DS Vandaag: Leraar overmeesterd (deel 3): de advocaat - boeman of bemiddelaar?

De Standaard De Standaard 4/13/23 - Episode Page - 27m - PDF Transcript

Deze tweede week van de paasvakantie hebben we iets bijzonders.

We brengen in DS vandaag reeks van vier afleveringen

over de juridisering van het onderwijs.

Het feit dat meer en meer ouders beslissingen van de school aanvechten

en daarvoor ook vaker een advocaat onder de arm nemen.

Dit is Leeraar Overmeesterd.

Ik vind absoluut dat leerlingen ergens terecht moeten kunnen

om aan te katen dat er volgens hen dingen gebeurd zijn

die niet oké gelopen zijn.

Maar als je het gevoel hebt dat je ergens in een rechtszaal

zit en terechtgesteld wordt, daar valt mijn mond van open.

Ik denk dat het naïef is om zomaar ervan uit te gaan

dat de leerkracht onantastbaar is.

Ik wil maar zeggen dat dergelijke absoluut vertrouwen

ook dat dat misplaatst is, omdat mensen mensen zijn.

Wat als een goed gesprek tussen school en leerling niet meer volstaat

en een beroepsprocedure onvermijdelijk is?

Is de advocaat een overbodige speler in dit verhaal?

Of is hij net de verdediger van de basisrechten van de leerling?

Ik ben Eva Drogmans

en dit is de derde aflevering van de podcast Leraar Overmeesterd.

Hallo.

Niet te veel hiervillige het.

Ik ben aangekomen bij Els, moeder van Tweetieners.

Els heeft de keukentafel vrijgemaakt voor ons gesprek,

want ik ben hier om te praten over de schoolloobaan van haar zoon.

Els startte twee jaar geleden een beroepsprocedure

na een tegenvallend examenresultaat.

Haar zoon was toen 16 en zat in het vierde middelbaar

toen de coronapandemie uitbrak.

En net als veel andere leerlingen ging ook haar zoon kopje onder.

Corona was heel moeilijk voor hem,

omdat hij geen vaste structuur meer had.

Hij kon in haar school en had online lesen.

Dit samen met zijn pubertijd is niet vastgewezen voor zijn schoolresultaten.

Hij had dus een beatees gekregen,

maar met een clausulering en de clausulering was uitgesloten van ASO.

Ze zeiden, hij mag zijn jaar niet opnieuw doen.

Hij hoort niet thuis in ASO,

want hij is kort en slecht op wiskunde en op talen

en op algemene vakken, zoals geschiedenis.

Dus eigenlijk is er geen enkele richting in ASO die bij hem past.

Maar het was gewoon dat hij voor geen enkel vak gewerkt had.

Dus ze kenden mijn zoon niet.

Wij vonden dat hij daardoor veel minder kansen had in de toekomst

om naar de universiteit te gaan of hogere studie's te doen.

En we vroegen gewoon een tweede kans

dat hij zijn jaar zou opnieuw kunnen doen.

De leerkrachten waren vrij akkoord, zijn tutelaris was akkoord.

Maar het was eigenlijk één persoon, de directeur, die zich dertegen verzette.

Gesprekken met de directie leveren niet zo op

en dus besluit Elze om in beroep te gaan

en zo te bekomen dat haar zoon zijn vierde middelbaar opnieuw mag doen

in dezelfde ASO-richting.

De mensen waren wel verpaalsd dat we daar kwamen om te vragen

om onze zoon te laten over zijn jaar overzitten.

Om hem eigenlijk te buizen.

Toch, hè? Terwijl, denk ik, de meeste ouders

zo'n procedure beginnen om de resultaten te verbeteren,

om hem erdoor te laten.

En wij wouden eigenlijk een oplossing voor onze zoon.

Wij wouden niet dat hij er per se door moest gaan,

want dat helpt hem toch niet vooruit, want dan is het jaar daarna veel moeilijker.

Als hij de basis van het huidige jaar niet beheerst,

kan hij moeilijk overgaan.

Dus in dat opzicht vond iedereen het ook wel een beetje humoristisch.

Hoe vond hij dat zelf eigenlijk om zijn zaak, zijn toekomst,

eigenlijk, voor een stukje te bepleiten?

Ja, het is een puber, heel stoer en zo.

En daar was hij wel een heel pak minderstoer.

Die onafhankelijke persoon,

er was ook een oudere dame bij die heeft hem ook toegesproken

dat het over zijn toekomst ging.

En dat ze dan wel verwachten dat hij zijn best deed.

En ja, dat was wel...

Ik denk wel dat het indruk gemaakt heeft op hem.

Zijn ogen zijn open gegaan, dat hij moest werken.

En dat er gevolgen waren.

We dachten dat als achteraf toch nog wel eens een vak zou tegensteken,

zou men wel rap oordelen, denk ik, van wie we hadden het gezegd.

Dus een nieuwe start, een nieuwe school.

En dat maakt het voor hem ook makkelijker om te starten

met jongere leerlingen in de klas die hij nog niet kende.

Tegenover een leerling die hij al wel van de speelplaatskende.

Want dat was voor hem wel moeilijk om te blijven zitten.

El startte de procedure omdat ze haar zoon een tweede kans wilde geven.

En ook omdat ze niet twijfelde aan zijn kunnen.

Achteraf bekijken was dat de juiste keuze.

Het is nog altijd een puber.

Maar zijn ogen zijn open gegaan.

Hij weet ook dat als hij zijn best niet doet,

dat er gevolgen zijn.

Hij zit nu in het vijfde middelbaar.

Hij doet nog altijd wiskunde wetenschappen.

Maar zijn vrienden zitten in het zesde middelbaar

en kijken al uit naar hun verdere studies.

En volgend jaar zullen die op kot zitten.

En hij zit nog altijd in het middelbaar.

Dus voor hem is dat echt wel een eye-opener geweest

en een heel belangrijke les.

Ja, dat mensen niet zomaar alles meer voorwaar aannemen,

dat is zo.

En dat is niet alleen in het onderwijs.

Dat is ook met de pakjes die je toegestuurd krijgt

of als je iets koopt in de winkel.

Mensen zijn iets mondiger en ook meer geïnformeerd.

Dit is Christophe Hageel,

de onderwijsadvocate die je ook al hoorde in de vorige afleveringen.

Dat de leraar geen bevoorrechte positie meer heeft

in het maatschappelijk debat,

vindt Christophe niet meer dan een logische evolutie.

Ik wil maar zeggen dat dergelijke absoluut vertrouwen of ondertanigheid

is dat eigenlijk van, neem gewoon aan wat ik zeg,

waarom, omdat ik zeg, omdat ik die positie heb.

Dat dat misplaatst is, omdat mensen mensen zijn.

En vertrouwen is goed en we moeten zeker zijn,

maar we hebben door scha en schande ook geleerd

dat niet iedereen het altijd even goed meent.

En daarom zijn er bepaalde systemen,

controlemechanismen om dat te remittieren.

De mogelijkheid om intern beroep aan te tekenen tegen een examenbeslissing

bestaat al lang, al heel lang eigenlijk.

In 1929 was er al een ministerieelbesluit

dat een beperkte beroepsmogelijkheid voorzacht

voor Athenea- en Rijksmiddelbare scholen.

Sinds 1991 moeten alle middelbare scholen

een beroepsmogelijkheid vermelden in hun schoolreglement.

En sinds 1994 en 1995 is dat ook geregeld

voor de hoge scholen en de universiteiten.

Maar waarom is die beroepsprocedure ooit in het leven geroepen?

Wat was die idee daarachter?

Ik heb die vraag voorgelegd aan Sabine Lust,

de onderwijs experte van de U-Gent en ook...

Hoogleraar aan de Universiteit van U-Gent

op het instituut voor Processrecht,

waar ik in eerste instantie public-processrecht dossier,

dus alles wat geschilderd met de overheden betreft,

maar daarnaast ook heel sterk met onderwijsrecht bezig ben.

En dat heeft te maken met feit dat ik ook als adviseur

werk op het rectoraat en daar alles van onderwijs komt

om zich ook opvolg.

Daarnaast heb ik een bijberoep, maar dat is wel beperkt

in dat vocatenpractiek.

Ik ben bijzonder daar ook gespecialiseerd in onderwijsrecht,

waar ik eigenlijk ja secondaire onderwijs,

hoger onderwijs, zowel leerlingen als personeel eigenlijk,

dat soort dossiers op mij neem.

Sabine Lust is dus thuis in onderwijsmaterie.

Maar weet ze ook waarom die beroepsmogelijkheid er kwam?

Het hangt ook samen met heel die idee van meer participatie

van leerlingen in het onderwijs,

als iets dat in de jaren neemt ook heel sterk naar voorkomt.

Daar merk je dat men dat helemaal ziet

in het kader van rechtspositie, meer rechten, meer inspraak.

En dus ook de mogelijkheid om op te komen voor je rechten.

En als je vindt dat je verkeerd beoordeelt zijn,

om daar ook iets tegen te kunnen doen.

Ik ben een kind van de jaren echtig.

Ik heb toen in op de middelbare school gezeten.

Ik kan mij niet herinneren dat er iemand in mijn omgeving in beroep ging.

Die mogelijkheid was er dan wel.

Maar in de praktijk, ja, was wat de leraar of wat de klasse raad had beslisd.

Dat was wet, toch?

Ja, dat was bij ons eigenlijk ook zo.

Ik ben ook een kind van die leefte van die jaren.

Iets vroeger nog, en ik heb het nooit meegemaakt op school.

Toen was de leerkracht daar keek je naar op.

Het was een god, hè?

Voilà, en dat was een god.

Maar dat is helaas voor veel leerkrachten toch wel voltooid verleden tijd, vrees ik.

Ja, absoluut.

Op zich zijn leerkrachten ook geen houten en iedereen kan in zo'n fout maken.

En in die zin is het ook niet slecht dat je er iets tegen kunt doen.

Maar het is altijd die slinger en waar hangt die in het midden?

Het is wel een feit en dat zie je op alle lagen in een maatschappij.

Als ik gewoon kijk naar mijn wetboek, de tijd dat ik studeerde,

dat was eind jaren 80, bij een jaren 90, hadden wij een wetboek van,

laat ons zeggen, een vijf centimeter dik waar alles in stond,

wat dat je nodig had.

Nu is dat de tienvoud daarvan,

maar dat je de studenten mee ziet loslopen, er rondlopen.

Dus daaraan zie je ook dat de hele maatschappij

wel aan die juridisering wat ondergeven is

en het onderwijs hoort daar natuurlijk ook bij.

Is die slinger wat doorgeslagen?

Ik denk het niet. Ik denk dat dat al wel meevalt.

Maar ik kan mij wel inbeelden.

Ik merk dat zelf ook.

Ook voor degenen die het moet doen, is het wel belastend, natuurlijk.

Hallo.

Dag, Karin.

Hé, Eva.

Heb je het goed gevonden? Ja, dat was geen probleem, dat was oké.

Ik ben Karen de Blende.

Ik ben directeur van het Institut Saint-Dut-Gardis in Lievegem,

een school voor tweede en derde graad,

met hoofdzakelijk A- en kleine richting T- en een klein beetje B- en zo leerlingen.

Ik ben Frank Dummerij. Ik werk als leerlingbegeleiding bij Karen,

dus in de zole tweede en derde graad.

Ik heb last gegeven, een vak B-A-V,

en ik heb ook heel wat leerlingbegeleiding gedaan in deze zoon.

Karen en Frank vertellen mij dat ze nog altijd met veel plezier

in het onderwijs staan.

Maar dat de realiteit van hun onderwijs veranderd is, dat zien ze ook.

Ja, ik heb het eigenlijk nooit meegemaakt in mijn beginjaren,

maar dan de laatste jaren kwam het al meer tot een protest tegen een C-A-test,

maar dat meestal door een goed constructief gesprek te voeren

met de ouders en de leerlingen in kwestie in mijn bureau,

door alles goed te kaderen.

Maar nu, het laatste jaren zien we wel,

dus dat er al een advocaat onder de arm wordt genomen

en we zitten nu zelfs met een procedure die tot in de raad van state al zit.

Ik denk dat dat in de raad vroeger minimaal was of minder was,

maar dat dat nu een manier is bij ouders of bij leerlingen

om een kinder te ondersteunen of een vorm van aandacht te geven

en het vechten voor een kind of voor de studies of het vechten tegen de zool

om een vorm van ondersteuning te bieden aan de leerlingen.

Dat vind ik wel jammer.

Wij moeten eigenlijk alle mailverkeer bijhouden

van de leerkrachten naar de leerlingen.

Uitnodigingen voor inhalessen.

Als de leerling daar dan niet op in gaat,

dan moeten we eigenlijk de ouders verwittigen

van, kijk, u doen of dochter is niet ingegaan op de uitnodiging voor de remitiering,

dan moeten we dat allemaal bijhouden, want dat kan allemaal nuttig zijn

om achteraf aan te doen. We hebben dat wel allemaal gedaan.

Als wij dat niet kunnen bewijzen met data, dan staan wij nergens.

Dan is het woord tegen woord

en op dat moment lijkt de degepartij alles al vergeten te zijn.

Karen is niet de eerste die mij vertelt

dat het verzamelen van bewijzen dagelijkse kost is geworden in het onderwijs.

Data zijn brood nodig om jezelf te kunnen verweren

tijdens een bezwaar of een officiële beroepsprocedure.

Zeker, zo vertelt ze, als je tegenover een advocaat komt te staan.

Nu je hebt zeker advocaaten die onderlegd zijn in onderwijs,

maar bepaalde advocaaten niet.

En dan heb je die voor jou, en dan vind ik dat soms beschamend,

dat die daar dingen uitkramen, want ik van denk van,

maar jij gaat ons nu eens gaan zeggen

hoe wij een delibererende klasse raad moeten houden.

Sorry, maar je weet daar zelfs niks van.

Je bent maar half geïnformeerd, gebruikt al de fototherminologie.

Wat moet ik nu met jou?

Ik denk dat de advocaatuur een heel ander manier van denken heeft.

En die staat recht in over onderwijs in.

Die staat niet op dezelfde lijn.

En ik kan mij nu in ons geval niet van de mening ontoen

dat dat al oud er gaat over haald.

En ook prestige, want ik raak in de rat van staten.

Er zijn heel andere manieren van denken, en de rat is ook naar zuildigen,

naar fouten, maar echt naast de kwestie.

Die weet niet wat er onderwijs is.

Die advocaaten helpen die leerlingen niet vooruit, vind ik.

Die kijken gewoon naar hoe kunnen wij hier tonders uit de kan halen,

maar een diploma krijgen is niet zomaar

op een schoteltje gepresenteerd krijgen van,

hier is jouw diploma nu, dat is de gemakkelijkste weg.

Je helpt die jongen er niet mee vooruit, of dat meisje.

Wat krijg je nu als boodschappen van, kijk, als het niet gaat,

dan gaan papa en mama er wel geld tegenaan gooien

en dan gaat het wel lukken.

Een klesje van twee werelden.

Het onderwijs en de advocatuur.

Met elk hun eigen dynamiek en spelregels.

Waar let jij op in dossiers?

Wat kunnen fouten zijn die in school maakt?

Om de klassieke fouten zijn, elementen in een dossier laten doorwegen

die niet mogen of niet duidelijk belang zouden mogen hebben.

Klasgeraden hebben soms een beetje de neiging

om zich nogal paternalistisch op te stellen,

in die zin dat ze een leerling vaak willen behoeden

voor van alles en nog wat.

Ik begrijp dat, er zitten enorm veel kennis en ervaring in zo'n klasraad.

Maar langs de andere kant denk ik dat het nog altijd de leerlingen en ouders zijn

die ook mogen kiezen wanneer ze willen falen of hoe ze willen falen.

De klassieke fout is om te snel aan de noodrem te trekken

en al wegen af te snijden voor een leerling terwijl dat misschien

op basis van het dossier nog niet helemaal sterk noodzakelijk is.

Zon beroepsproceduren, bezorg leraren en directies extra werk.

Ze moeten aantonen dat ze de leerling voldoende hebben begeleid

en dat hun oordeel ook voldoende gemotiveerd is.

Oud directeur emailde mij het volgende.

Elke bijles of inhaaloefening moet schriftelijk vastgelegd en bewezen worden.

Elke remidiering moet aangetoond worden.

Elk tekort schriftelijk geduid en gemidieerd.

De vraag naar wat de leerling gedaan heeft komt pas in tweede instantie.

Is dat zo?

Ik ga er eens heel staat op antwoorden.

Dat betekent dat de juridisering van het onderwijs nog niet voldoende is.

Wat u voorleest, is het spookt dat door het onderwijs waard.

Wat deze directeur schrijft, klopt absoluut niet juridisch.

Er is geen enkele verplichting om alles bij te houden.

Er kleeft een vermoede van objectiviteit en kwaliteit aan de leerkracht.

Dat betekent dat in eerste instantie

wij als juristen de raad van state ervan uitgaat

dat als een leerkracht een punt geeft dat dat correct is.

Dat die leerkracht weet hoe hij les moet geven,

hoe hij een examen moet opstellen en hoe hij dat moet verbeteren.

De bewijslast rust bij de ouders of bij de student

om aan te tonen dat een van die drie dingen manifest verkeerd is voorlopend.

Dus het gaat niet over een beetje vaag zeggen.

Ik vind dat de leerkracht subjectief.

Nee, nee, waar specifiek gaat die leerkracht in de mist?

En hoe heeft dat betrekking op je resultaten?

Of er nu wel of niet is geremedeerd, wel of niet is gewaarschuwd?

Dat gaat het punt niet verbeteren.

Dat punt zegt gewoon wat een leerling kan en niet kan.

En op basis daarvan krijg je een attest of een diploma.

Maar als een student of een leerling zegt

ik ben te weinig begeleid of te weinig geremedeerd,

dan moet die leraar dat kunnen weer leggen.

En dat kan hij toch alleen maar doen door te zeggen

op welke dagen, op welke data die remediering er wel is geweest.

Nee, maar dat moet hij niet.

Alleen als een leerling zeer specifieke zorgbehoefte heeft

en een individueel begeleidingsplan moet kunnen worden aangetoond

dat dat is gevolgd.

Dus als een leerling slechtskoord, dan is er geen enkele verplichting

om daar welk soort remediering rondop te stellen.

Evident hoort dat wel bij het lesgeven en wordt dat gedaan.

Maar of de leerling daarop in gaat of de leerkacht die remediering goed

of slecht heeft gegeven of ze er überhaupt was,

ja, dat maakt het punt niet anders.

Dat zou in jouw pleidooi bijvoorbeeld geen argument zijn.

Wel, het is te zeggen, het eerste dat ik zeg tegen ouders,

dit argument, dat gaat ons nergens brengen.

Want die fabel is ook bij de ouders beland natuurlijk.

Ja, ja, en heeft hij een bijles gekregen, daar koop we niks mee.

Als er andere elementen in het dossier zitten,

dan durf ik die kaart wel mee op tafel leggen,

omdat er natuurlijk ook nog een bepaalde beroepsethiek mag bestaan.

Als een leerkracht er niet in slaagt om het klassiekaal

tot boven 50% te halen, dan is er iets aan de hand.

Dat kan eventueel een resultaat wel nuanceren.

Ik vind ook dat zo'n advocaat op dat moment er ook zit als de vijand.

Zo komt dat echt over en niet als een bemedelend persoon.

Dit is ook Nieuwkaarende Blende, directrice van het Sint-Luthardes-Institut

in Lievegem.

Dat vind ik ook jammer, want je zou eigenlijk aan die advocaat willen zeggen,

ja, maar hij zou ook zo kunnen laten zo,

hebben we dit allemaal al voorgesteld, dat is toch veel beter,

en dan kan hij binnen een maand als een diploma halen.

Maar op dat moment kan dat niet meer, is dat puur vijandig

en moet je op elk woord letten.

Ik had ook het gevoel dat in eerste sprek met de advocaat

dat ik op zoek was naar informatie.

Hoe krijg ik informatie uit de directie om dan achteraf te kunnen...

Om zijn blij dooi mee te onderbouwen.

Dat was mijn gevoel, ja.

Maar daar ben ik niet mee gegaan.

Dan ben ik plots ook zeer cool, gebleven en zeer zakelijk

en heb ik enkel maar de essentiele woorden gebruikt die ik moest gebruiken

en waar ik moest op bang te worden. Dat is allemaal zeer jammer.

Ik kan mij wel inbeelden als je zo een broep gehad hebt

en zeker als je teksteltje in je neus gekregen hebt,

dat je het moment van uw motievering wat verliest.

Dit is Sabine Lust opnieuw,

de onderwijsexperte van de urgent en zelf ook onderwijs advocaat.

Maar je moet dan ook durven de relativiteit ervan inzinnen.

Ik heb ook wel broepen gehad over gezame cijfers dat ik gegeven heb.

Als er een keer in je ronde is, ik zie dat ook een beetje als een accedaan

op de parcours, oké, er is iets fout gelopen,

dat kan een keer gebeuren, een volgende keer beter.

Kun je een aantal uitspraken voorleggen

van mensen in de onderwijswereld over onderwijsadvocaten?

Die mensen hebben er een businessmodel in gevonden

en zetten ouders actief aan om te procederen.

Tijdens zo'n procedure gaat het niet over de inhoud,

wordt er dus niet gekeken of de leerling de leerstof wel beheerst.

Vroeg of laat loopt zo'n leerling gewoon tegen de muur,

maar de advocaat heeft tegen dan lang zijn geld opgestreken.

Dat is hoe men kijkt na onderwijsadvocaten.

Ik denk dat dat niet mocht vooral gemenen.

Ik weet, ik sta zelf ook in het beroep,

dat er inderdaad advocaaten zijn die...

Ik zal niet zeggen dat ze actieve leerlingen rondstellen,

maar die ook heel actief zijn op sociale media en dergelijke.

En die dat soort komt ons wel aantrekken.

En die, ja, die gewoon elke leerling komt

en die zegt, ik wil een beroep indienen, dat die die ook indient.

Of dat die nu weet, op voorhand van,

dat heeft kans van slagen of dat heeft het niet.

Maar ik denk dat dat echt wel een minderheid is.

Ik denk dat de meestadvocaten niet meer onderwijsrecht bezig zijn,

dat echt wel op een andere manier benaderen.

Als ik keek naar mijn eigen praktijk, ik kreeg ook elk jaar ouders,

ja, natuurlijk waren ze altijd ouders,

die komen met het verhaal van, ja, ik ben zo,

mijn dochter is CLTest, BLTest, ja, ik kan je daar niet samen doen,

kunnen we een beroep gaan en dit en dat.

Maar ik ben daar, ik heb ook zoiets van mensen,

dat heeft ook niet altijd zin.

Je bekijkt samen die punten, je bekijkt samen

wat dat er aan achtergrond aan de hand is.

En ik moet zeggen, als ik vijf mensen heb,

die komen met een vraag een beroep indienen,

en als er één indien, zal het al veel zijn.

We moeten mensen ook niet in een procedure jagen,

waarvan je voorhand weet, van dat loopt niet goed af.

Maar goed, ik ben zo, er zijn nog advocaten zo,

maar er zijn helaas ook andere, en die, ja, ik noem dat net beveiligd,

die zorgen er natuurlijk voor,

dat dat ook het beeld is, dat van dat advocatuur wordt geschetst.

En ik vind dat eigenlijk zeer spijtig.

Ik hoor ook mensen zeggen, de toon is zo hard,

want een advocaat zou misschien wel een soort van bemiddelende rol

kunnen spelen tijdens een brosieluur.

Het is natuurlijk, je moet dat ook zien,

als een soort spel tussen aanhalingsteken is,

je hebt als advocaat ook je rol.

En je moet natuurlijk je klant ook verderen,

en dat betekent dat je ook met harde argumenten moet kunnen komen.

En dat wordt inderdaad soms wel wat hard of toch serieuridisch

geformuleerd, waardoor dat zeer hard overkomt.

Maar ik denk, en daar zijn die hoorzittingen dan ook voor,

dat is ook mijn ervaring, als je dan op die hoorzittingen

die advocaaten hebt en dat gesprek komt op gang,

dan heb je toch heel vaak een ander verhaal

dan wat dat geschreven staat.

En dan komt het wel heel vaak tot een dialoog.

Maar gemocht op dat moment, ook als school,

niet te defensief reageren,

je moet ook echt proberen om die dialoog ook uit te locken.

In de gesprekken die ik gehad met onderwijs en personeel,

heb ik nog niemand positief over onderwijsadvocaten.

Ik hoorde een directeur zeggen, ze staan hier zelfs

al naamkaartjes uit te delen

als de studenten nog maar net hun rapport hebben gekregen.

Ik kan mij voorstellen dat dat misschien wat agressief overkomt,

als dat inderdaad in de praktijk soms gebeurt.

Ik zou mij zeer sterk verwonderen,

omdat dat gewoon dialoogisch ontollapbaar is.

Ik zou mij verwonderen.

Waarom zou mij dat ook verwonderen?

Omdat er maar een zeer beperkt aantal advocaaten

met deze materie bezig zijn.

Ik ken die ook allemaal.

Die gaan zich daar niet mee bezighouden.

Daar hebben we absoluut geen tijd voor.

En jij deelt ook geen.

Maar boom, bedankt voor de tip.

Ik zal het overwegen.

Nee, evident niet.

En nogmaals, maar het is natuurlijk breken in de woestijn.

Er bestaat zoiets als kognitdisonantie.

Dus ik ga degenen die ervan overtuigd zijn, toch niet overtuigen.

Maar de juridisering in het onderwijs

en de rol van de advocaaten met betrekking tot leerlingen

is maar een fractie van alles wat zich op het niveau

van het personeel afspeelt.

Dus ik krijg hier...

Ik krijg veel leerlingen tijdens het jaar over de vloer,

maar ik krijg gedurende het jaar

veel directies en leerkrachten over de vloer.

Met burn-out, met functionering, met tucht.

Ja, het is zo, als het hen goed uitkomt, is de advocaat de boeman.

Maar als hem nodig hebben, dan willen ze toch de beste hebben.

Het Vlaamse onderwijs staat onder druk.

Daartwijfeldt niemand nog aan.

De stijgende werkdruk, de dalende kwaliteit

en de all maar groter wordende verantwoordingsplicht

doen de aantrekkelijkheid van het beroep geen goed.

In de vierde en laatste aflevering van Ledaar Overmeesterd

leggen we de pijnpunten van het Vlaamse onderwijs bloot.

Met de hulp van Klaas Manoud, onderwijsjournalist van de standaard.

Ik ben nog vrij jong en het is soms stuitend

om te zien dat in onze archief van de standaard

dat 15, 20 jaar geleden al krak over dezelfde problemen geschreven werd.

En toen ook al gezegd werd van, ja, eigenlijk is de tijd voorbij

om nu nog kleine aanpassingen te doen aan ons onderwijs.

En ik loop ook langs bij een oude bekende.

Mijn oudleraar Estetica, die op zijn 78e opnieuw wordt de klasstaat

en daar geconfronteerd wordt met een andere realiteit.

Mijn contesteert, mijn protesteert, mijn valt aan.

Bijna systematisch tegen het establishment in het onderwijs.

En het wordt ook meer sociale aanvaard.

Machine-generated transcript that may contain inaccuracies.

Wat als een goed gesprek tussen school en leerling niet meer volstaat en een procedure onvermijdelijk is? Is de advocaat een overbodige speler in dit verhaal? Of is hij net de verdediger van de basisrechten van de leerling? Onderwijsadvocaten Sabien Lust en Christophe Vangeel nuanceren het negatieve imago van hun beroep. ‘We begrijpen de angst van de scholen niet. Wij gaan enkel na of ze hun eigen regels hebben gevolgd. Vertrouwen is goed, maar we hebben ook geleerd dat niet iedereen het altijd even goed meent.’

See omnystudio.com/listener for privacy information.