DS Vandaag: Bonus: Radar. Hoe de partyscene de voorbije jaren veranderde

De Standaard De Standaard 10/22/23 - Episode Page - 30m - PDF Transcript

Hoe zit dat met hoesten enzo?

Dat mag niet. Dat mag niet.

Moet ik dan zo doen als op mijn hoest?

Nee, serieus. Ik moet dat vaak doen dan.

Ken je dit nummer?

Dat is Bicep met glue, twee DJ's uit Belfast.

Dat is een van mijn lievelingsnumbers, mijn ultieme feestplaat.

Dat zijn mannen die de ene na de andere monsterzaal uitverkopen.

Waar kom ik deze week achter?

De man die je voor het eerst boekte.

In Brussel, toen Amper iemand van Bicep afwist,

is mijn collega Ewad Dupan gewoon weg.

Ik was niet alleen, we waren met twee, ook nog met mijn vriend Steen.

Dat was in 2012, denk ik.

Ik organiseerde feesten die je ook wel vijf zou kunnen noemen.

In Brussel, in veel al kleine zaaltjes of kelders van cafés,

dat waren niet echt de grote clubstand.

Wij deden dat allemaal als een soort passiproject veel al illegaal.

En we boekten in een zaaltje in de Marollen.

De bazaar.

Daar in de kelder.

Je was daar. Ik was daar, ja.

En daar was, denk ik, 300 man ofzo.

Ik herinner me dat zij speelden op de boot.

Dat was het tweede keer.

Ze zijn nog eens teruggekomen, maar toen hebben ze niet aangekondigd.

We wilden een Italo feest doen, dat is een genre uit de jaren tachtig.

Dat vooral in Italië groot was, het Italo Disco.

En we weten dat ze daar ook grote fan van zijn.

Ze hebben voorgesteld of ze voor ons wilden draaien in de hele nacht.

Samen met de Nederlandse DJ, Steffie, ook ongelooflijk eigenlijk.

Want dat zijn toch wel drie sterren uit de underground-scene

die daar onaangekondigd op een boot voor 200 mensen

in de Brusselse haven kwamen, draaien, 300.

We waren gegroeid in tussentje.

Vond toch wel de happy view die daarbij mochten zijn.

Ja, happy view. Iedereen was happy, zeker. Het was fantastisch, ja.

En Koen Galle, mensen kunnen jou ook kennen onder de naam DJ Kong.

Je werkt als journalist, je bent ook communicatie verantwoordelijk

voor de nachtclub C-Doos in Brussel.

Jij organiseerde ook feesten in die tijden.

Ja, die heette Ensemble.

Wij deeden dat ook op die boot, onder andere.

In de reciclaar hebben wij dat nog gedaan, in de Beurschouw-Burig.

Op nog plekken, maar die niet ontsnappen.

Te veel om op te noemen.

En zijn jullie elkaar daar dan tegengekomen?

Of hoe kennen jullie elk kentje?

Ja, zeker, ja.

Wij hielden of houden van dezelfde muziek

en kwamen elkaar er tegen.

En ja, het raakte ik vond wel zijn feest fantastisch.

Ik ging daar heel graag dansen, ja.

Ik zie je ogen ook vonkelen als je terugdekt.

Wat maakte de feesten zo fantastisch?

Misschien wel die kleinschaligheid en de ongelofelijke goeie muzikale smaak.

Dat dat via hen, die jongens van Bicep kwamen draaien, dat was natuurlijk.

Dat zijn ook gewoon echt muziekfreaks.

Die kennen er zoveel van muziek.

En dus die kwamen daar met hun favoriete plaats te draaien.

Die vonden dat gewoon fantastisch, je voelde dat.

En wij vonden dat ook fantastisch, ja.

Dat waren eigenlijk twee heel gewone Britse gasten.

En ik denk nog maar weinig in mijn leven mensen tegenkomen

die zo hard konden feesten.

Dat was echt alles kapot, een beetje zoals het cliché van de Brit in echt.

Ze zijn uit de faas, uit de hierland.

Maar ik ben ook...

In al die jaren ben ik nooit iemand tegengekomen

die zo gigantische werketiek had als die twee.

Die kunnen een hele nacht draaien en drinken,

en wat je ook maar allemaal wil.

Maar de volgende dag zitten die om 9 uur in een studio

en die zitten daar het samens om 6, 7 uur nog.

Die gaan gewoon 5 of 6 dagen per week werken in de studio.

Omdat die ook beseffen, denk ik.

Als je heel veel werkt en je wil vooruit dat je beter wordt,

dan is dat wat je moet doen.

Want het is gemakkelijk om elke weekend ergens te gaan draaien

en superhard te feesten en dan is het na vijf jaar gedaan.

Maar die hebben beslisd dat ze het anders willen doen

en verkopen die nu stadionsuit.

Ja.

BICEP staat volgend weekend op de Warehouse Project

in de Waagnaasje in Antwerpen.

Het festival van Horst is ondertussen ook gestart

met de Wekelijkse Club Night.

Het alternatieve nachtleven is de voorbij 20 jaar serieuws geëvolueerd.

Koenen-Ewad, jullie hebben de Belgische elektronische scene

van dichtbij zien exploderen, misschien zelfs commercialiseren.

Jullie zitten ook boordevol verhalen daarover.

En daar gaan we het deze radar over hebben.

Welkom bij Radar.

Radar.

Je Wekelijkse Club in de podcast.

MUZIEK

Eewad, ik baal wel dat ik nooit op een van jouw feesten ben geweest.

Want ik klink eerlijk gezegd vrij legendarisch.

Hoe was dat? Of hoe zag je die eruit?

De eerste feesten die we deden,

die zag je er eigenlijk gewoon uit als een groot verjaardagsfeest

met allemaal mensen die we kennen en vrienden.

De Word of Mouth hangt super snel.

Dus de volgende keer hadden we dubbel zo veel mensen

en daarna weer dubbel zo veel mensen.

En het fijne was dat we ook onbedoeld...

Er werd niet per se politie van gemaakt of zo,

maar we hadden wel een heel gemengd publiek.

Veel Franstaligen, veel Nederlandstaligen, veel expats.

Alleen niet per se expats van de Europese Unie,

want dat is een parallele wereld in Brussel,

maar mensen die van elders in Europa kwamen.

Veel guys, het was gewoon heel inclusief.

En we maakten er ook een punt van om onze feesten goedkoop te houden

en toegankelijk voor iedereen.

We hadden er tijd voor onszelf ook vaak een probleem

als je wilde uitgaan, dan moest je 15 euro aan 3 betalen.

Je drankjes kostte 4 euro voor een pintje.

Dat was toen al makkelijk.

Bij een grotere feesten, hè?

Het waren ook vrienden die tappen en zo.

Ik heb ook eens een tapshift voor jullie gedaan.

Erin rik mij in een achterafzaaltje aan de sluize in die molenbeek,

waar de vloer superglad werd

naarmate de uren van de nacht vervoordegd.

Door het zweet en het gemorstemier.

Dat klopte, maar dat was allemaal omdat we de prijzen heel laag wilden houden.

Ik denk dat we tot het einde volgehouden hebben

dat wie voor de nacht kwam binnen en kon voor 5 euro.

Normaal hadden we meer feesten deden,

begon het gewoon vol te zitten voor de nacht.

Dat is ook speciaal of dat was heel leuk,

want als mensen al zo vroeg komen om er om binnen te geraken,

omdat dat anders vol is,

dan zijn ze veel uitbundiger ook.

Omdat ze weten dat de nacht lang gaat turen

en ze zijn daar toch al 12 uur.

Mensen kwamen echt om te dansen, binnenkomen en dansen.

Je vertelde mij ook iets over een oude parochizaal

met een dove priester.

Dat is die zaal waarover kon net spreken aan de sluize van molenbeek.

Ik weet niet meer hoe we daar terechtkomen.

Ze zijn waarschijnlijk een tip van een vriendje in de buurt wonen.

En die zei van...

Daar zijn afrikaanse trouwefeesten vooral in het weekend.

Dus geluid...

Het is een midden van de wonenwijk, maar wel echt lukt dat wel.

En we zijn naartoe naartoe gestapt,

wat je hoort dat je op donderdagavond kon afspraken maken.

En dat bleek een dove priester te zijn die die zaal uitbaten

met een assistente die zijn agenda deed.

En dan moest je zo op audiëntie in het voorcafeetje

aan de woorkant van de straat.

En toen hebben wij datum vastgelegd en daar een feest gedaan.

Veel decoratie was er niet.

Het was vooral een paar spots en misschien een strobo

en een roekmachine.

Een roekmachine, ja.

Meer is er ook niet echt nodig.

Maar dat was bijvoorbeeld de zaaltje.

Als ik daar nu op terug denk, dat is crazy dat we dat gedaan hebben,

want dat was één lange gang waar je naar binnen moet.

Dat was geen nooduitgang of zo.

Het was gewoon brandveiligheid.

Het was allemaal niet zo...

...allet katastrofaal kunnen enigen.

Maar bon, alles is goed verlopen.

Koen, ik heb mij laten vertellen dat het voor jou allemaal begonnen is

in het jeugdhuis van Opwijk.

Ja, de neidrop, ja.

Overalke tijd spreekt je weer aan?

Als ik een jaar of 16 was, dus het eind van de jaren 90, ja.

En hoe was dat? Want ik heb mij laten vertellen

dat daar ook best legendarisch feesten hebben gevonden.

Ja, dat was...

Ik heb zoveel geluk dat ik in zo'n dorpje ben opgegroeid

waar elke week feestjes werden gegeven.

Dus ik mocht daar als tiener al beginnen plaatjes draaien.

Ik werd daarin aan gemoedigd. Ik kreeg daar verantwoordelijkheid.

En ik mocht daar dan samen draaien met DJ Jan van Biese

van de grote studio Brussel of wie we ook maar wilde uitnodigen.

En die zaal was toen er tijdelijk heel goed gesubsideerd

vanuit de muziekcentrum neidroop, dat het ook was.

En dus konden wij zelfs amontobien of voortijd uitnodigen

en onze programmaat verregelde dat allemaal.

Dat was een supertoffe plek.

En evengoed, werkte...

Ik vind het een pretpark van de...

Ja, en daar werd alles gedraaid.

Alles wat toen redelijk verbonden met Studio Brussel,

maar alles op Studio Brussel, is zowel de gitaarplaten

als de nieuwe housemuziek die dan in het weekend op zaterdagavond

op Studio Brussel werd gedraaid.

En...

Dat was een supertoffe plek.

En evengoed.

Ik vind het een pretpark van de...

Ja, en daar werd alles gedraaid.

Alles wat toen redelijk verbonden met Studio Brussel,

werd gedraaid en ja, wij leerden dat zo kennen.

En supertof, ik heb nog wel wat platen aan mijn collectie

die ik toen in het begin kocht.

Ik heb er ook veel weg gedaan, want niet alles heeft betamptest.

Dat is overleefd, maar toch...

Dat was echt een heel leuke periode, ja.

Ewa, jij bent nu niet meer actief in de scene.

Koen, jij draait wel nog altijd als DJ Kong.

Wat is eigenlijk het grootste verschil volgens jullie

tegenover toen en nu?

Een andere communicatie manier

om met het publiek te communiceren,

maar ook, ja, er is zoveel veranderd rond besef van,

van bijvoorbeeld, seksisme op de dansvloer

of hoe we om met de veiligheid van mensen rond geestensverhuimde middelen,

zal ik ze niet even noemen.

Ja, de muziekschangers zijn ook veranderd.

Natuurlijk, elk generatie heeft zijn eigen publiek,

zijn eigen snelheden, zijn eigen manier van denken

en ja, zoveel dingen veranderen eigenlijk.

Omdat er zoveel jaar wel is, ja.

Ik ga misschien als een opa klinkt,

maar wat dat de eerste dat bij mij te binnen schiet,

is dat er in der tijd mensen naden hadden al GSM's en zo.

En Facebook bestond en Instagram bestond,

maar dat was nog niet zo allemaal tegenwoordig.

Ik weet dat wij op het einde wel zo af en toe een affiche hingen

aan de naam treed van geen filmpjes maken,

mensen moeten op een gemak zijn of zo.

Maar in de tijd was daar, je moest daar niet, je moest dat niet...

Ja, dat begon, ja, dat is waar.

Dat was het begin van wat we hebben gedaan.

Ik heb nooit zo GSM's op de dansvloer in het begin,

dat bestond niet, mensen waren niet aan het filmen,

mensen waren in het moment en ik heb het gevoel dat dat heel hard gevolueerd is.

Dus we staan geen beelden van jullie van toen op de dansvloer?

Nee, heel weinig.

Of in toe was er een fotograaf.

Ik stond ook zelf niet op de dansvloer.

Ik was altijd iets aan het oplossen, dat het metslopen was.

Ja, je was niet aan het genieten van je eigen feest.

Nee, vaak niet.

Er was wel af en toe een fotograaf en dat is altijd al zo geweest, denk ik.

Zo hing dat toen, en toen verschillen die foto's op een website.

Vlugertjes van die websites, partypictures en zo, pun-be.

Met zo'n dikke flash.

Maar dat was niet op onze feest, dat was eerder in echte clubs.

Het is ook gigantisch veel groter geworden.

Ik kan mij eigenlijk niet inbeelden dat tien jaar geleden

dat er een festival zo geweest zijn, zoals Horst of Doelfestival.

Tomorrowland heb ik nog weten beginnen.

Klink ik weer al zijn opa, maar heb ik nog weten beginnen in de tent.

En ik denk dat er een paar honderd man was en dat was eigenlijk...

2005, ja.

Ja, dat was echt een heel gewaagde gok toe.

Om een dansfestival te organiseren, dat werd niet gedaan.

Nee, nee, nee.

Ja, het oerhoudende dansfestival I Love Techno was, denk ik, een van de eerste.

En dan als ik kjaren vachttien was, was er een groove city.

Hier in de kartexpo in Grootbegarde.

Bij ons in Merchten had je de nitrik.

Dat was ook zo één van de grote...

In een tennishal, een grote vijf.

Je had het al.

Zo die evenementen waar mensen echt proberen om een centje te verdienen,

om eigenlijk om te ondernemen met clubmuziek, met elektronische dansmuziek.

Maar het is zeker dat het doorheen de laatste tien jaar echt in een stroomvoorstelling is gegaan.

Als je toen, als je voorbeeld van was, van, ik zeg maar, iets een grote naam,

Laurent Garnier, dan had je één kans per jaar om die te zien in België.

Dat was dan nog wel op groove city of die kwam naar I Love Techno.

Als je heel veel geluk had, dan kwam die twee keer.

Tegenwoordig kun je in elk dorp van Vlaanderen tijdens de zomer...

Ja.

...super bekende DJ's zien, omdat er een Mol-en-dansfestival is.

In Limburg heb je heel veel festivals en die schalen is ontploft bijna.

MUZIEK

Techno lijkt ook steeds meer mainstream te zijn geworden,

waar dat vroeger veel meer voor een niche publiek was.

Voor mij is dat al gebeurd.

Er is aan het eind of tweede helft van de jaren 90.

Ik herinner me nog heel goed dat ik op Rockwreck er stond

en stond te dansen op Laurent Garnier.

Ik voelde toen, ook op de radio, dat er iets aan het veranderen is.

Elektronische muziek is nu ook deel aan het worden

van alles van reclame op televisie, van onze muziekbeleving,

maar in het algemeen van onze cultuur.

In België heeft Studio Brussel daar een belangrijke rol mee gespeeld.

Na, weliswaar, en na, dat topradio en een aantal kleinere zin.

Ik herinner me nog dat ik mijn eerste CD thuis kwam

met mijn eerste CD van The Chemical Brothers

en dat ik die dan oplegde dan dat mijn vader toen.

Staan in muziek.

Ja, ja, ja, absoluut.

Dat was toen wel nog de discussie, want Laurent Garnier

en The Chemical Brothers zijn zo die stonden al opweigd hier.

Maar hij had nog heel hard die twisterheid van zo...

Je had muziek die met echt instrumenten gespeeld wordt

en je had muziek die met computers gemaakt werd,

alsof dat dat vanzelf ging.

Ja.

En Stefan en David, te halen, dan bedekte ik ook

ook wel een belangrijke rol in gespeeld.

Toch heel veel dingen bij elkaar te brengen, de mash-ups, ja.

MUZIEK

Maar ik had tien jaar terug, eind jaren tachtig.

En New Beat was echt de duivel voor de VRT,

voor alle...

Voor Studio Brussel die toen de jongeren zijn er was.

En New Beat werd toen enkel gedraaid

op kleine Antwerpen lokale radios en radio-SCS.

Dus het is daar echt plots geshift voor mij.

En toen ging het mainstream en toen speelde DJs

ook voor gigantische publieken

op de Mainstage van Rockwijk er plots aan.

Sindsdien is het een kracht of een movement,

een beweging die alleen maar groter is geworden,

alleen maar professioneeler, commerciëler, uiteraard ook.

Heel veel mensen verriegen hun geld mee.

Maar ik geloof dat er in de marge en hoe groter de mainstream wordt,

hoe groter de marge misschien ook wel geworden is.

En nog altijd heel veel interessante dingen gebeuren.

Het is vaak in de marge dat er het meeste...

Ja, vrijving is.

En waar de meeste dingen nieuw gekreerd worden,

die dan weer opgepikt worden door de mainstream en zo verder.

Ja, en dat verklaart misschien ook wel het succes van Horst

en de Warehouse Project New.

Ik denk dat sociale media daar een grote rol in gespeeld hebben ook.

Maar het gaat niet alleen over festival zijn,

maar evenementen, ergenszijnen, dat documenteren,

is gewoon heel belangrijk geworden voor mensen.

Dat is zo met festivals ook.

Als dekmantelfestival in Nederland bezig is of Horst in België,

en ik doe mijn sociale media open,

dan moet ik echt tien minuten scrollen voordat ik iets anders tegenkom.

Maar dat is ook zo voor hippo bijvoorbeeld.

Daar heb je sociale media ook een heel groot rol gespeeld.

Dat zijn de media waarmee we cultuur belijven, zeg maar.

Dat heeft gemaakt dat veel mensen met elkaar in verbinding staan.

En het is een luidspreker voor elk genre.

Dat is daarvoor zocht dat Horst.

Ik ben nu niet dat Horst gegroeid is door sociale media,

maar sociale media en elektronische muziek.

Dat ze groot geworden is, hebben we voor mij toch heel hard met elkaar te maken.

Maar heel veel van de ondernemers die vandaag groot zijn,

de festivals, de mensen die we nu aanhalen,

die zijn ook allemaal in klein begonnen.

Dat was Horst, de eerste DC of voor Tomorrowland,

organiseren de jongens, geloof ik, Antwerp is Burning.

Je moet altijd klein en underground beginnen met veel vrienden.

En zo wordt je een groter beslissing op een gegeven moment

om je beroep van te maken.

Als het zo groter wordt, commerciëerder wordt,

sluiten dan ook niet een pak mensen uit.

Want de feesten die je bijvoorbeeld organiseerde,

die waren inclusief koste bijna geen geld nu.

Ik had net gekeken, en als je naar bicep in The Warehouse Project wil,

dan moet je 50 euro nu betaalden.

Ja, dat is toch voor het basic ticket.

Voor een basic ticket.

Ja, ik denk dat...

Want je hebt ook speciale tickets, waarschijnlijk krijg je dan...

mag je dan achter een bepaald leentje nog wat dichter staan,

als je ook weet te nemen.

Ik denk dat die feesten die Ewald vroeger organiseerde,

dat die nog altijd bestaan.

Wij zijn nu waarschijnlijk iets te oud om die nog te kennen,

of om daar als eerste bij te zijn, om bij die 300 mensen te horen.

Maar je hebt wel een weltheid mensen die het anders doen,

een nieuw pad proberen te bewandelen,

en die dat dan ook echt in de marge doen, op zaaltjes, achterafzaaltjes.

De nieuwste dove priester die ergens iets aanhouden.

Een gekrachte pandel.

Ja, dus die bestaan zeker nog wel.

Dat zou ik niet onderschatten.

Maar het klopt dat door die schaalvergroting een heel groot stuk,

achter een soort duurder prijs of een duurder ticket zit.

Er is een enorme industrie,

en er zijn veel mensen die daarvan van zijn voor hun loon.

Je hebt ook nog zoiets als de Free Parties.

Dat is zo de eindelijke cultuur die heel ver terug gaat al.

Die draait rond gratis feesten.

Maar dat mensen met sound systems over de hele...

Ik wil nu zeggen de hele wereld,

maar vanuit hele Europa dan afspreken op een plek om een rijf te organiseren.

Vorig jaar hebben we er eentje gehad, de Limburg,

waar heel veel rond te doen geweest is.

Dat was een Limburg, toch?

Dan bel je dan naar een bepaald nummer,

en dan de plek aan het gedeelte komt.

Ja, en dat heeft altijd al een grote politieke kant gehad.

In de jaren 90 in de UK werd dat vooral georganiseerd,

omdat toen de politie en de politiek,

de clubcultuur onder de duimsgroofprobeerde te leggen,

dat was echt een heel belangrijk politiek aspect.

Dat wij hier nu natuurlijk iets minder hebben in België,

maar bijvoorbeeld in Steden als Ciblissie, in Georgie.

Daar is nachtleven ook nog enorm politiek.

Daar is uitgaan echt een soort...

Een strijd?

Ja, een strijd, een zaak van staatsbelang bijna,

om te vechten voor het recht om te mogen uitgaan.

Er is een grote club in de Katakombe van een voetbalstadion

die een paar jaar geleden met een radziët te maken gehad heeft,

en een heel kwaadde radziët, al een kwaaddaadige radziët,

bijna een heel politiek gittinterradziët,

en dan zijn er de weken daarna enorm veel protesten en betogingen geweest.

En daarom moeten mensen echt bijna strijden om te mogen uitgaan.

Het is helemaal niet te vergelijken met Georgie,

maar als je zou willen bijvoorbeeld een Brusselen feest organiseren

en je wilt dat via de officiële weg doen,

dan moet je al echt heel veel gespaard hebben of behoorlijk vermogend zijn

om een feest op oot te kunnen zetten omdat je zoveel kosten hebt.

Je moet bijvoorbeeld zorgen dat er nadaars zijn

om voor de mensen op straat als ze aanschuiven,

ook al heb je nooit een rij of zo.

Want je moet je dan huren van het stad, dat kost heel veel helpt.

Je moet toestemming krijgen van de brandweer.

Dat is ten eerste al niet makkelijk.

Dan moet je dat echt over brandgangen van drie meter breed heen moeten hebben of zo.

Maar je bent ook verplicht om twee brandweermannen te stijnen bij.

Of ja, ik zeg nu twee, dat was in der tijd zo.

Misschien zijn er tussen veranderd om die te betalen in de hele nacht,

voorals er iets zou gebeuren.

Voordat je je feest begint bij al duizenden euro's kwijt

en dan heb je nog geen artiestgebookt, nog geen soundsystemen gehuurd.

Dus het is misschien minder politiek bij ons,

maar het gevecht dat ze voeren is toch nog altijd wel een belangrijk gevecht.

Het is wel een aanklacht, misschien tegen...

Het is niet meer op die grote schaal die we kennen van het documentaire,

zijn vanuit het buitenland of vorig jaar in Limburg.

Dat was nu heel uitzonderlijk, maar er zijn er veel kleineren.

Er zijn er ook in Hangar, zo langs het kanaal, in Brussel geweest.

Of ruimtes die dan tijdelijk mogen uitgebouwd worden,

waarvan mensen wel gratis kunnen gaan feesten of voor vrijbijdragen.

Dus die plekken zijn er nog wel en die zijn heel belangrijk.

Maar het wordt ook heel moeilijk gemaakt.

En iedereen wordt moeilijk gemaakt die een feest wil opstarten of organiseren,

waarna niet per se iedereen zijn gruimtje van, je noemt het ondernemen,

maar vaak gaat het ook gewoon om geld verdienen.

Als dat niet het belangrijkste objectief is, heb ik gelijk dat toch wel heel moeilijk wordt.

Ja, daar ben ik het mee eens.

Ik denk dat dat klopt, dat dat te maken heeft met de maatschappij

en de laatste jaren en evolueerd naar een regelmaatschappij

waarin we alles proberen onder regeltjes te stelpjes te steken

zodat het bevatbaar is en de steden als Brussel,

waar inderdaad, als wij jongeren waren, toch nog iets gemakkelijker

kon iets op poten gezet worden, zo lijkt het toch.

Ik denk dat dat vandaag in de raad veel moeilijker is.

Voel ik dat jullie wat heim hebben naar de reefs van vroeger,

zonder al te veel regeltjes?

Nostalgisch, natuurlijk. Nostalgisch en heel leuk.

Ik denk dat iedereen, ik ben ook veertig,

nostalgisch is over zijn jeugd.

Anderzijds, ja, die illegale reefs, bijvoorbeeld,

die bestaan vaak een beetje buiten de maatschappijt,

dat zijn wat te luizen in de pels.

Ik ben in een democratie, ik moet nu even heel plechtig te zeggen,

altijd wel voorstander van ook een aantal luizen in de pels,

die ons soms dingen laten zien die we misschien vergeten zijn.

Maar het raart is belangrijk en is er ook heel veel waardevol werk

in wat er afgelopen jaren is gebeurd rond veiligheid van mensen

op de dansfloor, rond rustgebruik, rond spiking.

Er zijn heel veel thema's wel aangepakt.

Ik wil absoluut niet terug na eind jaren 80, begin jaren 90,

waarin mensen met een auto van de ene club langs de ene steenweg

naar de andere kant van het land reden,

terwijl ze vijf uitspreekt, extesiebollen hadden geslikt

met een hele auto vol vrienden,

zonder dat er daar enige controle op was ofzo.

Er zijn veel dingen verbeterd.

We zijn een klein beetje dan dooslan in de andere richting,

heb ik het gevoel.

Ja.

De free parties zijn daar, je kunt ervoor of je kunt er tegen zijn.

Ze hebben een rol te vervullen, denk ik.

Zeker.

Ik werk voor C-dos, die club hier vlakbij.

Maar wat ik daar charmante aan vind, aan die jongens vandaag,

is ook al heb je die een club.

Die hebben nog nooit overwogen, nog maar om investeerders toetelaten,

wat heel veel andere clubs in de wereld wel doen,

om gewoon op een grotere schaal te kunnen werken.

Dan worden er gewoon grote investeerders aangenomen

en dan is er veel meer budget.

En zij blijven heel wel afhankelijk.

Dat is een soort luizende peil, ze willen echt hun eigen ding doen.

Het is niet altijd perfect ofzo, maar er is wel een grote goesting

om toch nog dingen op hun eigen manier te doen.

Dat vind ik ook wel heel charmant,

dat dat toch nog kan in zo'n plek als C-dos,

die ondertussen wel groot geworden is.

En die inderdaad een bepaalde omzet nodig heeft

om iedereen die daar werkt te minstens een loan uit te kunnen betalen,

maar waar geen gigantische winstmodel achter zit,

waar aandeelhouders zitten te wachten op hun jarelijkse uitbetalingen.

Ik vind dat ook wel charmant, dat dat ook wel kan ofzo,

en dat dat dan weer bestaat in Brussel, echt in het centrum van de stad.

En lukt dat binnen de stad?

Want bijvoorbeeld Fuse moest onlangs

bijna definitief de deuren sluiten door klachten van geluidsoverlast,

door buren?

Ja, dat is een goede vraag.

Dat lijkt minder en minder te lukken.

En een C-dos op dat vlak is een soort uitzondering

die de regel bevestigt, denk ik, want ze zijn onder het centraal station.

We hebben ze een plek gevonden die al een jaar en dag leeg stond.

Die hoort dat al rij, dus dat is een groot toeval.

En ik denk niet dat je dat nog sneller eens anders gaat vinden

op zo'n centrale locatie in de stad.

Nee, want ik heb soms het gevoel dat je om de feest

steeds meer buiten de stad moet.

Bijvoorbeeld de laatste keer dat ik uit ging,

moest ik met een hele bende de bus op,

om dan ergens in de middel of nowhere te gaan feesten.

Dat is wel de beweging naar feesten buiten de stad.

En ik heb nog wel gemerkt,

het lijkt dan een gemakkelijke conclusie te zijn

inderdaad dat er vandaag veel meer aandacht is rond.

Ja, hoe gaan we om een nachtlawaienmensen in buurt waar mensen wonen?

En is het niet gemakkelijker om dan telkens op nieuwe plekken

te zoeken buiten de stad of voor een minder mensen wonen?

Ik denk dat het eigenlijk altijd al zo geweest is

dat we alle generaties altijd op zoek gingen naar nieuwe plekken

waar het kon om lawaai te maken zonder dat je de halve buurtvakker houdt.

Of dat dat maar voor één nacht per jaar is in plaats van elk weekend.

Ja, dat meer een even staan.

Uiteindelijk, de feesten die wij organiseren,

de meeste daarvan waren het centrum van Brussel of Molenbeek of echt centrum Brussel.

Maar de boot waarop dat we allebei feesten organiseren,

die lag wel in de haven van Brussel, waar niet echt mensen wonen.

Dus er werden toen ook feesten georganiseerd die niet knallen centrum lagen.

Maar wij waren daar altijd een klein beetje bang voor.

Als je te ver gaat en het is lecht weer,

dan sta je daar met je sound system die je gehuurd hebt,

met de mensen die je boekt hebt.

Als het regent, komen mensen niet met de fiets,

als ze er niet graak met de openbaar vervoer.

Dus dat was voor ons een beetje de limitso, de ring van Brussel.

Maar ik denk dat als je een groot organisatie bent,

dat je doet een festival of dan is het makkelijk om een...

Alleen makkelijk.

Dan kun je een plek zoeken, ergens in je bijde vlak bij een stad

waar mensen kunnen graakken of je er zelf busvervoer organiseert

als de schaal waarop je iets organiseert groot genoeg is.

Dus dat wordt wel echt meer gedaan dan vroeger,

ook omdat er veel meer mensen naar festivals of feesten

gaan met elektronische muziek dan vroeger, denk ik.

En ik denk dat die in de geschiedenis van het nachtleven wel ziet,

dat er altijd een spanningsveld geweest tussen plekken waar je feest

en mensen die er rond wonen, of bijvoorbeeld ook plekken waar je feest

en wie de eigenaar is van die plekken.

En dan vaak komt dat op een gegeven moment in de handen van grote,

rijke mensen die er projectontwikkelaar zijn

die hun iets anders mee willen doen.

En dus dan wordt natuurlijk het nachtleven erop gegeven.

En ook buitengebond jour, dus die spanning is er altijd al geweest.

En als je kijkt naar de geschiedenis van het nachtleven,

is het net in de rente aan het nachtleven

om dan weer op zoek te gaan naar nieuwe plekken.

En eigenlijk een momentisch bestaande te leiden als nachtleven.

Ik denk dat dat ook wel een sterkte is van het nachtleven

waar we wel ook op mogen vertrouwen

dat hij altijd altijd nieuw terugkomt.

En Fuse zal op die manier ook zeker ooit een nieuwe plek vinden.

Is dat toch dat ze kunnen blijven waar ze zijn, eigenlijk?

Ja, ik hoop dat ook.

Ik hou ik een orde van de gebouwen, die sfeer daar.

Maar ik snap ook wel dat er op bepaalde momenten,

als er rond mijn huis heel veel lawaai is,

ja, dan hoop ik ook dat op een gegeven moment

ophoudt of er een oplossing gevonden wordt.

Dat is een beetje zoals de lucht te houden, hè?

Ja, het is ook een herneving tussen alle factoren die nachtleven maken

en daar boven de buren ook bij.

Dan merk je wel de laatste jaren ook met de Brusselse initiatieven

om daarover te debatteren, dat de buren ook wel meegenomen worden.

Ik heb dus een debat meegemaakt

waar de buren ook echt kwamen, vertellen hoe het voor hen was

en dat, denk ik, dat alleen maar waardevol kan zijn

als iedereen mee aan tafel mag zitten om te overleggen

over hoe het voor hen is.

En dan wat de oplossing ook is, of het een verhuis is,

of het een versterkerings van de isolatie.

Ik geloof dat in Duitsland is, waar nu een nieuwe regel is,

dat rond isolatie van clubs,

dat als je in de buurt van een club gaat wonen,

of dat er mee geïnvesteerd wordt in de isolatie van de club zelf,

dus een soort van omgekeerde regel,

als er bijvoorbeeld prijkentontwikkeling wordt gedaan

in de buurt van een club,

dat de mede isolatie wordt,

dat er ingeïnvesteerd wordt door de prijkentontwikkelaars

of de mensen die in de buurt komen wonen

om op die manier de cultuur zich maar te bestendigen.

Dus er zijn veel mogelijke manieren om daar mee om te gaan.

Want de echte fans van de underground

die voor hen wordt dat dan minder interessant, natuurlijk.

Die zoeken op nieuwe plekken waar ze hun ding vinden.

De buurt thuis.

Ja, waar ze weer thuis voelen.

Dat zijn ook, ik vind dat ook altijd zo'n beladen worden,

zo'n underground en zo.

Ik ben nooit bedoeling geweest om underground genoemd te worden.

Dat werd zo wel gedaan en dat wij feesten organiseren.

We hadden dat gewoon nooit groter geworden

omdat we dat niet wilde, omdat we het net zo gezellig vonden.

Ja, gezellig.

Mensen gaan op zoek naar wat ze leuk vinden.

En als jij het leuk vindt om met 300 mensen in een kelder te staan,

waar het zo warm is dat de helft van de mensen hun t-shirts uit doen

en dat het zweet van het plafond er hebt, dan doe je dat.

En vind je het leuk om op een groot festival met 3.000 andere mensen

een soort van collectieve expase te voelen, dan doe je dat.

Dus dat is allemaal oké.

Die kunnen perfect naast elkaar.

Ja, en die zullen altijd naast elkaar bestaan ook.

Als je te mensen te plek vindt waar je het mag doen.

Koen, kunnen we bij jou binnenkort nog ergens in draaien?

18 november in de Horstclub, de nieuwe club van Horst.

Top.

Ja, en Nieuweaard ook, C-Dos.

Ah.

Ja.

Om welke uur?

2 uur 30.

Zucht.

Daar gaan we er staan, we gaan er staan.

Koen en Nieuweaard, dik energie om hier te zijn.

Graag gedaan.

Voila, dit was Radar, de wekelijkse cultuurpodcast van de standaard.

Ik hoop dat je ervan genoten hebt.

Alle credits vinden je op standaard.be, Schuinenstreep podcast.

Merci om te luisteren en tot volgende week.

Machine-generated transcript that may contain inaccuracies.

Moeten we steeds meer de stad uit om te raven? Zijn loodsen de nieuwe feesttempels? Is feesten uitgedraaid tot iets voor de happy few die een ticket kunnen betalen? En was het vroeger dan zoveel beter? Journalist/redacteur Ewald Dupan en Koen Galle aka Dj Kong waren pioniers en organisatoren van het eerste uur en praten je bij over de evolutie van het elektronische nachtleven.

See omnystudio.com/listener for privacy information.