DS Vandaag: Het regent niet te weinig, we doen er alleen te weinig mee

De Standaard De Standaard 4/5/23 - Episode Page - 24m - PDF Transcript

Het is vijf april.

Dit is vandaag de dagelijkse podcast van de standaard.

Ik ben Niels de Keukelaren.

Het is u welicht ook opgevallen, maar het was een bijzonder natte maand.

Frank Bozeren zou zeggen, de pluviumeters hebben hun dorst kunnen lessen.

We zijn nu ongetwijfeld klaar voor een warme zomer, zou je denken.

Maar niks is minder waar.

En in Zuid-Europa staan ze er nog slechter voor.

Wat is er juist aan de hand en hoe kunnen we ons beter voorbereiden op de droogte?

na natte en sombermaand maart met stevige maartse buien van mooi lente weer is voorlopig

nog geen sprake.

Morgen wordt het een natte dag, een kletsnatte dag.

Ook vandaag kunnen we onze regia's goed gebruiken.

En op die manier is er dus een nat einde gekomen

aan een maand die eigenlijk al wel nat was.

Tom Isabaard van onze wetenschapsredactie,

heb jij een pluviummeter in je tuin staan?

Nee, niet echt. Ik heb een waterput.

Die staat nu tot het randje, zeg maar.

Prachtig, ik ben klaar voor de zomer.

De waterput staat goed vol, dan zouden we mensen denken,

we zijn gerust, we staan er goed voor.

Nu mag het warm en droog worden, we kunnen er tegen.

Maar helaas, zo invoudig is het niet.

We hadden een neerslecht akkoord,

dus dat betekent dat er minder regen valt dan verdampt,

na die warme zomer van 2022.

Dat was een uitzonderlijk warm en droge zomer.

Eentje voor de geschiedenisboeken.

En zo'n tekort wordt dan meestal wel weggewerkt in de winters,

want die zijn natter, dan valt er regen,

dan maken we dat allemaal weer goed.

Is dat nu het geval?

Ja en nee, we staan op nul, zeg maar.

Er is geen tekort, dat is op zich goed nieuws,

maar er is ook geen overschot.

Dat is minder goed nieuws, want nu begint het droge seizoen

bij WS Van Sprekenvei.

Volgens wetenschappens heet dat de hydrologische zomer.

Dus dat zijn de zes droogste maanden van het jaar.

Dat begint op 1 april zonder grapjes.

En dan zien we dat we geen overschot hebben.

Stel nu dat de lente en de zomer die daarna komt,

weer warm en droog worden,

dan is de kans groter voor de sfeer in de problemen komen.

Dat er op het moment waterschaarste gaat optreden

en dat er weer maatregelen gaan komen.

Het is moeilijk te voorspellen natuurlijk,

maar laten we ons zeggen dat onze uitgangspositie niet riant is.

Dus het is al op zich niet echt zo goed nieuws.

Nee, maar het was erg nat,

maar voor de rest van de winter heeft het eigenlijk niet zo veel geregend.

Het was een normale winter, dus niet per se droog,

niet echt supernat, maar bijvoorbeeld in februari

was het een uitzondelig droge maand.

Het was wel somber en grijs, dus het valt zo niet op,

maar het heeft bijzonder weinig neerslag gevallen.

Ik denk zelfs de droogste van de laatste 30 jaar, zeg maar.

Maar dankwam maart, het is een heel raar beeld en droge, natte maand.

Maar we moeten blij zijn met die natte maart.

Dat heeft ons een beetje gered.

Ja, het heeft 24 dagen geregend.

24 dagen, dus dat is heel veel.

Er is 126 millimeter neerslag gevallen.

Dat is eigenlijk dubbel zoveel als normaal.

Maar dat was dus goed, want na die droge februari,

bijvoorbeeld konden we zien aan het stand van het grondwater,

dat is altijd een hele goeie indicator,

dan zagen we dat het meerendeel van de meetpunten

nog laag tot zeer laag was voor de tijd van het jaar.

Dus dat beloofde al niet veel goed.

De eerste lente maart heeft dat dan voor een stuk gecompenseerd goed gemaakt.

We staan er iets beter voor.

Dus eigenlijk moeten we heel blij zijn, heel dankbaar zijn

dat we die natte maart hebben gehad.

Ja, ja, we staan er iets beter voor.

Ik denk dat de luisteraar deze vraag niet graag zal horen,

maar heeft het dan in zijn geheel gezien

niet genoeg geregend afgelopen winter?

Ja, niet genoeg geregend.

Dat is een beetje een moeilijk, want wat is genoeg?

We kunnen het er straks nog over hebben.

Eigenlijk, na een normale winter en een natte maand,

zou je moeten zeggen dat het oké is.

Maar als we dan zien, het neerslecht de kort, maar eigenlijk...

Genutraliseerd is dat, op nul staan, is dat eigenlijk...

Strict is hier nog te weinig.

We zouden eigenlijk best wel meer water over schuld moeten hebben,

want herinner u, 2021, dat ze het rampjaar zo gezichten,

wat die toen in Malonië's gebeurd heeft,

bedoel, dat is de zware overstroming.

Dat zit alleen als collectief gegegrift.

Dat was een heel nat jaar, en de maanden daarop waren ook behoorlijk nat.

En dus begonnen we vorig jaar, 2022 dus,

toen begonnen we wel met een zeker overschot,

want er was meer dan genoeg regen gevallen.

Maar wat hebben we vorig jaar gezien?

Ja, het juli-ogustus waren kerk, droog, warm.

En Augustus staat wel in de problemen.

In september, oktober, heeft dat eigenlijk bijna doorgewerkt.

Er waren vier stonden op een historisch laagpijl.

Toch maatregelen moeten afgekondigd worden.

Dus ondanks dat overschot dat we toen hadden,

hebben we het eigenlijk toch niet gered.

En als je dan nu bedenkt dat we geen overschot hebben,

dan is dat toch één gereden tot bezorgdheid.

Dus ja, was die winter nat genoeg?

Strict is in, kun je zeggen, van niet.

Want we kunnen zeker nog niet gerust zijn.

Wat betekent juist, als je zegt,

we hebben geen overschot, wil dat zeggen dat bepaalde volumes

die deze zomer uitgeput zijn,

dat die nu net weer aangevuld zijn?

Ja, als ze zeggen neerslag de kort overschot,

bedoelen ze, dan gaat het eigenlijk puur over neerslag.

Wat er valt en wat er dan ook weer verdwijnt, verdamt,

gebruikt wordt.

Dus als we dan het grondwater zouden meten,

de peilen daarvan,

dat is een beetje een andere manier om er tegenaan te kijken.

Een neerslag en een waterniveau is niet helemaal hetzelfde.

Als we kijken naar de situatie vandaag,

dan moeten we vaststellen dat van al het water

dat in Vlaanderen binnenkomt,

dat we nu via rivieren of via neerslag is,

de verdamping trek je daaraf en wat we echt opgebraken.

Maar dan nog verdwijnt er 60 procent gewoon naar zee.

Dus dan loopt gewoon af via rioolen,

graag te rivieren naar zee.

En dan zijn we het bewijs van spreken kwijt.

Want dat is water dat we later niet meer kunnen gebruiken.

Dus 60 procent, dat is wel, ik vind dat al een heel frappant vijf.

Ik denk van jongen, kunnen we dat echt niet anders doen?

En ja, wat kunnen we dan doen?

Ja, als het valt, het opvangen, vasthouden,

er is stokkeerden of hergebruiken,

hergebruiken voor later op moeilijkere momenten.

En de berekening is al is al is gedaan.

Bijvoorbeeld als we zouden er eens lagen om het regenwater

en niet gewoon naar de regeling te sturen

en ergens zou het laten infiltreren,

dan kunnen we daar al 150 tot 200 miljoen cubicmeter per jaar mee winnen.

Dat is om het in liter uit 200 miljard liter.

Dat klinkt heel veel op.

200 miljard liter zijn duizel ingewikkeld in de cijfers.

Heel binnenkort verwachten we nieuwe cijfers

van de Vlaamse Milieumaatschappij.

Die gaan de stand van het grondwater en de water lopen,

nog eens in kaart brengen.

En de verwachting is, je let op die natte maart,

dat dat gestabiliseerd is.

Door beter is dan vier weken geleden,

toen het nog ontzettend veel punten veel te lage waterstand hadden.

Here comes the rain again.

Falling on my head like a memory.

Falling on my head like a new emotion.

Toen toch één ding dat ik niet helemaal snap.

In alle voorspellingen over de ophorming van het klimaat werd gezegd.

Droogere zomers, maar natte winters.

Heeft het ene het andere dan niet sowieso op?

Ja, dat is inderdaad een projectie die gemaakt wordt.

De aarde warmt op, de lucht kan meer water bevatten.

En wat betekent dat?

Voordat die verzadigd is, zit er veel meer water in.

En dat tuurt langer voordat die er weer uitvalt,

om het simpel uit te drukken.

Dus we krijgen langere periodes van droogte.

Maar als het regent, zal het veel regenen, veller regenen,

intenten regenen.

En dat is een stram in dat we zowel in de zomer,

als we in de winter gaan zien,

maar in de zomer gaat dat meer opvallen die droogtes gaan,

dat we veel intenten zijn, veel meer schade toebrengen,

en we gaan eronder leiden.

Maar tegelijk gaan we ook die velle buinen hebben.

Het kan net de goeie wateroverlast optreden.

Dus het zijn eigenlijk twee kanten van dezelfde medaille.

Dat maakt het zo moeilijk om ons daarvoor te bereiden.

Want je kan maatregelen in voor het ene,

maar je moet ook opletten dat het andere kan gebeuren.

Je moet ook tegenwapen zijn.

Het is geen gemakkelijke zaak natuurlijk.

Maar langere droogtes, veller regenen bij je.

Het KAMI heeft dat nu al opgemerkt in zijn observaties.

Dus het aantal dagen met veller regenen,

intentse buinen noemen ze dat dan,

dat is dan 20 mm per dag, dat is behoorlijk veel,

is de jongste decennia met 2% toegenomen.

Dus dat is een duidelijke indicatie van,

als het regenen regent, het veller.

Maar dat kan even goed betekenen dat het veel meer dagen niet regent.

Het lijkt misschien paradoxaal, maar het is het niet.

Die langere droogtes en die velleren buien,

die gaan eigenlijk hand in hand.

Dus we gaan met allebei moeten leren leven.

En zowel in de zomer als in de winter.

Ja, ja. En als het dan bijvoorbeeld plots hevig regent,

dan kan het dat die grond gewoon de tijd niet heeft

om de regen goed op te vangen en dan stroomt het water ook weg.

Dan komen we weer in onze typische situatie,

we zijn in België voor Vlaanderen.

We zijn een dichtbevolkt land, en nog veel verhaarding.

We zijn een van de meest verhaarde rego's van Europa.

We hebben een wijdvertaxterioleringsnet,

dus buizen, we hebben gerechten, we hebben draainage.

Er wordt grond weggepompt bij bouwwerkennoem maar op.

Dus we zijn er eigenlijk redelijk sterk in om water af te voeren.

En zo snel mogelijk.

Natuurlijk in een klimaat met veel gezapige en langdurige regen

is dat allemaal oké.

Dan wil je op al momenten van dat water af.

Maar in een klimaat met lange periode van het roogte

is dat eigenlijk geen goede zaak, geen goede situatie.

Dus nu moet een beetje tegen onze cultuurtraditie

hoe we het jaren en eeuwen lang gedaan hebben,

moeten daar tegen ingaan en iets anders gaan doen.

Dus wat betekent dat? Minder verhaarden.

Er is meer water, buffers aanleggen.

We kunnen nog doen meer natuur.

Dat is een stokpaartje van veel wetenschappen.

Er zijn veel ecologen die zeggen dat het meer ruimte aan de natuur geeft

zodat het water daar kan zijn vrije gang gaan.

En daar kan, als er heel veel is, ook weg gaan lopen

en daar kan blijven staan, rustig de grond inzijpelen

zodat ook het grondwater aanvult, dat soort dingen.

Daar moeten we meer naartoe.

Dat staat een beetje haakt op wat we lang gedaan hebben.

Dat vriend dat is moeilijk, omdat het gebeurt nu vrij snel

op korte termijn dat we die omslag maken.

Maar de afgelopen vijf jaar hebben zulke droogtes meegemaakt

dat die urgentie is nu, denk ik, doorgedrongen.

Dan gaan we weinig mensen en die nog gaan beweren dat het toevall was,

dat het een eenmalige gril was.

Nee, we zien echt wel iets gebeuren en we gaan ons moeten aanpassen.

Er wordt nu heel vaak gevraagd van, heeft het al genoeg geregend?

Maar eigenlijk is de prekeerde vraag, eigenlijk moeten we ons niet te vraag stellen.

Dan heeft het genoeg geregend.

We moeten vooral de vraag stellen,

hebben we genoeg water vasthouden als het regent?

Ja, dat was Patrick Willems, waterbouwkundige aan de KU Leuven.

Je interviewde hem onlangs.

Die vraag, heeft het genoeg regent?

Waarom vindt hij die zo fout?

Ja, het wordt steeds moeilijk om te zeggen wat genoeg is.

Inzegend zal het nooit genoeg zijn, want als het zes maanden droog is,

ga je nooit genoeg water.

Een deel zal weg zijn, is weggevloed naar zee,

krijgen we nooit meer terug, je kan nooit gigantische bufferbekkers bouwen

om een half jaar droog te goed te maken.

Dus eigenlijk genoeg...

Ja, hij zegt, het is een onzienige vraag geworden,

of het genoeg zal regenen, omdat we ook niet op die regen kunnen rekenen.

Hij zegt, onze attitude moet anders zijn tegenover water, droogte, neerslag.

We moeten er meer van uitgaan, want als hij valt,

dat we er iets mee doen, dat we hem niet zomaar laten wegvloeien.

Als hij er dan toch is, dan zijn we verstandig mogelijk mee om te springen.

Straks gaan we naar het zuiden en kijken we naar de toekomst,

maar eerst even dit.

Tradities en gewoontes, anders maar ook niet.

Zolang dat je het maar viert, met wie dat je gaar is.

Paz, brunch of ifte, chocolade, eitjes.

Thales in de promo, dus die heb ik op mijn luisje.

Van alles neem ik trein, noemen we met de erk.

Van ons hier zal ik pasen.

Geniet van Paz en Ramadan met het verrassend en divers assortiment van Albert Heijn.

En kijk zeker ook naar de tweede aflevering op de wereldinnetklein.be.

Dat is het Lekkerde van Albert Heijn.

Tom, we hadden het er net over Vlaanderen,

maar elders meer in het zuiden van Europa is de toestand nog veel schrijnender.

Ja, in de landen rond de Middellandse Zee

maken ook echt heel ernstige dingen mee, he.

Spanje, Zuid-Frankrijk, Italië, daar, in sommige streken daar,

heeft het al maanden niet meer geregen van de technisch meer geweest.

En dat is heel bizar, want we weten dat het daar heet en troog kan zijn.

Maar dan denken we wel aan Julien en Augustus,

iedereen die er dan op vakantie is geweest, je weet ook wel dat het daar piffen kan zijn,

dat het daar twee weken blauwe lucht is.

Dat is geen klimaat niet helemaal, maar dat het daar droog is in de winter,

dat is wel nieuw en daar baart u enorm veel zorgen.

Want het is dan dat in dat soort landen hun water moet verzamelen,

en als dat dan droog valt, is dat echt ramsaalig.

Want we weten eigenlijk, zij kunnen er echt zeker van zijn,

dat er een heete droge zomer aankomt, zoals elk jaar, niet zoals bij ons.

Maar als ze dan echt geen voorraden hebben,

als hun rivieren in droog vallen, hun waterputten in droog vallen,

dat zijn echt rampen, want landbouw, maar ook voor de industrie,

de rivieren, die van een enorm laag peilsen, zoals de poi in Italië of de Ronen,

dat is veel industrie langs, er zijn energiecentrale zaan,

die hebben koelwater en noem maar op,

dat kan een enorme cascade van draadmassin ingezetten.

Dus voor hen is het misschien nog veel ergens, nog veel ergens dan voor ons.

Is dat puur klimaatopwarming, wat we nu zien?

Ja, dat is altijd een moeilijke, veel weerkundigen en klimatologen

hoeden er zich voor om een één droogseizoen of één droogjaar

toe te schrijven aan de klimaatverandering.

Maar als je dat jaar na jaar ziet gebeuren,

tegen zich een patroon af een bepaalde frequentie,

de extremen worden extremer, zeg maar, nog warmer, nog droger, nog langer,

dan kun je het bijna niet meer ontkennen.

En ook daar, net zoals hier, gaan ze zich moeten aanpassen.

Het is goed dat ze misschien nog moeilijker hebben dan wij.

Oké, wij hebben zoiets veel water, maar strikt gezien,

is de waterstress bij ons ook behoorlijk hoog.

We staan zelfs in de hitparade van landen met meeste waterstresses.

Daar staan wij ook behoorlijk hoog.

Dat is niet omdat het hier zo weinig zou regenen,

maar vooral omdat wij er ook heel veel water op gebruiken.

Dus die verhouding van ons is een beetje zoek.

En met Spanje bijvoorbeeld, in theorie meer water,

we hebben bijvoorbeeld stuurmeren, want dat is een enorme voorraden kunnen aanleggen.

Maar om die stuurmeren beginnen ze nu het niveau te zien,

daal tot alarmerende niveau.

Zijn ze in het zuiden beter voorbereid dan wij?

Dat zijn net omdat ze die droogte in de zon wel gewoon zijn.

Inzeker zien we dat, inderdaad, omdat ze droogte en net te kennen,

ja, dat behoort bij hen tot het dagelijks realiteit,

tot het gewone klimaat, kun je wel denken

dat ze er ook iets beter tegen bestaan zijn.

Maar er komt altijd een punt dat ze wat ze deede vroeger

niet meer zal volstaan, net zoals wij onze oude maatregelen

of onze oude manieren van doen, niet meer zullen opgewassen zijn

tegen die klimaatverandering, gaan ze dat in het zuiden ook,

gaan ze dat ook opstoten en ja,

gaan ze ook iets moeten verzinnen of zich moeten aanpassen,

maar de vraag is of we nog wel kunnen, want ja,

bij wijze van spreken de verwoestijning rukt op naar het noorden,

zal ook in Spanje toeslaan en zover zijn wij nog niet aan het doen,

maar het zuiden kijkt ook naar barre tijden tegemoet.

Wat kunnen wij leren van hen?

Om te beginnen, water is kostbaar, het is er verstandig met ons springen,

dat is een simpele, dat doen ze daar ook al lang

en dan gaan wij ook moeten doen, niet meer mee morsen bij wijze van spreken.

Wat we iets te lang gedaan hebben, ik zie hier niet echt stuur meer gekomen,

daarvoor hebben we de geografie niet en ook de rivier niet,

maar we kunnen met z'n allen veel meer regenwater gebruiken in plaats van kraantjeswater,

zodat we die niet meer uit de grond moeten pompen

of uit zo'n water lopen moeten wegpompen.

Ja, we gaan nog veel meer moeten doen, dat is dat geval.

In het zuiden zijn ze zich al aan het aanpassen.

Terug naar ons land wordt hier al actie ondernomen.

Ja, er is al één en ander op de sporen gezet.

2020 geeft de Vlaams regering onder impuls van minister Demir

de Blue Deal, hoeveelkeurd, dat is een heel pakket van maatregelen.

Meer dan 70 acties, 400 projecten, dus dat is niet niks.

Een hele bootraam, goed voor je, toch een dik 400 miljoen euro,

dat is geen zakkelt, er is ondertussen ook een klimaatadaptatieplan.

In zeg zin moeten we natuurlijk altijd proberen het zand al.

De uitstoot van broeikasgassen te verminderen,

maar zelfs als we dat doen, gaan we ons nog altijd moeten aanpassen

aan de verandering, een klimater, daarom snapen we niet aan.

Dus er gebeurt wel wat op. Gaat het voldoende zijn?

Dat is de vraag. Dat is natuurlijk de vraag.

Als ik die vraag voorleg aan Patrick Willems dan, ja,

dan zegt hij stevars van, ja, allemaal mooi, nodig, leuk.

Maar wel ik niet genoeg, he, dat hij zich van het moet allemaal sneller

en op een grotere schaal.

Maar natuurlijk, ja, een beleid, dat is politiek, ja,

hij moet de juiste minister hebben, de juiste klemtonen leggen,

de partij moeten overeen komen, moet binnen een beleidsplan

passen, budgetaire beperkingen.

Meer samenwerking.

Belangen, altijd tegenstrijdige belangen,

dat blijft zo, neem nu landbouw en natuur,

het staan zo vaak tegen elkaar, hier in zekere zin ook.

Want een landbouwer wil dat het in het vorige jaar zijn akkers droog zijn,

zodat het iets met zijn machines op kan, dat het lang kan bewerken,

kan beginnen aan zijn gewassen.

De natuurjongens van 500 meter verder hebben een moerasvig gebied,

die willen niet dat dat droog getrokken wordt,

die willen dat dat puur natuur is, dat dat water op peil blijft.

Dus ja, vaak staan die, denk aan stikstof met getrokken

met ze tegenover elkaar, maar het hoeft niet zo te zijn.

Bevor we de discussie over het MEST-actieplan hebben bewezen

dat milieuen, natuurbewegingen en de landbouworganisaties

best wel in staat zijn om tot een compromis te komen,

tot een consensus te vinden en een gezamenlijk plan op tafel te leggen,

dat hebben we water nodig, ze kunnen niet,

het is vooral twee cruciaal.

Dus het uitgangspunt is voor beide hetzelfde,

we moeten verstandig omspringen met dat water,

zijnig zijn, duurzaam gebruik, dus eigenlijk willen ze hetzelfde.

Ik denk dat ze vanuit dat uitgangspunt vertrekken

en ze kunnen aan gezamenlijke maatregelen werken

en elkaar daarin vinden, dat er echt wel iets denkbaar is.

Ja, en Willems heeft het in dat samenwerken over gebiedscoalities.

Zet zo'n gebiedcoalities op om over die acties na te denken

en probeer richting een draagvlaktewerking.

En als dat er is, maak dan actieprogramma op

met duidelijke timing, duidelijke budgetten en zeg van, kijk,

tegen dan moet die actie gebeurd zijn, dat is de trekker.

En dat zijn de betrokken actoren en het geld komt vandaar.

En het geld kan perfect volgens mij komen

van de huidige budgetten voor een heel groot eeuw.

Is dat een belangrijke die gebiedscoalities?

Hij noemt dat dan gebiedscoalities, ja.

Dus, ja, het zit er in gebieds, in bepaalde regio's,

want wat hij in de polders doet, is niet hetzelfde

dan op de Kempense heide.

Dus je moet altijd een beetje aan de regio aanpassen

waar je van plan bent te doen.

En coalities, ja, alle spelers die er toe doen op het terrein,

laten die er gewoon samen over beslissen, want daar gaan we naartoe.

We beslissen om dat te doen en er samen aan te werken.

Op dame benadering, waarbij de overheid dicteert van,

kijk, dit is wat dubbel ontbouw, he?

We hebben waarschijnlijk moeten doen.

Maar, ja, met al actoren rond de tafel,

vandaar het van bottom-up de zaak eigenlijk uit te denken

en tot een oplossing te komen, een gedragen oplossing.

Misschien klikt het een beetje naïef, maar wie weet, lukt het wel.

En dan, ja, misschien ooit is het daad.

Zowel de droogte als mogelijke overstromingen,

om daar toch fatsoenlijk tegen te wapenen.

Misschien kunnen we ook zelf de handen uit de mouwen steken

of ons gedrag bijsturen, groot of klein?

We kunnen nog veel doen, veel kleinere dingen, zoals ontharde.

Het loopt niet in actie tegelwippen,

mensen aangemoedigd worden om een stukje verhaarde voortuin of zo.

Te omdoen van die tegels, van die verhaarding,

zodat het water daar opnieuw kan infiltreren.

Dat kan ook op grote schalen, scholen doen dat niet ook,

met speelplaatsen bijvoorbeeld.

Zelfde dingen die altijd een beetje sympathiek klinken,

het is klein, het is goed dat het gebeurt, het is mooi,

maar de vraag is, gaan we daarmee redden natuurlijk.

Er wordt heel veel gemikt op natte natuur.

We hebben die ook een beetje afgelopen decenniaan en eeuwen droogte,

droge licht zelfs, dat kunnen we ongedaan maken.

Terug moerasse wetlands, zoals dat dan heet, drassige landen.

Laten het water daar maar toekomen en stilaan doordringen.

We hebben rivieren rechtgetrokken, alweer om dat water snel af te voegen,

of voor de scheepvaart natuurlijk, maar laten we die terug kronklen,

want de kronklen rivieren, daar loopt het water trager,

die houdt meer water op.

Het is allemaal de richting waar we in moeten,

ik denk niet dat er allemaal veel discussie over is.

Ja, goed. Tom Isebaard, dank je wel. Graag gedaan.

Dit was vandaag de dagelijkse podcast van de Standaard.

Bedankt voor het luisteren.

Volg ons op Spotify, Apple Podcast of één of welk andere podcastplatform.

Alle credits van de podcast die je net hoorde,

vind je op standaard.be's Schijnenstreep podcast.

Reageren kan via podcastatstandaard.be.

Morgen zijn we opnieuw.

Machine-generated transcript that may contain inaccuracies.

Maart was een bijzonder natte maand, dat hebben we allemaal gemerkt. We zijn nu ongetwijfeld klaar voor een warme en droge zomer, zou je denken, maar niks is minder waar. En in Zuid-Europa staan ze er nog slechter voor. Hoe kunnen we ons dan wel beter voorbereiden op de droogte?

See omnystudio.com/listener for privacy information.