DS Vandaag: Leraar overmeesterd (deel 2): leraar in de verdediging

De Standaard De Standaard 4/12/23 - Episode Page - 22m - PDF Transcript

Deze tweede week van de paasvakantie hebben we iets bijzonders.

We brengen in DS vandaag een reeks van vier afleveringen

over de juridisering van het onderwijs.

Het feit dat meer en meer ouders beslissingen van de school aanvechten

en daarvoor ook vaker een advocaat onder de arm nemen.

Dit is Leeraar overmeesterd.

Als een marathonloper jarenlang treint voor de Olympische Spelen,

maar de finish niet haalt,

dan is dat een pijnlijke zaak.

En als de eerste heftige emoties zijn verteerd,

komen de moeilijke vragen.

Heeft de marathonloper te weinig getraind, te weinig talent?

Of heeft de coach zijn job niet gedaan?

Wie draagt de verantwoordelijkheid voor de mislukking?

Dus onmiddellijk is de advocaat mie gekomen naar school.

Een advocaat die puur naar het juridische kijkt

en weinig voeling heeft met een school.

Nu zit het in de raad van staten en wordt het een juridisch steekspel

met een heleboel zaken die ons vergeten worden

als zijnde niet in orde.

Kiezen voor een job in het onderwijs is kiezen met een missie.

Maar wat als die missie door kruis wordt, door bezwaren en beroepsprocedures?

Wat is de impact op de jobvreugden en het zelfbeeld van hun leraar?

Al maar meer leerlingen leggen zich niet langer neer bij hun examenresultaat

en vechten het oordeel van hun leraar aan.

Ouders komen betwisten met een rapport dat bloedhoodenscijfers heeft

of dat rapport nu tientekorttelt of vijf als ze willen betwisten kunnen zeggen.

Maar hoe voelde ze om als leraar lijnrecht tegenover je leerling te staan?

Dat is nu eigenlijk een afgesloten hoofdstuk voor die familie,

voor die jongen. Als je die tegenkomt, kan je niet meer zeggen,

wat ben ik blij? Ik jou zie.

Ik ben Eva Droogmans en dit is de tweede aflevering

van de podcast Leraar Overmeegstert.

Hallo, goedemorgen.

Ik ben Eva Droogmans. Ik had een aspak met Hugo de Wulf.

Ik ben in Deelbeek, op bezoek bij Hugo en Griet.

Ik ben Hugo de Wulf algemeen directeur van de terregie naar Chély Lycée.

Ik ben Chély de Dubois.

Ik ben leerkracht, biologie en coördinator van de tweede graad.

Hugo is een reizige man met grote, sprekende ogen.

Ogen die al veel gezien hebben, want hij staat al 40 jaar in het onderwijs.

En als ik een vraag naar de evolutie van bezwaren en beroepsprocedures,

dan zucht hij diep.

Het begint met een vraag naar een gesprek.

Ouders vragen een gesprek. Wij kunnen dat niet weigeren.

Ik zie ook niet in waarom ik dat zou weigeren.

Het is een ander zaak als je ziet waarvoor een gesprek wordt aangevraagd.

En dan zie je ook wel een heel sterke evolutie,

dat er in toenemende mate gesprekken worden gevraagd

om een attest te herzien op basis van heel dubieus argumenten.

En dat is wel een heel kwalijk evolutie.

Wat zijn dan de argumenten waarmee ze komen aandragen?

Waar ik het moeilijkst mee heb,

is dat er eind juni ineens allerlei attesten opduiken.

Al dan niet van dokters, maar net zo goed van psychiaters.

Gedateerd eind juni, dus heel duidelijk. Ze verstoppen het nog niet.

Het gebeurt dat er dan een bepaald aandoening wordt vastgesteld,

waarvan wij uiterlijk niet op de hoogte waren.

Maar ineens blijkt dat dan toch een rol gespeeld hebben.

En als wij dan opmerken van waarom dat niet eerder gemeld wordt

in de loop van het schooljaar, dan hoor je vaak de reactie.

Ja, maar we pakken daar niet graag mee uit.

We zijn daar een beetje beschaamd over.

Dat zei ik, maar eind juni is je schaamd ineens weg.

Het is wel heel vreemd dat het dan wel kan.

En ja, ik moet opletten met beschuldiging,

maar er zijn dokters die dus attest te schrijven.

Waarvan ik mij afvraag waarop ze gebaseerd zijn.

Het is een gevaarlijke uitspraak, maar ik doe ze op basis van mijn ervaring.

En dan hou je daar een rekening mee met zo'n attest?

Meestal... Kijk even naar Griet. Niet.

Nee, meestal niet.

Als attestige datteerd zijn eind juni, begin juli,

is dat heel moeilijk om naar rekening mee te houden.

De resultaten van de leerlingen worden op verschillende momenten

doorgegeven op het schooljaar met dagelijks werkrapporten

en met de resultaten van de examens.

En vaak waarschuwen wij dan ook al van de top.

De slager wordt niet evident of let hiervoor op,

laat je daarvoor helpen.

Maar dan op het einde van het jaar

komt dat voor sommige ouders precies toch nog altijd als een donderslag

bij Heldere Hemel, dan hebben wij hen niet verwittigd

en dan hebben wij niet gedaan wat we moeten doen.

Dat krijg je van hen te horen?

Dat krijg je van hen te horen.

Wij verwijzen natuurlijk naar de communicaties die er allemaal geweest zijn.

Voor ons is dat een logisch vervolg,

maar voor sommige mensen dus blijkbaar helemaal niet.

Het zijn de ouders, Hugo, die bij jou op het bureau komen voor zoveel mensen.

Voor zo'n eerste gesprek, in welke sfeer voorlopen zo'n gesprek een meestal?

Hangt er een beetje vanaf, soms wordt zo'n vraag al voorbereid in een mail,

hangt een beetje af van de toon die op dat moment gebruikt wordt.

En die bemoeilijk natuurlijk het gesprek.

Ik heb het persoonlijk bijzonder moeilijk

met nogal aanvallende, beschuldigende mails.

Ook dat neemt toe.

Als je het niet wijzigt, ga je hem erop.

Dat is meestal de hoofdtoon.

En wat ook opvallend is, is dat nauwelijks,

maar ik moet bijna niet de resultaten op zich betwist worden.

Nauwelijks.

Het zijn altijd externe factoren die erbijgehaald worden

om die cijfers te verklaren tussen aandingstekens.

Ik vind het ook wel verpant.

Zo'n beroepsprocedure is eigenlijk stap twee.

Stap één is een officieel bezwaar

in de hoop dat de directeur de klasse raad opnieuw samenroept.

Gebeurt dat niet, dan kan een leerling zijn zaak

door een interne beroepscommissie laten beoordelen.

Maar hoe dan ook, moeten er bewijzen op tafel komen.

Je gaat eigenlijk als leerkracht heel erg op je talen.

Je gaat eigenlijk als leerkracht op je talen.

Je gaat eigenlijk als leerkracht op je talen.

Je gaat heel erg op je talen passen.

In die zin, ik ga voor mezelf spreken,

maar ik weet dat er heel wat collega's zijn die het ondertussen doen.

Ik vermeld bij elke toets, bij elke vraag,

welke leerplanddoelstelling er eigenlijk getoetst wordt.

Ik vermeld bij elke vraag waar ze de oplossing kunnen vinden

in hun handboek of in hun leerwerkboek,

naar aanleiding van toetsen.

Als je dan gaat remediëren of je gaat tips geven,

dan moet je eigenlijk zorgen dat het allemaal op papier staat

dat je het achteraf kan bewijzen, want anders komen ze misschien af van.

De leerling is doorheen het jaar een onvoldoende geholpen geweest,

dus dat moeten we dan ook allemaal nog doen.

Waar ik een probleem mee heb, dat is vaak wordt er niet gecontroleerd,

is die leerling kapabel om in een volgend jaar verder te gaan,

maar men wil gewoon opschuiven.

Hoe dan ook, men wil naar een volgend jaar.

Of dat het gaat lukken, ja of nee, dat wordt niet meer een vraag gesteld.

Dat is dan een probleem voor later.

Ik heb het gevoel, en ik denk dat ik daar niet meer alleen staat,

dat zo'n beroepscommissie niet altijd in het belang van het kind is.

Een beroepscommissie gaat na of de school haar eigen regels heeft gevolgd

en of haar beslissing voldoende gemotiveerd is.

Voor betrokken leraren en directies is dat eigenlijk naast de kwestie.

Maar onderwijs socioloog Brams Bruit, die je hoorde in de vorige aflevering,

denkt er toch anders over.

Wel, een klasse raad moet op basis van alle gegevens die er van die leerling zijn,

bijvoorbeeld op het einde van het jaar, een attestering doen.

En ik vind dat niemand anders dan die klasse raad

en die leerkrachten daar het eind oordeel moeten hebben.

Maar in het komen tot dat oordeel moeten ze wel een aantal procedures volgen.

Dus op het ogenblik dat er een discussie is,

denk ik dat we eigenlijk alleen nog maar naar de procedure mogen kijken.

Ik zou het een slecht idee vinden

dat we voor raden van betwistingen

ineens gaan spreken over de kern van de zaak, want wie moet dat dan doen?

Advocaten, eventueel een ambtenaar of een rechter die die leerling niet kent.

Of die het vak niet kent.

Of die het vak niet kent of wat dan ook.

Dus ik denk niet dat het veel zin heeft, dat bij betwistingen

daar nog veel naar gekijken wordt.

Ik hoor dat sommige leraren uit voorzichtigheid

en ook uit angst voor een procedure het niveau van hun lessen verlagen,

zodat ze zelfs de zwakste leerling door kan stromen

en er op het einde van het jaar geen probleem is voor die vakken.

Je basent dat natuurlijk niet uit.

Maar er zijn elke school leerkrachten die ervoor zorgen

dat ze nooit probleemen zullen krijgen.

Door ervoor te zorgen dat die cijfers nooit rood worden.

En ik zal eens meer zeggen, ik heb al gehoord van directeurs die cijfers aanpassen

of eisen van hun leerkrachten om cijfers aan te passen

om niet in een procedure versijl te geraken.

Ja, gebeurt.

Altijd een slechte idee, denk ik.

Ik snap natuurlijk waar die druk van daankomt.

Een directie zit echt op de scheidingslijn.

Dus, laten we zeggen, de buitenwereld en de wereld van de school.

Ze zitten soms tussen twee vuren.

Als die directie zijn eigen angsten begint te projecteren

op zijn eigen leerarenkorps, hoe goed bedoeld het ook is,

ja, dan verliees je altijd natuurlijk.

Ik denk dat de enige juiste positie van een directielit is.

Op het ogenblik dat er een klacht binnenkomt, moet ik natuurlijk daar iets mee doen.

En wat ik ermee ga doen, is keurig nagaan van,

oké, waar gaat dit over?

Zijn daar overduidelijke redenen dat wij daar een fout hebben gemaakt?

Als dat niet het geval is, dan denk ik dat je tegen ouders moet zeggen van,

kijk, we hebben het beste voor met uw kind.

Wij zijn in eer en geweten en via de procedure die u kent

tot een beslissing gekomen, als u echt vindt

dat u hier verder moet meegaan, wij zullen meewerken,

maar dit is ons standpunt.

Een school is geen eiland, hè?

Wij zijn ook allemaal mondige burgers als privépersoon.

Als iets ons niet bevalt, gaan wij ook wel vaak in gesprek,

dus onderwijs moet er niet buiten staan.

Ik vind het vooral vermoegend, omdat ik uit mijn ervaring nu weet

dat al die betwistingen zelden tot het resultaat leiden

dat de ouders willen, maar wij steken daaronder tussen wel al die tijden.

En dat is hoogst vermoegend, omdat je weet, op voorhand,

mensen toch beginnen niet aan, dit heeft geen zin.

Maar ja, goed, zij denken dat het wel de zin heeft.

Leerlingen van nu willen graag inspraak in hun eigen schuldraject.

En dat is op zich niet vreemd,

want een attestering kan een grote impact hebben op het verloper van.

Maar als een gewone gesprek niets oplevert

en je tegenover elkaar komt te staan in een procedure,

veranderd de sfeer wel drastisch.

En de weg die je als leerling en leraar samen hebt afgelegd,

is de verkeerde verkeerde verkeerde verkeerde verkeerde verkeerde

en leraar samen hebt afgelegd, raakt ondergesneeuwd.

Soms zijn er begeleidingen bij,

waar we echt alles uit de kast hebben gehaald, waarvan ik zeker uit weet,

dat is wel lelingbegeleiding,

al zijn leerkrachten, wekelijks, zelfs, in de school,

alles hebben we gedaan, maar als ze konden,

en als zij dan eigenlijk tegen de beslissing gaan

en daarmee zeggen, jammer, jullie hebben ons niet geholpen,

ze was daar het moed,

jullie hebben geen rekening gehouden met onze situatie,

dat kan dat best hard aankomen.

Dit is Hasna Haji,

dat jonge directeur van het Koninklijk Atteneeum van Antwerpen.

Hasna is een zij-instromer.

Vroeger werkte ze voor het Vertrouwencentrum Kindermishandeling

en ook voor een CGG.

Dat is een centrum voor geestelijke gezondheidszorg.

Maar haar overstap naar het onderwijs maakte ze wel heel bewust.

Ik denk dat ik in mijn toenmalige jobs een beetje gefrustreerd geraakte,

omdat ik een aantal jongere kinderen gezienen bij mij had,

waarvan ik redelijk snel opmerkte

dat er een aantal zaken vroeger misgelopen waren,

toch ook vaak in de schoolse context.

Kleuters, lagere schoolkinderen, jonge mensen,

die brengen toch heel wat dure door op school.

Daar komt ook nog bij dat er hier in het Antwerpen

zoveel culturen vertegenwoordigd zijn.

Ik ben zelf ook van Marokkaanse afkomst.

Dus ik had wel het gevoel dat ik iets kon betekenen

voor die gezienen, voor de maatschappij.

Als dat jong directeur volgt,

had ze na alle bezwaren en procedures op.

En ook zij ziet een evolutie.

Ik denk dat wij jaarlijks op een populatie van 560 lelingen ongeveer,

dat wij een 30, 40-tal bezwaarschriften hebben

die nog eens extra behandeld moeten worden.

En dan zijn er, ja, vorig jaar hebben wij twee beroepscommissies gehad,

het jaar daarvoor, uit zonderlijk geen...

Dus dat hangt er een beetje vanaf, maar het blijft duren.

Mijn functie, hier op school, zorgt ervoor

dat ik het hele begeleidingstossier eigenlijk van A tot Z ken.

Dus ik weet meestal van de lelingen

wat ze al aangeboden hebben gekregen,

de extra ondersteuning die ze gekregen hebben.

Ik zie ook alle energie die de leerkrachten in de lelingen steken.

Dat zie ik ook.

Dan heb ik wel een heel lastige positie,

omdat ik soms de leerkrachten toch moet vragen

om een ooggedicht te knijpen of om toch nog eens een extra kans te geven.

Aan de leling mijn ooggedicht knijpen bedoel ik dan een 45

dat we dat delibereren in plaats van die 50,

waarvan het normaal gezien zou moeten...

Wat niet altijd fijn is voor de leerkrachten,

dus ik heb al leerkrachten gehad die gewoon boos waren

of die hun boosheid uit de klasse raad.

Maar er zijn ook momenten waarbij dat leerkrachten niet mee zijn

in mijn zorgverhaal of in waar ik zie.

Er wordt een beslissing genomen waarvan ik denk, ai.

Maar dan ben ik wel degene dat dat moet gaan uitleggen

aan de ouders en aan de leerlingen ook,

om dan te proberen een bezwaar tegen te houden,

toch te aanvaarden, dat is redelijk schizofreen eigenlijk, ei.

In het onderwijs staan, ik denk dat je niet anders kan

dan vanuit een bepaald idealisme in te stappen.

Dat gaat over tientallen, over honderden leerlingen die in je klasse passeren,

die je iets wilt bijbrengen, die je zo ver mogelijk wilt krijgen.

En als je alles uit de kast hebt gehaald om die leerling zo ver te krijgen

en het lukt niet, dat je dan als leerkracht, als nog,

de schuld krijgt eigenlijk, van, het komt door u,

dat is wel heel zwaar om dragen.

Zo heb ik vorig jaar een meisje bij mij gehad.

Dat meisje was 18 jaar

en had het scholjaar daarvoor iets traumatisch meegemaakt.

Dat heeft ervoor gezorgd dat ze haar scholjaar niet kon afmaken,

maar ik was eigenlijk helemaal mee in het verhaal

en ik vond dat zij een extra kans verdienen

en dat ze zo iets gruwelijks had meegemaakt.

Dus we hebben haar ingeschreven bij ons op school.

Wij hebben al meteen een klasse raad gehouden

en we hebben een klasse raad gehouden

om te bekijken hoe we haar zo goed mogelijk konden begeleiden.

Wij hebben meteen ook een therapie opgestart voor haar,

bij Theo, jongeren voor jongeren,

waar ze redelijk snel terecht kunnen.

We hebben drie leerlingbegeleiders bij ons op school

en ik denk dat ze alle drie een keer geprobeerd hebben

om een nieuwe therapie op te starten.

Telkens was er geen klik met de therapeut

en het ging haar niet af en ze haakte af.

Intussen liepen het eigenlijk helemaal niet goed.

Ze hadden heel veel afwezig in het verhaal.

Ze hadden heel veel afwezig hier,

waarbij de leerkrachten haar minstens wekelijks gebeld hebben.

Waar blijf jij? We willen u graag in de klasse en lukt het wel in en in.

Tegen juni, ik denk dat ze een twaalftale examens had

waarvan dat ze voor acht gebuisd was.

Ze heeft een ciatis gekregen.

Daar is ze niet mee akkoord gegaan.

En zij heeft dan een bezwaar ingediend.

Ze is aan bij mij op gesprek geweest.

Het was een heel zwaar gesprek.

Waarom?

Omdat ze alles wat wij gedaan hebben voor haar ontkende.

Als ze op zo'n moment dat het wel moeilijker loopt in hun leven,

als ze dan grijpen naar echt flagranten leugens,

ik was toch echt wel te leugesteld dat dit het resultaat is.

Ik vond het ook beangstigend dat dat zo maar kan,

dat dat zo gemakkelijk kan,

om daar te zitten terwijl ik daar ook zit.

En ik was vooral in shock.

Bezwaren of beroepsprocedures hebben een mentale impact

op de betrokken leraren en directies.

Dat hoor ik in al mijn gesprekken.

Onderwijsadvocaat Christophe Van Geel,

die meestal aan de andere kant van de tafel zit, vindt dat niet vreemd.

Ja, ik begrijp dat zeker.

Dus het jobvreugde heeft ook te maken met autonomie.

Dat betekent dat je gevaarteerd wordt voor wat je kan.

En ja, recht en vertrouwen, dat staat haks op elkaar.

Als men die beroepscommissie kan bekijken

als een vorm waar vragen kunnen worden gesteld

en als u daar een valabel antwoord op geeft,

dan is dat niet zo iets ingrijpend of beangstigend,

dan is het gewoon een vorm om nieuwe perspectieven

in een debat te brengen.

En ja, misschien is het toch wel vreemd

dat een instelling waar leren en bijleren de rode draad mag zijn

dat men dat niet zo ziet.

Dat men een beroepscommissie niet als een momentum ziet van,

misschien kunnen wij ook iets over onszelf leren.

Lerlingen moeten met rode pen worden verbeterd,

maar een leerkracht is onverbeterbaar of zo.

Dat sommige ouders een advocaat inschakelen

voor de verdediging van hun zoon of dochter

is voor veel leraar meer dan een brug te ver.

Een betwisting van een examenresultaat is een zaak,

maar jezelf en je aanpak moeten verantwoorden tegenover een advocaat,

dat is een heel ander verhaal.

Op het moment dat je die post krijgt

van, kijk, het advocaat is door je examen geweest,

ja, ik was heel verontwaardig, ik ben daar al jaren mee bezig.

Ik doe echt mijn best om dat zo optimaal mogelijk te doen.

En dan kwam die in één keer zeggen wat ik fout deed.

Het leek alsof dat er een wijzei verhaal ontstond

terwijl ik dat zo helemaal niet aanvoelde.

Ik dacht, de hele tijd, ja, maar ik wil gewoon het beste voor die leerling.

In de derde aflevering van Leraar Overmeesterd

onderzoek ik de rol van de advocaat in dit verhaal.

Is hij een bemiddelaar of een boeman?

Nou, wat moet ik daarop zeggen?

Ik ga beginnen die ervan overtuigd, ze zijn toch niet overtuigen,

maar ik krijg veel leerlingen tijdens het jaar over de verloer,

maar ik krijg duurende uitjaar veel directies en leerkrachten

over de verloer, met burn-out, met functionering, met tucht.

Dus als het hen goed uitkomt, is de advocaat de boeman,

maar als hij hem nodig hebben, dan willen ze toch de beste hebben.

Machine-generated transcript that may contain inaccuracies.

De toenemende juridisering van het onderwijs is een realiteit waarmee veel leraren en directies worstelen. Want zoals een directeur het verwoordt: ‘Het wordt in de richting van de school gegooid. Wat heeft de school niet gedaan? Ouders vragen nooit: wat heeft mijn kind niet gedaan?’ Elk bezwaar, elke officiële beroepsprocedure betekent niet alleen extra werk, maar heeft ook mentaal en emotioneel een impact. ‘Het leek alsof er een wij-zij-verhaal ontstond, terwijl ik dat helemaal zo niet aanvoelde. Ik dacht de hele tijd: ik wil gewoon het beste voor die leerling.’

See omnystudio.com/listener for privacy information.