DS Vandaag: Bonus: Nisrine Mbarki in het Huis van de Dichter. 'Niemand vertelt je wat een hel het moederschap is. Wat een geluk.’

De Standaard De Standaard 7/29/23 - Episode Page - 40m - PDF Transcript

Waar is ze, waar is ze?

Ik zie haar nog niet.

Ja, ja, ja, daar is ze.

Hallo.

Was dat reis? Ja.

Heel wel uit Amsterdam.

Mijn hoofd negen ben ik vertrokken.

Volgens mij.

Maar ik ben er.

Als mij hunkeren jij naar een kopje koffie.

Mijn hoofd.

Op zijn minst, de kopje koffie.

Oké.

Er zijn dorpen en er is watoe.

In de zomer verwelkomt watoe je kwisplend.

In de winter rolt het zich ongenaakbaar op

als een hond in de mand van de Westhoek.

Telkens als ik na lange rit watoe binnenrijd

en de eindeloze velden, de trotsoogopranken

en de spitsenkerktoren zie, vertraagt mijn hartslag

als vanzelf.

Ik logeren in het huis van de Dichter,

een plek waar de muren veel te vertellen hebben.

In deze kamers en in deze tuin hebben Dichter Gwijn Mandelink

en zijn vrouw en jes Hondekijn

het kunst- en poëzief festival bedacht

en hebben vele roemrijke Dichters

duizenden sigaretten geroogd,

de wereld bijeen gelogen,

hart en veroverd en gebroken.

Ik ben Jelle van Riet, ambassadeur van het huis van de Dichter

en literair journalist voor de standaard.

Ik wil jullie graag aansteken met mijn liefde voor poëzie

en heb daarom een favoriete Dichter uitgenodigd

met wie ik een dag, een nacht en een ochtend

in het huis en in het dorp doorbreng.

We praten over poëzie, omdat praten over poëzie

hetzelfde is als praten over het leven.

Mijn gast vandaag en morgen is Nisrin Mbarky.

Naast rechtgeaard Dichter

ook schrijver, columnist, vertaler, theatermaker

en de vlees geworden toren van babel.

Zij zijn kaleidoskopisch wijze

wat zich ook weer spiegelt in haar bijzonder rijke schakeerd poëzie-debut

Overloos.

Haar prachtige polyfonige Dichten doen verlangen naar elders.

Te zij je al in wato bent, natuurlijk.

Koffie, Nisrin?

Heel graag.

Alsjeblieft.

Welke of suiker?

Suiker.

Als het huis van de Dichter zijn naam

ook maar een beetje eer aan wil doen

dan is dit natuurlijk een plek waar Dichter zich thuis voelen.

Voel jij hier thuis?

Ik voel me ontzettend thuis in dit huis.

Ik ben er natuurlijk eerder geweest.

Ja, het heeft een soort steelte en rust

maar ook iets heel afgelegens of zo.

Natuurlijk omdat het op de rand van het dorp is en naast de kerk.

Het is een perfect huis voor de Dichter van de Dichter.

Wat sta je onder test?

Oh ja, dat is een vraag met veel antwoorden.

In ieder geval zeker.

Ja, want ik hecht niet zo erg aan plekken.

Maar ik krijg het wel ontzettend aan sfeer

en ook wel aan huizen, maar niet per se aan een land of een stad.

Dus thuis is een plek ergens op de wereld.

Het kan overal zijn waar ik veel mensen kan zien

en tegelijkertijd met totaal kan terugtrekken

en geen mensen meer hoeft te zien.

Ik ben het ook thuis in heel veel talen en veel culturen.

Is er wie zich op veel plekken thuis voelt

en tegelijkertijd ook nergens thuis dan?

Ja, nergens thuis heeft een connotatie die me niet, waar ik niet zoveel mee heb.

Maar ik ben wel op veel plekken thuis.

Ik denk eerder dat die thuisloosheid ook een soort van vrijheid betekent.

Ja, want dat is helemaal waar.

Ik ben op veel plekken thuis, maar ik hou er ook niet van

om te lang ergens te zijn of ergens vast te zitten.

Dus als ik het gevoel heb dat ik niet weg kan, dan ben ik echt kan niet thuis.

Kom je thuis in de poëzie?

Ja, de poëzie voelt behoorlijk als een soort bed.

Zo'n beetje.

In de bundel Oeverloos, die ik hierbij heb,

Zwitserja voorthuren tussen talen, culturen, tijden ook, alsof het niks is,

mag ik deze bundel jezelf portret noemen

in de zin dat ook jij Oeverloos bent

en dat dat Oeverloos jou tipeert?

Ja, in de letterlijke zin van het woord

Oeverloos, dat ben ik wel, ja.

Of het een zelfportret is, dat weet ik niet.

Misschien een cubistisch zelfportret.

Of een bijzonder abstract zelfportret.

Of misschien wel pointylistisch of zo.

Omdat er zitten zoveel portretjes in

en niet alleen maar van mij, maar van heel veel vrouwen

en mensen en plaatsen en dingen

waar ik allemaal wel mee verbonden ben.

Maar het gaat vooral niet alleen over mij.

Ik heb zo'n portret gekozen uit de bundel,

namelijk een portret van de moeder,

Mamiër.

Zou je het willen voorlezen alsjeblieft?

Tuurlijk.

Mamiër.

Mamiër komt uit de geslacht de Femvocht,

zoals haar moeder en grootmoeder.

Zij dragen de wereld op hun heupen

en hun nageslacht als hoofdtooi.

Mamiër is gebouwd uit kaktesbladeren

en het lijfje van een bijen koningin.

Ze werd door de Franse nonnen gekneed.

Mijn moeder kan niet vergeten, laat staan vergeven.

Kan huizen bouwen van lucht en honing.

Zegt dat haar psychiater gek is.

De stem van mijn moeder snijdt in de tijd.

Mamiër is een natuurlijk bestrijdingsmiddel van taboes.

Mamiër is een bestrijdingsmiddel van taboes.

Ze slaapt overal behalve in haar eigen bed

en eet lopend.

Gaf haar eerste kind aan haar moeder.

Draagt gouden merkzonebrillen.

Mijn moeder houdt niet van koffie.

Ze schreeuwt in de tesselheid omdat ze leeft, zegt ze.

Mamiër heeft mitrailleurs achter haar kiezen

en een atoombom aan haar hui gehangen.

Ze stelt haar vizier zorgvuldig af op organen,

maar schiet op je ogen.

Vloekt genadenlo zoelili heliha.

Mamiër is een wolkbreuk in Brabant.

Zegt dat God in haar hart zit en niet in haar haar.

Ze bijdt haar kroost in de nek,

draagt ze duizenden kilometers naar haar vaderland.

Iest waar ze recht op denkt te hebben,

klaagt goddeloos als ze pijn heeft

en ook als ze geen pijn heeft.

Zegt dat ze haar leven heeft verspeeld aan kinderen,

vindt overal mannen en vindt mannen niets.

Kan al haar bezit weggeven als ze wordt geraakt door een illusie.

Mijn moeder zette mijn vaders raakmat.

Heeft een hekel aan politieken, stemt ook niet meer.

Mamiër is een vreemdelingen legioen.

Komt uit de gezien van tien.

Is een dochter van de Atlantische Ozeaan.

Weet niet waar ze begraven wil worden.

Mijn moeder is vuur en baard als Mamiër.

Ja, prachtig he.

Die levendige, luide, rusteloze, temperamentvollere,

belselarmoyante, kleurrijke vrouw die hij opvoert in Mamiër.

Dat is echt zo'n wildontembaar dieren.

Een steer geschikt voor een gedicht, was, is,

de moeder ook geschikt voor het moederschap.

Op haar manier is ze geschikt voor het moederschap.

Maar ik heb een dubbele relatie met moeders en moederschap.

En überhaupt de moederfiguur.

Ergens in de bundel staat ook een Arabische zin.

En dat betekent, als ik in het concept van moederschap geloofde,

waren jullie mijn moeders geweest.

Dus daar zeg ik natuurlijk eigenlijk dat die talen ergens mijn moeders zijn.

En zo voelt het ook echt heel erg,

alsof elke taal mij heeft opgevoed op een andere manier.

En zo is het eigenlijk ook met moeders.

Ik ben voor een deel niet door deze vrouw,

mijn eigen moeder opgevoed.

Dat is maar deels gebeurd.

En voor een ander groot deel ben ik door andere moeders,

door mijn groot moeder, door Tantes opgevoed.

Dus die hele relatie met moederschap is daardoor

een soort bijzonder relatie geworden.

Wie is mijn moeder?

Wat is een moeder?

En waarom is die moeder zo ongelooflijk?

Is die moeder zo ongelooflijk heilig in onze ogen?

En waarom kan een moeder het ook zo verschrikkelijk fout doen

en een vader veel minder?

Dus ik ben daar de hele tijd eigenlijk mee in dialoog.

Want ergens wil ik het herzien of zo.

En is het ook niet superreëel wat wij van moeders verwachten.

We maken een soort...

De moeder is een soort heilige maagd in onze geest.

En als je de heilige maagd bent dan kun je het alleen nog maar fout doen.

De onbevlekte ontsvangenisme is ook fout.

Alles wat daarna komt is ook fout.

Dus ik probeer daar los van te komen.

Van dat idee.

En in die zin is ook deze moeder een fantastische moeder.

Maar wel een bijzondere moeder.

Dat is het minste dat je er kwant kunt zeggen.

Ik ben wel geïntrigeerd.

Ik zou ze wel willen ontmoeten op basis van het gedicht.

Mij heeft Nisrin's debuut overloos.

En zeker het gedicht maar meer echt om vergeblazen.

Maar geldt dat ook voor de herkules onder de poëziekenners.

Iemand die vindt dat een dichter als een profeet oracles moet balken

in de taal van Engelen.

Ik heb het natuurlijk over mijn dierbare vriend in Genoa.

Ilja Leonhard Pfeiffer.

Laten ik hem bellen om te horen welk effect La Meire van Nisrin op hem had.

Na het lezen van het gedicht ben ik vooral heel nieuwsgierig geworden

om haar moeder te ontmoeten.

Het is een buitengewoon sterk en onvergetelijk portret van Ma Meire.

Het is niet een analytisch psychologisch rap bord van de moeder.

Maar je ziet haar levendig voor je.

En dat vergeet je niet meer.

Het is ontroerend ook omdat het portret van de moeder dat wordt geschetst

heel liefdevol is.

Maar zeker niet zoek, glaziure roze.

Het is een sterke, machtige, misschien ook grim.

Op bepaalde manieren omaangename vrouw die liefdevol wordt geportreteerd.

Ze vloekt genadenloos.

En dan staat het de vloek in het Arabisch.

Dat ziet eruit als Arabisch.

Het schrift is in ieder geval Arabisch.

Dat ben ik helaas niet machtig.

Daar moet ik me voor voor onschildigen.

Dus ik kan hem niet hard op voorlezen.

Maar dat is misschien maar beter ook.

Want als ik het hard op zou voorlezen, zou ik ook de nadeloze vloek voorlezen.

Het grappige is dat het heel erg werkt,

ook zonder dat je het Arabische schrift machtig bent,

of zonder dat je gaat opzoeken wat er staat.

Want die sleertjes zien er op zich al heel genadenloos uit.

En dat je het niet weet wat het precies betekent,

maakt het alleen maar erger.

Iman Merzal, Egyptische dechter die je zeer bewondert,

heeft ook veel geschreven over het moederschap.

Ook over het alleenstaande moederschap.

Voor haar gaat het moederschap ook wel gepaard met rauw en verdriet.

Herken je dat?

Met verdriet wel.

Rauw, niet zo bij mij.

Maar ik vind moederschap echt zo.

Hoe zal ik het zeggen?

Wat onderschat wordt.

En wat altijd enorm opgehemeld wordt.

Maar het moederschap is ontzettend heftig, vind ik.

En ik pleit er echt altijd voor.

Dat voor namelijk vrouwen of mensen die zich in de buurt zijn.

Maar het moederschap is onderschat.

Het moederschap is onderschat.

Dat voor namelijk vrouwen of mensen die zich identificeren als vrouw.

Een soort reëel beeld krijgen van moederschap.

Ik vind het niet, niet reëel.

Niemand vertelt je precies wat er eigenlijk gebeurt op het moment dat je moeder wordt.

Niemand vertelt je hoe het baren van een kind gaat.

Je kan 20.000 filmpjes kijken.

Maar niemand vertelt je wat een hel het is.

En wat een geluk.

Het geluks deel vertellen ze je.

Maar de hel niet.

En alles wat daarna komt, wordt je ook niet verteld.

Omdat het geluk over schuidt de pijn en het verdriet en de eenzaamheid.

En zeker als alleenstaande moeder.

Dat had ik wel prettig, omdat als iemand dat ooit had verteld.

Of mij een boekje had gegeven met...

...lieve aanstaande moeder.

Dit is wat je krijgt.

Dit is de schaduwzijde van het geluk.

Dat pleit ik voor.

Als we na deze podcast een dipje in de wereld bevolken krijgen.

Niet erg, de wereld is overbevolkt.

Het is oké.

Wat je zelf mooi vindt, wil je delen.

En dus heb ik Nisrin's gedicht naar een handvol mensen gestuurd.

De dilettantische, maar fantastische lezersboelen van het huis van de Dichter...

...bestaat uit voorzitter van de Vlaamse jeugdraad Amir Pachorori.

Deze vond ik ook...

Oh, deze is een platant verf.

Zangeres, Lara Chedrawi.

Ehm, wacht, waar zit het?

Acteur, Thijm Goghvaert.

En hoe zeg je dat?

Chef van de standaard weekblad Grietplats.

Nee, ik ga er anders voor leren.

En inmeer je dus voorzitter van de Europese gemeenschap Herman van de Rompuy.

Oké, ik begin.

Allen mogen zij vrijuit vertellen wat ze van het gedicht vinden.

Maar Amir, eigenlijk zou iedereen zich daar eens moeten aanzetten...

...om op die manier zijn moeder te beschrijven.

Die moeder moet een...

...ja, iets aanstoppables zijn.

Ze schreeuwt omdat ze leeft, zegt ze.

Ik vind dat die figuur zoals ik ze hier beschrijven zie, vol vitaliteit.

Het is bijna een ode aan...

...aan het leven als leven.

Ik moest in het begin meteen denken aan Amir gaat het dan over de moeder...

...of gaat het over meer.

Ik weet niet hoe dat het kwam, dat dat toch in mij opkwam.

Maar ik vond het wel een heel mooie ode aan de moeder.

Die strijd die veel ook opgeeft of veel opofferingen maakt voor het kind.

Ik heb mijn mama gezien, ik heb mijn oma gezien.

Ik heb vriendinnen van mij gezien in wat er besproken werd.

Maar er heel veel soorten vrouwen worden afgebeeld.

Dat vind ik wel mooi, want een moeder zijn is niet alleen...

Vergeet de mama dat ze meer zijn dan de mama alleen.

Ze zijn ook zus of dochters van.

Ze zijn vriendinnen van.

Dat vind ik wel heel mooi geschetst.

Je kunt je bijna niet laten meeslepen.

En ik vind haar woorden ook zo mooi gekozen...

...als ze zegt mama heeft mitrailleurs achter haar kiezen...

...en een atoombom aan haar huig hangen.

Zo'n mooi beeld, zo'n krachtig beeld.

Daar kun je meteen van alles bij voorstellen.

Ik ben zelf een kind van een Libanese vader en een Belgische moeder...

...waardoor ik die cultuur-clash hier ook aanwezig is...

...waar voor mij heel herkenbaar vindt.

Ook het gevoel dat ik soms heb...

...dat is zo'n onvogeltje zonder pootjes...

...dat je zo'n continu aan het schipper zit tussen twee werelden...

...en dat je ook niet goed weet waar landen...

...maar toch ergens is dat thuis komen, dat is dat verschil.

Tegen naadloze vloek.

Wat stel ik daarmee bij voor?

Ik weet niet wat dat hier betekent.

Misschien iets wat minder beleefde tineri mij zou zeggen...

...ik wil deze fucking shit niet ofzo.

Ja, de vloek is voor mij herkenbaar...

...omdat ik denk dat er in de vloek ook veel liefde schuilt.

Ja, voor mij is dat iets wat die vrouw elke dag zei...

...en is dat daardoor een deel van die vrouw ook geworden.

Maar wat dat dan ook betekent...

...maakt eigenlijk niet zo heel veel uit.

De vloek in het gereed betekende voor mij eigenlijk...

...nie meer of niet minder dan alles wat ervoor of daarna kwam.

Ik vond dat gewoon even een verduidelijking van...

...zijn hier twee werelden...

...teen kunnen lezen en begrijpen of niet begrijpen...

...of ongrijpbaar net als in een vloek.

Mijn moeder is vuur en baard als ma mei...

...ja, ik vond dat zo'n aandoenlijk einde.

Ik heb niet het gevoel dat er...

...een soort pointen is waar naartoe gewerkt wordt...

...maar ja, daar heel het gedicht...

...een herhaling blijft van wie dat die...

...moeder allemaal is.

Het begint ook met mijn ma mei...

...het eindigt met ma mei en alles wat daar tussen zit is...

...ma mei of zo, het spinatische haakjes.

Ik moest bij het gedicht als ze schrijft...

...ma mei bij het begin en het einde...

...eigenlijk ook aan de zee denken...

...omdat het gedicht voelt als een golf die over spoel...

...der gaat zo'n kracht vanuit, er is eigenlijk...

...je moet je laten meeslepen.

Dus het riep meteen ook die associatie van de zee...

...en de volheid en de kracht van de zee bij mij op.

MUZIEK

Jij bent het kind van meerdere moeders, mag ik zeggen.

Maar je omgekeert ook de moeder van meerdere kinderen...

...en daarmee bedoel ik niet alleen van je zoon.

Ja, misschien wel.

Ik ben een zorgzaam iemand...

...maar ook daar sta ik heel ambivalent tegenover.

Dus ik ben of heel zorgzaam of...

...helemaal niet.

Het is één van de twee.

Natuurlijk niet tegenover mijn eigen kind, want dat is mijn kind.

Of nou ja, dat is een kind wat bij mij hoort.

Dus daar voel ik me verantwoordelijk voor.

Maar ik denk dat er ook wel andere mensen zijn...

...hoe het wereld die mij als moeder zien.

Ja, dat weet ik wel zeker.

Ja, ik wilde je vragen of je jezelf geschikt vindt...

...voor het moederschap, maar het antwoord is ronduit jaar.

GELACH

Ik hoef niet voor te zeggen, gelap ik.

Het is poëzie, een goede manier om in het reinen te komen...

...met familie.

Want in je gedicht aanstel...

...noem je bloedverwanten een ongevraagde hemelse last.

Nee, poëzie is helemaal geen middel...

...om in het reinen te komen met familie.

Maar ja, familie is wel een ongevraagde hemelse last.

Je kies niet voor je broers en je zussen...

...en je tantes en je ooms.

En zeker niet voor de aangetrouwde familieleden...

...die op een gegeven moment je familie worden.

Maar ja, daardoor is het een ongevraagde hemelse last.

Want ze kunnen fantastische...

...andere fantastische mensen voortbrengen die bij jou horen...

...nicht eens in neefjes.

En dat zijn echt cadeautjes vind ik.

Maar ik heb haar niet om gevraagd.

Zij hebben ook niet om mij gevraagd.

Dus we moeten gewoon maar met elkaar dealen.

GELACH

Het is de grootste oefening die er bestaat.

Ja, de allerlaatste regels van de bundel...

...uit het gedicht Diaspora.

GELACH

Toen naam alleen al.

GELACH

Ik ben al lang niet meer wie ik was.

Niet wie jullie denken dat ik ben.

Zij.

Je bent en je blijft van ons.

We zullen je wassen en begraven als je sterft.

Hoe zeer het leven ook voorbijtrekt...

...en hoe zeer je ook veranderd en in beweging bent...

...we blijven altijd van onze familie.

Ja, ik weet dat ik daar enorm van schrok.

De eerste keer dat mensen zeiden...

...maar je bent van ons.

Maar ik ben van niemand, ik ben van mezelf.

Nee, je bent niet van jezelf.

Je bent van ons.

En letterlijk zei een familie dat...

...maar als je doodgaat...

...gaan we je wassen en begraven.

En ik dacht in godstaan...

...je weet helemaal niet of ik dat wil.

Maar dan ga je niet over.

GELACH

En ik vond het ook ergens heel troost.

Ja, ik vond het ontzettend troost.

Dat ik dacht, oh ja.

Dat is dus familie.

Dat kom je niet vanaf.

Ik hoef er ook niet vanaf.

Ik hou erg veel van ze.

Als je er vanaf wil, is dat heel vervelend.

Als ze je gaan begraven, terwijl je dat niet wil.

Maar ze gaan het wel, want als mijn familie gaat dat wel doen.

En ik vind het ook troost.

Ja, tegelijkertijd.

Ik hoor bij ze.

En ik zou het zelfde doen.

Ik zou ze alleen wel vragen...

...of ze echt begraven willen worden.

Jij krijgt geen keuze in die sfeer.

Ik krijg geen keuze, dus weet ik wel.

MUZIEK

Wie Watwo zegt, zegt kunst en poëzie.

En bier.

Hoe kon ik het vergeten?

Omdat ik mijn gast, de allround experience van het dorp gun...

...nem ik haar mee naar de trappiste weg.

Meer bepaald naar Brouwerijs in Pernardus.

Onze gits met dienst daar is Pieter Verdonk.

Goeiemorgen.

En hij.

Het blijkt een hemelse match.

Die tussen de dichter...

Ik ben Pieter.

En de bier natuurlijk.

Welkom bij de Brouwerij.

Kun je precies vertellen wat het proces is?

Ik wil zelf vragen, hier gaan Brouwer zo te horen.

Dat is echt...

Ja, dit is een soort halen voor mij.

Dus ik wil het echt heel graag weten.

Weet je welke grondstoffen je nodig hebt om bier te brouwen?

En water, graan.

Dat moet gisteren.

Hop.

Hop.

Even veel suiker of andere smaken.

Je moet wel wat kruiden op.

Heb je een soort van opleiding in die richting?

Ik ben niet goed geformeerd.

Dit is haar opleiding.

Ik kom terug.

Kom je terug.

Ik vraag meteen het hele recept.

En hoe lang is het proces van water, malt tot zuster?

Eigenlijk in een paar uur is dat helemaal gedaan.

We kunnen ook verschillende brouwstels doen per dag.

Maar het belangrijkste is eigenlijk...

Om de smaak voor het bier is eigenlijk het trusten van het bier.

Ook al naar gelang het soort bier.

Moet het bier eigenlijk, nadat het gebrouwen is,

drie tot acht weken eigenlijk rijpen en tanks.

Ik denk dat we er ondertussen al een tiental hebben.

Waar het bier eigenlijk op smaak kan komen.

Als je daar naast de schoorsteen naar buiten kijkt,

dan kun je er wel zo in van die tanks zien.

Waar het bier eigenlijk rust.

Daar rust het helemaal zo goed.

Zo iets.

Fantastisch de leerling die je hier hebt.

Ik denk het ja.

Als je hier rechts kijkt, zie je hier de helderen biertank.

En als het bier zo lang rust heeft,

wordt het nog eenmaal overgepompt naar deze tanks

vooraleer het dan in flesjes of in vaten gaat.

Dus het eindstation.

Of het voorlaatste station voor het of flesjes gaat.

Pas het ook wel bij water, vind ik.

Dat rusten en dat er tijd nodig is voor de dingen.

Ik vind dat ook.

Dat is eigenlijk ons geheim in de ingrediënten, de tijd.

En de tijd blijft hier ook,

hoe zou ik zeggen, langer stilstaan op een bepaalde manier

en hoe dat de dorpen bewegen en het landschap.

Er komen hier heel veel mensen over de vloer en die zeggen altijd,

eens je in poperingen, op het einde van de rinkomt,

en dat stuks je tussen popering en watoe,

dan overvalt er u bepaalde soort rust

omdat je aan het laveren bent met uw wagen

of met uw fiets door het landschap.

Je ziet die hopperanken enzo.

En mensen komen hier toch heel vaak aan

in een soort van semi-vakantiemodus.

Watoe, waar een mens zich als vanzelf buigt naar de tijd,

is de ideale omgeving om bier te brouwen.

Ook bier vraagt tijd.

Het is al rustend dat het op smaak komt.

Bierbruien is als poëzie schrijven,

want ook gedichten rijpen al rustend.

Wanneer het bier goed is uitgerust, mag het in flesjes.

De band loopt, de flesjes dansen richting het ticket en krat.

In de fabriek weer klinkt Juizee geklingel.

Van op deze banden vertrekken jaarlijks

ons zestien miljoen flesjes waar dors te gemonden.

Veel overtuigingskracht heb ik niet nodig

wanneer ik aan Lee Srin voorstel om het bier te proeven.

We trekken naar het dakteras van de Brouwerij,

waar zich baar bijnaar bevindt

en van waar we uitzicht hebben op de troeven van Watoe.

Groenevelden, hopranken,

een einder die enkel door een kerktoor wordt onderbroken.

Van hieruit vertrekt het bier naar 85 landen.

Vind je dat een fijne gedachte?

Ik vind het een leuke gedachte, ja.

Dat in dit piepkleine West-Flaamse nietzeggende dorp.

Dat mag ik natuurlijk niet echt zeggen over Watoe,

maar dat het de hele wereld overgaat is wel bijzonder.

Het poëziedorp, der Poëziedorp.

Watoe niet beleden.

Ik hou van Watoe.

Ik ben zelf een bierdrinker.

Ja, ik heb een bijzonder verhaal met bier.

Ik heb tot en met mijn veertigste geen bier gedronken.

Je bent een laat bloeier wat bier betreft.

Ja, ik vond het niet zoveel aan.

Ik ben wel een hele goede tapper.

Dus ik heb veel getapt en ik kan best goed tappen.

En op mijn veertigste dacht ik nu eens de tijd dat ik bier ga drinken.

En sindsdien heb ik de wereld van bieren, hoppen, evenementen ontdekt.

Ja, ik ben helemaal om.

Bier is inderdaad een hemelsdrankje.

Dus ik zit goed hier.

Van hieruit vertrekt het bier naar 85 landen,

waar natuurlijk allemaal andere talen ook worden gesproken terwijl mijn bier drinkt.

Je bent zelf de vleesgorde toren van babel.

Een beetje wel, hè.

In je dicht tong vindt op je tong een orgieplaats.

Zo noem je dat.

Je eerste taal was het Nederlands.

Met je ouders spreek je Arabisch,

met je groot moeders sprak je Tachelit,

met de andere familieleden Frans.

Zitten je herinneringen aan deze mensen ook ingebat in de taal die je met hen sprak?

Ja.

Helemaal, ja, ieder mens appeleert aan een andere taal.

En de herinneringen zijn dus ook talig voor mij, ja.

En eigenlijk ben ik ook op mijn best als ik mag mixen.

Als ik mag coachswitchen, zoals dat officieel heet.

Dus op het moment dat ik weet dat ik twee, drie of vier of vijf talen mag spreken,

dan ben ik eigenlijk op mijn compleetst, maar ook het meest op mijn gemak.

Dan hoef ik niet na te denken.

Ik hoef niet te zoeken naar worden.

Zoals ik denk, kan ik praten.

En dat kan ik eigenlijk vrijwel nooit.

Dus ik ben heel gelukkig als ik in een gezelschap ben waar ik kan switchen.

Oké.

Je mag de volgende vraag rust beantwoorden en switchen.

Ik ben rapetet.

Ik geloof niet.

We gaan daar zien, hè.

In zijn boekje wil je mij poëzie leren.

We vraagt Willem-Jan Otten zich af of hij zijn poëzie wel heus in zijn moerstaal schrijft.

Gaat het hier niet om nog een andere taal, vraagt hij zich af.

Een geheimtaal.

Wat denk jij?

Als meer talig mens heb ik niet zo heel erg veel met moerstaal.

Want ja, hoe zit dat als je een multilingual bent?

Wat is dan je moeder of wie?

Daarom zeg ik soms alle talen die ik spreek zijn mijn moeders of mijn vaders of mijn ouders.

Ja en poëzie, poëzie is een soort essentie wat mij betreft van taal.

Dat is wat er overblijft als je de taal stript van alle poespas, alle poeha, alles wat er niet toe doet.

Dus misschien is poëzie wel een eerste taal.

Een intieme taal zou ik het lieveren noemen.

Een essentiele taal in plaats van moerstaal.

Misschien ook iets overloos waarin grenzen en talen en alles vervaagt.

Ja, nou ja, die grenzen sowieso moet alle grenzen opgeven worden.

Maar ja, kan ik me wel invinden.

Een beetje alcohol kan daarbij helpen.

We zijn zo te doen vervagen.

Er is al op veel plekken in de wereld waarin Sint Bernadius wordt gedronken, ook wordt gevloekt.

Natuurlijk, later in de nacht.

En dat herinner mij aan de vloek in je gedicht, maar mij.

Wil ik weten wat die vloek betekent of moet het mysterie een mysterie blijven?

Nee, het staat niet in de bundel.

Nee, daar is niets vertaald in de bundel.

Dat is bewust gedaan.

Voor mij zijn het mentale, allemaal.

Het is heel fascinerend als je denkt over dominante talen.

Omdat ik in Nederland zo dichter ben, gaat mij ervan uit...

dat dat de taal is waarin ik schrijf.

Ik doe dat niet, ik schrijf in al mijn talen.

En als je begrijpt wat er staat in een vreemde taal, voor jouw vreemde taal, is dat oké.

Als je het niet begrijpt, is dat ook oké.

Want waarom zou ik dat moeten vertalen?

De beperking is niet bij mij, de beperking is bij de lezer.

En ik wil het niet als beperking.

Ik wil het ook niet als barriere of als grens.

Ik zeg daarmee alleen, als u mij leest, dit ben ik.

Dus er zullen misschien worden instaan die u niet begrijpt.

Maar geloof mij, u mist niets.

En ik kan dat ook zelf.

Ik weet het totaal.

Als u af en toe een zinnetje mist, doe niets aan de hand.

U leest gewoon.

Het is een bijzondere vloek, want het is eigenlijk niet echt een vloek.

Maar mijn moeder zegt het als vloek.

Of de moeder in het gedicht zegt, hoe Lily Heliha.

Hoe Lily Heliha is eigenlijk puur alleen, maar het is wat het is.

Wherever happens.

Of shit happens.

En dus het slaat ook heel erg op de taal voor mij.

Het is wat het is.

Oftewel vrees niet.

Het is oké.

En dat kun je zo, hoe Lily Heliha.

Als je heel boos zegt, dan kun je ook, hoe Lily Heliha.

Maar ik vind dat een prachtige uitspraak.

Ik ben heel benieuwd, hoe jij praat na meerders in Bernardus.

Ik stel voor dat we er nog een gaan drinken in de tuin van het huis van de Dichter.

Let's go.

Ik ben voor.

Mag jij ze open?

We gooien deken over het gras en drapeer ons erop.

Dijs je nees weer lerpen, maar dan aangekleed.

Met schuimend bier in plaats van baardige mannen.

Je kunt niet alles willen.

Cheers.

Op een prachtige dag.

Prachtig.

Miss Rien, in je bundel leren wij je kennen als een oeverloos iemand.

En daarmee bedoel ik ook dat je met open ogen, een open oren,

met een open hart in de wereld rondloopt,

maakt die openheid gelukkig.

Kijk, dat is de antwoord.

Ja, die openheid maakt mij heel gelukkig.

Ja, die stelt in staat om veel te zien en te horen en te voelen.

Ja, veel te ervaren.

Dat is heel leuk.

En maakt je ook een goede Dichter.

Dank je.

Is er een stuk van jezelf dat je moet offeren om een goed gedicht te krijgen?

Ja, mijn ego.

Poesie is voor mij echt kijken en luisteren.

Of eigenlijk al je zintuigen totaal open zetten.

En ontvankelijk zijn voor de wereld om je heen.

Ja, is dat een offer?

En daarbij moet je constant of moet ik de heet het scherp zijn

en me bewust zijn en bewust blijven.

Wat ik denk en wat er werkelijk is.

Wat ik invul of wat er werkelijk is.

En ik zie dat niet als offer, maar wel als een opgave.

Tijdens het schrijven van poesie moet ik wel heel erg alleen zijn.

Dus in het proces van het schrijven zijn er altijd een paar weken

dat ik eigenlijk geen mens kan zien, wil zien.

Omdat ik me zo hard moet concentreren op het schrijven

dat ik eigenlijk niet sociaal kan zijn.

De lammetjes komen.

Komt u maar.

Wow, je hoort aan het gemekken

wie de oude lammetjes zijn en wie de jongkies zijn.

Het allerkortste gedicht in de bundel is een zin.

Ik leerde zien en herhalen.

Ik zeg, jij zegt, wij zeggen de wereld.

Je ochtendgebet is een gedicht lezen.

Is dit je avondgebet voor het slapen gaan?

Ja, nee, het is geen mantra.

Dat is wel heel mooi.

Mijn mantra is mogen alle levende wezen het geluk ervaren.

Maar dit is wel in die zin een soort schrijvende mantra.

Op het moment dat ik dingen zeg, bestaan ze.

Op het moment dat ik ze benoem, bestaan ze.

We leren dingen te zeggen doordat we herhalen als kinderen.

Dus dat wat ik zeg, moet voor mij dan ook kloppen.

En daar moet geen ruis in zitten.

En misschien komt daar het verlangen uit

om alles zo helder mogelijk en zonder ruis weer te geven.

Wij zeggen de wereld.

In die zin ben ik me maar al te bewust van

alles wat ik zeg kan herhaald worden.

Dus ik probeer ook geen stomme dingen te zeggen.

Worden schepen de wereld.

Dus op het moment dat ik iets naarschep met mijn woorden

gaat dat leven bij de ander.

En herhaald hij of zij of hen.

Dus als mantra zou het misschien wel voor het schrijven gelden.

Ik vind dat je toch met me eens bent.

Want het klinkt als een prachtig avondgebet.

Als je dan in saawe zegt

waardoor je je bewust bent van de kracht van je woorden.

En dan sta je de volgende dag op met de intentie

om de wereldvorm te geven met mooie woorden.

Nee, met echte woorden.

Ja, met echte woorden.

Ja.

Morgen wordt een prachtige dag.

Waarin we het weer roerend met elkaar eens willen zijn.

Morgen ga ik op alles ja zeggen.

Niet alleen Isrin en Barking kwam het huis van de Dichter verlevende

met versen en verhalen.

Elke zaterdag verschijnt er een nieuwe aflevering van de podcast

Huis van de Dichter.

U hoort telkens een andere wijze straffe

en mooi harte gedicht er brede uit vertellen.

Luister eens zeker ook naar de andere afleveringen.

Opname en montage van deze podcast zijn van Paulien Augustijn.

De muziek is van Nicola Rombouts.

Heel graag tot de volgende.

Machine-generated transcript that may contain inaccuracies.

Nisrine Mbarki (1977) is dichter, columnist, schrijver, theater- en programmamaker. Ze debuteerde begin 2022 met ‘Oeverloos’, een bundel waarin ze haar meertaligheid en rijkgeschakeerde afkomst voluit inzet. De bundel stond op de shortlist van zowel de C. Buddingh’-prijs als de Herman De Coninckprijs. Haar gedicht over haar moeder is de leidraad van dit gesprek. ‘Een moeder is een heilige maagd en als je heilig bent, kun je ook veel fouten maken.’

Met de podcastreeks ‘Huis van de Dichter’ wil Jelle Van Riet ons aansteken met haar liefde voor poëzie. Ze nodigt deze zomer zes favoriete dichters uit in Watou, en gaat met hen in gesprek over de poëzie en het leven. Leidraad van het gesprek is één gedicht van de gastdichter, dat ze ook voorlegt aan een lezerspoule waar onder anderen Herman Van Rompuy en Tijmen Govaerts deel van uitmaken.

‘Huis van de Dichter’ is een zesdelige podcastreeks die elke zaterdag verschijnt in de podcastreeksen ‘DS Letteren’ en in ‘Watou. Huis van de Dichter.’ Dit is aflevering 5

In de podcast dient dit gedicht van Nisrine Mbarki als uitgangspunt voor het gesprek:

ma mère
ma mère komt uit een geslacht des femmes fortes
zoals haar moeder en grootmoeder
zij dragen de wereld op hun heupen en hun nageslacht als hoofdtooi
mama is gebouwd uit cactusbladeren
en het lijfje van een bijenkoningin
ze werd door de Franse nonnen gekneed
mijn moeder kan niet vergeten laat staan vergeven
kan huizen bouwen van lucht en honing
zegt dat haar psychiater gek is
de stem van mijn moeder snijdt in de tijd
ma mère is een natuurlijk bestrijdingsmiddel van taboes
mama est une boîte de vitesse vivante
ze slaapt overal behalve in haar eigen bed en eet lopend
gaf haar eerste kind aan haar moeder
draagt gouden merkzonnebrillen
mijn moeder houdt niet van koffie
ze schreeuwt in het Tasjelhit omdat ze leeft zegt ze
mama heeft mitrailleurs achter haar kiezen
en een atoombom aan haar huig hangen
ze stelt haar vizier zorgvuldig af op organen
maar schiet op je ogen
vloekt genadeloos (hier staat een vloek in het Arabisch)
mama is een wolkbreuk in Brabant
zegt dat god in haar hart zit en niet in haar haar
ze bijt haar kroost in de nek
draagt ze duizenden kilometers naar haar vaderland
eist waar ze recht op denkt te hebben
klaagt goddeloos als ze pijn heeft en ook als ze geen pijn heeft
zegt dat ze haar leven heeft verspild aan kinderen
vindt overal mannen en vindt mannen niets
kan al haar bezit weggeven als ze wordt geraakt door een illusie
mijn moeder zette mijn vader schaakmat
heeft een hekel aan politiek en stemt ook niet meer
mama is een vreemdelingenlegioen
komt uit een gezin van tien
is een dochter van de Atlantische Oceaan
weet niet waar ze begraven wil worden
mijn moeder is vuur en baart as
ma mère

Uit Oeverloos, uitgeverij Pluim, 2022

De podcast ‘Huis van de Dichter’ is een concept en een scenario van Jelle Van Riet, ambassadeur van het Huis van de Dichter. Opname en montage zijn van Pauline Augustyn. De muziek is van Nicolas Rombouts. De podcast is mede mogelijk gemaakt door Literatuur Vlaanderen, PoëzieCentrum en Kunstenfestival Watou.

See omnystudio.com/listener for privacy information.