Tonny Media Tonny Media 5/13/23 - Episode Page - 49m - PDF Transcript

Ik ben Issa Roes, ik ben Mark-Marie Huibrecht, welkom bij Mark-Marie en Issa vinden iets hoeveel sterren geven wij gewoontes.

Met drie inmiddels. Ja, het is...

Mooi. Sinds ik die nieuwe heb, daar inspireer ik me erg.

Goed.

We gaan het hebben over gewoontes.

Ja.

Want dat is...

Ja, ik...

Wie heeft ze niet?

Wie heeft ze niet?

Het zou raar zijn als...

Nou ja, er zijn mensen die altijd iets anders willen.

En er zijn mensen die...

Het is dan inmiddels ook een gewoonte geworden, maar...

Ja, misschien wel, ja.

Ja, heel goed.

En of wil je er vanaf?

En kan je er vanaf?

Ja.

Dat is ook nog een ding.

Ja.

Dat is het thema eigenlijk.

Ja.

Want natuurlijk, gewoon deze week, dan hebben we het rolleblad.

Ja.

Nou, Nouveau.

Nouveau is niet echt...

Ik denk dat zij...

Nog maar geen rolleblad.

Nee, zij zouden denk ik wel een beetje beledigd zijn als je zegt dat er rolleblad is.

Ja.

En ik sta er ook volgende maand in, dus ik zou het zeker niet zeggen.

Oh.

Zijn je erin?

Ja.

Nou, wat geinig.

Ik heb een boek geschreven.

Aanmiddel, een boek geschreven.

Haha.

Dit gaat allemaal uit.

Is het allemaal nog steeds over je eigen leven?

Of ben je inmiddels overgeschakeld op iemand andere's leven?

Oh.

Dit is weer over mijn eigen leven.

Echt waar?

Dat doe ik niet de hele tijd.

Want ik heb natuurlijk ook heel veel over de overgang geschreven.

Dat gaat niet...

Ook over jezelf, toch?

Ja, maar dat schrijf je niet boeken over vol, over je eigen overgang.

Oh, ja.

Ik niet, in ieder geval.

Nee.

Ik vond het wel met de overgang toen de...

Daar komt ie.

Ik had me vast.

Ik had me vast diep in en uit.

Ik had altijd dan symptomen die jullie er zelfs nooit hadden.

Nou, er was heel zielig.

Nou, bijvoorbeeld...

Mijn dina had bijna alles.

En ik had heel vaak niks daarvan.

Ik herinner me een klein stukje die zei daar, ja, bijvoorbeeld...

Soms heb ik een droge vraag.

Nou, jij weet niet.

Wel.

Mijn dina had dat ook.

Oh, ja?

Ja, zij was echt...

Ja, zij had echt de loterij.

En jij eigenlijk...

Nou, ik had dan bijvoorbeeld wel droge ogen.

Daar had ik wel last van.

Nou, ik had zoveel dingen, maar zullen we daar alsjeblieft niet over hebben?

Ja?

Je vergeet dezelfde overgang.

Nee, niet om over.

Ja, je begon over de overgang.

Weet je nog een beetje dat zei dat je daar allemaal drie woens over had.

Het is de nouveau.

De nouveau gaan we doen.

Maar ik volgende maand zie het.

Omdat ze dus weer een boek heeft geschreven.

Maar goed.

En dan hebben we nog de moderne etiketten.

Ja.

En dat is deze keer...

Wat doe je?

Mag je een compliment met een compliment beantwoorden?

Het is heel erg...

Heel veel mensen doen dat.

Is dat zo?

Ja.

Ik merk dat wel.

En ik moet mezelf altijd even op mijn tong bij te zeggen maar...

Om het niet te doen.

Dat is eigenlijk best zijn eerste impuls om dat te doen.

Dus dan gaan we het straks...

Ja, we gaan het allemaal uitgebreid over hebben.

En dan, hoe was je week?

Ja, hoe was je week?

Nee, hoe was jouw week?

Hoe ging jij eens?

Nou, ik ben begonnen met een boek.

Nee, hoor.

Ik ben niet begonnen met een boek.

Nee.

De Belgische Mol is weer in het land.

Dat geniet ik heel erg van de Belgische Wie is de Mol.

Dat weet ik.

Dat heb je wel eens verdiend.

Ja.

En dat is op MPO Plus.

Kan je dat zien?

Of op NL Ziet?

En ja, dat is...

Dat is een wonderbanelijke versie van Wie is de Mol.

Ik vind de Nederlands Mol ook leuk.

Het is gewoon een ander soort programma, toch eigenlijk.

Waar komt dat door?

Waarom is die Belgische Mol zo...

Je vindt hem leuker eigenlijk.

Nou, die opdrachten zitten heel ingenieuws aan elkaar.

Dat hebben ze dit jaar trouwens bij de Nederlands Mol ook meer gedaan.

Oké.

Ter echt gekeken naar de Belgische Mol ook, af en toe.

Ja, snap ik.

En ik snapte al die jaren al niet waarom ze dat niet meer deden.

Want daar is niets verkeerd aan.

Maar het zit ingenieuws aan elkaar.

Dus ze worden vaak opgesplitzen.

Dan moet er één iets doen.

Maar wat die aan het doen is,

dat heeft dan weer consequenties voor degenen.

Ik wens voor degenen wat de andere helft van de groep aan het doen is.

Het ziet er allemaal in ieder geval,

en het gaat altijd over het trouwen enzo.

Dus dat ziet er allemaal,

het ziet er altijd heel goed uit.

Dat is interessant.

Dus je werd er blij van?

Ja, ik werd er blij van.

En ik wil vorige week nog iets zeggen over Race Across the World.

Waarom dat in Engels moet, weet ik niet in mijn in ieder geval.

En daar wou ik vorige week niet doen.

Omdat toen net pas de finale was geweest.

Dus ik was bang dat ik dan spoilerde.

Dat vind ik zelf ook niet zo leuk.

Ja, ik wilde nog kijken en heb het al gezegd.

Ik vind ook dat mensen,

ook nog eventjes een goede tip voor mensen van,

en dat ziet er zo,

van de marketing en van de ontwerpstudio's daar.

Dus als je iemand kent,

even als tip door,

dat als je van die hele kleine fototjes doet bij een aflevering,

dan moet je natuurlijk niet allemaal foto's gaan doen van kandidaten.

Want dan kan je al zien,

die er in je van in zijn gebleven.

Dus als je dan bijvoorbeeld iets terug wil kijken

en je bent drie afleveringen, snap je,

dan zie je al, over drie afleveringen,

zit Johanna er nog in.

Terwijl ik weet niet of Johanna er deze keer uit zou gaan.

Maar wat moet ze dan voor het plaatje doen?

Want het gaat over die kandidaten.

Voor met een titel,

bijvoorbeeld gewoon Wie is de Mol,

of de presentator,

of van een heel mooi,

bijvoorbeeld als ze in Zuid-Afrika zijn,

of van allemaal, gewoon vanaf het begin zo'n foto.

Dat kan ook.

Dat kan ook.

Maar ik ga niet afhalen spoilers in,

maar ik heb wel soms het idee

dat mensen er helemaal niet over nadenken.

Zou het?

Nou, ik, ja, dat denk ik,

want ik zou denken, als je erover nadenkt,

dat doe je dat niet.

Dat doe je dat niet.

Dus dat is de goede tip voor mij.

Mooi.

Maar dus race across the world,

dat is voor een week dus de finale.

En die is dus grondig, kan ik nou zeggen,

want we zijn inmiddels een beek verder.

Nou, als je nu nog niet gezien hebt,

dan ben je geen grote fan.

Nou, dan kan je hem nu ook uitzetten, even zo.

Oh ja, kan je ook uitzetten,

maar dan kan je ook gewoon even opschrijven,

ik ben geen grote fan.

Schrijf maar honderd keer, ik ben geen grote fan.

Want dan ben je geen grote fan.

Wauw.

Ja, zeker.

Oké.

Want daar was, in die finale die hadden we,

hadden we gewonnen, Hugo, Kennis en Eva,

heb ik even acht naam gegeten.

Ja.

Maar in ieder geval, die waren met twee,

en die hadden, ja, het was echt een,

ik was emotioneel echt uitgeput

toen het klaar was.

Want je was met hun meegenijs, eigenlijk.

Maar zij hadden een soort emotionele verbinding

met taxi chauffeur,

daar kon ik gewoon helemaal niet meer naar kijken

op een gegeven moment.

Zeg maar, ze kwamen uit een bussitjon,

stond de taxi, stond een hele leuke,

lieve mevrouw, met slecht rood gekleurd,

haar geloof ik.

En die stond er zo een beetje zo,

deden de taxi aan,

toen zei ze gewoon wat kost het

om naar het volgende dorpje te komen.

Want ze moest uiteindelijk helemaal naar

het einde van de wereld,

dus helemaal naar het klein oudste puntje

van Argentinië.

Oké.

En ze waren in mijn doos,

uit mijn hoofd.

Dus het zal waarschijnlijk klopt,

maar goed, we waren daar ergens.

Ze wilde naar het volgende stadje of zo,

er was honderd kilometer verder.

Ze zei ze,

dat kost zoveel en zoveel.

Oh ja, oh ja,

nou, ze zegt ze,

maar dan wilde we morgen naartoe.

Ze zegt die vrouw,

oh ja,

maar morgen,

oh, daar kan ik niet,

dat is mijn zoonjarig.

En ik heb het geld zo hard nodig,

ze zei ze,

want dit is mijn eerste dag

als taxi chauffeur,

en mijn vader is met pensioen gegaan,

heb ik die taxi van hem gekregen,

dit is mijn eerste dag,

ik heb het geld zo hard nodig,

maar ik kan natuurlijk niet zonder mijn zoon.

Dat kan ik,

dat zijn verjaardag enzo.

Dus hij stond allemaal bijna half te houden enzo.

En toen zei ze,

ja,

maar dat stadje was vlak bij de zee,

en ik had mijn zoon beloofd naar de zee te gaan.

Dus hij zei,

anders neem je zoon mee,

dan heeft hij ze verjaardag,

en dan gaat hij,

oh ja,

zou je denken,

nou,

even momentje,

toen ging ze samen denken,

en toen zegt die vrouw ineens,

maar waar moet je eigenlijk naartoe,

nou, we moeten 900 kilometer verder.

Toen zei de taxi chauffeur,

ze zei van,

ik kan jullie ook daarnaartoe brengen,

gewoon,

900 kilometer.

En toen zei ik,

900 kilometer brengen,

ja,

nou,

iedereen huilen,

dan gaat je zoon ook mee,

en dan gaan we helemaal,

oh, dan halen we het,

en dan kreeg je al ons keld,

we zaten dan 900 dollar over.

Kreeg je al ons keld,

en toen ging het helemaal om helzen,

en zij ging huilen,

en er was aan verschrikkelijk,

toen zei ze,

eventjes rustig worden,

gaan we eventjes,

eventjes goed over nadenken.

Toen ging ze apart staan,

zei ze,

ja,

maar goed,

zij rijdt natuurlijk snachts niet door,

dus dan,

ik vind dit hele gapige overgang,

vanuit het huilen,

meteen heel zakelijk.

En ze zagen wel drogen zo,

en dan waren ze een beetje rustig geworden,

en toen,

en toen,

dan gaan we nu eventjes goed overleggen.

Toen ze ging ze met ze twee,

ze waren apart staan,

ja, maar zij rijdt snachts niet door,

en dan,

ja,

dan verliezen we tijd,

en zo,

oké,

dan doen we het niet.

Maar toen moest ze terug naar die vrouw,

om dat te zeggen,

en ik,

ik heb gewoon het af moeten zetten,

om even naar het toilet te gaan,

omdat ik denk,

ik kan niet zien dat ze nou tegen haar gaan zeggen,

maar gaan het niet doen.

Ik dacht wel verschrikkelijk,

dat je dat durft.

Ik zou er gewoon,

ik zou er gewoon,

ik zou er gewoon niet durven,

ik zou gewoon denken,

weet je wat,

dan hebben we het maar verloren,

maar we gaan niet van,

met die zielige mevrouw mee.

Dus toen zeiden ze,

nee, we gaan het niet doen.

En,

en weer huilen,

en om helzen,

en wat is dan verschrikkelijk,

en toen zeiden die,

maar we moeten vannacht wel ergens slapen.

En toen dacht ik,

ja,

toen niet nou,

vraag of je gratis,

bij die vrouw mag slapen,

omdat je wel hoog.

En toen zeiden ze,

ja,

maar hij is een kok,

en dan gaat hij lekker koken,

voor uw zoon.

Het is zo'n jaar,

die hun savings hebben ze,

dan heeft hij meloen,

en mijn vrouwenham,

dat had hij gekookt.

Nee, nee, nee, nee.

Dan dacht ik,

als dat het is,

maar goed,

misschien...

Dan nog wel iets meer.

Ik mag het hopen,

maar die zoon had nog nooit meloen op.

Oh.

En die was

16 of zo.

Ah.

Ja, maar no, no,

in meloen op.

Ja, dat kan toch?

Ze hadden geen geld,

begrijpen ik ook.

Ja, maar meloen,

ik zou zeggen,

die daar sowieso...

aan de kant van de weg,

toch?

Maar goed,

die was nooit op.

Goed gekookt.

En,

maar verder hadden we niet gezien,

misschien heeft ze nog wel

iets leuks gekookt,

maar het zou ook kunnen,

dat dit het was.

In ieder geval,

toen zitten ze zo te praten,

en toen

zeiden ze,

of ze het toch doen,

dat we met haar toch gewoon niet nemen.

Dus zo gingen ze weer,

en we doen het wel.

En toen dacht ik,

nou,

wat er nou,

vind ik ook gebeurd,

dan moet je in die tax gaan zitten

en dan moet je in één ruk doorrijden.

En daar deden ze.

Oh.

En toen liepen,

toen liepen ze goed af.

En dat was een hele leuke vraag,

maar die moesten dus daarna,

die wel,

die neemt hem ook terug te rijden.

Ja.

Met die zoon enzo.

Maar ze kregen best veel geld.

Ja,

ze kregen niet,

maar goed,

dus was wel echt daag hun,

moesten ze,

waren ze aan het rijden,

natuurlijk,

met die taxi.

Ja,

twee of zo,

drie.

Ik weet het niet.

Maar in ieder geval,

en toen hebben ze,

kwam ze dus daar aan,

en toen hebben ze dus,

gewonnen.

Goed nog,

gewonnen.

En goed gedaan.

En,

en heel goed gedaan,

alhoewel,

klein puntje van kritiek,

we zijn hele op,

we zijn cute,

en we zijn heel lief,

en we gaan er in elke balie,

zelfs aan het kijken,

als Poos in Boots,

van,

kregen we korting krijgen,

want we zijn twee studenten.

Ja,

maar ik denk,

dat dat programma het doet.

Diep in de 50,

en we kunnen natuurlijk geen korting krijgen,

als student,

maar dan zijn ze,

ja,

nee,

we zijn nog studenten.

Ja,

maar je probeert natuurlijk alles,

dat kan ik me wel voorstellen.

Ja,

maar als je er elke keer,

dus iemand ziet doen,

dan denk je,

mm,

het wordt gewoon minder aantrekkelijk,

dit ding.

Dus we kunnen slapen,

enzo,

dus dat zou ik heel moeilijk vinden.

Ja.

Ik ben iemand,

ja,

nee,

dat durf ik.

En ik durf ook niet iemand,

die geen geld heeft,

vragen ook,

dat ook nog gratis mag slapen.

Dat vind ik,

ja,

dat kan ik gewoon niet,

dat vind ik te pijnlijk.

Maar goed,

het is superleuk om te zien,

en ik vond er ook,

helemaal goeie winnaars,

en Howard,

en die Dree,

die deden nog mee,

en,

en Bastia,

Raja's,

en Sam natuurlijk.

Wat werd dat jij?

Dit is weer de derde,

nee,

dat was hartstikke leuk,

en zij waren ook heel erg leuk,

en ik vond het een topprogramma.

Ik vond het echt nogmaals,

ik hoop dat er terugkomt,

en,

en ik vind het een heel leuk programma.

Maar jou hoefden ze niet te bellen daar.

Mij hoefden ze niet te bellen.

Hoe was jouw week?

Nou,

over taxi's gesproken.

Ja,

daar hadden we het over.

Ja,

dus,

bruggetje.

Ik had het ook niet hoeven zeggen,

maar ik zat in een taxi,

en,

eh,

het gekke was,

wij stonden op het steel,

op de weg,

niet te snel weg of zo.

Nou,

het was,

ja,

bij mij in de buurt,

het maakt niet uit,

ik was bijna thuis.

En,

eh,

we staan in een zijstraatje,

en die taxi voor kan niet door,

dus ik kijk een beetje zo van,

waarom staan we stil,

staat er een,

motor,

op de weg,

dus niet echt een motor,

tussen een motor

en een brommer in.

O,

geen scooter,

ik weet niet precies wat het was,

ik vond,

ja,

ik kon niet goed zien,

maar ik dacht,

waarom staat die auto,

nee,

ook zo,

dus hij begint te toeteren,

want hij denkt,

ja,

ik wil ook door,

metertje loopt voor mevrouw,

maar ik wil ook door.

Komt er een jongen naar buiten,

uit een winkeltje,

heel rustig met een helm op,

dat je denkt,

oh,

ja,

een bezorger,

of zo,

gaat heel rustig naar die motor.

Die taxi-serveur,

die gaat helemaal los,

die

stapt of springt

uit de auto,

en begint schelden.

En ik denk,

nee,

niet doen,

wat doe je nou?

Ja.

En,

hij reageert,

nou Lucia,

hij had ook misschien een helm op,

dat hij niet zo goed hoorde,

dat heeft hij tegen mij,

want hij zat helemaal

in zijn eigen bubbel,

dat was duidelijk,

dat hij ook gewoon

op de stoep kon staan.

Maar hij stond midden op de weg.

En die taxi-serveur,

die schelt nog eens wat,

en die stapt er in de auto,

en zegt hij,

kut Marokkaan.

En ik zit daar zo,

en ik denk,

wat moet hij nou zeggen?

Ik vond het zo vervelend,

wat er gebeurde.

Hij was zelf gekleurd,

dus ik dacht,

wat gebeurt hier?

Nou,

ik heb een stukje door,

en toen zei ik,

toch van,

waar kom jij vandaan?

Zei ik,

dat was mijn eerste vraag.

En toen zei hij,

toe keien.

En toen zei ik,

oh,

met de slechtste zin die je kan me denken,

oh, van daar,

kut Marokkaan,

met een vraag teken.

Ik wist gewoon niet,

nee,

maar ik moet dit gesprekken.

En toen zei hij,

ja,

maar dat zei ik heel zachtjes.

Alleen tegen jou.

En ik dacht,

ik wist gewoon niet,

moet het op moest lossen.

En toen waren we ook op je thuis,

en toen ben ik meenemvriendelijk bedankt.

Maar eerlijk,

ik vond het zo ongelooflijk.

En ik was natuurlijk eerst heel bang.

Maar het grappige was,

ik slaan een stukje over,

want ik wilde eerst niet heen toe,

maar hij riep ook nog tegen die jongen,

ja,

en wat sta je hier nou te doen?

Ik heb een zwannere vrouw

in de taxi,

die moet me vangen.

En ik zat er zo,

waar moet ik hem nou gespeelen?

Want zo ben ik,

ik denk niet,

oh,

nou moet ik meedoen,

aan een verhaal.

Ik dacht,

nou,

kijk de jongen,

dan zat ik een beetje zo.

Want ja,

als je maar niet kijkt,

het gewoon,

dat ik het ben ofzo,

die jongen gaat je herkennen.

Het was allemaal heel ongemakkelijk,

wat hij zo vindt.

Maar goed,

ja,

en waarom zat ik in de taxi?

Omdat ik heel stom op de sportschool,

oh,

ik ben heel erg fanatiek aan het trainen,

zoals jij weet.

Ja,

daar wordt ze gezucht,

aan de andere kant van de taak.

Nou,

ik vind,

ik zet me weer even schap.

Nee,

maar ik vind het jij heel je leven,

jouw lichaam echt,

ik weet niet wat allemaal aan het doen.

Geweld aan het doen.

Geweld aan het doen.

In positieve zin.

Nou,

met de smoet van,

ik wil gezond doen,

maar ik heb altijd de idee

dat jouw lichaam denkt,

alsjeblieft,

zullen we het gewoon,

zullen we het gewoon gewoon houden.

Dat is ook in de verwarring,

volgens mij,

dat is jouw eigen lichaam,

die tegen jou praat.

Ja,

misschien,

via mij misschien,

maar ik denk...

Ik vind dat je je lichaam te veel aan,

want nu ben je elke dag aan het trainen.

Ja,

dat is een korte periode.

Maar goed,

ik stond op een apparaat

in de sportschool,

en dat is zo'n,

het trappende,

een trapding. Dan moet je zo'n sters. Zo iets heet dat. Nee, niet dat. Je loopt echt 3, 4,

3, 4, 4, maar die band die beweegt, dus je kan niet dat doorlopen. Maar ik ben heel

zo afgeleid. Dus ik stond te kijken naar een man die op de lopende band stond. En je

moet heel erg opletten natuurlijk op die stand, want die loopt door. Maar die man ging

ineens af en ik zag die band nog doorlopen. Ik heb heel snel dat ik dan denk, o, is

die man niet goed geworden? Dat kan ik heel snel hebben, dus ik iemand in de kleedkamer

ligt in een vraag en komt tegen, gaat het jou? Ik ben gewoon moe.

Je lijkt me even met rust. Nee, ze stond zo op, zei ze trouwens heel lief. Thanks for

asking, zoals Engels. Oh. Sorry, I don't understand English.

Zij heet ik toen. Nee, maar ze zijn... Very nice, very kind of you. Maar dus die man loopt

weg en die trap is niet zo lang, dat zijn maar een paar treden. Dus ik val er bijna

van af en ik corrigeer mezelf. En dat had ik niet moeten doen. Ik had er beter vanaf

kunnen vallen. Gewoon een beetje zo'n lullig valletje waarschijnlijk. Maar door die correctie

heb ik nu een gekneusde, zwevende rib. Dat kan je wel maanden mee lopen. Dus ik

heb nu ook zo'n band aangeschaft. Oh. Ja, want je kent me, die turment, ik sport

gewoon door. Maar goed, dus dat heb ik ook nog meegemaakt.

Maar daarom zeggen mensen altijd, als je valt en zo, kan je het beste dronken zijn.

Ja, dat was ik niets, want ik drink ook niets.

Want dan corrigeer je jezelf niet. En dan corrigeer je daar zit de bottleneck. Dus je kan het

best als je gaat sporten. Dus ik drink van voren. Nee, maar ik mag ook zes drinken

en niet drinken. En wat hoop je dan? Nou, ik merk al dat ik fitter ben. En ik had gewoon

een tizel-rebo-boost. Ja, maar weet je wat ik ook leuk vind om te merken aan dat je elke dag

iets moet? Dat je ook een beetje denkt, nou moet ik niet zo zuren over dat ik een pijntje

heb. En dat hoorde ik vaker van sporters. Dat ik had, nou als ik een pijntje heb, dan

moet ik stoppen met sporten. Dat is het lichaam wat aangeeft. Nee, dat valt wel mee.

Je hoeft niet meteen te stoppen. Je hoeft niet meteen als een prinses in bed te gaan liggen.

Op zeven matrassen. En ze denken ook met duizelig. M'n lichaam geeft aan dat er iets is. Nee,

maar je lichaam, ik hoor wel eens dat sporten voor het rijden, dat wordt helemaal niet goed

voor je knieën. Nee, dat is niet goed. Dus al die mensen die dan elke dag sporten in,

want ik vind natuurlijk heel het vondenpak om te wonen, dat je ziek allemaal mensen rennen,

dan denk ik, ja, daar gaan je knieën. Maar sommige knieën kunnen dat... Ik voel ze

grap knaknaar. Terwijl ik langs rij, ja. Ja, sommige lichaamen zijn daar natuurlijk wel goed voor.

Maar goed, het was maar weer een week. Nou, eh? Oh, oh, oh, oh, oh, oh, oh, oh, oh, oh, oh, oh, oh,

ongelooflijk. Maar elke dag doe jij dus die training. Ja, maar egen nog maar. Ja, maar je doet

heel het soort dingen, maar dat is best wel heel zwaar. En je bent wel een goede, echt een

noorzetter. Nou, en weet je wat ook leuk is, ja, dat ben ik niet vergeten. Dat is deze plek,

denk ik. Want als je hier zit, dan ben je dat. Wat ook leuk is dat ik ga daarna altijd even de sauna

in, want dan heb ik het gevoel dat ze ook goed vormen. Lekker ontspannen. Dat vraagt je lichaam.

Ja. Zouden we even dit sauna in kunnen gaan, vraagt je lichaam. Ja, prima. Ja, prima.

Ik heb het toch niet eens gedaan. En dan heb je hele leuke gesprekken soms. En dat was ik vroeg,

of vond ik dat doodeng? Dan dacht ik altijd, nou, ik ben hier al best bloterig. Ik zit in

de bikini, hè. Dat ik dat wel even gezegd heb. Oh. Het is namelijk in een hotel, zo hoog. Maar

dat maakt er niet uit. Nou, maar je hebt sauna's waar je niet in bikini mag. Nee, precies. Dat. Moet je

gewoon je kleren aanhouden. Uit. Alles uit. Maar goed, dus zijn soms leuke gesprekken? Zoals,

bijvoorbeeld, wat heb je nou een leuke gesprek gehad, dat je dacht, gewoon, dat weet ik nog. Dat is

echt een leuke gesprek. Die had ik in de sauna. Toen zei die meneer of die mevrouw, die zei. Ik kan

het vertellen, want het wordt waarschijnlijk uitgeknipt. Maar ik kan het zeker even proberen. Laatst had

ik een grappige gesprek. Een tijdje geleden zat er al twee mannen in de sauna die waren in gesprek.

Oh. Kijk, mijn theorie is in de sauna een beetje stil. Oh. Stilte. Ja. Maar als mensen... Lift. Nee,

waarom moet je daar stil zijn? Oh, lift vind ik ook altijd belangrijk om stil te zijn. Oh,

ja? Ja, als mijn moeder het lift en zei het tegen mijn moeder, niks zeggen. Niet gaan praten,

nou. Want mijn moeder was er nergens. Als er dan een kind stond of zo, dan ging ze praten. Terwijl wij

zeiden altijd, we gaan er in het lift in. Stil zijn, nou. Stil zijn, niet praten. Dus dan, maar

dat trok mijn moeder zich helemaal niks vanaan. Maar ik vind altijd lift beter stilte. Ja,

nou, dat dacht ik, die heb ik altijd bij de sauna. Maar in ieder geval, er waren twee mannen

aan het praten en die hebben, een man, ik kom binnen en die een man zitten nog even te puffen

en steunen en die gaat weg. Nee, nee, nee. Zo erg was die. En die gaat weg. Maar ik hoor hun

gesprek. Ja. Ik kon het niet laten om tegen die jongen te zeggen, want die, want die man vertelde

aan de andere jongen die nog bleef. Ja, ik ben een beetje, in het Engels, er zijn heel veel buitenlanders

daar, maar ik zat in Nederland doen. Ik ben een beetje aan het uitsweten van Koningsdag. Oh. En ik

zat in die sauna en ik dacht, is dat niet een week geleden, Koningsdag? Dus ik zat zo zo.

En ik wilde het zeggen, ik dacht, nee, ik ken die man niet. Niet zo bij de hand doen, Isa. Maar

momenten die man de sauna uit was, zei ik tegen die ander man, dat was een week ago, right? Weet je

wel zo? Ja. Dus er ging toch met hem ook in de babbel. Dacht ik, wat grappig is dit? Dat het,

ja, een code en volgens mij is dat ook hoe ouder ik word, dat ik meer aan het praten ben, wat

mijn moeder ook deed. Ja. Met vreemde mensen praten. En ik doe het nu ook steeds vaker. Ik vind

het leuk, hoor. Met vreemde mensen te praten, maar niet in de lift. Maar... Mooi afgrond. Ja,

en ook niet in de sauna, wat krijg ik gehoofd mij van? Ja, het is sowieso de sauna. Nee,

wat krijg ik gehoofd mij van? Weet je nog dat ik jou een cadeau heb gegeven? Ja, weet je dat nog.

In zo'n ei, hoe heet dat? Floten. Nou, dat kan het zelf bijna niet overpraat zonder dat ik

het moet overgeven. Dat is zo'n dobber ei, zeg maar. Dus dan ga je in en dan kan je... Het is

groot, hè? Dat je het wel even... Ja, het is heel groot. Je kan er in liggen en het is gevuld met

zoutwater. Ja, zoutwater. Daardoor blijf je drijven. Ja, floten. En dan kan je floten, ja. En dan kan

je zo'n ei, zo'n heel groot ding, kan je dichtdoen, je kan open doen, je kan hem met geluid, je kan hem

met licht... Muziekje ligt uit aan. Nou, ik heb alles geprobeerd. En ik dacht, wat een leuk cadeau als

ter ontspanning voor Mark-Marie. Dus ik ligt daar en ik dacht, ik moet, Drek kost ik heel eens

eivool, want ik werd daar zo misselijk van. En ik had alles geprobeerd, ik had het open gedaan,

met wind, zonder wind, met geluid, zonder geluid, met licht, zonder licht. Ik had alles geprobeerd,

ik was een half uur, ik was kapot toen ik eruit kwam. Ja, heerlijk. Toen heb ik bij een boom naast de

gracht staan te kotsen, omdat ik gewoon... Ik vond het verschrikkelijk. En dat was goed bedoeld,

Vian. Nee, ik hoopte dat dit het effect was. Ja, natuurlijk was het goed bedoeld. Ja, maar dat was

echt wel wat. Wat een slecht cadeau. Wat een verschrikkelijke cadeau. Ik heb nog eens wat. Maar

goed, dit was onze week. Keker. Dan gaan we nu naar het thema. En het thema is, deze week moet u

eens luisteren, dat is het thema is, gewoontes. Heb je ze? Ik heb heel veel gewoontes. Noem eens wat.

Soms, nou, bijvoorbeeld als ik van Amsterdam naar Tilburg rijd, dan heb ik in een periode van,

ik denk, twee jaar of zo, neem ik die route. Want zo fijn zijn Tilburg, heb je verschillende routes,

hoe je van Amsterdam naar Tilburg kan komen. Dus je kan via Breda, je kan via een bos, je kan via

donken, je kan via rijen. En dan heb ik een jaar lang, denk ik, of twee jaar lang, denk ik, dat dat

is nu mijn route. Dus ik hou heel erg van gewoontes. Dus ik weet dat wij, bijvoorbeeld met de wereldraai

doorgingen, Mathijs en vrouw van Mathijs, Karen en ik, ging elke vrijdag na de wereldraai, ging

we eten, ging we eten bij Café Amsterdam. Daar had ik dan altijd hetzelfde, zij hadden ook altijd hetzelfde.

Oh, dat schattig. Zij zijn ook heel erg gewoonte. Dus we zaten op dezelfde plek aan tafel. Ik hou daar

heel erg van. Ik kan heel erg genieten van, bijvoorbeeld zondag met Annette gaan we mee

naar Pochini, gaan we lunchen. En je verheugd je er dan? Kan je er ook echt op verheugden? Ja, ik vind

dat heel erg fijn. Dus ik hou van het bekende. Ik ben ook iemand die, ook na een voorstelling,

vind ik het hartstikke leuk als mensen even zeggen, ik vond het hartstikke leuk. Maar ik ga dan toch

praten met mensen die ik goed ken. En ik ken, ik heb ook collega's, die zijn altijd praten met

mensen die ze helemaal niet kennen, die laten eigenlijk mensen die ze goed kennen, altijd maar

wachten. Ik denk ja, dat zijn je vrienden, dat zijn de mensen die daar, je snap je. Maar ik ken

mensen die gaan eigenlijk altijd voor de onbekende mensen, mensen die altijd interessanter dan de

mensen die zou kennen. Misschien nog even applaus halen. Ook dat, maar ook altijd om de

indruk van mensen die ze niet kennen, terwijl ik, ik ben meer onder de indruk van de mensen die ik ken.

En jij? Ben jij gewoon de mens? Ik ben ook meer onder de indruk, ja. Ja, ik hou er ook van,

want dat geeft toch een soort basis iets. Maar ik zat er zelfs over na te denken, want ik had

natuurlijk dit thema gekozen, dat zag ik. Wat zijn eigenlijk mijn gewoontes? Waar slaap je? Aan welke

kant van bed slaap jij? Oh ja, ik slaap dus als je in bed ligt zeg maar. Dus je ligt zo, dan slaap

ik rechts. Oh ik ook, dan kunnen wij dus nooit in één bed. Oh, maar ik kan. Ja ik ook, nee,

dat kan ik ook. Maar waarom ligt je rechts? Want ik ligt dan, het ligt bij of de deur, of ik ligt

dichtstbij, dus het ligt niet altijd rechts, of het ligt dichtstbij de wc. Ik ligt liever niet aan

de raamkant, maar liever aan de kant richting de deur. Oh, maar ons raam zit achter ons. Ja,

precies, dat maak ik niet zo. Dus je maakt bij ons niet uit. Maar als je echt zo aan het slaapt,

vertel. Als ik echt zo aan het slaap, merk je toch dat ik vaak aan die, aan de recht kant,

maar als inderdaad daar dan... Als het al gaat liggen? Ja. Stel ik springer in, dan denk je heb je

een prima. Dan kan ik ook een ander kant. Ik ben niet iemand die dan hysterisch volhoudt aan die kant.

Maar ik kan bijvoorbeeld ook niet zonder tandenpoetsen naar bed. Ik moet met tandenpoetsen. Als ik in

slaap van, ik ga wel eens in bed liggen, dan denk ik, oh even liggen, ik ben heel dom, ik ben

beter gewoon in tandenpoetsen. En zo denk je dat er gaat gebeuren? Ja, dat weet ik ook niet precies.

Ik denk, ik ga zo met tandenpoetsen, moet ik dan zo moe zijn ofzo. En dan word ik snagzwak,

ik ben natuurlijk in slaap gevallen, dus licht aan, echt super stom. En dan ga ik nog met tandenpoetsen.

Ben je dan gedronken? Nee, dat kan dan. Dat kan. Dat je denkt, ik ga even op bed liggen.

Even kijken hoe was dat? Ja, het is mijn bed. Even kijken hoe dat ligt. En dan word je snagzwak en

dan ga je nog met tandenpoetsen. Nou, als ik met tandenpoets, ik probeerde ook wel eens,

dan ga ik in bed liggen. En dan denk ik, ik ben gewoon te moe, ik heb gewoon gezien.

Dat bedoel ik. Maar mij moest er weer drank bij. Ik weet het jij niet. Nee, nee, maar daar vond

ik niet in slaap. Maar dan lig ik in bed en dan zie ik de gaten in m'n tanden vallen.

Nee. Ja, dan zie ik, dat denk ik, oh nou gebeurt het. En dan voel ik zo dat ze zo,

dat ze in m'n tanden aan het hakken zijn. En dat was zo, ik moet eruit, ik moet eruit,

ik moet die beetjes wegpoetsen. Maar dat komt ook een beetje door Schimpie en

door al die dingen op tv, van de reclaar, om te maken ze het zo visueel. En dan wordt

het ook visueel bij mij. Dus ik kan tegen mezelf zeggen, ach, doen je kinderdag,

blijf gewoon liggen. Daar kan ik nog één seconde blijven liggen, maar dan denk ik,

nee, ik moet gewoon nu met tanden gaan poetsen. En dan ga je ook je voeten wassen.

Want anders krijg je voet schimmel. Nee, dat doe ik dan weer niet. Ach, nee. Dus ik

doe me, ik kan inderdaad ook niet naar beet zonder met tanden te poetsen. Maar dat vind ik,

ja, dat zou ik, maar daar ben ik gewoon iets te hysterisch voor. Ja, ja, dat klinkt wel zo.

Ja, dus ik ben een, ik ben een goed. Ja, dat is niet slecht. Voor de tanden. Nee. Maar ik ben

wel een gewone... Ben je dwangmatig in sommige gewoontes? Nee, ik ben niet dwangmatig,

want ik kan mezelf wel ernstig toespreken. Ja. Dus ik kan gewoon tegen mezelf zeggen,

nou, nou, niet aanstellen, gewoon nou, gewoon dit even doen of dat even doen of... Ja. Ja, dat.

Maar je hebt geen dwangmatige, gewoon, behalve dus dat tandenpoet. Ja, ik heb geen dwangmatige

gewoontes van honderd kind de auto teruglopen of die dicht is en zo. Ja, dat is natuurlijk wel

heel erg. Ja, dat te hebben mensen. Ja. En die blijven maar of terug en dan het gas of het gas goed

oud is of zo of de deur goed dicht is of of altijd op... Ja. Ja, zoiets. En dat je niet op,

weet je wel, en met cijfers heb ik het ook helemaal niet van dertien of niet... Nee, ik ook niet.

Heb ik helemaal niet. Ik heb een nieuwe gewoonte koude douche. Daar heb ik al vrij lang.

Het is heel goed voor je. Ja. Ja. Maar dat doe ik mezelf niet aan. En waarom verrast

me dat nou net? Nee, maar dat denk ik, waarom zou je jezelf dat aan doen zou ik denken? Nou,

omdat ik lekker vind. Oh, ja. Nee, ik vind het dus echt lek. Ik voel echt zo voen dat je,

dat het bloed door je, ja, ik heb natuurlijk heel goed contact met mijn lichaam. Ja. En mijn lichaam

zegt dankjewel. Ja. Daarom doe ik het zielder dan. Nou, want heb jij een thermoskand,

een thermoskand. Thermoskand? Met koud water of niet? Of heb je een thermoskraan? Nou, ik kan gewoon

van warm naar koud draaien, de knop. Wat bedoel je? Ja, dus je hebt warm en koud water? Ja. Of

niet? En heb je nog een thermoskand? Nee, ik heb gewoon één knop. Hij staat op warm.

Precies, ja. En dan kan ik hem zo helemaal naar beneden draaien in de koud. Dat doe je dan

helemaal op koud en dan hoe lang? Dat tel ik niet, want ik weet dat dat dan eigenlijk moet,

want daar ben ik dan weer niet zo streng in. Oh, want ik heb een half minuut of een

minuut zijn, dat weet ik niet. Een vriendin, die heeft ze volgens mij ook wel vaak,

of dat Loes-Luca doet, dat hij alleen met koud haar borsten. Dus zo, 10 keer zo,

1 borst en dan zo met koud, 10 keer zo, dan blijven ze mooie. Koud? Ja, ja, dat is voor

de borst heel goed. Dat zal dan bij mij ook werken. Ja, dat werkt ja ook. Nee, waarschijnlijk.

Dat denk ik. En het maakt niet uit hoe lang? Nou, echt vijf seconden heeft geen zin,

als je zo koud doet. Ik vind het lekkerst. Als ik begrijp me te denken, oh, nou ben ik er doorheen.

Ik ben er nu aan gewend. En dat doe je elke dag? Iedere dag, maar niet zavond. Dat doe ik alleen

in de ochtend. Als ik zavonds doe, dan doe ik dat niet. Want ik wil niet wakker worden,

dan wil ik gewoon lekker ontspannen. Dan gaat die even in het bad. Maar je kan ook,

dat vind ik zo fijn. Als ik bijvoorbeeld, ja, ik was tegen het strand ga, maar wanneer ik ooit

naar het strand ga, ik zou niet weten. Maar als ik bijvoorbeeld in het duinen ben geweest. Maar dat

roze gevoel, oh, als ik naar Oostenwijk ga, dan ben je wel eens in de bossen. In de bossen kan je

het ook zo hebben. Dan ben je in de bossen en dan voel je je zelf zo heel roze als je thuis komt.

Dat vind ik superfijn. Dat vind ik een soort gevoel wat heel prettig is. Dat zoek ik dan

wel eens op, dat gevoel, zeg maar, voor mezelf. Dat vind ik fijn. Dus dat doe ik wel,

die vooral in de zomer, ga ik dan naar de Grootspijk in Oostenwijk en dan kan ik zo lekker

roze geworden. Ja, en daar verlang je dan naar. Ja, dat is goed. Ja, dat vind ik fijn. Dus ben

jij een gewoonte mens? Of zeg jij nou nee, gewoontes, zeg maar niks. Ja, maar ook wel weer om te

doorbreken af en toe. Vind ik dan ook verfrissend. Vroeger weet ik nagels. Oh, ja. Maar is dat

een gewoonte of een, dat is geen gewoonte, een tik. Ik ben heel blij dat ik daar vanaf ben.

Hoe ben je daar vanaf komen gewoon niet doen? Voor wasse mensen die nog nagels bijten. Ja,

ja, nou als je helemaal eraf bijt, maar ik, maar ga jij dus, als jij zegt, mijn nagels zijn te lang,

ga je die dan met een schaartje knippen? Veilig. Maar mijn nagels groeien niet zo goed. Want gelukkig

daar is het onderwerp weer door de overgang. Heb ik dunnere nagels. Dunnere nagels, oh,

zappere brekbanen. Maar dat ben ik helemaal level in de overgang, want ik heb altijd gewoon een

soort hele slappe dunne nagels. Nou, dan kan je ook gewoon pech mee hebben. Ja, ik ben ook, ja,

zou kunnen. Maar ik, ik doe bijvoorbeeld, ik hoef ze nooit te knippen, omdat ik inderdaad

wel nagelbijt. Maar ik bijt niet helemaal zo alles. Dat helemaal tot bloedend stoe, zeg maar. Dat je,

oh ja, ze erg, dat je niet kan stoppen, dat je bijna gewoon een topje eraf knoudt, zeg maar. Dat

ken ik wel mensen die doen. Die zo helemaal zo, mijn bloedende mond zo. Gewoon ik het gesprek

voerde. Ja, ja. Nou, en ook nog, die met hun andere handen ook nog bij gebruiken, om het nog dicht te

zeggen, maar ja, ik ken die wel iemand, bijvoorbeeld een acteur, ja, heel bekend acteur. En die knoudt

ook de zijkanten zo af van heel zonnehanden, zeg maar. Dus die heeft bijna, bijna geen handen

meer, geen vingers meer, geen stompjes. Bijna geen vingers over, ja. Zit alles helemaal onder

bloedend van het, van het... Hij heeft wel veel werk, ja, dus op zich. Maar het is zenuwen natuurlijk.

De ontzettende zenuwtrek. Nelzeker toch niet. Nou, bij kinderen, die nagelbuiten, denk ik.

Oh ja, zenuwen ook. Ja, of zenuwen. Kunnen heel zeker zijn, maar dan gewoon zenuwen.

Nee, dus hoeveel sterren geef jij gewoontes? Gewoontes ook leuk, als het leuk en gewoontes zijn.

Vier. Mooi. Klok als het. 1, 2, 3, 4. Ja, maar 4. Klok een beetje zo. Ja, te handen vind ik jou zo mooi.

En ik geef gewoontes, want ik vind gewoontes namelijk ook heel erg fijn, warme jasrig achter. Dat je zo

heel, zo lekker, ja, dat je het kent, dat je het weet. Ik ben helemaal niet zo van nieuw en gewoon

we gaan allemaal nieuwe mensen ontmoeten. Nou, niet van niet hoor, dames en heren. Dus geef maar gewoon lekker.

1, 2, 3, 4, 5. Gewoon toch, maar ja, ik weet dat ze zijn met Tony niet dol als ik 5 sterren geef.

Ja, maar ik vind ook dat je er voor uit moet komen wat je vindt. Ja, toch. En ik, ja, het is ook

een gewoont om 5 sterren te geven. Nee, dat niet. Nee, dat niet. We gaan naar het, ja,

dronnenblad. Ik mag het eigenlijk niet dronnenblad noemen, maar het is. Ik zie je ineens ook zo

leuk. Met, zie je dat? Met die staat er voorop. Nou, Loretta schrijver. Loretta schrijver. Ja,

en ze is gasthoofdredacteur. Dus hij heeft het hele blad mee mogen samestellen. Dat is heel veel

over dieren en zo, het staat heel lief over, met er horens. Ja. Ben je Loretta leuk? Ja. Maar ken je

er goed? Nee, ik heb een paar keer natuurlijk ontmoet, maar niet heel vaak. Oh. Want nee,

nee, niet heel vaak, maar als ik ontmoet vind ik het hartstikke aardig. Maar de Maas singer is

hij natuurlijk. Oh, ja, maar dan ontmoet je iemand die echt. Nee, dat dacht ik later nog, want je

gaat naar huis. Oh, dan ben ik natuurlijk altijd in dezelfde jaren gezeten, ja. Maar nooit in

dezelfde programma, nooit in dezelfde film. Nou, het interview is gedaan door Antoinette Schulderman.

Oh, oké. Nu vind ik altijd heel goed schrijven, heel fijn. Ja. En het gaat natuurlijk even over

dat ze ziek is geweest. Ja. Ze heeft kanker gehad en dat is best wel pittig geweest, maar ze heeft

een paar hele leuke opmerkingen in het interview. Oké. En dan zegt ze ook in het begin, ja,

was ik eigenlijk heel nuchte toen ik hoorde dat kanker had. Dat ze, oh ja, dan ben ik dus nu aan

de beurt. Want ja, waarom niet? Oh, ja. Weet je, denk ik, wat een grappige reactie. Ja,

want terwijl zou zeggen. Ja, ja. Nou, goed. Maar het is uiteindelijk heel zwaar geweest. Heel

dramatisch. Er zijn heel veel dingen die goed gaan in de mond, die niet goed genas en absessen.

We hebben echt een afschuwelijke horrorverhaal. Ja. En dan vertelt ze daarover. De dag na de

operatie had ik Bami gegeten. Dus ik dacht, Bami, ja, dat mocht weer. En dan doe ik dat.

Dat snap ik ook. Maar die Bami kwam er natuurlijk snachts uit. Want dat was nog niet helemaal

het goede idee. En zij lag nog helemaal plat, verdoofd. En ze moest zo hevig overgeven dat ze bang

was dat ze erin zou stikken. Oh. Want het was ook nog pik donker. Ze wist gewoon helemaal

hoe ze m'n hulp moest roepen. Nou, dus het is eigenlijk wel een wonder dat ze dat wel heeft kunnen

doen. En toen zij eenmaal uit het ziekenhuis kwam, heeft ze er ook heel lang niet meer over te

praten. Ze heeft er echt een trauma van. Want ze heeft namelijk ook een jaar een stoma gedragen.

Ja, dat weet ik. Dat weet ze eigenlijk niet meer. Vind je dat niet wonderlijk? Dat vind ik wonderlijk.

Wat zegt ze nou? Ze heeft EMDR-therapie gedaan. Oh, met... Ja, waardoor je de meeste

naren herinneringen wel kwijtraakt. Maar ze weet dus bijna niks meer van die stoma. Terwijl ze uren

per dag met het ding bezig was. Alleen zegt ze het lid teken wat er zit. Dat weet ik nog dat dat

er was. Nou ja, dat doen je hersenen. Ook wel weer mooi. Want het was niet toemaat. Die schermen

hier gewoon af. En dan komt het vanzelf wel het moment dat je te aankon. Ja. En dan kwijt

er mij aan de slag. Zij praten ook liever niet over. Want... Ja, en ze zegt ook... Als je er

heel erg mee bezig had, zijn dan... Dan komt het weer. Of wordt het. Oh, ja. Wat ik denk, dan wordt het

weer. Ja, dat zou ik altijd wel bang voor zijn. Als ik zo iets heb gehad dat je denkt... Ja,

het zegt wel dat het op een hele leven bronchitis is. Maar dan ligt ze nachts toe. Ze denkt,

het is terug. Oh, ja. Terwijl ze weet, ik heb bronchitis. Ja. Maar nu... Ja, dat is natuurlijk,

hè. Maar als volgens mij ze eerder over hadden, voor en na, dit is gewoon... Ja, dit is gewoon

heel heftig. Als je dat hebt gehad. Ja. Ja, over dat onnozel zijn van haar, daar zegt ze dus over.

Veel mij op. Ja, ik zeg die dingen altijd heel bewust. Maar ik word er altijd voor gebruikt in

programma's, als bloepers. En de mensen vinden het leuk om mij onnozel neer te zetten. Wist je dat

van haar? Nou, ik weet dat zij volgens mij... En ze zitten dus mee. Ik weet dat zij volgens mij

niet meer bij de Wilderij doorwaar komen, omdat die ooit is een filmpje van haar heeft gebruikt

in dat tv draait door, dat zij heel vervelend vond. Hier staat aan het einde, zag ik ook. En ze heeft

dus Matthijs en Dielke toen een brief geschreven en gezegd, jullie zijn aan het frame, want ik krijg

zoveel nare reacties hierop, terwijl haar man toen zei van, waarom lees al die dingen niet? Laat

het los. Dat kon ze niet. Nou ja, dan krijgt ze niet echt een reactie. Alleen maar als Dielke had

gezegd jammer dat je er zo over denkt. Oh. Nou goed. Ja, ik weet dat ze daar... Ik weet helemaal

niet over welk filmpje dat precies gaat, maar... Nou ja, ze zegt gewoon, het is zijn verknipte

filmpjes in elkaar geplakt, waardoor ze heel dom lijkt. Ja, dat volgens mij heel nade. Dat volgens

mij iedereen heel erg het sympathie voor haar heeft. En ook dat was snapt, dat vandaan ik op

niemand denkt dat zij dom en onnozel is, volgens mij, ook niet door de filmpjes, want ik denk altijd,

ja, dat het ook goed is om daar zelf ook een beetje luchtig in te staan. Ik snap ook hoor

dat het hartstikke moeilijk kan zijn en moet je vooral niet doen, maar dat is allemaal nooit slecht

bedoeld. Wist jij dat zij bekend staat als opvliggend? Nee. Ik vind helemaal niet bij

dat passen. Nee, ik ook niet. Maar dat zegt ze ook, ja, ja, dat is mij altijd nagedragen,

terwijl ik natuurlijk nooit zomaar kwaad word. Er gaat een hele periode aan vooraf,

dat je niet bent gehoord. Maar goed, ik heb inderdaad altijd veel oneenigheid gehad.

Oh. Dus ik dacht, hey die lieve Loretta, dat is voor mij wel een soort nieuw. Nou, ik heb een

verhaal, dat was ze met Jeroen Pauw en dus onze net voor het nieuws, en nieuws wacht natuurlijk niet,

en toen was er kwaad het parkeertrain opgelopen, toen is iemand achter haar aangemoet om haar

terug te roepen, want het nieuws zou gewoon beginnen zijn, moesten ze dat presenteren toen.

Als ze dat uitkijken, dan zijn ze, oh, ja, dus ze is heftig. Maar ja, ze zei ook,

bij blij zijn hoort lachen, bij verdrietk weer huilen en kwaad zijn, dat uitje door je stem

te verheffen, of iemand een lul te vinden. Maar dat mag kennelijk niet meer,

dat heet tegenwoordig grens over schrijnend gedrag. Nou, volgens mij hebben we het al

als eerder over gehad dat ouderen mensen nu, oh net heb jij vroeg eens mijn podcast met Jan gezegd,

dat ouderen generatie hebben alles gezegd, ja dat mag ik niet meer zeggen, oh dat mag niet meer zeggen,

oh dat mag niet meer fleur te zeker, ja dat mag nog wel, maar misschien moet je

een iemand zijn borst afblijven. Nu ben ik weer te heftig, kentsel, cultuur,

verschrikkelijk, ja. Een heel klein stukje over adelheid, een klein stukje adelheid roze staat

er ook in. Ja superleuk vind ik die. Ja en dat vind ik een hele bijzonder voor,

heb ik eigenlijk altijd al heel bijzonder, ik vond haar heel leuk, ik heb haar altijd heel leuk,

ze is natuurlijk heel heftig, ze is heel expressief en ze is nu 63 en 64 zelfs en zij is

heel gelukkig, ze zit in een nieuwe pubertijd, ik hoef niet meer overal zeker van te zijn,

ik hoef niet meer de dingen precies te weten, maar ik snap wel de dingen veel sneller,

maar ik bemoei me wel nu heel snel met mensen in een publieke ruimte, dus ik dacht oh nou,

daar komt-ie, ja zeg ze ik heb natuurlijk geen kinderen, maar dan in een supermarkt spreek ik wel

ouders aan, ik denk oh ja leuk, laat maar komen, zei ze ja ik heb ze zelf niet, dat weet ik,

maar in het kwartier dat ik hier nu boodschappen doe, heb jij je kind al 19 keer gecorrigeerd?

Ja dat vond ik heel geestig, staat niet bij wat die mensen dan zeggen en wat ik leuk vond

om te weten, ik weet niet of je dat weet, maar de ouders van Rutger Hauer die hebben haar in

huis genomen om schoon te maken, want ja zij moest zeven met de ouders wel en geen goed contact

had, een tijdje was ze echt met hen gebroeieerd, en toen hebben het waren Teunke en Arend Hauer,

dus de ouders van Rutger, dat waren docenten van de akademie waar ze zich stiekem had opgegeven,

want zij wilde graag acteren, en de ouders vonden er niks, en de ouders vonden niks, ze moesten

Frans studeren bla bla, en toen zei ze kom dan bij ons schoonmaken, dan kan je zo je studie betalen,

maar als ze dan tien minuten een boekenkast stonden af te stoffen, dan zei ze, ik kom even

lekker een kopje thee drinken, ik ben een kaakje erbij, en dan laat ze me samen medeën,

zei ze, en dan gaven ze me les, en zal ik nooit vergeten, en ik hoop zei ze dat mensen

realiseren wat ze dan voor je doen, en zei ze, mooie uitspraken, daar eindig ik mee,

een zacht oog dat op je is gericht, dat is iets heel moois.

Nou ja, ze zegt die ouders van Rutte Gauwer, hoe mooi is dat, lief hè, super lief.

Moderne etiketten, is het oké om met een compliment te beantwoorden? Ja, wat vind jij ervan?

Wat zie je er goed uit, ja maar jij ook, of? Ja, of wat een leuke trui heb je aan,

gooi je aan, ik vind jouw broek zo leuk. Ja, ik denk dat we, als ik het doe,

doe ik het uit onhandigheid, dat ik schrik van het compliment, maar ik heb een tijdje,

als ik een compliment krijg dat ik dan zei, het is een hele oude jurk, die was heel goed

gehoop, en toen dacht ik, op een gegeven moment hoor je dat je zelf zegt, dan moet je echt mee

ophouden, want je krijgt gewoon een compliment, dus ik ben daarna ook tegen mensen gaan zeggen,

als ze dat ook deden bij mij, stop, doe nou niet, ik geef je gewoon een compliment en zeg

gewoon dank je wel, leuk dat je dat zegt, het is leuk om erop geattendeerd, ja,

vond ik ook toen iemand dat bij mij deed, het is leuk om erop geattendeerd te worden,

dat je een compliment doet, maar goed, dat is niet de vraag, de vraag is, kun je dan weer een compliment

teruggeven? Ja, want eerst, ik ken het snappend wel hoor, want je hebt heel erg de neiging om te zeggen,

van, inderdaad, wat zie je er goed uit, wat zie je, oh nee, maar je ziet er zelf ook goed uit,

omdat het zo een beetje ongemakkelijk is. Ja, het lijkt een beetje of je gebakje krijgt

en niks teruggeeft, zeg maar, dus het heeft een beetje van, je wil iets terug doen uit wat je

zegt, uit ongemak gewoon, en eigenlijk kan je gewoon zeggen, toen ik heb er al gehad geleerd,

inderdaad, om dank je wel te zeggen gewoon, ook na een voorstelling, bijvoorbeeld, had ik ook heel

erg de neiging om er vreemd te praten, om door te gaan praten of iets anders, omdat het te moeilijk

is om iets te ontvangen. Ja, om te ontvangen en dan gewoon te laten voor wat het is, omdat het,

dan is er een soort, dank je wel, dan houdt het, dat is een beetje een doodlopende weg natuurlijk,

dank je wel, dan houdt het even op, en dan moet je weer iets zeggen. Ik merk dat aan Amerika,

bijvoorbeeld als je rondloopt, bijvoorbeeld over een rommelmarkt of zo, dan doen die eigenaar van die

ding, die zeggen heel vaak een compliment, want dat is een opening voor een gesprek,

voor kom even in mijn ding kijken, dan loop je lang en zeg zo, I love your jacket of I love your shoes,

en dan, ja, en dan, in het begin denk je gewoon, ja, leuk, he, ja, die schoenen zijn ook leuk,

maar blijkt een snapje, ook als ik poep op m'n hoofd, dat is het nog gezegd, oh, het is beautiful,

dus, dus, dus, daar is het ook, want dat tweede compliment dat je teruggeeft, is natuurlijk net iets

te snel bij elkaar geïnproviseerd, omdat, daar heb je helemaal niet lang over nagedacht, nee,

je hebt ook een mooie bloes, ja, dat is niet heel erg gemeent, dus dat weet je al,

als het compliment terugkomt, dat het een beetje bij elkaar gesprokkelt is, dus vandaar dat zo'n

tweede complimentje geeft, eigenlijk nat dan, nee, dus ik zou zeggen, doe het niet, de meningen waren

daar een beetje oververdeeld, maar de meeste mensen vonden ook wel dat je dat dan niet moet doen,

nee, hoe lief, hoe lief ook, ja, dus zeg gewoon, dank je wel, ja, en misschien later, dat je als je

denkt gewoon, ik heb nog eens goed gekeken, dat is inderdaad een leuke broek, of dat kan zij dat

nog even kunnen zeggen, maar je kan ook gewoon het, het, het later gewoon, ben je, geef je snel

complimentjes? Ja, ik geef best wel complimentjes, ik ben niet iemand die denkt dat als ik compliment

geef, dat, dat, dat, dat, dat, zo, dat geef ik ook eens één keer per jaar, daar is hij, nee, of

dat het, of dat het van mijzelf afgaat, sommige mensen denken, als ik aan jou iets zeg, dan doe

ik mezelf daarmee tekort, maar dat, dat, zo, sommige mensen denken, snap je, dat zijn stuk

vlees moeten missen, omdat terwijl ik gezegd dat je er leuk uitziet of zo, dus ik vind het namelijk

heel erg leuk om complimentjes te geven, maar ook gewoon aan mensen op straat, doe je er wel eens,

ja, ja, dan zie ik iemand en die ziet er leuk of goed uit, en ja, leuk eigenlijk, en dan denk ik,

ik ga het gewoon zeggen, ja, wat zie jij er leuk uit, en zie je mensen echt opvleuren, ja, daar word

ik dan weer blij, ja, vriendelijkheid, even dat ze eerder ook had, ja, weinig, vriendelijkheid,

vanmiddag voelt het zich vijf keer, ga daar maar zo van nadenken, put dat in je pipe en smoket. Nou,

ik, ik snap het helemaal, maar ik heb mijn kinderen zo ook opgevoed, altijd mensen bijvoorbeeld voorlaat,

als ik in de auto zit, dat iemand wil oversteken, ik denk, op, kom maar, dus ik krijg je heel vaak

een glimlach, ja, ik vind dat heerlijk. Ik deed wel eens bij, dat ik bij mijn zus in de auto, en ik deed

al zo, en mijn zus gaf dan gas, want hij had het niet gehoord. Ik wilde iets aankomen, hoeveel ongeluk

heb je, maar net niet. Dat is griekelijk, dat is een oude vrouw, en dan deed ik zo, oh, dankjewel,

dan maakt het die aanzit, en dan gaf ze gas. Dat was verschrikkelijk, en er leek net, of

Thierry moordagd waren, die een soort perfect crime hadden verzonnen, dat was echt, nee,

dat was natuurlijk niet mooi, maar goed, daar ben ik op een gegeven moment op. Ik wilde het zeggen, als

jij achter het zuur zit, kan jij doen. Ja, want ik bemoeim mezelf wel te snel met mensen en dingen,

dus dat moet ik mezelf echt leren, om dat niet te doen, je hoeft niet overal jezelf mee te bemoeien.

Nee. Dus ik stond later voor het, ja, toevallig ook weer bij de zaak. Oh ja. Bij de zaak, het stond

er een mevrouw bij de kassa, met een zoon van, weet je dat nu eens goed, tien jaar of zo, en die,

ze hadden duidelijk iets voor dat jongetje gekocht, en dat jongetje had een euro in z'n hand, had

hij gekregen van die moederdenk of zo, dat hadden ze net nodig bij het afringen, want die rekenen nog

kontant af, hoor je ook niet veel meer hier, en die jongen wou die euro eigenlijk niet teruggeven,

dus en dat is een hele lang rij, dus ik dacht, ja, nou, weten we dat, pak gewoon die euro af,

dus jongen, gewoon je zoon, die zegt gewoon geen vier. Nou, uiteindelijk gaf hij het dan, toen kreeg

zij een tasje te wouzen, dat het in hem geeft, want het was duidelijk iets enthousiasme. Hij pakt

het niet aan. Toen zei ik gewoon uit, het schoot mijn mond uit, ik zei, jeezes, maar het veelt

hard natuurlijk, veelt hard. Ik weet precies hoe dat gaat bij jou. Oh, verschrikkelijk, echt

verschrikkelijk, dus geen met die monieke van waar ik dit heb gekregen, die schok ook, want ja,

het schoot er gewoon uit, ja. Dat er geen controle over. Dus daar moet ik mezelf wel een beetje

opgaan, dingen dat ik mezelf niet overal mee hoef te bemoeien? Nee, want het is ook niet jouw

leven, het is hun leven. Nee, maar je moet jezelf ook niet nergens mee bemoeien, want je mag,

ik vind ook goed, dus je af en toe wel even iets zegt ergens van. Omdat het dan is in het belang

van de rij? Ja, of omdat iemand kan helpen, of omdat iemand ten onrechte wordt iets aangewaan,

of dingen, dus je moet altijd wel, ik vind het niet erg, je hoeft niet overal te denken,

want dit is mijn pakkie-annie, dus ik zeg er maar niks van. Nee, maar over opvoeden van kinderen,

ik kan er ook nog wel een etiketten voor. Dus daar gaan we nog zeker op terugkomen,

maar dat doen we dan misschien een volgende keer even.

Hallo lieve podcastgasten, ik ben Julius Jaspers. In mijn podcast neem ik jullie mee naar mijn favoriete

plek in huis, de voorraadkast. Iedere week hal ik er één product uit en zal jullie daar in een paar

minuten tijd alles over vertellen. Zoek in je favoriete podcast app naar Julius' voorraadkast.

Kast met een K, want uit een kast met een C kun je niet eten.

Machine-generated transcript that may contain inaccuracies.

Nieuwe aflevering! Gewoontes.

Nagels bijten, koud douchen, altijd je tanden moeten poetsen… De ene gewoonte is gezonder dan de ander. Verder blijkt Isa tijdens een taxirit plotseling zwanger en spreekt Marc-Marie zijn liefde uit voor ‘Race Across the World’.


🎧 Geproduceerd door Tonny Media.


Stagelopen bij Tonny Media? Bekijk de vacatures op de website.


❤️ Instagram

⭐️ TikTok

🎥 YouTube

📧 Mail ons

🎧 Marc-Marie & Isa Vinden Nog Eens Iets is exclusief te beluisteren op Podimo, om de week op woensdag.


Hosted on Acast. See acast.com/privacy for more information.