DS Vandaag: Hoe pakken we obesitas bij kinderen aan? Het Zeepreventorium toont de weg

De Standaard De Standaard 10/19/23 - Episode Page - 26m - PDF Transcript

Het is 19 oktober.

Dit is vandaag de dagelijkse podcast van de standaard.

Ik ben Marianne Justuard.

Eén op de vijf kinderen in ons land kampt met overgewicht.

Liefst zes procent leidt aan obesitas.

De zeventienjarige Reine is één van hen.

Zij verblijft al vier maanden in het zeepreventorium in de Haan.

Dat is een pionier in de strijd tegen obesitas.

En die strijd wordt nu fors opgevoerd door de federale regering.

Hoogtijd dus voor een bezoek aan de Haan,

waar we leren dat er dringend nood is aan een nieuwe kijk op obesitas.

Op een mooie na zomersdag in het midden van de week

trekken collega Kato van Rooij en ik naar de Haan.

De Haan? Zeepreventorium.

Het Zeepreventorium is een indrukwekkend gebouw vlakbij het strand.

Rond het gebouw liggen goed onderhouden sportvelden.

Hier worden 160 kinderen opgevangen met chronische aandoeningen.

Ze leven, slapen, eten en sporten hier

en als het kan gaan ze in het weekend naar huis.

Op de Siette is een lagere en een middelbare school aanwezig.

Maar dat zat je al lang precies.

1926.

Bijna honderd jaar geleden werd het Zeepreventorium gebouwd

oorspronkelijk voor mensen met asthma en longproblemen.

Maar in de jaren 90 kwam er dan die focus op.

Een ideaal moment.

Want de wereldgezondheidsorganisatie had toen net beslis

dat obesitas kon gezien worden als een chronische aandoening.

Vanaf vaneer spreken we van obesitas in het Zeepreventorium

is dat vanaf een BMI van minstens 30.

Maar om opgenomen te worden moet je ook nog andere klachten

hebben, fysieke of mentale klachten.

Goedemiddag, hallo.

We hebben Marianne in kato van de Standard Podcast.

Oké, voor Louise.

Ik wil aanvrouwen met jullie hier.

We hebben administratie Wenske.

En Louise komt zo dadelijk.

Hallo, dag, Louise.

Oké, Marianne.

Louise, onze contactpersoon in het Zeepreventorium, leidt ons rond.

En stelt ons voor aan psychologen, aan tangen.

Die van in het begin betrokken was bij het obesitas-traject.

Toen ik in 1994 begonnen was, was inderdaad de aandacht

zeer staat naar dat gebicht.

Ondertussen hebben we heel goed geleerd dat dat niet vol staat.

Je kan kinderen gezonde voedingen aanrijken.

Je kan kinderen meer doen bewegen.

Maar dat gaat eigenlijk over een stijl.

Een nieuwe leef, gewoon, die ze moeten aanleren

en die we ook aan het gezin moeten aanleren.

Eén van die kinderen is Rijnen.

Ik ben Rijnen.

Ik ben 17 jaar en ik zit al vier maanden in het Zeepreventorium.

Rijnen kwam in het Zeepreventorium terecht naar een doorverwijzing

van haar psycholoog en psychiater.

Zij kampten met overgewicht, maar dat was niet het enige.

Ze werd ook langgepest, waardoor ze een laag zelfbeeld had.

Ik ben hier eigenlijk terechtgekomen door mijn psycholoog en psychiater

omdat ik mentaal en fysiek niet meer goed in mijn veld zat.

Ik ben zowel fysiek als verpaalgepest geweest heel mijn leven.

In de lagerschool begon het zo een beetje met het sluiten

en als laatste worden gekozen bij turnen.

Wij willen jullie niet in het groepje hebben,

want je bent de tragest of je bent de zwaarste.

En naarmate dat je ouder wordt,

krijgen de andere rond u ook meer besef

en weten die ook van, oké, zij is dikker als ons,

zij weegt meer als ons.

Daar zit het ook van, zij is dik omdat zij te veel eet.

En in de lagerschool is er ook heel veel tegen mij gezegd

van ja, zou ik dat wel eten?

Of ja, jij moet wel minder eten als ons, want jij bent dik.

En zo van die dingen, ook als we gingen zwemmen,

werd ik ook gepest, als ik in Badpak werd gezien,

werd er ook gezegd van, oh, we zien hier rollen.

In het middelbaar ben ik ook heel vaak uit de school geweest.

En eigenlijk in het vierde, vijfde middelbaar is het slechter beginnen gaan.

Ik heb ook lastig reden van paniek aanvallen en zo.

En hadden we wel echt zo iets van, oké, er moet iets meer gebeuren.

En dan hebben ze mij naar hier doorverwezen,

omdat het draait hier en de begeleiding hier wel goed leek.

En ze hadden al een aantal patiënten gehad,

waarbij het hier ook heel goed was gelopen.

En ja, zo ben ik hier eigenlijk terecht gekomen.

Naast de Rijnen zit Evy Stremers, psycholoog van de Leefgroep van Rijnen.

De stap naar het zeepregentorium is absoluut geen gemakkelijke stap.

Dat vraagt heel veel lef en je moet heel gapper voor zijn.

Op het moment dat ze dan bij ons worden opgenomen, gaan we echt ook wel de doelen bepalen.

En we hebben jongeren die wekelijks weer mee op gesprek komen,

omdat de doelen vooral gerecht zijn op een beterzelfbeeld krijgen.

Dus ik zal ook beter leren kennen, leren nadenken over wat te doen bij moeilijke momenten,

een probleem op losselend gedrag.

Maar ook wel ondersteuning vragen bij het leven in de Leefgroep.

Want onze jongeren komen terecht in de Leefgroep.

Want twee keer zien jongeren.

Dat is heel fijn, dat is heel erg ondersteunend,

maar dat is toch ook soms wel heel erg druk.

En niet altijd zo gemakkelijke reinen om samen te leven met andere jongeren.

Rijnen is niet de enige die hier toe kwam met mentale problemen.

Al maar vaker zien ze bij het zeepregentorium

dat de problematiek van de kinderen en de jongeren steeds complexer wordt.

Dat is toch wel een nieuwe evolutie.

Kinderen komen steeds vroeger.

Dus hun eerste opname is op jongere leeftijd.

En ze hebben ook een steeds zwaardere rugzak.

Zegt directeur Nick Marlijn.

Wij zien heel veel kinderen die een moeilijke thuis-situatie kennen,

die allerlei extra problemen met zich meedragen.

Een rugzakje met zich meedragen.

Bijvoorbeeld bijkomende lichamelijke problemen die ontstaan door het gewicht.

Pasproblematiek op school, schoolachterstand.

Ook heel wel ichaamlijke aandoeningen.

Het ontwikkelen van diabetes, botproblemen, magdarmproblemen, psychisch leiden.

Dus wat wij vaststaan, is ook nog in de volksbond op vandaag,

wordt op de basis dat ze nog altijd beschouwd

als iets dat te maken heeft met het gewicht.

Maar wij staan eigenlijk vast dat het veel complexer is dan daar.

Dus wij gaan er echt wel gaan inzetten op die complexere behandelingen.

Dat bevestigt ook psychologen aan tangen.

Die van in het begin betrokken was bij het obesitastraject.

Wat je zit in het preventorium, is eigenlijk op een doorslag

van wat je ook in de maatschappij ziet.

Je ziet veel meer kinderen met ADHD.

Er zijn veel meer kinderen met ASS.

Er zijn heel wat meer kinderen met problematische opvoedingssituaties.

Dus zonder caricaturaal te willen zijn,

denk ik dat we eigenlijk de kinderen en jongeren

die hier toekomen in de derde lijn.

Dat zou belangrijk,

dat dat allemaal kinderen en jongeren zijn met een bagage

van ergens komt.

En wij zijn wel gestopt met de vraag te stellen naar

wat is de kip of het ei?

Was het obesitas nu het gevolg van?

Of zijn de pasteurij in de oorzaak van

eigenlijk die vraag stellen we ons niet?

En kan het niet zich aangregen?

Doe dan een goede screening van.

En je ziet dat daar op die verschillende domeinen

dat daar al of niet een probleem is.

We zien natuurlijk ook de impact van COVID.

Het jeugdbeweegingsleven die stelgerecht geweest is.

Jongeren die al met een aantal thema's worstelden,

die plots een periode school hebben moeten missen,

een periode structuur hebben moeten missen.

Dus ook op lichamensbeweging, op levenstijl.

We vermoeden ook wel dat die twee of drie jaar,

waarin dat er zo een hele rare periode in het leven is geweest

van die kinderen en jongeren,

dat dat een impact zal naarlaten.

Ik denk dat er in ieder geval

zal zichtbaar komen de komende jaren.

We zien ook dat de identiteit van de jongeren

dat voor de jaren heel stark geëvolueerd is.

Dat soort er ook voor het worstelen ermee

of het erover nadenken, er ook wel voor zorgt

dat er een zware impact kan hebben.

Denk maar aan de impact van sociale media.

Die sociale media werken in twee richtingen, zegt Marlijn.

Bij sommige patiënten hebben ze een negatieve invloed

op hun toch al lage zelfbeeld.

Maar er zijn ook kinderen, jongeren,

die de sociale media gebruiken.

Wij zien jongeren dagboeken bijgehouden, vloggen,

socials delen, waarbij dat ze dan proberen

het verhaal van de mensen.

Dat is ook wel zo.

Dat is ook zo.

Het zei altijd dat ook er op een dagboek

een dagboek kunt bijgehouden, vloggen,

socials delen, waarbij dat ze dan proberen

het verhaal van hetgeen

dat ze meemaken in de zeepreventorem

te delen met de buitenwereld.

Om te werken, een inspiratie op te doen

rond body positivity.

Geel veel influencers die zich

goed voelen in hun lichaam

die ook laten zien van

hier een gebreken, daar een gebreken

is allemaal niet erg.

Niet alle dekke mensen zijn hetzelfde

Niet alle dekke mensen eten hetzelfde

alle dunne mensen eten hetzelfde en dat denken ze wel.

Ze steken zo dikke mensen zo in één hok en die zijn allemaal hetzelfde.

Dus dat de invloed van sociale media valt eigenlijk ook bij mij heel goed mee.

Wel als ik soms mijn vrienden zie, in bijvoorbeeld bikini foto's of op vakantie of bij een feestje.

En die zien er allemaal heel goed uit, dan heb ik wel soms iets van,

oh, ik wil er ook zo goed kunnen uitzien in zo'n idee.

Maar eigenlijk volg ik vooral mensen die zo werken rond,

ja, je bent goed zoals je bent.

Dus daar kijk ik vooral naar.

Reine heeft al een belangrijke stappen erin gezet.

Ik denk dat dat heel belangrijk is om daar heel bewust mee om te gaan.

Ik hoor wel van heel veel jongeren dat sociale media echt soms wel heel confronterend is.

En niet alleen de sociale media, maar de visie van de maatschappij in het algemeen.

We werken heel hard rond veerkracht van jongeren en vooral een positieve blik naar zichzelf.

Maar dan vertellen veel jongeren mij wel van,

oh, we kunnen wel positief kijken naar onszelf, maar de anderen doen het niet.

En dat is wel een heel traject dat we moeten doorwandelen,

om daar een beetje afstand van te kunnen nemen

en om daar eigenlijk toch sterk genoeg in te staan,

om er niet te veel aan te spelen.

Maar dat is zeker iets zeer moeilijk.

Het zal niet verbazen dat het Zeepreventorium werkt met een multidisciplinair team,

waarmee ze hard inzetten op mentaal welzijn van de jongeren,

maar ook uiteraard op voeding.

Zochten, dus twee sneetjes brood tot vier sneetjes brood.

Eerste twee sneetjes met charcuterie.

Andere twee sneetjes brood mogen met koffie, tuur, choco, middagmaal, warm, in porties.

Meestal lekkere maaltijd.

Het is ook echt gevarieerd.

Pureed, aardappeltjes, attaches tot spaghetti, frietjes niet.

Nee, die krijgen we niet.

Samen twee tot vier sneeden brood, charcuterie en groentjes.

Altijd twee keer per dag groentjes.

Tussendoor ook naar een fruit, samens ook naar een fruitje als je wilt.

Twee keer per week, light of zero drankje.

Dan één keer per week mag je ook je keuzemoment nemen wij dat pakken.

Bijvoorbeeld zo'n zakjeships.

Dat is een normaal klein zakjeship.

Een zakje M&M's, dat is ook gewoon een klein zakje.

Het voelt ook niet verkeerd aan als je zo'n keuzemoment pakt.

En ik vind het ook heel leuk dat je dat zelf een beetje kunt kiezen van

wanneer je dat in de week mocht eten.

Tijdens mag je ook een keuzemomentje.

Bijvoorbeeld als er is een vellarenfeestje, is een stukje taart.

Of ik bewaren mijn keuzemomenten altijd voordat ik uit ga.

Meestal zijn er van wat chipjes op tafel en dan eten.

Ik ga er een beetje van.

Het is misschien ongezond, maar het is niet de bedoeling.

Je moet gezond eten, maar we leren hier eigenlijk om gezond te eten.

Met maten en ja.

En beweging.

13, 14.

1, 2.

Let's go.

1, 2.

1 keer is het aan fitness.

8 keer.

2 toestellen, denk ik.

En nu zit ik aan 12 minuten 3 toestellen.

Nog 1 keer in de week moet je spieroefeningen doen.

En dan 1 keer in de week is het zwemmen.

En soms zijn er in de week ook testjes die moet afleggen.

Conditietesten, longtesten.

Zo ziet mijn dag er eigenlijk ook uit voor al sporten.

Ja.

En die unieke combinatie werpt volgens Dr. Silke Stalpaard zijn vruchten af.

Ik ben Dr. Silke Stalpaard.

Ik ben hier werkzaam als arts van 2 leefgroepen op Bezitas-werking.

Ik ben van achterlond huisarts en sportarts.

En vandaar heel erg geïnteresseerd in het multidisciplinair werken.

En hier komen alles samen.

Hetgeen wat dat in de eerste lijn zo moeilijk is om allemaal bij elkaar te krijgen,

hebben we hier de luxe dat we kunnen samenwerken in nauw teamverbond.

En door die multidisciplinair werking kunnen ze echt bij elk kind

op maat gaan kijken waar het specifiek nood aan heeft.

Er wordt meer aandacht besteed aan hoe gaat de ontwikkeling van het kind.

Waar heeft die persoon op deze moment ook nood aan?

En dat kan zijn dat dat totaal iets zonder is dan dat wij willen bijbrengen.

Soms zeg je van oké, maar dat loopt hier nu echt totaal niet op voedingsvlak of zo.

Die wil het echt totaal niet sproeven en hij raakt daar niet verder.

Maar het is gelijk als we daar een hele mooie inzetten op beweging

en zien dat een kind dat wel graag beweegt en dat graag begint te sporten.

Oké, laat ons dan inzetten dat dat in de thuis-situatie wordt verdergezet

en begint daarnaar te switchen.

En ergens dat ze weer die waarde voelen, want dat is het wel.

Ze komen hier toe met een gevoel van, dan hebben ze hier, want ja, we hebben overal gevaald.

En dat is geen fijn gevoel. We moeten niet het gevoel hebben van ik ben gevaald,

maar eerder van ja, ik kan wel hulp worden.

Ik heb tot hier toch gewoon nog niet de juiste hulp gevonden.

En dit is de volgende stap en inderdaad dat dat vertrouwen dan creëren.

En zichzelf, dat ze dat wel kunnen.

En de sleutel zit hem, zoals dokters Stalpaert al zei, in de benadering van el Bezitas.

Het C-preventorium beschoudt Obesitas als een chronische aandoening

en dat wil dus eigenlijk zeggen dat de patiënt levenslang recht heeft op nazorg.

Net daarom proberen ze in de Hanok wel ruimte te maken voor.

Her opnames van patiënten en die beschouwen ze niet als een herval of als iets negatief,

wel als een normaal patroon bij een chronische aandoening.

Zegt directeur Nick Marlijn.

Het is een chronische ziekte, wat eigenlijk impliceert

en bepaalde kwetsbereid aanwezig blijft.

En dan moet er ook kunnen gekeken worden van een potentieel herval of een moeilijke periode in het leven.

Het is niet geiligmakend.

Wij zien ook wel kinderen die zeggen, ja, ik ben ooit die keer opgenomen in het C-preventorium.

Ik denk dat ik nog een keer terug moet gaan moeten komen, want het helft eens minder goed.

En dat is op zich ook niet erg.

We moeten ook proberen vanaf stiegema af te geraken,

dat het iets is van gedoet ene behandeling.

En graag gezicht genezen en tot nooit niet meer.

Ik denk wel dat het moet kunnen afvaard worden, ook maatschappelijk dan,

dat het eigenlijk een chronische aandoening vormt op eest als aan zich.

En dat er altijd wel iets van een kwetsbereid zal aanwezig blijven.

Dat bevestigt ook psychologen aan tangen.

Waar we vroeger veel meer gevraagd werden,

vanuit de idee van dat ze een ziekte geneest hadden hier is een beetje,

dat zijn we er allemaal met uit.

Dat is een ziekte die zal blijven.

En waar je altijd in elke levensfase opnieuw,

je moet je de vraag stellen, maar hoe ga ik daar nu mee omgaan?

Was al mij nu het beste helpt?

Nu het C-preventorium kan het niet langer allemaal alleen bolwerken

en vandaar dat de directie en de artsen een plan uittekende

om te gaan werken met overal gespecialiseerde zorgcentra in het land.

En die zouden dan zowel intake als opvolging kunnen doen van patiënten.

C-preventorium bracht een conceptnoot al binnen

en voilà, vorige maand ging de kogel door de kerk.

Waardoor we eigenlijk op zoek gaan naar 25 multidisciplinaire centren,

die kinderen en jongeren die leven met obesitas gaan helpen

tussen de eerste en die tweede lijn.

En dat gaat even goed, een adviesfunctie zijn naar die eerste lijn

als een zelf behandelen op die tweede lijn,

als een doorgeveleuk naar de derde lijn,

maar voor ons superbelangrijk de naazorg kan naar daar.

En kinderen en jongeren en gezinnen kunnen dus eigenlijk dichter bij de deur geholpen worden.

En ook voor Rijnen is het een geruststellende gedachte

dat ze na haar opnaam niet aan haar lot zal worden overgelaten.

Terugvallen kan altijd en is het normaal.

Daar heb ik op zich een beetje pang voor.

Ik denk wel dat ik dat ga kunnen persoonlijk.

En ja, thuis hebben we er ook, ik heb met de dietist bijvoorbeeld al gekeken

waar of ik eventueel een dietist zou willen verder doen thuis.

Als ik terug thuis ben, ook gewoon naar mijn psycholoog aan die ik daarvoor had.

En ik heb bijvoorbeeld al een abonnement bij de fitness aankregen met mijn vriend.

We gaan samen naar de fitness gaan.

Ik ben terug in een vollebalclub gestart.

Daar heb ik ook een heel lange tijd niet meer gedaan,

omdat ik dat ook niet meer durfde, omdat ik niet goed in mijn vel zat.

Daar ben ik nu ook terug opgestart, dus ik heb er wel vertrouwen in.

Wat kan de pharma-industrie misschien nog doen?

Wat kunnen wij doen als samenleving daarover hebben we het na de reclame?

Ben jij ook verslingerd aan podcasts?

Kom dan op 10 en 11 november naar Kursaal Oestende

voor de tweede editie van het podcastfestival van De Standaard.

Op de affiche, live opnames, talks en luistercessies van de grootste podcasts uit binnen en buiten land.

Waaronder Nerdland podcast, de volksjury, gossip guy, de stemmen van Azizin,

de kunst van het verdwijnen, audiocollectief schik, The Legend of Scylian

en uiteraard zijn we er ook met DS vandaag, Radar en Lacroix.

Ik was gangster.

Kortom, een feest voor het oor.

En jij kan erbij zijn.

Alle info en tickets op dspotcastfestival.be

Osempic is oorspronkelijk bedoeld voor diabetes-patiënten,

maar het blijkt ook heel doeltreffen te zijn om kilos te verliezen.

En het wordt dus wel degelijk ingezet in de strijd tegen obesitas.

Ook in het zepreventorium zien ze geregeld patiënten binnenkomen

die al behandeld worden met Osempic

en die behandeling wordt dan ook voortgezet tijdens hun opnaam.

Het kan een NN-verhaal zijn, zeggen ze hier.

Antangen hoopt dat als de twijfels over veiligheid en kostprijzen

zo die er nu nog zijn als die twijfels worden weggenomen,

dat Osempic kan helpen in de ondersteuning van mensen in hun traject.

Ik zal het maar opgroeien.

In deze maatschappij waarbij je lach op elke 10 meter lach in de straat loopt,

kunt een cola kopen, een wafel eten,

waarbij elk verjaardagsfeestje naar grote taarten gepaard gaat,

waarbij dan hoop ik vuurig voor die kinderen

dat die Osempic hen kan ondersteunen

en het hen iets gemakkelijker kan gaan maken.

Op voorwaard dat gezond is en op voorwaard dat betaalbaar is

en er zijn veel voorwaarden aan.

Maar ik op vooral dat het hen kan helpen, ondersteunen.

Iets leven, iets gemakkelijker maken.

Ook de maatschappij heeft een verantwoordelijkheid

want nog al te vaak worden kinderen en jongeren met overgewicht gestigmatiseerd.

Het eigen schulddikke buldverhaal is nog hartnekkig aanwezig in onze samenleving.

Rijnen weet er alles van.

Als ik in de refter moet eten,

hier niet, maar op school,

als we samen eten in de refter,

ik heb heel lang gehad,

dat ik eigenlijk nog honger had,

maar evenveel had als mijn vrienden of zelf iets minder,

omdat ik niet wou tonen of wou laten zien

van het is niet omdat ik te veel eet dat ik dik ben.

Dat komt wel echt van die woorden van vroeger.

En het is ook enkel niet leerlingen die u besten of uitsloten,

maar ook leerkrachten.

Heb ik ook al meegemaakt.

Mijn turnenleerkracht bijvoorbeeld

heeft bij heel vaak bevoerordeeld omdat ik te zwaar was

en niet veel dingen kon en me niet genoeg inzetten.

En daardoor ben ik al niet graag.

Dat doe ik eigenlijk ook niet meer graag.

Nu al meer.

Ik heb er hier al heel hard aan gewerkt.

En ik hoop als ik terug naar school ga,

dat het beter gaat.

Dat denk ik wel.

Ik heb een hele goede klas.

Heel lief.

Ik sta er nu heel goed in contact mee.

Dus ik hoop dat het beter gaat gaan.

Ik ben eigenlijk wel zeker van.

Hoe kunnen we het beter doen?

Wel heel concreet door bijvoorbeeld

betere fietsinfrastructuur aan te leggen.

Door kinderen meer aan te zetten tot beweging,

door klaslokalen anders in te richten enzovoort.

Maar toch vooral er met een andere blik te kijken

naar jongeren met obesitas.

Zo zeggen opvoeder Karel Messdag en opnieuw Antangen.

We zijn dagdavigs bezig.

Met die jongeren die vaak uit het heel kwetsbare auto rollen komen.

We zien hen dag in dag uit vechten

tegen een hele moeilijke problematiek.

We zien hen in hun mooiste periodes

en in hun slechtste periodes.

Maar we zien hem vooral vechten.

En dat is heel belangrijk.

En wij zijn heel trots op onze patiënten.

Want ze zijn er iets heel moois aan het doen.

Iedereen mag dat gerust weten.

Wat ik ook wel denk, dat we moeten opletten.

Ik wil zeker het probleem van obesitas

maar anders denk ik dat er ook een belangrijke groep in onze bevolking is

die in normaal gewicht heeft,

maar niet veel ongezonder bezig is

dan die volwassenen of onze kinderen met overgewicht.

En dan is dat ook wel spijtig

dat we dan met z'n allemaal kijken naar dat uiterlijk verhaal

van die mensen zijn inderdaad veel te zwaar.

Ik ben 30 jaar de verdereger van deze groep van jongeren.

Ik denk dat dat echt al mag en moet.

Die kinderen zijn niet altijd...

En die gezinnen zijn niet altijd zo slecht bezig.

We mogen het ook geen caricaturen van maken.

Ze hebben gewoon het ongeluk om voorbeschikt te zijn.

Ongeluk misschien van soms in een bepaalde context te komen

die niet zo gezond is voor een gezond maar is leven

op een tiende verdieping in een appartement zonder een balkonnec.

En je moet daar dan toch ook maar gaan bewegen

en zorgen dat je alles gezond aanbakt.

Dus er zijn best wel wat contextfactoren die inderdaad beïnvloedend zijn.

En zij hebben het ongeluk dat het zich toont door overgewicht.

En overgewicht gesproken gelukkig leren ze hier ook

dat de mens zoveel meer is dan het cijfer op de weegschaal.

Ik ben zeker gelukkiger als vier maanden geleden.

Sowieso ben ik heel blij dat ik hier ben terecht te komen.

Ik voel mij ook beter in mijn vuil eigenlijk, fysiek.

Bijvoorbeeld lopen die ik vier maanden geleden helemaal niet.

Nu loop ik elke week drie keer of zo.

Ik vind dat heel leuk om te doen en het gaat ook flotter.

Ik ben heel gelukkig dat ik gewicht verloren ben

maar zeker dat is niet het enigste waarom ik hier zit.

Ze zeggen ook altijd van gewicht is niet het belangrijkste

en dat is ook wel echt zo.

Het is echt veel belangrijker.

Ik voel mij metaal ook veel beter, ik zit beter in mijn vuil

en dat is voor mij belangrijker dan het gewicht dat ik op de weegschaal zie.

Dit was vandaag de dagelijkse podcast van de standaard.

Bedankt voor het luisteren.

Alle credits van de podcast die je net hoorde,

vind je op standaar.be.

Schijnenstreep podcast, reageer kan via podcastatstandaar.be.

TV GELDERLAND 2020

Machine-generated transcript that may contain inaccuracies.

1 op de 5 kinderen in ons land kampt met overgewicht, liefst 6 procent lijdt aan obesitas. De 17-jarige Reine is een van hen. Zij verblijft al vier maanden in het Zeepreventorium in De Haan – een pionier in de strijd tegen obesitas. De federale regering heeft onlangs beslist die strijd fors op te voeren. Hoog tijd voor een bezoek aan De Haan, waar we leren dat er dringend nood is aan een nieuwe kijk op obesitas.

See omnystudio.com/listener for privacy information.