Tonny Media Tonny Media 5/20/23 - Episode Page - 50m - PDF Transcript

Ik ben Isa Hoes.

Ik ben Mark-Marie Huibrecht.

Welkom bij Mark-Marie en Isa vinden iets hoeveel sterren geven wij huizen.

We gaan het hebben over huizen.

De breedste zin van het woord.

Je eigen huizen, andere huizen, wat vind je van de huizen.

Lelijke huizen, mooie huizen.

Dat doe je er allemaal mee doen.

Dat doe je van de huizen.

Ja.

Ik ga eventjes heel erg 80.

Tis jokie 80.

Zo.

Beter.

Ja, zo is het beter.

Beter, hè?

Ja, daar gaan we het over hebben.

En dan gaan we het natuurlijk hebben over.

We beginnen met deze week natuurlijk.

En de eindigen.

Nee, nee.

En we hebben nog een blad.

Welk blad?

Ik heb de elegance meegenomen.

Kijk.

Ja, dat gaan we straks over hebben.

Ik wou er al bij niet over zeggen, maar het is een fleurig thema.

Oké.

En een keurig blad heb ik altijd ideeën.

Heel keurig.

Ja, het is een beetje een soort fijn.

Er zit niks negatiefs in.

Oké.

Het is een soort lekker gevoel.

Als je dit leest, denk ik al.

Oh, kijk mij nou.

Ik ben een vrouw die een blad leest.

Ik ben een kopje thee.

Het is een prima blad.

Oké.

Keurig blad inderdaad.

En dan etiketten.

Eindigen met de moderne etiketten.

En dat is?

Ja, dan gaan we het straks over hebben.

Gaan we niks zeggen?

Weet je?

We gaan het niet eens doen.

Oké.

Nou, leuk.

Laten we beginnen.

Ja.

Nou ja, jouw week.

Hoe was jouw week?

Mijn week.

Ja, mijn week staat een beetje in het teken van de eindexamens van mijn dochter.

Oh.

Want je zou denken hoe zowen het zijn naar eindexamens.

Ja.

Want ik daar heel gespannen over ben.

Maar dat is gek, hè?

Ik herinner me dat helemaal niet van vroeger dat mijn ouders daar zo...

Want ik hoor nu heel veel mensen die daar heel erg mee bezig zijn.

Ook op tv en zo.

Ja, want er was op het nieuws ook.

En dan die ouders zitten met die kinderen aan het ontbijten.

Oh, die ouders zijn er wel zenuwachtig aan de kinderen.

Ik denk ik nou, ik herinner me dat van mijn tijd helemaal niet.

Nee, ik ook niet.

Maar ik weet niet of wij er überhaupt zo over spraken.

Dat weet ik.

Kan ik me niet zo herinneren.

Ik vond het vreselijk om de school te gaan.

Ik vond het vreselijk om eindexamen te doen.

Maar ik merk gewoon aan dat als zij dan klaar is...

Dat ik weet van, oh ja, tot dan.

En zo laat heeft ze, denk ik...

Kan ze even appen hoe het gegaan is?

Dat vind ik zo raar van mezelf.

Want ik ben nooit zo geweest in al die jaren.

Nee.

Ik gun haar zo dat ze slaagt.

Ja, natuurlijk.

Dat heeft hier ook niks mee te maken.

Want dat horen we gewoon pas ergens ver weg.

Plus, zij doet het hartstikke goed.

Ze doet het hartstikke goed.

Ze heeft super...

Allemaal allerlof.

Ja.

Nee, dat is ook zo.

Dus ik zou me om haar sowieso helemaal geen zorgen maken.

Nee, maar het is gewoon...

Ik ben te veel in levens.

Misschien nu, ik weet het niet.

Ja.

Misschien is het een algemeen ding.

Maar je zegt dat het een beetje door de lucht gaat.

Omdat je daar iedereen over hoort.

Ik denk dat het nu gewoon algemeen...

Helemaal is dat die ouders...

Nou, ik hoorde ook dat mensen nu tegenwoordig allemaal...

maar die kinderen op bijles doen.

Allemaal nog...

Dat dat veel meer is dan de vroeger was.

Dat is veel meer.

Heb ik dus allemaal niets gedaan.

En de grap is, dan voel ik me soms een beetje schuldig over.

Denk, had ik dat nou ook moeten doen?

Nee.

Maar ik denk nou gewoon zelf doen.

Ik zat wel onder de studio, onder toezicht.

Wat is dat?

Je doet huiswerkbegeleiding.

Ja, maar dat moest dan...

Als je dan had je slechte suizen omdat je niks deed...

en dan moest je na school...

moest je dan blijven...

moest je gaan zitten studeren in een lokaal...

met allemaal kinderen van de hele school van alle leeftijd door elkaar.

Maar daar was helemaal geen goed idee van die scholen eigenlijk.

Want wat je dan deed is...

dan deed je het maken werk, deed je allemaal.

Dan denk je, daar kan ik op gecontroleerd worden morgen.

En dan leer je, daar deed je allemaal niet.

En thuis dachten ze, je hebt het al gedaan op school.

Je hebt het al gedaan, je vond niets mee te doen.

Dan ging ik steeds minder doen.

Ja, dus ik ging maken en dan ging ze een beetje te klieren.

Wat een goed idee, om dan een beetje te klieren.

Dat was leuker dan gaan zitten leren.

Met je een hand op de rijtje Frans en dan de andere.

En zo, dan denk je, het is goed met je wat duur.

En dan deed ik gewoon...

Dan gingen wij bijvoorbeeld in het Frans op een papierschrijver van...

ik moet naar toilet en ging dan zo opgehouden voor...

wat was de Frans terrorist die zat daar dan.

En dan gingen wij zo ophouden in het Frans en dan...

Weet je toch?

Ja, en dat vond zij wel leuk.

En weet je nog wat je moet schrijven dan?

Nee.

Je hebt veel indruk gemaakt.

Ja.

Het is ook al lang geleden.

Ik wil graag naar het verlet, hoe zeg je dan het Frans?

Je voerde pipi.

Nee, ik weet het niet.

Frans heb ik dan weer niet...

Nee hè?

Ik vind het jammer.

Dat vind ik ook zo jammer.

En ik had zo makkelijk met Karim gewoon Frans kunnen leren.

Want die spreekt natuurlijk heel goed Frans.

Dan had ik gewoon zo...

Dat kan nog.

Waarom niet?

Komt dit nou vandaan?

Ja, omdat ik dan denk...

Nou ja, wat zou ik nou nog voor die paar jaar dat ik leef?

Nou ja.

Voor die paar jaar.

Frans gaan leren.

Ja, dat denk ik echt.

Dat zou ik daar nou ooit nog gaan hebben.

Ja.

En zeker nou met Google Translate enzo.

Nee, dat is lekker die vertaling.

Dat is super slecht allemaal.

Nee, maar ja, soms...

Kom je er wel mee weg.

Ja.

Maar nog iets even over de week.

We hadden het over Adelheid Rose.

Wie kom ik tegen?

Nee.

Adelheid Rose.

Gewoon bij mij op het pleintje.

Op een stoepje voor een huis.

En ik kijk naar.

Ze zitten met haar telefoon.

Ik denk, ik liep er voorbij.

Ik dacht, nee, ik ga even terug.

Ik ga even zeggen.

Ik had het interview met je gelezen.

Ik vind jou zo leuk.

Ik dacht, waarom zou ik er niet gewoon even zeggen?

Ja, heel goed.

En ze zat dus op die telefoon.

Dus hoe stond ik daar?

Ik dacht, dit is echt heel awkward.

Blijf ik nou staan?

Of niet?

Zag je wel nou gewoon blijft staan?

En toen ging ze ook allemaal verexcuseren waarom zij aan de telefoon.

Ja.

Zij zat daar gewoon.

Nee, niet dat ik weet.

En toen zei ze, oh ja, ik moet eigenlijk nu boven.

Zoals ze is weer.

Ze ging alle kanten op.

Maar ze vond het heel leuk dat ik haar even aansprak.

En we hebben knuffeld en over date gesproken.

Ze wilde een man.

Maar ik had haar ook gezien dus in dat first date.

Ja.

In dat restaurant.

En dat ik haar daar ook zo ontzettend leuk in vond.

En ze zei ze, ach ja, mannen.

Mannen van mijn leeftijd.

Ze zei ze.

En hoe oud moet jouw man zijn die je zoekt?

Ik zei nou rond mijn leeftijd ergens in de 50.

Maar dan kan ik er voor jou wel een vinden.

Ik zei, en waarom niet voor jezelf?

Nee, dat is te jong voor mij.

Ze is 64.

Ja, het is helemaal niet zo.

Maar ze wilde echt een man van haar leeftijd.

Ik vond het zo grappig.

Het was een heel leuk gesprek.

Ja, het is superleuk.

Ik vond het echt heel erg leuk dat ik haar tegenkwam.

En jouw week?

Nou, mijn week.

Ik was natuurlijk vorige week ziek geweest.

En toen toch moest ik er later nog aan denken.

Dat ik dacht, ik moest samen.

Dat was op een maandag, weet ik wakker.

Ik vond het superleef dat mensen reageerden.

Heel veel reacties, hè?

Ja, en ook wat het zou kunnen zijn.

Maar goed, die paar jaar dat ik nog het leven heb.

In Nederland maakt ze allemaal uit.

Maar nee, dat vond ik superleuk.

Dat ze allemaal reageerden hadden.

En we weten dat dat nu niet meer hoeft.

Maar dan maak ik me heel de dag zorgen.

Want het avonds moest ik naar een tv-opname in België.

En dan denk ik, oh god, moet ik af zeggen.

En die kan gewoon nu niet met de auto rijden.

Want ik was gewoon hartstikke ziek.

En ik was echt zo duizend dat ik geen auto kon rijden.

Maar daar maak ik me heel erg zorgen.

Omdat ik denk, oh, dan moet ik af zeggen.

En dat vind ik heel erg vervelend om iemand te laten zitten.

En uiteindelijk kond het ook niet anders.

Dus ik moest het af zeggen.

Dus na heel veel gedoe en schuldig voelen zo, zeg ik dat dan af.

Van hun nooit meer iets gehoord.

Ook niet van, hoe gaat het nu met je?

Gaat het wel met hem?

Ofzo.

En het interseert ze gewoon niks.

Dus dan, ik denk dat zij het alleen maar vervelend vinden.

Dat er iemand niet komt.

Maar wat er dan verder met mij gebeurt.

Dat maakt hun verder allemaal helemaal niks uit.

En denk ik, waarom maak ik me daar toch dan wel zo druk om?

Nou?

Nou ja.

Omdat ik mezelf dan verantwoordelijk voel.

En omdat ik ergens heb gezegd dat ik zou komen.

En als dat daar niet kan, ook al is het een hele goede reden.

Voel ik me dat toch vervelend over.

Nee, ken het.

Dus dan vind ik dan toch altijd, denk ik, eh...

Maak je wat minder druk?

Ja, maak je wat minder druk.

Gaat je het telefoon op?

Nee, je gaat niet af.

Maar bijna.

Nee, nee.

Maar ik zie dat Siri, en dan heb ik het afgezet.

Hij doet heel een poging.

Ja.

Maar dan wil ik van deze week noteren ik altijd in mijn telefoon.

Dus dan moet ik ergens iets miskegaan.

Ik zeg, laat zij tegen Siri.

Ik wil ook een keer...

Hij zei, ah, ga toch op, dat is niet aardig, zij ze.

Denk ik, nou ja zeg, je bent van mij.

Ik heb jou gewoon zo niet aardig.

Dan dacht ik ook nog, nou ja zeg, doe eens gewoon.

En daar voelde je dan niet schuldig over.

Ja, want dat zei ik niet hard op, zei ik in mijn hoofd.

Maar ik dacht wel, ik klinkte ook weer zo.

Nou ja, maar dat is niet aardig.

Dat ik denk, kom op, zeg.

Je bent Siri gewoon.

Het is niet, je hebt geen gevoelens.

Geen emoties.

Nee.

Ja, je ziet deze wel.

En ik had deze week, wat ik iedereen kan aanbevelen moet ik je zeggen.

Maar ik geloof dat het niet meer kan.

Maar ik zeg toch, want ik vond het hartstikke leuk.

En het is geen sponsor, dus ik kan het ook gewoon zeggen.

Ik had deze week behang geschilderd.

Hoe was het?

Een workshop behangschilder.

Ja.

Dus dan beschilder je behang, zo weet je, met zo'n bloes om tak en een vogeltje.

En zo, dan kan je zelf gewoon thuis.

Zou ik nu kunnen.

Maar neem maar eens mee.

Is het dan gewoon zo'n rol?

Die gaat dan uit en daar begin je op te tekenen of wat?

Ja, het is een stuk.

Nou ja, het is in Syriac zee.

Dat is al niet.

Dat is al niet.

Nou ja, voor sommige mensen.

Maar sommige wel natuurlijk.

Als je in Syriac zee woont, is het niet zo vlakbij.

Maar voor de rest eigenlijk voor niemand.

Maar in ieder geval.

Maar een heel leuk, heel mooi winkeltje.

Zo, heel mooi.

En dan heb je eerst een soort uitleg.

Blablabla.

En dan hebben ze voor iedereen.

We waren met zes of zo.

Ik was met mijn zus, met Annette, was een cadeau voor mij.

Dus het was hartstikke leuk cadeau ook.

Een cadeau.

Zo ik zo goed bedacht.

En dan een stuk behang zo op de muren geplakt.

Oké, dat is al goed.

En dan leren ze gewoon hoe je dan zo'n tak.

En met van die bestjes.

En een vogeltje.

En hoe je dat gewoon kan schilderen.

Nou ja, wij waren er de hele dag met de lunch in.

Tussen door zo'n echt zo'n dag.

Gewoon helemaal de oud.

Dat was zo leuk.

Super grappig.

En dat stukje behang op je meegenomen.

En dat heb ik meegenomen.

Ik zal wel een foto van op de site.

Op de Instagram.

Maak Marien Iza zetten.

Maak Marien Iza heet.

Dat is echt geloof ik.

Ja.

Maak Marien Iza.

Daar zet ik de foto.

Nee, dat mag je nog niet vinden.

Nog iets.

Nee.

Dus op die Instagram zal ik het dan zetten.

Dat is heel erg leuk om te doen.

En heb je het wel ingelijst?

Nee, het is heel groot.

Dus ik deed het dus heel vaak bij artis ook.

En dan bij die taking van artes die ik dan maakte.

Daar pakte ik dan cadeaus mee in.

Dus ik ga het niet.

Soms heb ik het wel eens niet bewaard.

Maar voor de rest is het wel een soort gebruikse artikel.

En dit ook.

Maar ik schilder al wel eens op de muur.

Ik doe wel muurdingen.

Wat heb je nu voor nieuws geleerd?

Wat is dan de crux van behangst?

Waarom is dat anders?

Niet.

Het is eigenlijk een meer blok druk kun, zeg maar.

Dus je doet eerst dit overal.

Dan doe je dat overal.

Dan doe je met die kleur dat overal.

Dan kun je de highlight.

Dan doe je...

Er zit een methode achter.

Dus het is niet van lekker vrij gaan maar best doen.

Dat kan natuurlijk ook.

Maar ik bedoel, dit is echt zo meer.

Zoals ze vroegen nog steeds drukken.

Dat je eerst die kleur en dan die kleur en dan dat.

En dat is heel leuk.

Want als je dat doet, dan heb je dus niet op zich.

Dat je denkt, je hoeft heel erg artestiek inzicht te hebben.

Maar dan wordt het vanzelf, wordt het iets.

Ja, leuk.

Dat is superleuk.

Heel leuk.

Dus kan iedereen...

Leuke tip.

We gaan het opzoeken.

Nou, dan gaan we nu naar het thema.

Huizen.

Huizen.

Ik heb eigenlijk veel huizen gehad.

Ja.

Veel verhuist.

Niet als kind.

Oh.

Want ik was de laatste nakomertje.

Maar ieder kind is al in een ander huis geboren.

Oh.

Ja, toevallig denk ik.

Ja.

En in het laatste huis zijn ze eigenlijk altijd gebleven.

Tot ik het huis uit ging.

Oh, oké.

Ik ben niet als kind van huis.

Maar daarna zijn ze nog wel een keer verhuizen.

Ja, zeker.

Maar ik ben geen...

Daar ben je niet geboren.

Maar ben je ook alweer geweest.

Ja, in een huis waar je ouders woonde.

Ja.

Nee, volgens mij...

Met zo'n binnenpaartje.

Nee, nee, nee, nee.

Nee, nee, nee.

Want we woonden echt in zo'n heel groot hier huis.

Oh.

Ja.

Bizar.

Maar heel leuk.

En ook heel eng.

Wat is een eng zolder?

Spannende, donkere zolder.

Kelder ook.

En een kelder.

Ja.

Heerlijk.

Ja, heerlijk.

Nou.

Nou.

Ja.

Ik vind kelder...

Ik vind kelder iets...

Ik vond de kelder wel leuk.

Er stond allemaal wijn in.

Nou, dat dronken niet meer.

Er was een kind.

Maar ik vond het heel spannend.

We roken een beetje muf.

Precies.

En bij mijn oma...

En het was lekker koud altijd.

Dus in de zomer vond ik het leuk.

Als mijn moeder zei, wil jij even...

Uitjes pakken ofzo?

Precies.

Heel veel vooruitjes.

Ja.

En dan dacht, oh ja, even de kelder in.

En dan zo.

Andere energie.

Bij mijn oma zonden er ook ingemaakte dingen.

Maar ik geloof dat als iemand ongesteld was, dan mocht hij daar niet bij.

En geloof ik wel, dan draai ik het in het om.

Of denk ik nou iets heel erg raars.

Nou ja.

Dat is toch met romen, dat soort dingen.

Of soep.

Ik doe nog een gooi.

Ik herinner me gewoon dat als je ongesteld was...

Mocht je iets niet.

Dan mocht je iets zien wat er kon eten omslaan ofzo.

Omslaan vond ik ook zo iets typisch.

Ja, ja, ja.

Maar dan was het soep.

Die dacht, oh, er is hier wel te ongesteld.

En dan was het soep.

Dat is niet meer goed.

Ik dacht dat het...

Ja, ik weet het niet.

Ik ga maar een keer opzoeken.

Reagiering vooral op als je het ook hebt meegemaakt met soep die niet meer lekker was.

Omdat je...

Ingelegd spul.

Ingelegd spul.

Ja, dat je niet de kelder in morst met je ongesteld was.

Dat zou iets...

Was het.

Maar goed, jij morst gewoon wel.

Ik vind het wel wonderlijk dat dat zo werkt.

Maar je was dat dan van een zusje ofzo, dat je dat nog weet.

Nee, maar ik weet dat ik dat ook nog eens vertelde.

Maar ik vind het zo'n wonderlijk iets dat dat...

Influut heeft op het einde.

Als dat zo is?

Ja, ik vind het wel mooi als dat zo is.

Ja?

Ik wil iets hebben.

Ik houd daar wel van.

Een beetje mystiek van het leven.

Ja.

Ja.

Maar het is ook weer iets...

Ik vind het ook wel iets heel erg negatiefs over vrouwen die ongesteld zijn.

Oh.

Dus het heeft ook iets...

Als het niet waar is bijvoorbeeld.

Ja.

Als het niet waar is, dan is het ook weer zo raar dat dat verzonnen is daarbij.

Maar als het waar is, is het natuurlijk...

En we zijn ook verfilms van vrouwen die dan heel verdrietig zijn.

En dan ook niet...

Want als ze dan aan het koken zijn dat het verdriet in dat eten zit.

Dat iedereen dan verdrietig wordt.

Ja, ik weet het niet.

Ik heb een hele grappige film daarover gezien.

Maar goed, het is een slecht verhaal want ik heb geen titel.

Maar goed.

Maar die invloeden zijn wel leuk.

Maar dus Kelder.

Kelder?

Ja.

En jij?

Wij verhuizen...

Ik dacht vroeger dat iedereen dat deed.

Maar dat bleek in meedering te doen.

Maar wij verhuizen na vijf jaar altijd zo iets.

Oh, echt?

Ja, vier, vijf jaar.

En dan ging het weer naar een ander huis toe.

Terwijl ik nou moet ik daar zelf niet aan denken dat ik dat zou doen.

Dat ik elke vijf jaar met heel mijn gezin zou verhuizen of zo.

En je bedoelt met je hele gezin jij en Karim?

Nou, nee.

Maar als ik...

Of als je dat voor andere mensen...

Dat moet denken dat ik...

Ja, dat als je kinderen hebt.

Ja.

Dat je met iedereen weer helemaal zo naar een nieuw huis gaat.

Maar dat deden wij.

Ik ben geboren in een huis natuurlijk.

In het centrum.

Maar wij hadden gewoon nog de badkamer als je zo mag noemen buiten.

Oh, ja.

Dus over de dingen zo naar...

Ja, ook zo'n beetje.

Ja, toilet en de douche.

Moest we naar buiten toe.

Maar we hadden hem ook binnen.

We hadden hem ook in buiten.

Dat weet ik niet.

Een tuintoilet ofzo.

Ja, ik denk het.

Het was waarschijnlijk nog oud.

Mijn ouders dat gappig vonden.

Oh, precies.

Dat was nog.

Maar jullie was het gewoon...

Nee, we gaan niet naar jou.

Nee, maar bij jullie was die echt buiten.

Jouw dus was het ook buiten.

Die vond het meer omdat het grappig was.

Maar niet omdat het moest.

Nee.

Waarom zouden ze dan toch een toilet buiten hebben?

Als ze gewoon alleen moeten grappigen?

Ik kan het niet meer maar vragen.

Ging ze elke dag zo buiten kijken.

Kijk nou.

Dit is een buiten-toilet.

Vroeger.

Nee.

Nee, vertel nou.

We hadden dus een badkamer.

Ja, een douche buiten.

En toen ik drie was, zijn we even gehuist.

Dus alles wat ik nog van dat huis weet, weet ik van toen ik drie was.

Dus die herinneringen heb jij gewoon nog.

Ja.

En er zijn geen foto's van.

Dus het is niet.

Want dat heb je ook wel eens.

Dat je herinneringen rondom een foto krijgt.

Met je foto's vaker te zien.

Dan denk je dat je dat nog herinnert.

Maar daar zijn dus geen foto's van.

Dus dat is wel grappig.

En toen zijn we naar een...

Waarom zijn er geen foto's van?

Die zijn verbrand.

Wat kwijt geraakt.

Niet gemaakt gewoon.

Niet gemaakt, denk ik.

Echt niet?

Nee, echt niet.

Waarom zou ik daar over liggen?

Nee, ik doe er zijn gewoon geen foto's van jouw kindertijd.

Van 0 tot 3.

Van 0 tot een heel weinig...

Dus als ik net geboren ben, want ik ben thuis geboren.

Dat is er nog?

Dat is er nog.

De bewijs?

Nee, zeker.

En mijn moeder lag gewoon thuis op de grond neer.

Ja, jij ne laadt je?

Op de begraande grond hadden ze dan een betje.

Een betje.

Dat is gewoon een bet gemaakt.

Ja, soms niet ook klein betje.

Nee, maar gewoon een bet gemaakt.

Prima.

En daar ben ik dus geboren.

Door.

Dat zou ik best wel ingewikt vinden.

Mijn...

Onze huid hart, dat was de schoonbroer van mijn zus.

Van mijn moeder.

Van mijn zus.

Ik dacht...

Wow.

Dat was apart.

Ja.

Dat was het niet.

Nee, dat was wel apart.

Maar anders.

Schoonbroer van mijn moeder.

Dus de...

Heel raar, lijkt me dat.

Ja, dus mijn moeder...

Mijn moeder was trouw, maar daar gaat het van niet over.

Mijn moeder...

Ging bevallen.

Mijn moeder had een zus.

Ja.

En die was getrouwd.

Mijn moeder had een zus.

En die was getrouwd.

Met.

Nee.

Nee, dus dat klopt niet helemaal.

Dus mijn moeder had een zus.

Dat blijft nogmaals.

Ja.

Wie staat het?

Tante Cor.

Tante Corrie.

Ja.

En Tante Cor was getrouwd met oma Frits.

Ja.

Oh.

En daar de broer van.

Oké.

Dus het is niet de schoonbroer, maar het is de broer van de schoonbroer.

Het is niet mijn broer.

Het is niet mijn broer.

Het is koumkant.

Dan weten er heel veel kinders in de luisterie.

Die weten niet wat het is.

Maar dit is...

Weet je dat wel?

Het is niet mijn broer.

Nee.

Je doet het al drie keer, maar ik weet het echt niet.

Dat was van een comedy duo.

En die deden altijd...

Die snip en snap.

Oh, natuurlijk weet ik dat.

Snip en snap.

Het is niet mijn broer.

Ja.

Ja.

Ja.

Ja.

Ja.

Ja.

De oom.

Die broer van mijn oom eigenlijk.

Ja, de broer van mijn oom.

Dat was het eigenlijk.

Ja.

Ja.

Ja.

Ja.

Maar het is een veel helterige manier van uitleg heb jij.

Eigenlijk wel.

Ja.

Op een of andere manier.

Gekke manier.

Gekke manier kan ik dat.

Ja.

Is het veel helder dan bij jou?

Maar, dat is dan niet te min.

Het was dus onze huisarts.

En dus ook de...

Verloskundigen.

Verloskundigen.

Want hij was erbij.

Ja.

Maar dat lijkt mij best ingewikkeld.

Als dat gewoon de broer van je schoonbroer is, dan is het zo...

Die zie je op verjaardagen en zo zie je...

Ja.

Ja.

Jij nog een toosje?

Ja.

En die lig je met je benenwijd.

Ja.

Ja.

Ja.

Ja.

Ja.

En die was erbij.

Ja.

Die was gewoon huisarts.

Die was er ook niet tegen.

Die wilde er ook graag bij zijn.

Ah, mag ik erbij zijn?

Ah, mag ik erbij zijn?

Nou ja.

Nou ja, omdat ik hier zo goed ken.

Oké.

Oké toos.

Oké toos.

Want mijn moeder heet de toos.

Toos.

En toen zag ik het laatste Belgische Mol.

En dat zit in een jongen die heet toos.

Oh.

Daar had ik nog nooit gehoord van de jongen die toos.

Ik ook niet.

Het zijn ook niet veel vrouwen nu die toos heet het wel.

In onze tijd wel.

En ik had ook een tante toos.

Oh, precies.

Ja.

Zeg dat die tijd.

Maar niet dat er nu nog een toos wordt geboren.

Nee.

Ik vind van Jan en Pieter, zo vind ik ook wel een leuke naam voor jongens.

Maar ik vind toos ook wel een leuke naam voor een meisje wat nu geboren wordt.

Nee.

Nou, hier niet.

Krijg je heel zo.

Pieter, en jij wil het Marko.

Marko vindt toos ook leuk.

Als jij een dochter krijgt, ga je die toos noemen.

Bij deze?

Nee.

Mag ook als tweede naam.

Isa toos.

Mag ook.

En wij hadden altijd Amerikaanse zaken mensen over de vloer.

En die noemden we moeder altijd toost.

Want die snapt het die toos himmen.

Dus hij noemde haar altijd toost.

Ja.

Dat is grappig.

Maar als mijn moeder even niks meer komt zeggen, niks meer winstens, moet je zeggen.

Ze zeggen ja.

Goedie, goedie.

Goedie, goedie.

Goedie, goedie.

Dat is dan tegen die zaaklaai.

Ah, ja.

Goedie, goedie.

Het oudere martiner van ons.

Ja, ja, ja.

Ja, ja, ja, ja.

Goedie, goedie.

Maar goed.

Huisen.

Huisen.

Het waren gigantisch af.

Nee.

Maar toen hadden wij een...

Nee.

Op een gegeven moment hadden we een ouderswijn.

Dat hoefde ik geld bij te leggen.

Een huisje huurde altijd.

Wij kochten nooit iets.

Want mijn vader zei altijd, het is domst wat je kan doen in zijn huis kopen.

Dat is helemaal niet waar.

Dat zei mijn vader, het is domst wat je kan doen in zijn huis kopen.

Nooit doen zij die.

Beloof me, nooit in huis kopen.

Want als er dan een kraan kapot is, moet je die zelf laten maken.

Was dat de reden?

Dat was de reden.

En nu kon je gewoon iemand bellen en dan moest de kraan gemaakt worden.

Dus mijn vader zei altijd, het is domst wat je kan doen.

Ik koop nooit een huis.

Het was super stom.

Want toen ik net in Amsterdam was gekomen.

Als ik toen mijn best had gedaan of zo, deed ik wel mijn best.

Maar op andere gebieden.

Maar als ik echt mijn best had gedaan, had ik misschien een huis kunnen kopen.

God weet.

En dan had ik misschien wel gewoon een huis gekocht.

Heel veel.

Je hoort allemaal van die verhaal van onze leeftijd.

Dan had ik die voor twee cijfers gekocht.

En dan heb ik 4 miljoen gekocht.

Veel plezier ermee.

Houd toch op, denk ik dan.

Ik ook dat het heel irritant.

Het is je gegund.

Ja, zeker.

Ik genuid iedereen.

Maar had je ook, ken je dat verhaal van Marina Abramovic?

Marina Abramovic, je had hier in Amsterdam, die kunstenaar is.

Ja, ja, ja.

En die had hier op de achterwals, die zoveel heette, achterkant heet dat.

Had zijn huis en dat was hij aan het kaken.

En hij zat helemaal vol met drugs dealers en junkies en seksherkers.

En allemaal zaten ze daarin.

In ieder geval.

Toen ging de bank het openbaar verkopen.

Maar niemand woorde, want er zat helemaal vol met allemaal.

Toen zei ze, is zij naar de dealen gegaan die erin.

Dat hij zei, als jij zorgt dat de hele huis leeg komt.

Mag jij hier altijd blijven wonen.

Mag je altijd voor een achterhuis op de achterkant.

En die bank werd dat verkopen en haar voor 40.000 gulden toen nog.

En toen zei die, nou, dus goed, zei die drugs dealer.

En die drugs dealer ging tegen iedereen.

En nou, eruit, nou, eruit.

Nou, iedereen ging eruit.

Toen zei de bank, nou prima, dan kan je er kopen.

We komen er één keer kijken, zei die bank.

Dus, Marina, weer naar die dealen.

Ze moeten voor één dag terugkomen.

Ze moeten voor één dag allemaal terugkomen.

Eén dag allemaal terugkomen.

En die bank kwam er eigenlijk, oh god, ik raak er anders nooit kwijt.

Dus toen zei ze, oké, je mag het kopen voor 40.000 gulden.

En heel kort.

En ze heeft een voor- en achterhuizen, helemaal zo'n oud-grachterpant.

En ze heeft dus laatst verkopen voor 4 miljoen.

Oh.

Ja.

Ongelooflijk, hè.

Ongelooflijk.

En daar heeft ze heel veel werk mee.

Dat staat er naar boek.

Een heel leuk boek trouwens om te lezen.

Maar daar staat het in, ja.

Ongelooflijk, ja.

Van dat soort mensen die dan net geluk hebben.

Ik zit altijd net fout, net verkeerd, net...

Nou, je hebt wel altijd leuke huizen.

Hartstikke leuke huizen, maar het is wel dat je...

Maar ik heb ook heerlijk lang natuurlijk gehuurd.

Ja, vanwege mijn vader.

Maar heb jij zelf, op jouwzelf, hoeveel huizen?

Best ook wel.

Doe jij nou?

Op korte hoef.

Op langs de Kommen Wingert.

Heb jij iets gehuurd?

Dat is een heel kopen Wingert.

Kopen.

Zevenhoven.

Zevenhoven, ja, precies.

Die boerderij, die hebben we gekocht.

Precies.

En daarvoor, ook daarvoor van egen.

Van egen straat.

Precies ook.

Ja, maar ik ben wel van het kopen.

Oh, zo.

Ja, en ik ook weer met de kinderen.

Precies.

Toen Antony afleed, denk ik ook vijf huizen alweer gehad.

Ja, ongelofelijk.

Maar je moet je eerlijk zeggen, ik vind het ook leuk.

Ik kijk nu naar programma's over.

Kijk van alles over.

Leuke stomme programma.

Ik maak me niet uit als het gaat over verhuizen, over verbouwen.

Dat dus?

Dat denk ik.

Dat is een goed moment.

Dit irriteert mij nooit.

Nee?

Oh, dus leuk is iemand aan het verbouwen.

Echt waar?

Ik zou het ook wel weer willen.

Dat is heel grappig.

Ik woon nu alweer.

Ik woon er net.

Lekker.

Ik denk best wel een leuk fenomena naar een nieuw huis te gaan.

Oh, echt waar?

Ja.

Oh, ik moet er niet in.

Ja, maar jij bent een gewone dier.

Een gewone dier.

We wonen naar 20 jaar daar.

Maar ik mis wel mijn huis in de Vondelstraat.

Dat was wel een heel lekker...

Dat paste mij heel erg.

Dat was wel een lekker huis.

Maar goed.

Maar huis, wat vind je belangrijk in een huis?

Dat is een goede vraag.

Dankjewel.

Licht.

Ja, ik had ze nog zelf niet overnachtigd.

Maar licht.

Ja.

Het moet licht zijn.

Ik kan niet zeggen donker.

Dan word ik heel...

Ik ben niet depressief, maar dat vind ik niet prettig.

Je mag eigenlijk niet depressief zomaar zeggen.

Nee.

Ik weet zeker niet, want ik weet wat echt depressief is.

Nee, natuurlijk.

Maar heel veel mensen zeggen...

Ik zeg het ook dat.

Maar sindsdien...

Zeg je dat ook niet meer.

Maar ik...

Zij vroegen wel eens...

Oh, dan word ik zo depressief van.

Maar dat zeg ik nooit meer.

Ik kan me betere ophangen.

Wat zeg je nou?

Ik zeg ook wel eens van, dan ben ik liever dood.

Ik zeg ook wel eens.

Dat is niet zo gek hoor.

Je mag het toch wel zeggen.

Het is meer dat ik zelf afdoe.

Maar niet dat ik dan zeg.

Dat mag je niet zeggen.

Iedereen mag alles zeggen.

Maar je hoeft niet alles te zeggen.

Nee, je hoeft niet alles te zeggen.

Liever niet.

Maar je mag wel eens.

Ligt.

Ligt.

Wat nog meer?

Ik hou heel erg van bovenwonen.

O, ja.

Dus bovenhuizen.

Want dat is ook het licht natuurlijk.

Ik heb nu ook een dakteras.

Ik vind het superfijn.

Nou, ik vind...

Vertel het eens.

Ik vind het in Amsterdam fijn om boven te wonen.

Dat je zo je eigen nesje hebt, zeg maar.

Waar verder niemand dingen.

Maar dat is echt omdat ik in Amsterdam vind ik uitzicht fijn.

Ja.

En toen ik op één hoog woonde...

Wij huurden een huis op de derde kost van elkaar.

Toen woonde ik op één hoog.

En dan had je zo uitzicht over de water.

Dat was superleuk.

En dan snachts.

Snachts in de zomer.

Er kwamen dan allemaal boten langs.

Met lampen erop.

Root en groen.

En dan deze brug open.

Maar om drie uur snachts of zo.

Vier uur snachts.

En die moesten altijd heel zacht zijn natuurlijk.

Je mocht er niet meer een harde motor.

Maar die ging je dan aan de doorgang eventjes doen.

Dat was supermooi altijd.

Dat was heel erg leuk.

Maar ik had niet door.

Dat is één van de dingen waar ik zo van hield.

Dus toen gingen wij vanuit daar naar een begraande grond.

En toen dacht ik.

Ja, maar je kan hier helemaal niet de ramen open.

Je kan helemaal niet.

Je hebt helemaal geen uitzicht.

Ja, dat is een straat.

Nou, een begraande grond ook.

Dat je denkt.

Zo heb je helemaal geen uitzicht.

Maar je weet soms niet wat je gaat missen.

Als je het hebt.

Een nummer van Frank Boeien.

Wat heet dat?

Een man weet pas wat hij mist.

Is dat niet van Hup van de Lubbe?

Ik hoor het zo.

Hup van de Lubbe zingen of niet?

Ik denk het ook.

Nou, denk je het in het lijk.

Je zei Frank Boeien.

Frank Boeien kan je vaak niet verstaan.

Nee, die zingt vaak zo.

Nee, nee, nee.

Wat zegt hij nou precies?

Maar die kun je niet zo goed verstaan.

En Hup van de Lubbe kan je altijd wel.

Ik vind Frank Boeien hartstikke leuk.

Want voor dat dat weer gedoe wordt.

Maar top.

Echt hoor.

Ga je er door.

Top, top, top.

Ja.

Dus soms weet je niet wat je mist.

Wat ik heel belangrijk vind, is dat ik naar buiten kan.

Ja.

Niet dat een voordeur.

Maar meer dat je een buit bent.

Maar dan ben je wel snel tevreden.

Want bijna ieder huis zit een voordeur.

Dat is wel prettig.

Oh, het is een voordeur.

Ik kan eruit.

Ik zou dat later ook heel verweend vinden.

Dat was bij de reinderechter.

Die hadden een voordeur.

Die hadden een voordeur.

Bij de buren op de plaats.

Er moesten ze elke dag zo over die plaats.

Die hadden geen eigen voordeur.

Die moesten heel bezoeken.

Iedereen moest.

En op zondag zat die buren gewoon lekker.

Zo buiten is het goed weer.

Dan moesten ze elke keer zo.

Nou, dat zou ik niet overleven.

Maar weet je nog dat ik mijn huis ineens mijn huur opzij.

Op de Prinsengracht.

Had ik een heel mooi uitzicht.

Maar ik had geen buiten.

En het was corona.

Ik werd helemaal gek.

Ik dacht, nou zit ik binnen in dat aquarium.

Het voelde echt zo.

En uiteindelijk, dat verhaal weet je,

toen kreeg ik borstkanker.

En toen keek ik echt zo om me heen.

En toen dacht ik, alles moet anders.

Ik ga hier weg ook.

Iedereen zei, ik had je daar niet even over na kunnen denken.

Maar ik deel dat nooit met vrienden.

Want dan zou ik nog terug kunnen.

Maar ik had de huren opgezet.

En ik vond het helemaal een geweldige moe van mezelf.

Ik dacht, kijk, mijn lekkere leefend bezig zijn.

Oh, ik ga lekker iets heel nieuws doen.

En toen vond ik natuurlijk geen huurhuis.

En ook geen koophuis, niets.

Dus iedereen zei, over een week moet je eruit.

En dan, nou ja, ik zat niet onder de brug liggen.

Nou, het scheelde weinig.

En toen kwam mijn broer met een heel liefgebaar van iemand

die die kende op de gacht bij een nieuwe huurhuis.

Oh, ik had in de middels wel een huur gekomen.

Dat moest verbouwd worden.

Dus dat duurde nog heel lang.

En vlakbij dat huizen.

En dan kan je bij hen in een tuinenhuis.

En ik heb een dochter die heel erg moeilijk vindt.

Die houdt wel van verhuizen, maar die houdt ook van schoon en nieuw.

Ik denk dan heel snel, heel romantisch.

Oh, een tuinenhuizen, wat leuk.

Nou, als ik nog een week had, zou ik zo denken, prima, weet je wel.

Ik ga wel...

Nee, een paar maanden.

Oh.

Zeker een paar maanden.

Nee, maar voor dat je eruit moest.

Dus je moest eruit over een week.

Dus dan zou ik wel veel meer accepteren

dan dat ik gewoon de keuze had.

Nou ja, ja.

Ja, ik ga hier eens over nadenken wat het rare gedrag van mij is.

Ja, dat is apart.

Maar in ieder geval, uiteindelijk ga ik naar het huis kijken

en denk ik, oh, het is een groot bende met alle spullen enzo.

En ik moest dus, want daar moest ik dan denken,

door hun huis om naar binnen te kunnen.

En dan in hun tuin, en daar was dat huisje.

En ik zag alleen maar een leuke stukje.

Ja, natuurlijk.

Oh, lekker met mijn voetjes in de gas, je kent mij.

Ik zag weer alleen maar leuke dingen.

Ik ging hem met Flinder naartoe.

Nou, dat gezicht van haar, die had echt iets...

Uiteindelijk hebben we daar een week gewoond.

Ook weer, echt een week.

Verschrikkelijk.

Maar goed.

Soms gebeurt dat zo.

Maar je moet een eigen voordeur hebben.

Dat is wel wezenlijk.

Je moet een eigen voordeur hebben, ja.

Ligt boven.

Ja, ligt en dat je even...

Nee, nee, nee, nee.

Je moet naar buiten kunnen.

Dus je moet...

Al heb ik wel een heel klein zo'n...

Dat je net één stoel op kan zetten ofzo.

Dat maakt me eigenlijk niet vanuit.

Maar je moet ergens even een beetje naar buiten kunnen.

Maar goed, er zijn natuurlijk mensen die dat allemaal niet hebben.

Ik heb natuurlijk ook op de meest rare plekken gewoond.

Ook toen ik in Breda studeerde.

Maar dan mag je niet echt geloven met HBO opleiding.

Maar goed.

Toen ik dan naar school ging ofzo.

Dat moet je zeggen.

Opleiding.

Een opleiding deed cursus.

En toen heb ik ook naar daar gewoon op kamers gewoond.

Met een schuimdak.

En ja, ik heb op verschrikkelijke plekken gewoond.

Maar altijd wel een beetje gewoon iets met een duur tafelkleedje.

Dus ik heb altijd wel geprobeerd.

Omdat het schildt heel veel namelijk.

Om net gezellig te maken.

Ja, hoe erg het toek is.

Want als ze dan geboden je het tafelkleedje.

Dan zie je de poep dicht de muziek niet willen leren.

Want dan denk je oh, nou, dit toekje is het gezellig.

Dat denk ik dan.

Ja.

En wat dat vind ik, dat is heel belangrijk.

Nou ja, hoeveel sterren geef je huizen eigenlijk?

Ja, dat is eigenlijk wel een beetje duidelijk zo.

Nou, ik denk dat de luisterlanders wel gewoon een getal willen weten.

Gewoon een soort aantal van sterren.

Ik zeg gewoon een dikke vijf.

Oh, dikke vijf ook.

Ja, als meer mocht zou ik er meer geven.

Dat was niet heel dik, hè.

Nee, die laat ze.

Nee, die laat ze.

Die laat ze.

Ja, ik ga dat nou ook niet meer doen.

Ik ga niet meer zwarte doen.

Haha.

Ik vind het toch een goede...

Ik ben 15 sterren, ik doe het ervoor.

Ik vind het top.

Dieke vijf, dat zijn vijftien.

Ik doe huizen.

Ik hou zo van huizen.

Ik hou zo van binnen de deur dicht gewoon in huis.

Gewoon de hele dag gewoon hangen en zetten.

Oh, ik kan er zo geluk van worden.

En dat vind ik heel erg vervijn.

En dan, ik doe het ja één.

Ook zeker, Fijt.

Het mag allemaal niet van Toonies, geloof ik, want die wil er...

Dat is weer veel kritische minder.

Maar ik kan niet anders dan Vijfsterre geven.

Ik heb al heel veel blauw plekken, dus ik hoop dat ze ons nou niet gaan geven.

Ja, dat is ook nog een beetje een truc.

Wij doen ons best.

Wij vinden huis gewoon echt...

Ja, fijn. We zijn dankbaar dat we een huis hebben.

Zeker.

Ja, heel erg dankbaar.

O, mag ik dat nog even heel snel vertellen?

Ja.

Ik kan niet anders dan altijd zwervers iets geven.

Bij de Albert Heijn staat...

Dat heb ik heel vaak.

Maar hoe vaak ik iets geef, dan wordt het bekende.

Dus dan zie ik hem meer.

Heb je wat voor vanavond?

En dan zeg ik, nee, nu niet.

Je hebt niks gehad.

Maar toen dacht ik, ja, maar dan kom ik toch weer terug.

Dan wissel ik toch heb het gehaald.

Dus ik had hem nog.

En toen een paar keer zegt, je weet toch dat ik van jou...

En ik zie het maar niet.

Ik ben echt voor mijn gezicht.

Ik zie het gewoon niet, de liefde.

Maar toen dacht ik, ja, van de week...

Ik loop even terug.

En toen zei ik...

Je moet je schoen duisteren.

Ik wil toch eens weten.

Ik zei, je bent altijd zo...

Ja, hij is zowel bespraakt ook.

Dan denk ik, hij heeft geen tanden in zijn mond.

Een heel lang verhaal.

Waarom die dan op straat was.

Dus heel positief.

Dat je op een gegeven moment zei...

Ja, want de man van mijn...

De man van mijn dochter.

Bij mij is het heel simpel altijd.

Meteen te begrijpen.

De man van mijn dochter.

Is het gewoon zo?

Nee, die doet iets met de woning.

En die had geregeld, over zes weken heeft hij een huis.

Dus toen dacht ik ook, dan zie ik hem nooit meer.

Maar hij is natuurlijk superfijn.

Hij heeft een huisje binnenkort.

Hij was helemaal blij.

Hij leeft ook nog niet zo lang op straat.

O, ook nog pas een week of zo.

Nee, wel een...

Ruim meer dan een half jaar was hij op straat.

Maar had hij schoon gewoon dan niet...

Toen hij op straat draaide te komen?

Wat?

Ik denk dat het antwoord mee is.

Alleen, dat draagt iedereen thuis zich af.

Denkt, maar had hij schoon dat er niet...

Iets eerder in de pen kunnen klinnen?

Ja, maar dat denk ik wel niet.

Ik denk dat dit nam ik ook al een beetje.

Een manier was hij misschien zo...

Hij keek me zo aan.

Ja, toen lag ik ineens bovenop.

O.

Ja, zo gaat het soms.

Ja, soms gaan.

Ik weet nog wat het...

Wij moesten uit ons huis, toen ik klein was.

En toen...

Of kleiner dan ook, dan ik naast ben.

En toen moesten wij uit ons huis.

En toen moesten wij ook...

We wisten ook niet meer aan het toe.

En toen had mijn moeder...

Die had ooit eens...

Mijn moeder was 17 of 18.

Mijn moeder was heel verlegen, dus hij was niet echt...

Op zijn feest geweest.

Maar goed, die had ooit eens kent gehad...

Aan de directeur van de Nederlandse bouwvereniging.

En toen heeft ze een afspraak gemaakt.

En toen heeft ze op kantoor...

En toen hadden we een...

Nee, niet dat mijn moeder iets heeft gehad.

Nee, maar mijn moeder was in Mangio.

Die heeft toen verteld van hoe moeilijk het was.

En toen zeiden we, ja...

We hebben...

We hebben een...

En toen zijn mijn moeder...

Ja, die 16 hoge flat zijn.

Maar eventjes...

Ho, Dirk.

Want ik heb wel hoogtevrees.

En toen zijn die...

En ik kenne elkaar nou heel goed.

Ze hebben lekker gedanst.

Dan zei ze...

Dat is een jurk weer aan.

En toen zei ze, ja...

Nee, nee, want zo was zijn moeder geen maand natuurlijk niet.

We zijn netjes.

Maar toen zei ze wel, ja, eventjes stoppen Dirk.

En toen kregen we een huis daar.

Omdat we uit ons oude huis moesten.

En alleen maar een dansje.

Ja, nee, gewoon een gesprek.

Gewoon een leuk gesprek.

Gewoon een leuk gesprek.

Over vroeger en over...

Man tot vol, mens tot mens.

Man tot mens.

En toen...

Waarschijnlijk ook wel...

Naar boven op de Stapen geklommen.

Maar ook anders waren we op...

Waar we op straat gekomen.

Dat was natuurlijk niet mooi geweest.

Dus heeft mijn moeder ons van behoekt.

Het was allemaal mijn vader ze schuld.

Maar zij heeft het opgelost.

Dat doen moeders.

Dat is mooi.

Maar mijn vader zei toen altijd...

Dat wordt wel heel lang.

Maar mijn vader zei toen altijd...

Als ze iets wilde hebben, zei mijn vader...

Als er dinersklip op de deel staat...

Dan mag je het hebben.

Maar dat was gewoon een kredikaart.

Wij vader dachten...

Als die alles gewoon betaald was...

Als er dinersklip was...

Dan konden we het hebben.

Dus toen hebben...

En daar is mijn vader toen...

Omzetten ze mee in de...

Ja, ongelooflijk.

Dat je zelf daar niet kan denken...

Uiteindelijk moet ik dat allemaal terugbetalen.

Bizar.

Maar goed, het is allemaal goed gekomen.

Ja, goed gekomen.

Maar met de huizen.

De eleganst.

Thema is bloemen en buiten zijn.

Nou, daar hou ik van.

En er staat een interview in met Yvonne Kronenberg.

Oh man, ken je Yvonne?

Ik ken haar niet, maar ik weet wie het is.

Ja, schrijfster.

Ze heeft natuurlijk best wel wat gedaan.

Wat ik heel grappig vond, dit zijn recennes uit hun huwelijk.

Dus dan worden er een aantal dingen beschreven.

Nou, ze leren elkaar kennen.

Maar wie is hij?

Dat is gewoon de grote liefde.

Nee, dat snap ik.

Hij is het Joep van Duin.

En Joep van Duin leert zij kennen in een cafeetje.

Ze is dan met een andere man.

En die man kent hem.

En die zegt, dit is Bas Joep.

En dit is dus de Joep.

Ze kijkt hem elkaar aan.

En zij denkt, nou, dit is wel echt de mooiste man die ik ooit gezien heb.

Want ze dacht Bas Joep.

Ja, maar daar had ze altijd van gedacht.

Bas Joep is een dikke, kale man.

Hij werkt ook in de havens.

Maar dit is een hele slanke, knappe, leuke man, vindt zij.

En de gap is

dat ze gewoon de volgende dag

met elkaar op stap gaan

terwijl ze allebei een relatie hebben.

Nou, sorry, hoor.

Ja, maar ik wil toch even benomen.

Want die vind ik verschrikkelijk.

Jij vindt het verschrikkelijk, weet ik.

Ze gaan aan antwerpen, ze zoenen.

Ze gaan aan kroegjes, ze drinken biertjes.

En iedereen is woedend als ze thuis komen.

Maar wij hadden het erg leuk gehad, zeggen ze allebei.

En ja, zij hadden hem niet door

dat die man waar zij mee was,

dat hij het heel serieus nam.

Dus toen zei hij, ja, maar we hebben toch een relatie.

En toen zei ze, oh,

nou, en toen is ze gewoon

toch met hem verder.

We gaan met die man waar ze dus mee was, niet met Joep.

Dus ze heeft ze keurig twee jaar Joep niet gezien.

Toen was het over, met die man.

En Joep was inmiddels ook niet meer met die vrouw.

Ging naar haar op zoek en vond haar in het café.

Want ze wisten wel waar ze elkaar koenen vinden.

En toen was het eigenlijk binnen no time

was het weer aan.

En eigenlijk heel gemakkelijk,

dit was het gewoon, zij vonden elkaar fantastisch.

Dat is tien jaar zo gebleven

tot zij bekend werd.

En dat trokken zij eigenlijk allebei niet.

Zij werd grappig nog heel onzeker

van die bekendheid.

Zij wilde juist van hem die bevestiging krijgen.

Dan zei hij weer, je krijgt van iedereen bevestiging.

Moet het nou ook nog van mij.

Ik word er gek van.

Toen zijn ze uit elkaar gegaan, voor tien jaar.

Oh, nou, ik vind het zo wonderlijk.

Na tien jaar hebben ze elkaar weer gezien.

Nou, ze zag elkaar wel eens af en toe

ergens op een feestje.

En toen zag ze elkaar weer op een etentje.

Zij loopt de keuken in.

Ze loopt terug.

Ze pakt hem bij zijn schouders.

Heel hard, denk ik.

Ze kijkt elkaar in de ogen en zegt

en daar gebeurt het weer.

Ik voelde alles weer terug gekomen.

En ze waren weer samen.

En dat is nooit meer over gegaan.

Ja, ik vind het lief.

Ze hebben een hele mooie relatie.

Wat ik leuk vind, wat hun geheim is.

Wat jij volgens mij herkent.

Ze vinden het heel belangrijk

dat de ander het naar zijn zin heeft.

En daar doen ze dus ook alles voor

om daar aan bij te dragen.

Dat vind ik heel mooi.

Dat heb ik jou ook wel eens horen zeggen.

Zeker, je moet elke dag opstaan

met de idee hoe ik de ander geluk kan maken.

En dat doen zij.

Ze houden niet veel feestjes.

Ze hebben ze één keer geprobeerd.

Ze dachten ze allebei, het lijkt wel of ze naar het schafot lopen.

Ze zijn wel getrouwd omdat zij ziek werd.

En ik dacht, ik moet hem goed achterlaten.

Er is altijd vrede in huis, nooit ruzie.

Ze zegt, ik heb misschien geen 15 jaar meer zijn leven.

Want het is teruggekomen.

En het is niet goed.

Maar ze zegt, ik heb altijd al bij de dag geleefd.

En ik heb al zo veel mooie dingen meegemaakt.

Mijn leven is goed.

Ja, ik vind het een lief verhaal om te delen.

Lief dat zij samen met die Joep

eigenlijk heel haar leven zo is.

Ja, doorgewandig.

En dan toch weer bij elkaar terug.

Ja, maar toch?

Het begon negatief, hè?

Nou, ik vind vaak achter elke romantische verhaal.

Er zijn er ook allemaal mensen die daar de dupe van zijn, zeg maar.

Dus je hebt ook heel vaak, weet je of het niet meer.

Ja, toen zag ik in z'n ogen, moest het zijn.

En toen ben ik dan wel bij mijn gezin weg.

Dan denk ik, ja, nee, dat is heel leuk.

En ik gun het jou, ik doe het vooral.

Maar je laat wel mensen achter.

En je maakt het voor mensen wel ingewikkeld.

De ex van hem was zo kwaad

dat ze de kinderen bij hem dumpte.

En zij had zoiets, ja, ik heb nooit kinderen gewild,

maar heb ik ook niet moeilijk overdaan.

Ik heb gewoon ook die kinderen gewoon toegelaten in mijn leven.

Dus ja, het voelt allemaal wel goed.

Ik vind het wel mooi, hoor.

Echt een mooi verhaal.

Leuk dat die ex ook nog eens drap na krijgt.

In zo'n stuk.

Wat dan vind ik ook altijd zo.

Dat is wel waar.

Maar zij was zo boos, ze zei,

terwijl zij waren al uit elkaar toen wij weer samen kwamen.

Ja, maar ik denk, als je een interview met die ex zou hebben,

dan zei je, oh, zo zit het.

Maar ik toch helemaal anders in elkaar.

Het is heel goed dat je dat zegt.

Ja, dat vind ik heel goed.

Ja, want ik gaf net een lullig dingetje even voor.

Goed klopt, niet aardig.

Nee, dus het kan altijd nog anders zijn.

Hij stent dus niet.

Ja, hij sterk mooi mens.

Ja, hij sterk, I love it.

Ik kan dit ook helemaal niet.

In de mens zal het zeggen.

Ja, maar laatst had ik iemand, die deed het helemaal anders nog.

Die deed het een soort, ik weet het niet eens meer,

die deed het een hartje maken zo, weet je voor je hart.

Maar dan veel ingewikkelder.

We gaan het over een moderne etiket hebben.

Ja.

En het gaat over, mag je tegen iemand zeggen

dat iemand op iemand anders lijkt?

Dus gooi, je doet me zo denken aan

een zwiebertje,

of je lijkt zo op Beatrix.

Ja.

Snap je, heeft iemand wel verteld

dat je heel erg op die een

dwerg van z'n weetje lijkt?

Dus mag je dat zeggen?

Ja.

En dan zegt bijvoorbeeld Ingeborg Kila,

die zegt wel dat je bedoelt op een familielid.

Dat vinden mensen doorgaans leuk.

Je dacht, nou, is dat niet altijd zo?

Ja, want als je zegt,

je lijkt zo op Tante Loes.

En als je echt denkt, wie?

Nee, niet op haar.

Ja, op die foute open uit de oorlog.

Dat is natuurlijk ook niet leuk,

dat je denkt, ja, niet van gezicht, maar van...

Nog erg bedankt.

Nog erg, ja.

En dat je bijvoorbeeld,

Jeffrey Dahmer lijkt of zo.

Ja.

Ja, dat was op zich volgens mij niet echt de ledelijke jongen,

maar die is natuurlijk wel...

Ja, dat is wel heftig.

Maar deze vond ik wel leuk,

dat was Ravianne van Vliet,

die zegt, ja, het wordt helemaal ongemakkelijk

als je tegen iemand zegt

dat hij sprekend op Joep Zertons lijkt,

maar dat hij dat ook daadwerkelijk blijkt te zijn.

Is haar jaren geleden eens een klitje overkomen

in een kroegje in de naam?

Nee, maar bijvoorbeeld ook als je zegt...

Bekende mensen die dan zeggen van, ja, je lijkt

heel erg op die indie, maar jij bent

knapper of je bent

minder dik of je bent...

Ik zou het gewoon nooit zeggen.

Heb je het ook nooit gezegd tegen iemand?

Nee, ik heb nooit tegen iemand gezegd.

Je lijkt heel erg op...

Ja, dat zou ik gewoon nooit zeggen.

Omdat...

Je maakt eigenlijk kans

dat je een rij van beleden ging

in één keer tegen iemand zegt.

Dus je zegt eigenlijk tegen iemand,

je bent kalend, je hebt de grote neus

en je bent te dik, dat is eigenlijk wat je zegt.

Je zegt, gooi je lijk zo op.

Ja, ik ga nou niemand noemen, maar ik bedoel,

snap je?

Ja, bijvoorbeeld, als je dat zegt, dan zeg je

ineens een rij aan beleden gingen

in één keer.

Ja, hoorde ik...

Dat had iemand schreven, ja, je lijkt

zo op die één uit Bridgeton,

nou, die...

Bromley ofzo.

Ja, die jonge Bromley, nou prima,

dat vind ik...

Dat is een foto van bijgezet,

dus die bedoelt ze.

Maar die Bromley komt ook in de serie,

als oud nog.

Dat is niet ding, en die jongen is ook

niet echt knap.

Maar ik vind het ook helemaal niet erg,

alleen ik doe het zelf nooit.

Ik heb mezelf daar wel op betrapt.

Ik heb het laatst nog gehad,

mijn redacteur van m'n boek.

Ach, Feyenoord nog even niet op m'n boek gehad.

Feyenoord nog even kunnen hebben.

Zij lijkt zo...

Dat denk ik dan altijd, niet sprekend,

maar ik denk, is er echt de zus kunnen zijn

van Lies Vissendijk.

En dat zag ik alleen maar als compliment.

Ja, maar dat is natuurlijk het probleem.

Jij ziet dat als compliment, maar iemand anders

ziet zich natuurlijk heel anders.

En die denkt, maar wat?

Maar waarom zou je dat denken?

Want waarom zou je niet denken, oh wat leuk,

want liefschappig, intelligent,

knap, wat ever.

Waarom moet je iets negatiefst dan meteen denken?

Omdat mensen zo over zichzelf nadenken.

Maar altijd als je zegt,

je doet me zo denken aan het Sofialore

en dan...

Wil je iets van horen?

Ja, misschien.

Of dan denk je, ja.

Of je denkt, of je vindt juist

het Sofialore,

dat je denkt, hoe zo lijk ik daarop?

Want je hebt gewoon een heel ander beeld voor jezelf.

Dus ik sta gewoon nooit iemand met iemand anders vergelijk.

Dus ik zal een tip geven,

doe dat niet.

Ik hoor het en ik zal het ook niet meer doen.

Maar wat heb je...

Mooie ogen, zegt-ie.

Langeleven is het liefst,

als iemand niet heel erg knap is,

zegt-ie.

Wat vindt je mooi aan mij?

Je moet altijd het vraag stellen.

Wat vindt je mooi aan mij?

Je hebt zulke mooie ogen, ja.

Ja, snap je.

Dat is zo overduidelijk van...

voor de rest is ze niet veel aan.

Dus ik haak me maar aan je ogen vast.

Want wat kan je er fout mee doen met ogen?

Dat soort vragen moet je hem niet stellen.

Als je elkaar nog hem niet kent.

Nee, maar ze moeten van het programma.

Ja, ik weet het wel.

Als je hem op de straat zou zien, zou je hem omkijken.

Dat is ook niet.

Ik vind het wel grappig als mensen heel eerlijk zijn.

Voor mij is het heel leuk, omdat ik zeer te kijken.

Ja, maar soms is het zo pijnlijk.

Dat kan ik niet blijven kijken.

Nee, het is superpijnlijk.

Maar ik denk dat je jezelf een beetje moet harder als je hier aan meedoet.

Want dit kan je verwachten.

Ja, maar...

Je kan van alles voor jezelf voornemen.

Maar je kan jezelf eigenlijk nooit echt erop voorbereiden.

Je weet namelijk niet echt

hoe je ergens op gaat reageren.

Daar verrass je je toch altijd mee, vind ik altijd.

Dus ook zo.

Maar goed.

Volgende week weer een nieuwe.

Dus onze tip is, gaat het vooral niet vergelijken.

Nee, geef gewoon een leuk compliment.

Ja, dat is altijd fijn.

Altijd leuk.

Omdat overal en altijd te doen.

Ja.

Volgende week, ja.

Tot zaterdag.

Machine-generated transcript that may contain inaccuracies.

Nieuwe aflevering! Huizen. 

Het geluid van schuivende meubels klinkt Isa als muziek in de oren. In de Elegance staat een liefdesverhaal vol sensatie, en: mag je een compliment met een compliment beantwoorden?🎧


Geproduceerd door Tonny Media.


Stagelopen bij Tonny Media? Bekijk de vacatures op de website.


❤️ Instagram

⭐️ TikTok

🎥 YouTube

📧 Mail ons

🎧 Marc-Marie & Isa Vinden Nog Eens Iets is exclusief te beluisteren op Podimo, om de week op woensdag.


Hosted on Acast. See acast.com/privacy for more information.