oh, oh, oh.

Nee, maar dat was...

En dat was...

Ik vond het zo stom van mezelf.

Want ik dacht, hoe zo voor die anderhalve dolla.

Zo'n tioautje dat doet.

Ja, maar ik...

Ja, ik vond het toch een beetje eerkenijterig.

Nee, nee.

Nee, nee.

Ja, ja, ja.

Want je kan gewoon een kaartje kopen.

O, ik haal je hele verhaal onderuit.

Want je hoopt op het mededogen.

Maar het niet.

Nee, ik vind het wel een kaal.

Dat ik dat bij jou niet moet zoeken.

Maar ik vond het echt verschrikkelijk doen van mezelf.

Ja, dat is het ook.

Dan nog een keer zeggen we, het is super stom.

Ja, en ik vond het voor Krim ook super vervelend.

Want hij zei nog, nee, dat doen we niet.

Zeg je wel.

Ja, ja, ja, dat je dan zo dat doet.

Dat onderdegeen...

Ik zeg maar, de motor achter het onrecht ben, zeg maar.

Dat vond ik heel erg raar.

Dat vond ik heel erg raar.

En dat is hem natuurlijk eerst eruit.

Ja, verschrikkelijk is het altijd daar.

Maar goed, de meter op.

Maar weet je trouwens, toen in Londen, dat ze dat ontwerp hadden gemaakt.

Vond ik heel grappig, dat las ik.

Eén van de lokale minister, die had echt gezegd.

Ja, sorry, maar dit gaat niet door.

Dit is een belachelijk idee.

Dit wordt de weg naar de hel.

Oh ja?

Dat vond ik zo grappig uit.

Ja, in het Engels.

Ja, dat dacht ik.

Ja, mooi, weet je het altijd.

Dan denk ik dat mensen het anders niet begrijpen.

Oh, echt waar?

Ja, dat vind ik heel geestig.

Dat idee, dat is natuurlijk met alles.

Ja, maar ze weten stoomtrein ook.

Ik ook, ben ik ook nog tot wij thuis zaten.

Dat wordt niks.

Wat een idiot.

Niks.

Wat zijn nou bezig?

Duitsland.

Ga je daar maar naar?

Duitsland.

Ken ik ook dat ze dat...

Naast U-baan, S-baan.

Nee, maar dat zat ik over na te denken.

Ik ga gewoon dus niet zo vaak in de meter.

Maar ik vind het...

Maar het heeft ook iets leuks om in die metergrond te zitten.

Zo zoef.

Erg nog een trein.

Ja.

Nee, zeker.

Het heeft iets heel snel.

Ik vind het wel een beetje...

En dat ligt eigenlijk...

Ja, ligt dan een beetje het ondergrond is.

Maar ik voel me er altijd wel iets minder veilig.

Ja.

Omdat je er...

Omdat er als er iets gebeurt.

Je bent zo op elkaar.

En er zitten ook wel vaak gekken in.

Ja.

Dat je denkt, ja, ja, ik kan maar nergens zo toe snap je.

En ik hoor ook niet dat je zegt, ik wil best wel wat geld geven.

Of een snoepje of zo.

Maar laten we verder met rust.

Ja.

Wat je heel vaak...

Dat was in Baan, dat heb je ook wel.

Dat je denkt, oh, hier is een rustige coupé.

En dan ga je zitten.

En ik denk, oh, hierdoor was het rustig.

Want dan zit er één van gek.

Het is een onderbroek te poepen.

En je zit er dan bij.

Je denkt, ja, ik wil nou niet meteen weg lopen.

Want anders valt het op.

Ik zou niet meteen kijken, maar hier links.

Hier links zit je altijd.

Ja, daar had ik natuurlijk eerder even goed moeten kijken.

Als het heel rustig is, is het vaak een reden waarom het dan zo lekker is.

Ja, ik ga beter vonden.

Maar ja, dan ben je weer bang voor welke gek die ze daar dan weer verborgen zitten.

Het is eigenlijk heel spannend.

Het is een beetje...

Weet je trouwens dat wij de hoogste plafond zijn?

Want wij zijn een lang volk.

Oh, ja.

We zijn het langs de volk van de wereld.

Ik is zo grappig dat ze dus echt een rekening meer hebben gehouden met die meter.

Ja, maar ik heb het nooit gemerkt.

Ik denk, oh, het is kleiner of zo.

Nee, dat is waar.

Langs de volk van de wereld.

Ja.

Ik vind het ook wonderbaar.

Ja.

Moet dat meer...

Ja, zeg.

Ja, oh, nou, je ziet dat.

Dat komt.

Dat zijn wij.

Dat ziet dat het aankomt.

Ja.

Hoeveel sterren ga jij de metro geven?

Ja.

Je voelt hem al aankomen.

Ik zeg...

Nou, je voelt hem eigenlijk helemaal niet aankomen.

Jammer, want ik heb best een heel verhaal gehouden.

Dat is wat je conclusie kunt trekken, maar dat maakt niet uit.

Ik geef 3,5.

Voortgemaakt.

1,2,3 was dat.

Oh, sorry.

Even opnieuw.

4,5.

Ja.

En het vindt het een moeilijke 3,5, maar dat klopt ook.

Ja.

Zo voelt het ook.

Ja.

En jij?

Ik geef de metro...

4, denk jij?

Of moet ik het 4 doen?

Nee, welke meem?

4.

Eerst kan je het zien.

Ik denk...

Ik denk...

4,5.

2,5.

Echt?

Ja, wat zo...

Oh, die heb ik even niet...

Nee.

Oh, nee, die had ik niet door.

Ik dacht dat het zo leuk was.

Nee, ik vind het wel leuk.

Maar het is niet mijn favoriete OV.

Nee, dat was ook eigenlijk wel duidelijk, want je wilt naar buiten ook.

Ja, daarom wil je naar buiten.

Ik wil...

Ik wil het kind zo buiten spelen.

De natuur in.

Je hebt helemaal gelijk.

De privé.

We gaan de privé weer een keer doen, want dat is lang geleden.

Of trouwens lang geleden.

Maar niet lang geleden, maar dat geeft niet.

Nee.

Ja, er staat dus een stukje in over dat het is afgestudieerd.

De Alexia van Willem-Alexander.

En Maxima, die wel iets te kleine schoenen aanheeft, vind ik.

Ja, maar zij misschien ook wel...

Maxima?

Oh, dat is jammer.

Ja.

Doen we wel even een foto op Instagram zet.

Want ik weet dat zij...

Volgens mij heeft zij echt wel maat 41 of zo.

Ze heeft een grote maat, dat denk ik altijd, dat dat een grote maat is.

Maar misschien heeft ze wel net een te klein hakje aan.

Nou, niet het hakje, maar die tenen.

Wat natuurlijk moeilijk is met zo'n schoen, dan schiet je zo naar voren.

Ja.

En dan gaat die band die voor om je tenen zit, die wordt steeds ruimer.

En op een gegeven moment.

Die schuipjes steeds meer door.

Hangen je gewoon...

Hangen de schoenen aan je enkel.

Zijn er last hebben van vocht.

Als zij de hele dag vocht in de kuiten of in de enkel.

Nou, in het huis van bossen hebben ze heel veel last vervocht.

Maar ik denk in...

Nou ja, als je heel de dag staat, dan heb je natuurlijk wel een dikke benen, dikke voeten krijgt.

En die zwelden dan op.

Ik had het met mijn zwangerschap al vreselijk.

Oh ja?

Dikke benen.

Ja, vreselijk.

En doet de deel aan het zeer?

Ja.

Of was het gewoon alleen maar...

Dat is er niet uitzag.

Ja, het zag er niet uit en het deed zeer.

En als je dan met je benen omhoog ging zitten, zeg maar.

Ja, maar dan gaat het weg.

Oh, oké.

Oh.

Ik vind met je benen wel zo...

Nee, nee, maar even langer.

Maar goed, dan had je Jan de druk genoeg natuurlijk met het uitzagen van de nose van de baby.

Neemt ik wel eens een zwanger.

Oh, ja, toen was dat nog niet.

De volgord is eerst ben je zo.

We moeten het nog één keer uitleggen.

Die Harry & Meghan staat hier weer een stuk in.

Was het net als bij Diana?

Ze hadden natuurlijk zo'n ontzettend achtervolging in New York.

Wat...

Waar ik toch...

Ja, ik staat toch weer aan hun kant van die Harry & Meghan.

Ik sta eigenlijk altijd aan hun kant.

Ik eigenlijk ook.

Want zij zijn dus bij een prijsuitreiking.

En dus afgelopen in New York en zij stappen een auto in.

En dan komt er een soort achtervolging door New York, door paparazzi.

Dat het zo erg wordt dat ze op een gegeven moment moeten overstappen.

Vanuit een, geloof ik, een politiestation.

Dan worden ze in een gele taxi gezet.

Waarom zij in godsnaam door iemand in een gele taxi worden gezet?

Zij staat helemaal nergens.

Want zo'n chauffeur is helemaal niet gewend om de rijden met paparazzi in.

Waarom zij daar überhaupt dan ook in toe zeggen dat ze daar in gaan zitten?

Dat is natuurlijk heel dom.

Dus ik vind het allemaal...

En aan de andere kant denk ik ook wel eens...

Wat is nou zo erg dat die met de foto van je neemt?

Misschien moet je ook een keer denken, oké, ze maken foto's.

Laat het gebeuren.

En dan is het klaar.

Ja.

En Josh Clooney heeft ooit gezegd, die doet gewoon heel vaak dezelfde kleren aan.

En die zegt, ja, dan hebben ze niks in die foto's.

Want dan weten ze niet, ja, of ze van woensdag, zullen ze van gisteren.

Dus dan hebben ze altijd gewoon...

Dus dan kunnen ze die foto's helemaal niet verkopen.

Dan heb je altijd dezelfde kleren aan.

Ja, ze kunnen natuurlijk niet altijd dezelfde kleren aan.

Maar goed, we zin, zoiets.

Die gaat daar in ieder geval niet.

Ja, of in ieder geval minder spastisch.

Hysterisch.

Ja.

Ja, maar goed, ja, dat...

Ja, dat is toch weer spannend.

Ja.

En er staat een stuk in over de moeder van Joran van de Sloot.

En dat is natuurlijk een heel moeilijk verhaal, hè.

Ja.

Die moeder die hem maar bleef steunen...

Ze zit nu denk ik op een cursus afrikaanse dans,

want ze loopt hier rond met zo'n bunga-bunga-achtige...

Hoe heet dat zo'n...

Ik mag niet lachen, want ik vind het zo'n zielig verhaal voor haar.

Ja, ik vind het ook wel zielig, maar ze heeft zich...

Ze heeft zich ook wel heel moeilijk gemaakt.

Door heel erg lang, openlijk overal, hem te steunen.

Maar ik dacht dat ze op een gegeven moment ook een beetje zich terugtrok daarvan, hoor.

Nou, maar toch niet nog bij die...

Nee?

Ze zat toen toch toch bij...

Bij Paul Witteband.

Ze had zij nog met dat groei van die wijn.

Ze had zij gewoon nog naast.

Dus ze had zich veel eerder al...

Ja, moest het dus veel, ja.

Ja, liefhebben de moeder.

En die vader was natuurlijk ook al overleden.

Ja, wat ik ook zo gaar vind van hem, van Joran van de Sloot,

is, kijk, hij is natuurlijk niet...

Ja, hij zal wel in en in slecht zijn.

Dat zou je toch denken?

Nou, die Natalie Holloway, zoals hij dat verhaal vertelde, is daar gewoon iets mee gebeurd.

En dan dacht hij, oh, god, dan gaat het fout.

Hij heeft haar niet vermoord, maar zij is wel gewoon dood gegaan.

En toen heeft hij het lichaam.

Dat zegt nog niet dat je een moord na bent.

Nee.

Maar toen heeft hij later wel gewoon die andere vermoord.

En toen heeft die moeder van Natalie Holloway geshanteerd.

Dat vind ik ook zo naar en slecht.

Maar hij is ook weer getrouwd met iemand, ja.

En weer een nieuw vriendin.

En die oude vriendin blijft maar op bezoek komen.

Maar wat staat er dan over die moeder?

Nou ja, dat die...

Is het nu wel het gehad met haar zo'n?

Nou, ze zich ermee heeft verzoend dat hij in de cel zal sterven.

Dat zijn natuurlijk...

Hij niet meer een snapje.

Kan je toch niks bij voorstellen?

Oh, verschrikkelijk, lijkt me dat.

Hij zal er nooit afrikaanse dansen.

Op een filmpje, hè?

Ja, maar dat is natuurlijk wel, ja.

Het lijkt me verschrikkelijk.

Ja.

Jan Uriot, de showtime pagina.

Maar daar staat een stukje over Anna Drijver in 1930.

En dat vind ik zo goed die Anna Drijver heeft gezegd.

Dat ze hoorapparaat heeft.

Want dat dacht ik, god, dat hoor je nou nooit iemand zeggen eigenlijk.

En dat is eigenlijk zo'n raak taboe wat mensen hebben.

Want wat maakt dat nou in godsaam oud?

Een bril, heb je ook gewoon op.

Maar ik snap wel heel goed dat zij dacht...

Nou, daar wil ik verder geen gedoel meer over.

Dat heb ik gewoon...

Zeg ik gewoon een keer en klaar.

Wat is daar verschrikkelijk aan?

Maar ik vind het heel goed van haar dat ze dat gedaan heeft.

Nou, ik ben ook blij dat ze dit heeft.

Want ze heeft natuurlijk een tijdje waarschijnlijk problemen gehad met de gore.

Dat je even helemaal niet doorhebt.

Want hoe weet je zo jong, een stukarsje jong.

Hartstikke jong.

Hoe weet je dat je onder de achteruitgaan?

Omgnaafelijk.

Ik vond het wel supergoed dat ze dat gedaan heeft.

Zeker.

En André Vendain wil toch een graf.

Ik wist niet dat hij het niet wilde.

Maar wat fijn.

Nou, die wou heel lang...

Die wou die door de wetenschap worden onderzocht.

Die wou zijn lichaam schenken aan de...

En ik weet in ieder geval dat hij bij de wereld raar doorkwam.

Dat ik zei, maar waarom?

Dat is toch heel raar.

Dan zijn er studenten en die zeggen dan...

Eh, dat is André Vendain.

En die moeten dan zo...

En daar ligt André Vendain dan.

Ja, dat zou ik niet...

En toen is hij omgegaan.

Nee, nee, nee.

Dat staat er zeker niet.

Want dat is ook niet zo.

Want hij heeft door zijn nieuwe vriend.

Want die vindt dat niet prettig.

Want dan moet je heel snel afscheid nemen.

En ik vind het wel fijn dat hij weer een nieuwe relatie heeft.

Nee, dat vind ik zo zo leuk.

Dat is zo zo.

Super fijn.

Maar ik bedoel meer van...

Je moet heel snel afscheid nemen.

Als je iemand aan de wetenschap...

Want de wetenschap hebben geen geduld.

Die willen meteen je hebben.

Ik heb even een aantekening.

Je kan wel...

Ik zou wel z'n hersens kunnen doneren aan de hersenstichting.

Want dat...

Ja.

Ik bedoel het André Vendain.

Zo keek je.

Je kunt zo naar je foto.

Moet je niet doen.

Wat bedoel je dan?

Nee, maar ja.

Dus je kan alles doneren.

Nee, dat weet ik.

Maar bij mijn belangrijke grote databank in Nederland...

weet ik van Dickswaap.

Ik ben daar geweest.

Oh.

Bij de hersenstichting.

Ja, dat heet niet de hersenstichting.

Of wel...

Nou, hersenbank.

Maar je kan dus doneren.

Heb je keek op.

En wij hebben daar blijkbaar een hele...

Ja, ik ben in die koelcellen geweest.

Ik zei, mag ik het zien?

Maar waarom was je daar?

Ja, omdat hij vroeg of ik...

Dat ik natuurlijk heel veel...

Toen ik je zag lezing heb gegeven.

Hij dacht, er kan misschien wel ambassadeur worden.

Over depressie is ook zeker.

Maar dat is eigenlijk net de onderwerp waar ik helemaal...

Ja, nee.

Niet meer over wil hebben.

Want daar ben ik ook...

Ik kan helemaal geen ambassadeur zijn over depressie.

Want ik ken het niet.

Maar toen kreeg ik een rondleiding en een heel gesprek...

met mensen daar.

Toen dacht ik, ja, maar het is wel heel goed.

Voor mensen om te weten dat je dat kunt doen.

De hersenen kan het doneren.

Want ze maken dat weer heel netjes gewoon dicht.

En dan kan je gewoon begraven worden, niks aan de hand.

Dat mis je toch niet dan.

Ik denk, oh, hij ziet er heel anders uit zonder hersenen.

Nee, je ziet er niet.

Maar je moet er toch dan de hoofd open maken.

Ja, dat doen ze heel netjes in de haar lijn, ergens.

Dat kan echt.

Mensen moeten het echt even opzoeken.

Als je iets moois wil doen...

Ja.

...vanna laatenschap.

Maar ik ben benieuwd.

Moet je ook maar eens kijken.

Kunnen ze niet meer een rietje?

Ik denk dat ze niet van jou naar beneden.

Een rietje er aan zoeken.

Maar dan moet toch wel...

Dan moet dan toch wel echt...

Nee, ze maken het wel open, maar echt...

Oh, ja, ik vind het eigenlijk een heel lave haal.

Dan klapen ze twee dicht.

Ja, dat snap ik.

Nee, ze snijden ook eng, maar ik wil ze snijden.

Dan heb ik ook al zeven meegemaakt.

Niet bij mezelf, hè?

Nee, dat wilde ik zeggen, ja.

Zeven?

Ja, ik heb ooit dat programma gedaan.

BN is in de zorg.

En was je daarbij?

Ja, ik zat op de afdeling moeder kind.

Ik heb zeven bevallingen gedaan.

Jezus.

Vond ik fantastisch.

Ja, nee, natuurlijk.

Het was hartstikke fijn.

Moet je ook natuurlijk?

Nee, nee, maar ik wil zeggen...

Zou ik ook willen?

Ja, ik wilde het niet, toch?

Nee, ik wilde het niet.

Ik vind het heel fijn dat ze andere mensen pijn hebben.

Maar jij kan hem aardig omgaan.

Zo niet waar?

Nee, je wordt het toch geholpen.

Mensen krijgen pijn.

Nee, dat snap ik.

Dat snap ik.

Rugen priken overal in.

Maar, oké.

Maar goed, maak niet eens eruit.

Maar hoe kwamen jullie hem op?

André van Duin.

Ja, precies.

Dat ik fijn zou vinden als hij zijn hersens wil doneren.

Ja, maar ik wil nu niks meer met de wetenschappen maken hebben.

Misschien.

Ik heb zich helemaal teruggetrokken.

Dus dat gaat niet meer gebeuren.

Jammer.

Ja.

Maar goed.

Er was er meer.

Ja, behalve dan de moderne etiquette.

Ja, dit was er meer.

Ja, zeker.

Dit was het privé.

En de moderne etiquette was deze keer dus je vriend of vriendin.

Die gaat met iemand die je niet zo ziet zitten.

Zeg je dat.

Het is een moeilijke.

Want daar kwamen ook heel veel verschillende reacties op.

Mijn verbaasde het heel veel reacties.

Ja, doen.

Dat verbaasde mij.

Oh, ja?

Ja, dat verbaasde mij echt.

Want jij zou het nooit doen.

Nou, nee, dat is de nuance.

Ik zou het niet zomaar doen.

Want het is heel tricky.

Ja.

Het is echt heel link.

Want en zelfs als het uit is.

Dat je dan daarna gaat zeggen.

Ik ben zo blij dat het uit is.

En het was na een half jaar weer aan.

Ja, dat moet je nooit doen.

En toen was jij de fouten vriendin.

Ja.

Die hem al nooit heeft gemogen.

En dat komt nooit meer goed.

Dus het is een supermoeilijk onderwerp.

Ja.

Want Renske Bergenvoet, die zei, gedaan, vriendschap is voorbij.

Ja.

Ze had dus gedaan.

Ja.

En het is ja.

Ja, en dat is toch zonde.

Want dat is het niet waard, eigenlijk.

Nee, want FF Petraki, die zegt.

Als je feitelijke bewijs hebt, anders niet.

Oh, ja.

Het is ook goed.

En hier.

Toedel, oh wat erg.

Toedel 30.

Ja, Toedel 30.

Je kan er geen zien, liefde MaakBlimp, maar er wel gewoon zijn als die gene even tot

een gekwetst gaat worden.

En dat is natuurlijk waar het over gaat.

Je bent er voor jou, vriend of vriendin.

En als het dan misgaat, dan moet je er voor die genen zijn.

Maar niet, ja.

Gewoon me niet mee bemoeien.

Maar als je hoort van, ja.

Hij is in de drugswereld.

Ja, dat snap ik ook.

En hij heeft afwast gezeten en hier zijn de kanten knipsel enzo.

Dan toch niet doen?

Ik heb het nog nooit meegemaakt.

Ja, die zou ik echt heel lastig vinden.

Nee, maar dat is dus de vraag.

Maar wat zou je doen?

Ik denk dat ik dus dan wel ga praten.

Maar dan wel zou zeggen, ik kan niks voor jou beslissen,

maar ik weet iets en ik vind dat jij dat ook moet weten.

En wat jij er verder mee doet, dat is aan jou.

Maar niet zeggen van, dit is dus het bewijs.

Ik vind Johan heel sympathiek.

Zelf zou ik het prima kunnen.

Het stel dat ik verslaafd was, dat ik hem heel graag wilde leren kennen.

Als jij aan jou dat het je niet goed doet.

Nou, ik denk dat je misschien één keer in het begin,

als het net is, zeg ook, ik wil dit één keer zeggen.

En verder moet je gewoon echt doen wat je wil.

Maar ik heb niet een goed gevoel bij hem.

Heb je het wel eens gezegd tegen iemand?

Nee, ik heb het nooit tegen iemand gezegd.

Ik denk altijd dat iemand...

Plus, iedereen is anders met iedereen.

Dus wat iemand...

Snap je, als er echt een oplichter is ofzo.

En ik ken er maar de programma van Jan Jongbloed.

Of Jaap Jongbloed.

Dat ik denk, oh, die zit al drie keer achterna met een cameraploeg.

Het loopt eigenlijk altijd een cameraploeg achteraan.

En die enige vriendin van jou, die kijkt geen televisie.

Dus je hebt geen idee?

Nee, ik heb geen idee.

Dat is een leuke man.

En snap je, je hebt nou alleen...

het zit nog te wachten op die erf.

Dat is het Afrika van vijf miljoen.

En die heeft eventjes vijf miljoen euro moeten geven om daar vrij te krijgen.

Even in een klein leningje om door te starten.

Toen zat te maken, want daar heeft hij echt een heel goed idee.

Dus dan zou ik denken, ik zeg dit één keer.

Want ik vind het hartstikke moeilijk om te zeggen.

En je moet er helemaal zelf mee doen wat je wil.

Wat je wil ook niet.

Dat iemand nooit meer bij jou kan komen met verhalen over hem.

Want anders zal men tegen haar zeggen...

Want ze had al gezegd van dat het niet zo is.

Snap je?

Nee, ik ben tegen een deur aangelopen.

Ja, snap je, dan ga je dat soort verhalen krijgen.

Dat wil je natuurlijk niet.

Je wil dat iemand helemaal eerlijk tegen je alles kan zeggen.

Dus eigenlijk denken wij niet doen.

Niet zomaar, niet meteen.

Geef iemand ook even de tijd.

Want misschien komt hij er snel genoeg achter.

En inderdaad, wat je zegt, we zijn allemaal andere mensen.

Dat jij het ziet.

Het is altijd van afstand veel makkelijker.

En ik wil die ervaring misschien even een tijdje met iemand hebben.

En ook de leuke dingen.

En op een gegeven moment denk ik misschien,

ja, er zit toch iets niet lekker.

En dan stopt het gewoon klaar.

Met collega's heb ik ook wel iets meegemaakt.

Iemand zegt, oh, ga je met hem werken?

Of met haar werken?

Oh, dat is heel moeilijk.

Dan ga ik met iemand weten.

Ja, nee, ik neem het mee hoor.

Ik geloof het wel.

Maar vaak is mijn ervaring heel anders met iemand.

Eigenlijk moet je het ook niet nooit zeggen.

Want het is heel veel.

Want het zit toch niet achterhoofd.

Het zit toch niet achterhoofd.

Kijk toch een beetje naar iemand.

Maar goed, als je het zeker weet...

Als je echt harde bewijzen hebt en denkt...

Mijn vriendin is te goed gelovig.

Dit gaat de derde man worden waar ze door verpest worden.

Hoe zeg je dat?

Ongelukkig gewoon.

Maar dan moet je misschien wel ingrijpen.

Dat denk ik wel.

Maar niet van ik heb geen goed gevoel bij je.

Nee, maar hoe je echt geen goed gevoel bij je...

Dat is niet genoeg.

Dat is niet genoeg.

Alle kaarten op tafel dan.

Alsjeblieft.

Dat zou ik dan ook willen.

En dan zit het fijn als echt bewijzen zijn.

Ja.

Kaarten met bewijs.

Met bewijs.

Nou ja, dit was het.

Tot de volgende.

Tot de volgende.

Hallo lieve podcastgasten.

Ik ben Julius Jaspers.

In mijn podcast neem ik jullie mee naar mijn favoriete plek in huis.

De voorraadkast.

Iedere week hal ik er één product uit...

En zal jullie daar in een paar minuten tijd alles over vertellen.

Zoek in je favoriete podcastapp naar Julius' voorraadkast.

Kast met een K.

Want uit een kast met een C kun je niet eten.

Machine-generated transcript that may contain inaccuracies.

Nieuwe aflevering! Metro.

Begrafenissen, vreemde metromensen: alle ervaringen worden gedeeld. En de moderne etiquette: ‘’Je vriend of vriendin date iemand waar je serieuze twijfels over hebt, mag je dit zeggen?


Geproduceerd door Tonny Media.


Stagelopen bij Tonny Media? Bekijk de vacatures op de website.


❤️ Instagram

⭐️ TikTok

🎥 YouTube

📧 Mail ons

🎧 Marc-Marie & Isa Vinden Nog Eens Iets is exclusief te beluisteren op Podimo, om de week op woensdag.


Hosted on Acast. See acast.com/privacy for more information.