DS Vandaag: Hoe is het om de Tour van binnenuit te beleven?

De Standaard De Standaard 7/18/23 - Episode Page - 25m - PDF Transcript

Dit is Vandaag, de dagelijkse podcast van de standaard. Ik ben Alexander Lippenveld.

Realerfans beleven hoogdagen, want de ronde van Frankrijk van dit jaar is een indicie

om duimen en vingers af te lukken. De tweede noren, Jonas Vingegaard en Tadej Bogacar overstijgen

de verwachtingen als nooit te voren en zelfs de overgangsetappes zijn razendspannend.

Wat maakt deze tour zo aantrekkelijk en hoe is het om als journalist het grootste wielerevenement

ter wereld van binnenuit te beleven?

Die brecht is met onze sportredactie om te beginnen. Wat is jouw vroegste toerherinnering?

Ja, die gaat vrij ver terug tot begin jaren 90. De jaren waren in Miguel Indorijn, de ronde van Frankrijk

jaar na jaar domineerde. 10 jaar oud ongeveer. Maar ik was op dat moment al behoorlijk zot van de

koers. Misschien nog net iets meer van het Vlaamse voorjaar dan van de grote rettekoersen op

dat moment. Maar ik was toch ook in de zomer al vaak voor het tv scherm te vinden.

Maar die Indorijn jaren en alle eerlijkheid waren verschrikkelijk saaie jaren als je het vandaag

vergelijkt hebt. Gelukkig voor de gijdgreneratie zal ik het kijkers zal maar zeggen. Zo voorspelbaar

het toen soms was, zo onvoorspelbaar is het nu en zo spannend. Ik denk dat iemand voor de start van

deze ronde van Frankrijk gezegd dat de tweede noorden na twee weken, op na nog 10 seconden van elkaar

zouden staan, dat die voor gek was verklaard. Het is ongezien of zeldig gezien hoe dicht ze bij

elkaar liggen. Ik denk dat, wat ligt van de toer van 2010 geden is, dat dit tussen de twee

toppers dat nog zo dicht bij elkaar lag. Toen ging het tussen Alberto Contador en Andy Schleck. Die

toer is dan geëindigd met Schleck op de tweede plaats. Ik denk op 39 seconden als ik mij niet verges.

De Luxembourg heeft dan uiteindelijk wel die overwinning gekregen omdat de Spaniard nadien

geschorst is, wie gestopen. Ferro Ferro dat kennen we allemaal. Maar ook toen lag het echt dicht bij elkaar,

maar niet in die mate zoals we nu zien. En waarom hadden we op voorhand niet verwacht dat het zo

dicht bij elkaar ging liggen? Eigenlijk om twee redenen. De ene zijds het parcours dat wel heel

erg zwaar is dit jaar. De eerste week zijn ze al meteen de P&N-en in gedoken. Dan volgen de vorige

weekend de Ritner op Iedendome. Dit weekend Alpen, dus heel veel bergen, heel veel hoogtemeters. Normaal

staat dat gerand voor aanvalspogingen die leiden tot verschillen van minuten. Dus in die zin is

het erg opmerkelijk dat het nog altijd maar om seconden draait. De tweede reden is het feit dat

iedereen zich toch wel de vraag stelde bij het begin van deze toer. Of dat hij pogatjaar na zijn vallen

luikbaas te naken luik. Eigenlijk wel opgewassen zou zijn om zo'n zware rittencours aan te komen.

Bij een handwortelbeentje of was het gebroken? Ja, drie handwortelbeentjes. Die is nog de

dag zelf eind april geopereerd, maar meer dan een maand niet buiten kunnen terreinen. Ook nauwelijks

competitie in de benen, want voor de toer heeft hij eigenlijk maar twee wedstrijden gereden,

namelijk het National Campionschap en Slovenje, op de weg en de tijdrit. Allebei gewonnen.

Maar uiteindelijk is dat qua competitiekilometers bijna niets. Dus iedereen stelde zich wel de vraag

van gaat hij wel klaar zijn. Dat blijkt wel degelijk het geval te zijn. Hij is dan ook gewoon een

uitzonderlijk talent. Ja, ik denk niet dat we zoal veel renners gezien hebben als dat hij pogatjaar.

Wat is jou het meeste bijgebleven van die eerste twee toerweeken? Misschien wel de etappen

naar Coterecambasque op vrijdag, de Tweede Pirineerheid. Omdat de dag voordien iedereen, en dat merkte je

toen wel, zo wat het idee had van Verdori, de toer zou hier wel eens beslist kunnen zijn. Dat was

de red waar een jongens vingikaart in een man tegen man duwel met pogatjaar, met één minuut nam.

En ja, iedereen vreemde wat van hmm. Iedereen dacht pogatjaar is niet in vorm, zoals we... Hij zal

toch niet de volwaardige tegenstander zijn zoals iedereen had gehoopt, maar dan een dag later

keerde hij dat helemaal al om. En ja, hij zo, seconde na seconde aan zijn achterstand blijven knabbelen.

Tot hij nu op dat pindes beland van die tien seconden. De vraag is natuurlijk hoe we dit

afgelopen weekend moeten inschatten, omdat hij twee keer heeft geprobeerd om opnieuw weg te rijden

van Jonas Vingikaart, maar de deen nu toch wel, ja, telkens zich vast klauwd in zijn wiel en eigenlijk

weigerde de ploegen zelfs ook zaterdag en bleef hangen op vier, vijf seconden en reed dat

kloofje dan toch weer dicht op de jupland. Dus mentaal moet dat misschien wel een tikje zijn

voor pogatjaar. Ik vind het wel indrukwekkend hoe Vingikaart vaak vanuit het zadel gewoon

hem terug inhaalt. Dat verbaasd ergens wel, dat hij toch dat karakter heeft. Hij blijft ja,

hij weigert op te geven en dat is wel ook ergens mooi om te zien. Ja, hij geeft niet af.

Die vrecht wij hebben met onze krant een kleine maar dappere sportredactie waar jij van deel van

uitmaakt. Het gebeurt niet vaak dat wij een journalist naar de toer sturen, maar jij hebt wel het geluk

gehad om dat te mogen doen. Ja, het is een uniek circus, het wordt vaak onschreven als een circus en

dat is het ook ergens wel, maar het is ook wel een heel fijn circus om mee rond te lopen. Wat wordt

dat dan mee bedoeld dat circus? Ja, het is zo danig groot en er komt zo veel in de marge rond

dat erbij komt. Wat je bijna in geen enkele andere wielerwedstrijd ziet, dat gaat van het

Fiebdorp bij de start tot het aantal toeschouwen dat er staat. Over ook ja, hoe gemediatiseerd die

wedstrijd is. Ongeact in welk dorp je komt in Frankrijk, overal is dat een hoogtag. Het is

één groot feest. En hoe ervaar je dat dan als krantenjournalist? Jij gaat daar natuurlijk alleen

op pad met je schriftje waarschijnlijk heel anders dan VRT-mannen met de camerapluggen. Hoe is

dat? In het begin was het wel wel wennen, omdat je zelf onder de indruk bent van de grootsheid en

de hektiek die erbij komt kijken, want het is een wedstrijd die je zelf amper op adem laat

komen, want je moet als journalist maken dat je voor de start van de renners eigenlijk weg bent.

En bij de aankomst moet je dan maken voordat zij aankomen dat je op de juiste plek staat om

hen op te vangen. Dat gaat dan over de juiste teambus kiezen op de parking waar de teambussen worden

geplaatst. Hoe kies je de juiste teambus? Ja, dat is goed kijken waar dat wist staat. Meestal een

beetje van oké, er is in de buurt van de bus van Jimbovisma of die van Team Emirates, maar dat

komt er ook op aan natuurlijk om ook nog eens de wedstrijd te kunnen volgen op een scherm waarbij

dat we af en toe toch eens bij de jongens van Lotto hebben aangeklopt van zou het mogelijk zijn

om het televisiescherm aan de bus in te schakelen zodat we de finale van de wedstrijd kunnen zien,

want anders weet je ook niet wat er gebeurt en of of wat je moet vragen. En ja, zo draait dat dan

effectief de renners over de strijp zijn gekomen, dus het proberen ze goed mogelijk plekje te veroveren

aan de teambus, want dan sta je daar al snel met 30, 40 mensen die wel staan te wachten op die

paar quotes van of de ploegleider of een helper van Tadej Pogacar of Jonas Winjegard, vaak ook nog

met supporters er rond die dan hopen dat ze een handtikking kunnen veroveren of een selfie kunnen

maken met Wout van Acht, wat dan meestal niet het geval is, maar je moet maar eens het geluk hebben.

Je moet maar eens het geluk hebben. En kan je dan een vraag stellen als krantenjournalist als

je daar met zoveel volk rond die renners staat? Bij de starten is het veel meer dan bij de aankomst,

want bij de aankomst is het echt in en al hektiek. Dan sta je daar met journalisten, supporters,

de verzorgers die er vaak tussen lopen om fietsen weg te doen. En dan wordt vaak ook bestist om

om gewoon een moment voor de Nederlandstalgepers, een moment voor de Engelstalgepers, een moment

voor de Franstalgepers te houden, anders zou iemand als een Wout van Acht makkelijk een uur aan de bus

kunnen staan om interviews te geven. En dan komt het er vaak op aan om je selfiestick boven te halen

en die boven de hoofden van de andere journalisten uit te hangen en die in de buurt van de mond van de

renner in kwestie te dropen. Want ja, vaak sta je toch nog altijd op 2-3 meter van de man die je

moet hebben. Ja, het is ook niet dat je daar rustig staat, want vaak staan er ook nog in je rug

mensen te dringen. En in Limoges bijvoorbeeld, waar Wout van Acht tankt negen de eindigde,

soms de teambesoever parkeert in een straat waar ook de ploegauto's dan allemaal door moesten,

waardoor telkens als er een ploegwagen passeerde, je vanuit je rug nog is wat dichter tegen de

renners werd gedrukt, wat het helemaal mogelijk maakte bijna om overeind te blijven. Zeker omdat

ook daar weer widerfans ertussen stonden in die straat. En het enige, ja, er is alleen maar een

lintgespannen rond de teambus, waar dan de renners aan het uitfietsen zijn. Dat is bij wijze van sprekken

op een halve meter, niet bij wijze van sprekken, het is gewoon op een halve meter van waar de eerste

supporters staan. En wordt die renner dan niet knettergek van? Het is mezelf verbaasd hoe rustig

je er allemaal bij blijft. Vanuit het idee dat het bij de tour hoort en bij het zottekot dat die ronde

van Frankrijk is, ook zochtes, wanneer ze naar het startbodien moeten, ja, ze moeten ze vaak

tussen de genoegdun leveren, want die mogen dan wel in de teampad ook rondwandelen met mondmasker op.

Maar ja, als je Juliana de Philippe bent of Fout van Aert, dan gaan de mensen voor jou aan de kant,

gewoon omdat die heel snel herkend worden. Maar er zijn ook heel wat renners die minder grote

namen zijn, die minder snel herkend worden en waarvoor er dan ook minder makkelijk aan de kant wordt

gegaan, waardoor zij dan verplicht zijn om men of meer tussen het volk te leveren. Dus dat is

ja, dat is opvallend en het is eigenlijk kennen renners in die tour, zodra ze van de team bestappen,

geen moment van rust. Ja, inderdaad. Dat media-circus, dat zagen we nog maar, is met die motoren

Saga op de joeplannen die ik al een paar dagen geleden...

Bogacha werd daar gehinderd door een motor toen hij wilde ontsnappen.

Hoe moeten we daar nu naar kijken? Die brecht is de tour te gemediatiseerd?

Ik denk niet dat de tour te gemediatiseerd is. Rijden er te veel motoren rond in de wedstrijd zelf?

Misschien wel, maar het is ook niet helemaal correct om de Fout volledig bij de motoren te

liggen. Ik denk dat de Fout in de eerste plaats eigenlijk bij Amore Sportsorganisation ligt,

de organisator van de wedstrijd. Het is gewoon een absurd idee om een kol als de joeplannen,

waar dan nog bonificaties konden voor te rijpen liggen, om daar gewoon een touw te

spannen en te hopen dat het publiek netjes achter dat touw zal blijven. Je zou het in de ronde van

Vlaanderen ook nooit zien dat je op de Patrenberg dat er daar ook slechts een lins zal hangen,

want ja, zo werkt het gewoon niet. In de eerste plaats hadden er daar gewoon hekken moeten staan

en liefst over een kilometer, maar bon, dat is niet gebeurd, wat vereemd is. Tegelijk

zie je wel dat het publiek ook een factor wordt die te vaak valpartijen veroorzaakt of invloed heeft

op de wedstrijd, dus misschien moeten er op dat vlak ook wel eens iets gebeuren. Maar een tour zonder

publiek die red naar de Puïde Dome was zo groot een deels, dat is toch ook maar een bevremd gevoel.

Dat was heel vereemd, want ja, wij stonden zelf net voor de plek waar dan de publiek niet

was toegelaten, dus op vier kilometer van de streep. En het is bevereendend om te merken hoe die renners

dan vanuit een kejool en een heisa die echt zeer groot was, plots in een volledige stilte terechtkomen

met alleen nog het geluid van de helikopters boven zich en eenkele motorers die mee reden. En achteraf

gehoord je bij de renners zelf ook dat het wel dubbel was. Vele zijden toch van, ja, liever toch met

publiek dan zonder. Dus ver is heel belangrijk, maar oud-trenner en oud-gele truidrager Jan Bakelans

die maakte in Vieveleville deze vergelijking. Wilden wij een professionele sport zijn of willen we

volkloren zijn? En die vraag moeten we in de reis die dringend meer gaan stellen nog. Er moeten

kruidlijnen zijn waarin u zo op moet uitgeoefend worden en dat is nu niet geval want iedereen

doet maar wat als champions leek is, ga ik ook niet op het veld staan. Dat is eigenlijk de ronald die

een panel te gaat trappen in de in de in de welweldcupfinal en wij gaan allemaal op de grote recht

ook staan. Want vanaf de tribunnen is toch wat ver om te kijken. Dat is wel een goeie vergelijking die

brecht volkloren en topsport kan dat dan echt niet hand in hand gaan denk je. Ik denk het wel. Ik

denk dat het voor de beleving van de toeschouwers, ik denk dat die beleving eigenlijk ongeveer hetzelfde

zal blijven. Stel dat achter een hekken zouden staan, dan ben je nog altijd even dicht bij die

renners. Misschien net iets minder dicht, maar ik denk niet dat die halve meter verschil zal maken

voor de beleving. Het zal wel verschil maken voor de veiligheid. Ja. En het zal ook verschil maken

voor de wedstrijd situatie. Want had Pogacar een halve meter gehad en hadden die motuizen

een halve meter gehad, dan hadden ze zich uit de voeten kunnen maken. Was er geen gijs aan geweest

en was het gewoon helemaal niet voorgevallen. Dus ik denk dat het best mogelijk is om de

twee te laten combineren of dat er daarom per se al met toegangsgeld moet gewerkt worden. Zelfs

hier en daar wordt hopper. Dat lijkt me nu weer niet het geval. Maar je moet het wel ergens onder

kan trollen proberen te halen. En als dat dan betekent dat op een bepaald moment de col vol is

of vol zet is, dan is dat maar zo. Die brecht we gaan nu de laatste toerweek in. Het gaat

nog om twee renners uiteraard. Dat zijn wel Vingengaard en Pogacar.

Hoe kan het dat zij zo hoog boven de anderen uitdoren?

Omdat het nu eenmaal ja twee buiten gewone talenten zijn, zowel Pogacar als Vingengaard.

Bij Vingengaard waren er tot voor vorig jaar misschien nog wel wat wijfels,

maar die zijn toerzeer heeft hem zoveel vertrouwen gegeven dat hij alleen maar sterkers geworden.

Hij durft ook meer initiatief te nemen denk ik, alhoewel dat dat nu in de laatste dagen minder

zichtbaar is. Maar als je zag hoe hij in de aanloop naar de toer in de Dauphiné of in het

basklant rondreed, ja dat was toen al, ja hij degradeerde daar de tegenstander eigenlijk. Ook al

om dat Pogacar daar dan niet aanwezig was, maar dat zijn twee renners die ja zoals Oliver Naas in

het omschrijft eigenlijk ja buiten artsen wezen zijn. Wie van de twee schat jij het hoogste in?

Pure enthousiastiek dan toch tot hij Pogacar, omdat hij ook bijvoorbeeld in de ronde van Vlaanderen

heeft bewezen dat hij ook daaruit te voeten kan en hij is nog altijd twee jaar jonger dan Vingengaard.

Ik heb inderdaad dat Pogacar, omgeacht op welk terrein je hem zit, hij kan eruit te voeten.

Milaan Sarim, ook bijvoorbeeld was hij ook vierde genoeg, dat is ook weer een heel andere koers.

Rijden er nog potentiële toekomstige toerwinnaars mee in het peloton of denk je dat die twee de

komende zeven, acht jaar gewoon alles gaan verdelen? Dat is een heel moeilijk te voorspelden. Ik

weet nog toen Egan Bernal in 2019 de toer won, dat iedereen dacht dat de Colombian vertrokken was

voor een jaar lang heerschap. Maar kijk vandaag is die eigenlijk in een rol als luxehelper gedoongen.

Na zijn zware valpartij in januari 2022. Het is niet scharandeerd dat ze allebei de komende

jaren de ronde van Frankrijk zullen domineren. En sowieso moeten we ook zien hoe iemand als

Remcoevenepoel zich blijft ontwikkelen. Normaal begint die volgend jaar wel aan de toer. En ja,

het basis idee is toch dat hij zou moeten kunnen of het is toch het plan dat hij probeert

het hen moeilijk te maken. Of dat zal lukken, dat is weer eens anders. Of zijn ploeg oversterker

voor genoeg voor dit voorbeeld. Maar ik denk dat je niet zomaar kunt stellen dat de twee vertrokken

zijn om vier, vijf jaar lang alles te domineren. Ja, een Carlos Rodriguez bijvoorbeeld. Bijvoorbeeld

die zit er ook nog straffen aan. De renner die de meester het overwinning in heeft tot nu toe,

het zal waarschijnlijk zo wel blijven is Jasper Philippsen.

Die is ook wel ongelofelijk indrukwekkend dit jaar. Ja, die heeft tijdelijk nog enkele stappen

vooruit gezet tegenover vorig jaar. Iedereen wist bij de start in Bilbao dat hij met Van der

Pullen, met Jonas Riccard, misschien wel over de beste leadout terrein van het Gansen peloton

beschikte. Maar ik kan het ook duidelijk alleen dat hij vorig jaar al bewezen. Dat heeft hij nu

opnieuw gedaan. Er is eigenlijk niemand die een antwoord vindt op het vlakken tegen die jaad,

tegen die snelheid en die terrein van hen. Waarschijnlijk op de Champs-Elysées volgt nog nummer vijf.

Ja, misschien daar tussen. En daar zit er nog een kans dus. Ja, ja, ja. Het groen lijkt al vast.

Ja, dat kon hem niet meer ontsnappen denk ik. Wat mij misschien nog het meest opvalt is dat er

twee van de allerbeste renners ter wereld, wat je van Van der Pullen en Wout Van Aert, in deze koers

eigenlijk meesterknechten zijn. En de miets kan je daar misschien ook toerekenen, hoewel die al wat

ouder is. Heb je dat ooit gezien dat renners van dat calibre zich zo achterloos in dienst stellen van

hun ploeg? Nee, het is opvallend. Maar Van der Pullen had zich vooraf echt daar geschikt in die rol.

Dat bleek ook al in het eerste weekend, waar hij zich eigenlijk bewust spaart. Omdat hij merkte van,

ja, het is te hoog gegrepen voor mij om in het Baskaland te scoren. Dus dan spaar ik liever wat

energie om met Jasper Philipps het te maken op die sprentsegens. Ja, bij Wout Van Aert is het

dubbel. Het is indrukwekkend welke toeren hij nu al weer gereden heeft. Ik denk dat er renners die zo

attractief heeft gekoerst als hij. Maar het is natuurlijk wel jammer dat hij nog altijd geen

zegen heeft. Als je ziet hoeveel energie en hoeveel krachtig hij al heeft verspeeld als het ware.

Alhoewel je dat niet weet of verspeeld in deze juiste woord is. Opgebruikt, laat maar zo zeggen.

Ja, dat is beter. Is het gewoon jammer dat hij daarvoor nog niet beloond is. Ja, misschien vocht de

ultieme vraag wel in Glasgow, natuurlijk, op het WK. Ja, op het WK. Ja, niemand kan ontkennen dat

hij in een erg goede vorm steekt. Maar hij heeft, ja, zonder altijd de pecht dat hij botst als op

iemand als Wout Boes, die nu eenmaal tien kilogram lichter is dan jij. Ja, en dat kom je niet uit

op een steile beklimming. Ja, en die zijn zinnen ook waarschijnlijk op één etappe in deze hele

tour heeft gezet en die nog geen kilometer op kop heeft gereden. Het zeert hen, zowel van

de pool als Van Aert, dat ze zich in die rol schikken. Want het is niet evident om als groot

kampioen wat zal er bij zijn, een rol als een helper op te nemen. De laatste week van de tour gaat

vandaag in schetsde situaties waar voor de duidelijkheid waar we nu staan. Ja, het gaat dus vooral

om de vraag wie de tour zal winnen, want ja, het gaat duidelijk tussen Vindjegard en Pogacar.

De nummer 3, Carlos Rodríguez, die is vormend voor hen geen betereiging. Dat staat al op meer

dan vijf minuten. Ja, dat dat wel zo is. Er zijn nog drie ritten die waarbij het echt wel

voor het verschil kan gemaakt worden. Te beginnen vandaag met die climb tijdrit, de enige tijdrit

die in deze tour op het programma staat en ook de reden waarom Remco Evenepoel vorig jaar al met

één zei van nee ik hou voor de Giro en Remco Evenepoel is iemand die vooral in tijdrit

dan het verschil moet maken ten opzichte van de andere jongens en die rijden voor het klassement.

Naast die climb tijdrit is er dan een dag later eigenlijk de koninginrit naar de

koldelalozen die vormt de dak van de tour. Dus de top ligt op 2304 meter. Het is echt een

loodzware etappe want in die ritten moeten er bijna vijfduizend hoogtemeters overwonnen worden.

En als het daar dan nog altijd niet tot een groot verschil is te komen dan is er ook nog

de ritte zaterdag in de Vogueze. Op zich is dat een vrij kort etappe,

133 kilometer, maar opnieuw meer dan 3000 hoogtemeters die moeten overwonnen worden

en in totaal zes koels. Dus het is niet dat het een rustelige wandel etappe richting Parijs wordt

van zaterdag. Tot slot die brecht. Wie wordt het nu? Bogacar of Vengegaard? Een gokje. Tot vrijdag dacht ik

Bogacar omdat hij toch seconde na seconde aan het knabbelen was aan zijn achterstand. Maar ik heb

de inderdaad dat Vengegaard sterker is aan het worden en aangezien hij nu al twee keer op Parij

niet is geplooid zou ik nu toch het lichte voordeel geven aan de deen. Ja misschien wordt het in die

klimtijdrit vandaag wel beslist. Dat zou kunnen. Voor de sport zal ik op Bogacar inzetten en dan

gaat het gelijk op. Goed, die brecht is met. Dank je wel. Dank je wel. Dit was vandaag de dagelijkse

podcast van de standaard. Bedankt voor het luisteren. Volg ons op Spotify, Apple podcast of

eenderwelk ander podcast platform. In onze gratis FDS podcast kan je niet alleen ons werk

beluisteren maar ook de beste podcast tips terugvinden. Alle credits van de podcast die je

net hoorde vind je op standaard.be het schijne streep podcast. Reageren kan via podcastatstandaard.be.

Machine-generated transcript that may contain inaccuracies.

Wielerfans beleven hoogdagen, want de Ronde van Frankrijk van dit jaar is een editie om duimen en vingers af te likken. De twee tenoren Jonas Vingegaard en Tadej Pogacar overstijgen de verwachtingen als nooit tevoren, en zelfs de overgangsetappes zijn razend boeiend. Wat maakt deze Tour zo aantrekkelijk? En hoe is het om het grootste wielerevenement ter wereld van binnenuit te beleven?

See omnystudio.com/listener for privacy information.