DS Vandaag: Bonus: Letteren. Wint debutant Tülin Erkan met Honingeter de literatuurprijs Boon?

De Standaard De Standaard 3/24/23 - Episode Page - 26m - PDF Transcript

Dit is een bonusaflevering van DS Vandaag,

waarin we je graag voorstellen aan onze literatuurpodcast-letteren.

Wie wint op 30 maart de boon,

de Vlaamse literatuurprijs voor het beste Nederlandstalige boek?

Wie volgt dan Marike Lukas Rijnveld op

die vorig jaar de winnaar was van de allereerste editie?

Ook dit jaar laten we u in de podcast-letter

vijf weken lang kennismaken

met de genomineerde in de categorie fictie en non-fictie.

Mijn naam is Guinevere Klaes en ik heet u een farmwelkom.

En zo zijn we bij de vijfde, de laatste boon genomineerde aanbeland.

Dat is Tulien Erkan met haar roman Honing Eeter.

Een boek dat zich van begin tot eind afspeelt

op de luchthaven van Istanbul,

ergens in dat schemergebied tussen aankomen en vertrekken.

Tulien Erkan is trouwens de enige debutante in deze shortlist

en dat is op zich al een krachttoer, natuurlijk.

Hier bij mij zit de journaliste Samira Atayi,

die vorige maand zelf nog langs die luchthaven van Istanbul passeerde,

toen ze voor de krant verslagging uitbrengen

over de aardbeving daar in Turkije en Syrië.

En naast haar zit journalist en schrijver Philippe Rogier.

Samira en Philippe, zoals ik zei, dit is een debuut.

Dus Tulien Erkan is nog geen bekende naam.

Jullie hadden er nog niet van gehoord, denk ik.

Hoe zijn jullie eraan begonnen?

Ik ga jullie eerst even opzoeken over dat boek,

over de schrijfster of gewoon eerste pagina, eerste zin.

Ik heb eigenlijk niet opgezocht.

Ik ben er meteen aan begonnen, maar ik ben dan weer meteen ook gestopt

toen ik last over de Australische geschubde Lel Honing Eater,

helemaal vooraan in het boek.

Is er een korte beschrijving van die soort, van de familie van de zangvogels?

De titelen, eigenlijk.

De titelen, inderdaad, ook.

Waarbij dat er wordt uitgedacht

en dat er een onderzoort met uitsterven wordt bedreigd,

omdat ze elkaar zijn zang niet meer herkennen

of niet goed kunnen naproduceren,

waardoor de vrouwelijke soorten zich minder aangetrokken voelen.

Het paringsritueel ligt plat, hè.

Ja, en verstoord wordt.

En ik vond dat zo'n intregerend stuk tekst.

En ik ben dat eigenlijk dan gaan opzoeken.

En dan was ik terug weg van het verhaal.

En dan ben ik weer teruggekeerd.

Eerst het verzameld werk van Darwin gaan lezen.

Ja, oké.

Interessant ook wel, denk ik.

Ja, ik vond dat echt zo iets...

Ja, dat niet kunnen we elkaar verstaan

en welke impact dat dat heeft.

En natuurlijk, het is vanuit een volledig andere wetenschap,

maar het zet ook wel de toon bij dit boek.

Dus dat ben ik snel weer teruggekeerd.

Philipp, jij ook...

Ik begin altijd met de eerste zin, de eerste pagina.

Ook als ik naar de film ga, ik laat het werk graag eerst zelf spreken.

En als het mij boeit, dan ga ik daarna elke letter erover lezen.

Over film, of in dit geval, over boek en wie dat uteur is.

Maar zeker bij de but.

Gewoon blind beginnen, denk ik.

Blind beginnen, ja.

En als de eerste pagina mij te pakken heeft, dan lees ik voor het.

En was dit het geval?

Want misschien voorweb verder gaan.

Iemand van jullie zou ons toch even moeten vertellen

wat hier in Honing Eter gebeurt.

Ik had eigenlijk over drie onthemende personages.

Zoals je al zei, die in stranden of elkaar tegenkomen

op de luchthaven in Istanbul,

ze zitten daar eigenlijk gevangen in die luchthaven,

die een soort Niemandskland is, een transit zone,

is tenzelfde gekozen in een gevangenschap.

Dat is niet altijd even duidelijk.

Drie personages dus.

Eén is zijn ouderwoordende wat uitgebluste security agent,

EMEI-R, denk ik dat je het moet uitspreken.

Oh, umlaut, M-E-R.

Ik zal het accent op die EMEI-R leggen, maar ik weet het niet.

Ik ben geneigd om op zijn vlaam te zeggen, oh, M-E-R.

Maar dat klopt toch niet, want het is de zoon van een gastarbijter

die naar Genk-Waterschij gekomen is, dus naar België gekomen.

En dat is de security agent.

In de luchthaven ronddolen de fantast die zich piloot waant,

of het ooit echt geweest is.

Dat is me ook niet altijd helemaal duidelijk, eigenlijk.

En dan hebben we het hoofdpersonage Sybel Kaya,

een vrouw van Turks afkomst,

waarvan de uitgeblust security agent, EMEI-R,

zich afvraagd blijft te verloren lopen

of blijft te doen bewust dwalen.

Ja, de boek gaat inderdaad over Sybel,

die wacht rondloopt dwaald op die luchthaven in Istanbul.

En eigenlijk de wereld rondom haar,

en dat is een heel kleine wereld op de luchthaven,

aan het analyseren is en aan het beschrijven is forturend.

Met hier en daar ook wel nog een filosofische insteek.

En terzelfertijd, wanneer zij naar de luchthaven kijkt

en hoe dat klein systeem daar werkt,

hoe dat mensen met elkaar omgaan,

hoe dat er wordt gesproken, je hebt de taal van de angst,

dus al die zaken aan het beschrijven wordt zij ook bekeken.

Door Wimmer die...

Die veiligheidsagent is en die haar voegt op zijn schermen.

Ja, en die dus haar ook bekijkt.

En ondertussen krijg je hun verhalen meegekregen

vanuit zijn perspectieven.

En dan heb je ook de ontmoeting tussen Sybellen en Fernieke,

de zieke piloot eigenlijk, die daartussen komt dwalen.

En ze zijn eigenlijk alle drie in hun leven

in een soort van tussenruimte, of zo voelen ze zich al tans.

En terzelfertijd speelt het verhaal zich af op een plek

dat je ook als een tussenruimte kunt zien

in die bedoeld is om altijd te verlaten

en om afscheid van te nemen.

En dat is eigenlijk ook wel de rode draad door in het verhaal.

Wat is afscheid nemen, hoe doe je dat en wie doet dat wanneer?

En zij hebben dat alle drie op bepaalde manieren moeten doen.

Maar ze kunnen het niet, dat is het probleem.

Dat is eigenlijk het punt.

Dat is eigenlijk eens de sfeer doorheen, heel het verhaal.

Ja, je voelt je zo bijna als een touw die heel het wordt uitgerokken.

Het is een heel langzame sfeer in voldraagheid eigenlijk,

omdat er weinig gebeurt.

Heel veel beschrijvingen ook.

Ik denk dat de eerste helft voor het boek bijna geen dialoog heeft.

Dat is echt heel veel...

En Simon vooral een delijkheid blijft er hangen.

Omdat zij haar vlucht naar Brussel altijd opnieuw mist.

Het lukt haar maar niet om die vlucht te nemen,

om dus afscheid te nemen.

Een van de centrale zinnen, ook in het boek,

mensen die goed zijn en afscheid te nemen,

je ziet ze niet zo vaak.

We zijn overigens een veerd personage vergeten, Samira.

De hond.

De hond, inderdaad.

En dat is ook iemand die iemand, een hond,

dus die ook aan het einde van zijn carrière is.

Dat is de secure die hond, ook het toch.

Drugshond, hè?

Drugshond.

En Sybel raakt haar dus met bevriend toch wel.

Ze is dierenhard zijn opleiding.

Ze is dierenhard zijn opleiding geweest.

Ze heeft dat nooit voltooid, denk ik.

En ze sluit vriendschap met die hond en het boeiende daar aan is.

En dan komen we terug op het aspect taal,

wat verschrikkelijk belangrijk is in dit boek.

Een van de sterke punten is van dit boek,

vind ik, hoe de schrijfstertema van vervreemding en ontheemding

in eerste instantie koppelt aan taal.

En zij zit ook gevrongen tussen die twee talen.

Dat is ook een zin die vaak terugkomt van de Turkse alfabetetelt.

29 letters, Nederlandse 26, dat zijn er drie te veel of drie te weinig.

Zij zit ook tussen die twee.

Ik vind het ook mooi dat ze het openlaat.

Het is niet te veel of te weinig.

Het kan één van de twee zijn.

Waardoor je ook dat dat verliezen ook niet ten voordeel of ten nadeel is,

dat dat er echt tussen zit.

Dat vond ik ook een heel mooie keuze om het open te laten, eigenlijk.

Ook een van de heel mooie zinnetjes in dit boek is,

mijn Turkstaal is gebroken, zoals gewoon.

Dat je een taal kunt breken zoals je rug kunt breken. Mooi.

Het blijkt al, hè. Er zitten heel veel thema's.

Hij heeft een taal over ontheemding, transit, die verweestheid tussen twee culturen.

Samira, je maakte de mooie Klaarwakker-podcastreeks over de vraag,

wat is thuis?

Was het dan heel herkenbaar voor jou?

Ja, toen ik het boek begon te lezen,

veel zaken blijven onduidelijk.

Als we beginnen, als lezen, moet je nog wat dingen uitzoeken.

En ik vond eigenlijk het sterkste deel van het boek

toen we als lezen nog heel weinig wisten

hoe dat wie naar wie kijkt, waar we zijn, wat ze aan de hand duurt.

Dat duurt eventjes, hè, voor je dat toeren?

Dat duurt eventjes.

In die tijd wordt je wel meegenomen in die thema's van afscheid en taal

en ook wat we daar net zeiden over het alphabet.

Drieletter is te veel, te weinig.

Die zaken komen eigenlijk al redelijk in het begin aan bod

en ook die setting van de luchthaven, zoals de opening zin.

Dit is een plaats waar mensen smelten als kaarsvet.

Je bent eigenlijk al meegenomen in dat langdradeje.

En ik vond dat dat heel mooi weergeeft,

wat we dan in die podcast over wat is thuis

en ook waar het besproken is van tussenruimte,

waarin je nog niet hebt geaccepteerd dat dat ook een plek is dat oké is.

Waarbij je zo van aan het wachten bent,

niet weet waar je bij hoort en je heel veel vragen stelt.

En ik vind dat ze dat heel mooi in het boek

en dan voornamelijk in het begin van het boek heel mooi heeft weergeven

wat die sfeer eigenlijk inhoudt.

En dat vind ik ook een van de sterkte's in haar boek.

Dat thema dus van het ontheemt zijn,

tussen ergens en nergens zijn,

een thematiek van land van herkomst, land van de aankomst.

Ja, er zijn natuurlijk al heel veel boeken overgeschreven.

En wat mij persoonlijk betreft,

een van de voor mij te groot zijn, genre, is Sam Rushdie.

Om te zeggen dat die lat wel heel hoog ligt.

Dus ik vind het zeer sterk ook aan dit boek.

Dat je het aandurft.

Dat je het aandurft, ja, zo kan je zeggen.

Dat je het aandurft, ja.

Omdat er zoveel sterke voorbeelden zijn van niet dat die tijd schrijven,

hoe moet je het noemen, ja.

En ook dat je terzelfde tijd kiest voor een locatie als een luchthaven

om dat plek te maken van een hele boek.

Want in het begin vond ik dat... Ik weet niet of jij dat ook had, Philippe.

Dan begon ik dat te lezen en dacht ik van, OK, I get it.

Je kiest de luchthaven, een plek dat is gecreëerd om afscheid van te nemen.

Je gaat altijd weg.

En OK, je arriveert ook, maar je gaat daar wel altijd naartoe om weg te gaan.

Dus ik vond dat een heel mooi en bijna ook philosophisch poëetisch element.

En je ziet ook dat Sibel Analysus maakt van haar omgeving

en hoe dat mensen zich gedragen op een luchthaven.

Maar naarmate het boek dan voordorde en vanaf dat je dan doorhad van,

dit is de klik, dan wilde ik nog dieper gaan.

Of dat is toch al het tans wat aan mijn verwachtingen waren.

Laat we nog een niveau verder gaan van afscheid nemen,

wat dat dan exact betekent.

Want heel vaak wordt er dan herhaald.

Afscheid nemen is niet meer omkijken.

En dat zinnetje komt forturend aan bot.

Dat verdwijnt alles, hè, dat zeg je.

Als je niet meer omkijkt, verdwijnt dat.

Maar dan, denk ik, zonder dat we dit nu ook philosophisch moeten gaan ontleden,

maar wat betekent niet meer omkijken, kunnen wij niet meer omkijken.

En bij Sibel en de andere personages lukt dat niet echt.

Maar als lezer, ik zat soms toch nog zo op mijn honger.

Het is eigenlijk dubbel dat je zit in die luchthaven.

En die luchthaven is ook een soort uitstelling van een keuze.

Het is eeniemandsland, het heeft ook geen karakter.

Het heeft geen hele tijd, dus je kunt er niks winnen,

mag je het ook niks verliezen.

Dus het is ergens veilig om daar te blijven, om niet te moeten kiezen.

Ik ken het en schrijf het er niet, het is een debuut,

maar het is iemand die echt kan schrijven.

Ja, je gevoelt een grote bijna.

Dat ik kijk enorm uit naar wat er nog komt, eigenlijk.

Maar het is een debuut, een verliep.

Ik denk zo'n tien jaar geleden in tussen al.

Je hebt zelf de debuutprijs gewonnen met jouw verhalenbundel nauwelijks lichaam.

Vertel ons nu eens hoe spannend is dat nu eigenlijk om te debuteren?

Dat is heel bijzonder.

Plots ben je officieel schrijver.

Ik al zei het voor jezelf, al langer schrijver, maar...

En ook al waren de meeste daarvan die verhalenbundel

al eerder gepubliceerd in literaire tijschriften.

Toch is pas echt als er een hardcover in eerste instantie

en dan laat er nog een pocketversie van komt.

Dus als je geboekstaafd bent, dan moet je plots schrijven.

En dat is heel spannend.

Ik had eigenlijk hetzelfde met journalisten.

Dat was, ik weet nog heel goed, dat ik naar Adem moest happen

toen voor de eerste keer iemand het over mij had,

over de journalisten, Philippe

Ik vond dat ook heel bijzonder.

Plots is echt spettig.

Dat is iets wat in mijn geval al goochst is.

Ja, dat heb ik niet zo ervaren.

Dat is in de jaren wel uitgeput.

Dat is in de jaren wel uitgeput.

Dat is in de jaren wel uitgeput.

Dat is in de jaren wel uitgeput.

Dat is in de jaren wel uitgeput.

Dat is in de jaren wel uitgeput.

Dat is in de jaren wel uitgeput.

Het is in de jaren wel uitgeput.

Dat is in de jaren wel uitgeput.

wat naar mijn gevoel loslaten en wat meer dingen getoond hebben in

cijfers en dialoogen.

Ze zegt een kwestie van show-dontel.

Ze toont het eerst goed, zoals gezegd,

maar dan voelt ze blij, maar toch nog de behoefte

om het nog eens te expliciteren, of wat dat vindt.

Wil je misschien eens één passage voorlezen?

Een passage die je extra is bijgebleven of extra geraakt heeft?

Voor mij is eigenlijk...

Dat is een heel korte passage of hoofdstuk in The Partiers.

En het is twee bladzijden lang, zelfs niet.

Twee en half eigenlijk, jawel.

Waarin dat een beetje het achtergegrondverhaal van Ömer duidelijk wordt.

De veiligheidsagent.

De veiligheidsagent.

En ik vind dat daar eigenlijk elkans talent als schrijver enorm naar voren komt.

Dus hier is Ömer aan het woord.

Ik weet nog hoe de gurenwind in mijn vingers sneedt die eerste paar maanden.

Hoe hard ik mijn jeugdvrienden uit de dorp miste,

de geur van mijn moeders keuken,

de lokroep van de dorpschapper die mijn haar altijd tekortknipte

en hoe ik behalve de taal zoveel dingen in België niet begreep.

De mensen, het landschap, het weer.

Tot ik een vrouw ontmoette die mij de taal aanleerde

en me het weer, het landschap en de mensen deed vergeten.

Meer nog, ze schonk me een dochter die me zo goed als alles deed vergeten.

Zelfs mijn thuisland.

Dankzij ons kind leerde ik nog sneller de taal.

Hoe we door voelboekjes letters naar onze hand konden zetten

en een wereld voor onszelf konden kneden.

Die jaren maakten het werk in de mijnen draagelijk.

Hoe mijn vrouw en ik zavonds in bed elkaar beurtlings uit hetzelfde boek voorlazen.

Hoe ze soms deed alsof ze samen met mijn bad zonder te weten

hoe en er vaak duizelig van werd.

Hoe ik haar mijn fluittaal probeerde aan te leren

en we schaterlachten op het tapijt.

Hoe we tijdens het avond eten ons bestek neerleggen

en om voor de televisie te dansen op de weemoed van Brel.

Tot we niet meer wisten hoe en we enkel nog maar op elkaar stenen konden trappen.

Tot mijn vrouw en ik elkaar staal helemaal verlerden tot de laatste letter.

Het waren liefdevolle jaren, maar het duurde alles behalve mensen leven.

En dan gaat het dus verder.

En dan weet je eindelijk meer over Ömer en wat er is gebeurd.

In België, toen hij in België liet.

En dan eindigt hij in die passage met naar Sybel te kijken

en vraagt hij zich af van zou mijn dochter er ooit zo eenzaam uitzien.

En ik vond dat eigenlijk heel mooi gedaan.

Je weet plots zoveel meer over hem.

Je krijgt inzicht in die verscheurdheid

die bijna trivialiteit van het leven eigenlijk hoe dat het kan gaan.

En dan die reflectie terug op Sybel, dan komt alles terug samen.

En dat vond ik echt heel knap gedaan.

Mijn passage is het helemaal vooraan.

O, ja.

Ja, die had mij enorm mee.

En daar staat hier het eerste, want ik schrijf in mijn boek

de eerste twee pagina's, de beschrijving van de luchthaven, zijn top.

Ik vind als topos heet dat zeer toepasselijk.

Ik vind het echt heel stilistisch, vind ik dat echt heel knap.

Deze maar voor. Dat is echt het begin van het boek.

Samira heeft de eerste zin al voorgelezen, ook.

Dit hier is een plaats waar mensen smelden als kaarsfit.

Waar ze druipend wachten ineen zakken op de eindeloze reisstoelen aan de turnoels.

Waar ze oogblikkelijk stollen wanneer een intercomstem hun vluchtnummer afroept

of de zoveelste vertraging aankondigt.

Hier haperen de uren.

Geen mens weet hoe lang.

Ze weten het niet, maar door continu de pijl te volgen lopen ze in lussen.

Van punt A naar punt C om punt B

zelfs niet op te merken en weer bij A te belanden.

Het hoofd en tikje naar boven gericht, de standaard-positie.

Zo zoeken ze in het eilen naar aanwijzingen en eindpunt een gate naar een bestemming.

Mochten hun ogen toch naar beneden dwalen,

dan staan er op strategische plekken mensen klaar

die met een vaste ingestudeerde choreografie de richting aangeven.

Hun armen wie gezacht is naar links en naar rechts, gracieus als zwanenvleugels.

Dit hier is een plaats waar verdualen tot kunstverheven is.

Dat vind ik een binnenkomereur.

Dat vind ik echt een heel sterke.

En zoals ik al zei in het begin van deze podcast.

Ik begin meestal te lezen van basis van de eerste pijnen.

Dus ik was mijn verwachting zal daardoor misschien ook van in het begin heel goed plegen hebben.

Maar ze is niet beschamd, toch ook niet volledig.

Dus ik vind het echt wel een heel verdienstelijke boek.

En ik ben heel benieuwd naar volgend werk ook nog van deze schrijfst.

Zeker en vast.

Zijn jullie goed in afscheid nemen, Haak?

Goeie vraag.

Misschien wel te goed uitzoven met de mensen, zeg.

Dat is een heel intieme vraag, he?

Dat is een hele intieme vraag.

Dat is fascinerend, he?

Dat is echt zoveel.

Hoe goed ben je in afscheid nemen?

Eigenlijk niet.

Ja, ik weet het ook niet.

Nog wel soms een beetje naar de nostalgie en de melancholie.

Maar als het moet, kan ik ook wel een knopje omdraaien, denk ik.

Ik denk dat het is te zien van wie of wat je afscheid neemt.

Bij mij heeft er negatieve connotatie.

Ja?

Ja, niet kunnen afscheid nemen kan iets heel hard zijn, ook.

Je neemt geen afscheid, maar geloopt weg, vlucht.

Niet meer omkijken en verdwijnen, eigenlijk.

Ja.

Maar niet omkijken.

Je gaat een walk-in-down-look bij, dat klinkt nog positief, vind ik.

Oke.

Maar je kunt ook vluchten.

Weg lopen.

Dat is interessant.

Dat is eigenlijk niet kunnen en niet durven afscheid nemen.

Niet durven afscheid nemen.

Niet mooi kunnen afscheid nemen.

Ik weet niet dat ik het moet uitdrukken.

Ja, maar dat is...

Ik ga daar een boek over schrijven.

En welke genre, vrienden?

Dat is de vraag.

Ga je een essay-bundel uitgeven, vrienden?

Nee, geen essays meer.

Het is gedaan met een ovriksie.

Dat doe ik niet meer.

Nee.

Maar het is dat wat zo interessant is, toch?

Want ik bedoel, wat is afscheid nemen?

Wat ik ook wel vind, bij dit boek bijvoorbeeld,

de keuze van te uitleggen,

dat afscheid nemen niet meer omkijken is,

dat mag, want iedereen heeft een eigen perceptie daarop.

Maar wat impliceert dat exact?

En wanneer je dit boek leest,

vind ik dat dat ook eens midden wordt gelaten.

Dat is natuurlijk in ieder geval een bepaalde keuze

van te laten hangen bij de lezer

en dat je daar dan zoals nu, dat wij aan het doen zijn,

daarover verder te babbelen.

Maar echt een duidelijk antwoord op wat aan niet meer omkijken,

dan betekent, krijg je ook niet.

Er zit op de achtergrond nog een mooi personage

en dat is de groot baban, baban.

Haar groot moeder, hè?

Baban?

Ja, dat is zo lekker als je moet uitspreken.

Dank je, dank je.

Maar dat is haar groot moeder, haar Turkse groot moeder.

Dat zijn ook heel mooie passagiers.

Dat zijn zwaaraar herinneringen aan boeren, hè?

En Turkije, ja, dat is waar.

Er zit zoveel in, maar we gaan moeite afschijt nemen

met een ander gehoord.

Ik loop gewoon, hè?

Blijf nog even zitten, Filipe.

Want ja, ik moet de vaste slotvraag stellen.

Mag dit boek voor jullie de boon winnen?

Ik zeg niet moeit mag.

Ik waardeer het boek voor zijn ambitie,

voor waar het naartoe wil gaan.

Soms kan je van boeken, kan je echt boeken liefhebben,

waar je ziet welke doel dat het heeft waar het naartoe wil.

En ik vind bij dit boek

zo dat wel eigenlijk

een sterk punt.

Dat er heel veel ambitie in zit en dat er wordt geëxperimenteerd

en gedurfd om bepaalde thema's ook

met een twist te willen aanpakken.

Anderzijds vond ik dat er hier en daar

toegekweil open deuren inzate dingen

die mochten nog weggestoft worden

om het verhaal

nog iets meer diepgang te geven.

Maar dan...

Je moet een boek appresseren voor wat het is

en niet voor wat jij wilt dat het is.

Maar dat is een prijzenzwaarige ambitie.

Zo wat ik zei.

Het smaakt absoluut maar meer.

Wie dat ook maar enkele mooie, mooie zinnen kan schrijven,

die geef ik als lezer dan graag alle krediet.

Jozef De Leuze heeft altijd tegen mij.

Jozef De Leuze.

Ik heb ook maar één goed gedicht geschreven

en ik heb een goed gedicht voor altijd.

Dus deze vrouw kan schrijven.

Dat heb ik ook al gezegd.

Maar de concurrentie voor de bonen is natuurlijk groot.

Ik denk iets te groot.

We kijken uit naar haar volgende boek.

Ja, voilà.

Samira en Philippe,

mag ik jullie danken voor jullie innemende verslag?

Dank u.

Merci.

En zo zit deze laatste bonenspecial

van letteren rock.

www.franard.be

Schuine streep De Bon.

U kunt er een weekendje gend mee winnen.

Heel veel dank voor het luisteren.

Bedankt voor het kijken.

Machine-generated transcript that may contain inaccuracies.

Wie wint de tweede editie van de Boon, de Vlaamse literatuurprijs? In de podcast Letteren stellen we u wekelijks op vrijdag de vijf genomineerden voor.  

Deze aflevering gaat over 'Honingeter’ door Tülin Erkan, een debutant. Erkan (1988) groeide op in Oostende bij een Franstalige moeder en een Engelstalige grootmoeder. Haar zomers bracht ze door bij haar vader in Turkije.   

In ‘Honingeter’ vertelt ze over Sibel. Sibel wacht in de luchthaven van Istanboel. Elke dag opnieuw mist ze haar vlucht naar Brussel. Een zieke piloot, een zonderlinge veiligheidsagent en een drugshond vergezellen haar op haar dwaaltocht. Een metafoor natuurlijk. Want iedereen is in transit. Iedereen leeft in een schemergebied tussen vertrekken en aankomen.

See omnystudio.com/listener for privacy information.