DS Vandaag: Bonus DS Letteren | Bloomsday, de dag om James Joyce eens te proberen

De Standaard De Standaard 6/16/23 - Episode Page - 25m - PDF Transcript

We hebben een bonus aflevering van onze podcast DS Letterm.

Het is vandaag 16 juni, dat is niet zo'n bijzondere datum.

Tenzij u van bent van James Joyce natuurlijk, want dan is het voor u vandaag Bloemsday een hoogdag.

Wat is dat toch met die verheerlijking van James Joyce en zijn werk Ulyssies?

Meer nog zou ik mij eraan durven wagen.

Collega Bart opelaren, praat er over met professor vergelijkende literatuurwetenschap en James Joyce-kenner Geert Lernoud.

Geert, welkom in onze studio en dan hoor ik u een zalige hoogdag te mensen vandaag, hè?

Dank u wel. 16 juni is een hoogdag, omdat de roman Ulyssies zich afspeelt in 16 juni 1904.

Om eerlijk te zijn, ik ben niet zo'n fetischist om aan die hoogdagen te houden.

In tegenstelling tot veel van mijn collega Joyce-Janen die dan rare kleren aantrekken uit het begin van de 20e eeuw en voorlezen en dat soort van dingen.

Ik vind Joyce heel interessant als schrijver, maar ik...

Maar u verkleed zich nog niet?

Nee, en ik verheer hem ook niet. Ik hou van zijn werk, maar niet noodzakelijk van de man zelf.

Maar u gaat vandaag toch iets speciaals doen, mag ik hopen?

Ja, en dat is te danken aan de portiers van de Oceaan.

Dat is een groepje mensen in Oostende die een evenement organiseren.

De portiers van de Oceaan heeten zo omdat dat een beroemd anecdote is van Joyce die in 1926, in de zomer van 1926 op vakantie was in Oostende.

En die in een hotel logeerde dat de Oceaan heet, de Oceaan.

En die heel geschermeerd was door de portier die de telefoon opnaam en dan zei, Isile Poitier de Oceaan.

Hier is de portier van de Oceaan.

En wat gaan die doen vandaag?

Die komen samen en omdat ik dit keer kan bijzien, ga ik eerst een lezing geven over water in Joyce.

En dan gaat Koen Peters een stuk brengen uit zijn nog te verschijnen roman.

En dan gaan we doen wat heel veel Joyce's aan doen op 16 juni.

En dat is een voorlezen uit Ulysses.

Ik dacht, Guinness drinken, nee?

Nee, Joyce had niks met Guinness.

Oh, sorry.

Joyce is een eer, maar hij had niet speciaal iets met Guinness.

We luisteren toch eens heel even naar James Joyce zelf, die een stukje voorleest uit Ulysses.

Het kraakt een beetje, maar het is dan ook een opname uit 1924.

Mr. German, ladies and gentlemen,

break was my admiration in listening to the remark

addressed to the youth of Ireland a moment since by my learned friend.

It seemed to me that I had been sent offed.

It was country far away from this country.

In deze podcast willen we natuurlijk iedereen meenemen naar Ulysses en James Joyce.

Dus ga ik het toch me vragen en vertel het eens eventjes kort waarover gaat Ulysses eigenlijk?

Zucht.

Ik jaar.

Het is een boek over één persoon, Leopold Bloem, een Jood.

Wat heel raar is, want er waren ongelofelijk weinig Jooden in Irland.

En er was een heel kleinige meenschap in Dublin, maar dat maakt hem wel heel erg uitzonderlijk.

En het is een Jood die getrouwd is met een irste vrouw,

die tegelijkertijd ook heel exotisch is omdat ze opgegroeid is als dochter van een militaire in Gibralt daar.

En tegelijkertijd is de titel van het boek Ulysses.

En Ulysses is eigenlijk Ulysses, de Latijnse vorm daarvan.

En het boek als zodanig heeft 18 hoofdstukken en die 18 hoofdstukken hadden oorspronkelijk een titel.

En die titel verwijst naar avonturen van Ulysses.

En het hele verhaal van Ulysses is eigenlijk dat die op zoek gaat naar zijn thuis.

Dat die terug naar huis wil hebben.

Dat hij heeft de oorlog in Troge gewonnen en hij wil gewoon naar huis graag.

En dat wordt hem ongelofelijk moeilijk gemaakt.

Maar het is een lange leden voor mij.

Die komt cyclopen tegen, die komt sirenen tegen.

Dat komt niet voor in St. Joyce.

Die komt allemaal voor.

Er is een hoofdstuk dat de sirenen heet.

Er is een hoofdstuk dat de cyclopeet.

Maar die cyclopeet is dan geen ogen gureus meer.

Maar dat is een eerste nationalist, een heel fanatieke nationalist die een oog verloren heeft.

Dat hij een oog heeft.

En het hele hoofdstuk zit aan vol met verwijzingen naar ogen.

En het feit dat bijvoorbeeld in het Engelse ei, ik, hetzelfde is als ei, oog.

En in het geval van de sirenen, speelt het zich af in een pub.

En de sirenen in dit geval zijn dan de twee dames die de drankjes brengen.

En waarmee geflirt wordt.

En die dan de...

De man in het verdijf stort de oog dwijfelt.

En dus ieder van die hoofdstuk heeft verwijst zo op een of andere manier.

Maar het rare aan het boek is eigenlijk dat de held Leopold Bloem geen Griek is, maar een Jood.

En dat die held teruggaat, eigenlijk zijn teruggang uitstelt naar huis.

Omdat hij weet dat zijn vrouw ontrouw is die na middag.

Terwijl de vrouw van...

Terwijl de audisseurs is juist het omgekeerde, die vrouw, die PNLP uit de Griekse oudheid,

die zorgt er dus voor dat ze de vrijheids van zich afhoudt.

En zij is een beetje het symbool geworden voor de trouw echt.

Hier is het juist het omgekeerde.

En dat doet Joyce met heel veel van die verhalen.

Hij maakt een contrast tussen de mythologische oorsprong, zonder dat ooit te zeggen.

Hij creëert een contrast tussen de mythologische oorsprong en dan het dagdagelijkse leven in een stad.

Waardoor dat het niet alleen het verhaal is van die ene persoon, Leopold Bloem,

maar het is het verhaal van alle inwoners van Dublin.

En Joyce, hij op een bepaald moment alleen, als ooit Dublin van de aardbonden verwijnt,

kunnen ze terug opbouwen op basis van mijn boek.

Dankzij alle details die ik werk.

En waar zit het genot in om dat boek te lezen?

Is dat omdat je de audisseurs kent of...

Om eerlijk te zijn, ik had wel dat tegenstudeerd, maar geen Grieks.

En voor mij was ook dat verhaal van de audisseurs.

Toen ik het boek voor de eerste keer las, dat was iets dat ik kende uit print te boeken.

En een hele grote lijn.

Joyce zelf, als zij het boek aanraden, als mensen vroegen hoe kunnen we dit doen,

als ze jouw vraag stellen, met andere woorden.

Zijzelf lees gewoon een kinderversie van de audisseurs en weet je al meer dan genoeg.

En het zijn echt zo'n mijlpaaltjes.

Maar eigenlijk heb je die voor de rest van het boek niet nodig.

Er zit zoveel in het boek dat je dat niet nodig hebt.

U zuchtte net toen ik vroeg waarover gaat het boek,

is het omdat het boek gewoon meer is dan het verhaal.

Het boek gaat over alles.

En alles zit ook in het boek.

En ik kan dus makkelijk een uur en langer praten over water in Ulicies.

Ik had ook over land in Ulicies kunnen praten,

of over god in Ulicies, of over transubstanciatie.

Een belangrijk ondergrond.

Je kan eigenlijk Joyce met alles verbinden.

En dat merk je op Joyce-congressen.

Wij noemen dat de Joyce and papers, dat zijn papers die gaan over Joyce.

En dan iets uiterst van de and.

En Joyce and, dat is ook in het betreft van Joyce and.

Ik renoem een congress dat ik mee organiseerde in 2002.

Dat was dus een jaar na 9.11.

En wij hadden om te lachen gezegd,

er zullen papers zijn over Joyce in 9.11.

En we hebben een heel panel moeten maken voor die papers over Joyce in 9.11.

Het boek is ook gewoon genieten van de stijlen,

van de woordkunsten, naar James Joyce.

En dat maakt Joyce eigenlijk zo belangrijk,

dat hij een experimentator is geweest.

En dat hij met dat ene boek veel meer nieuwe technieken heeft ontwikkeld

dan welk ander schrijver ook.

Die is gepubliceerd in het wonderjaar van het modernisme,

van de nieuwe literatuur in 1922,

als er in de poëzie ook allerlei dingen gebeurde met T.S. Eliot,

die toen de Westland gegeven.

Dus er was heel wat concurrentie.

Maar Joyce heeft niet alleen die mythologische inval gevonden

van een oud verhaal vertellen in een nieuwe vorm en in een moderne omgeving,

maar heeft ook de innerlijke monoloog uitgevonden.

Hij heeft voor ieder hoofdstuk een eigen stijl bedacht.

Zijn hoofdstukken, die geschreven zijn in de vorm van een toneelstuk,

die ook genoteerd staan als een toneelstuk.

Dus als een personage iets zegt, dan staat er daarna van het personage.

En dan wordt hij juist tegen.

Dertussenin staan regiaanwijzingen.

Het laatste, beroemdste hoofdstuk is dan het hoofdstuk,

waarin geen leesteken staan en waar hij rechtstreeks in het hoofd zit,

van mevrouwbloem, mollibloem,

die dan in één gedachte stroom alles herlaat uitkocht.

Alles erin aan hoofdstuk, dat is flink wat.

Dus in die zin is Joyce ongelofelijk pleinig voor de rest van de literatuur geweest.

Op een manier eigenlijk, die paradoxaal is,

omdat niemand nog weet dat Joyce dat heeft uitgevonden.

Nu is dat een deel van de populaire cultuur geworden.

Er is geen romanschrijver die ervoor terugduimst

om inlijke monoloog te gebruiken of om naar...

Om de interpuncie te laten vallen.

...en zovoort. Iedereen doet dat niet.

Niet iedereen, maar heel veel schrijvers doen dat nu,

zonder nog te weten waar het eigenlijk vandaan komt.

We gaan eens even luisteren.

Naar het einde van het boek, collega Lise Bonduel,

was ze goed om even de rol van mollibloem op zich te nemen.

En je brelt daar als meisje waar ik een bloem van de berg was,

ja, toen ik die roos in mijn haar deed, zoals de Andalusische meisjes altijd deden,

of draag ik een rode, ja, en hoe hij me onder de morse muur zoende.

En ik dacht nou, hem of een ander, wat maakt het uit?

En toen vroeg hem mijn ogen het nog een keer te vragen.

En toen vroeg hij me, zou ik ja zeggen, ja, mijn bergbloem.

En eerst zoeg ik mijn armen om hem heen en ja,

en trok hem naar me toe zodat hij mijn borsten kon voelen

en al geur en zijn hart ging de keer als een gek.

En ja, zij, ja, dat wil ik. Ja.

Wat houdt u nu net, geelk?

Dit is het allerlaatste stuk, dit is het einde van het boek.

En zoals ik zei, het boek gaat eigenlijk vooral over Leopold Bloem

en het feit dat hij niet naar huis wil gaan, dat wordt nooit uitdrukkelijk gezegd,

maar het duurt in de hele dag, begint hij het uit te stellen,

vindt hij dingen uit om andere dingen om te doen dan om naar huis te gaan.

En in het hele boek komen ook verdurende kleine verwijzingen naar mollibloem.

Ze is een schoonheid, er wordt gesugereerd dat Bloem niet helemaal de man voor haar is

en dat ze wel eens ontrouw zou kunnen zijn.

Bloem zelf twijfelt aan haar trouw.

En helemaal op het einde krijg je dan haar versie van het verhaal.

En dat is niet alleen haar versie van het verhaal over haar richt,

maar eigenlijk over al die andere mannen waarover er geruchten zijn.

En dan krijg je eigenlijk dan besefje, ze heeft inderdaad een relatie met haar manager,

die we ook een paar keer in het boek tegenkomen.

Ze heeft inderdaad seks gehad die dag en ze heeft er veel plezier aan beleefd.

Ze zegt op een moment dat haar minder eerst zegt ze dat hij drie of vier keer is klaar gekomen.

Een beetje later zegt ze dat hij zeker vier of vijf keer in de op het einde is

en dan vijf of zes keer klaar gekomen.

Dus het wordt zes keer gekomen.

Dat is een mooie dag Bloem, zeker voor haar een mooie dag.

En een heel andere dag dan voor de andere personen.

Maar het is vooral ook een vrouwelijke kijk op een stad en op een boek dat eigenlijk heel erg mannelijk is.

Er zijn heel weinig vrouwen in het boek en het is een heel erg mannelijk geladen boek.

En het is zo'n goed, ik ben zelf geen vrouw, dus ik kan niet uit ervaring spreken,

maar vrouwelijke Joyce Yane zegt dat dit een boek is door een man die de vrouwelijke ervaring heel goed weergeeft.

Zij gaat plassen op een bepaald moment, ontdenkt dat ze menstrueert.

En achteraf gezien, dit is de eerste literaire menstruatie in de geschiedenis van de mensenheid.

Ik ben wel het overtuigen van het belang van het boek.

Het klinkt niet als je dat mag zeggen als een romantie in instand, succes is en met de duizenden over de toonbank gaat.

Nee, enkele voorpublicaties was het boek verboden geworden.

Dat is een goeie pjaar natuurlijk.

Dat is een heel ongelooflijk goeie pjaar.

Dus om duidelijk te maken, het boek werd eerst voorgepubliceerd in een soort vuittons.

Ja, voor hoogstuk.

Dat was in heel modernistische tijdschriften, zowel in Engeland als in Amerika.

En voor Joyce was dat ook een soort manier om zichzelf een deadline te kunnen geven om te blijven werken.

Alle begrip.

We kennen dat.

En die werden dan op een bepaald moment door, dat heette toen, vigilance committees.

Dat waren groepen mensen die probeerden om alle moderne verwijzingen naar seks, zoveel mogelijk te bestrijden.

Dat waren zij nog niet klaar voor.

Dat waren ze toen nog niet klaar voor.

En Joyce schreef woorden neer die toen niet konden, beschreef dingen die toen niet konden.

Bijvoorbeeld in het vierde hoofdstuk gaat de hoofdpersoon Leopold Bloem net een ontbijt gegeten.

En hij gaat naar buiten, naar het toilet, om daar te doen wat de meeste mensen zochten en zoen.

En dat wordt vrij expliciet, maar niet heel expliciet te geven.

Dat wordt beschreven, maar dat werd dan wel gesensueerd.

Maar er is dan één hoofdstuk, één van de latere hoofdstukken, waar Leopold Bloem op het strand zit.

En eigenlijk een soort heel merkwaardige relatie heeft met een meisje die ook op het strand zit en zij laat onder haar rokken kijken.

En hij zit te masturberen, dat wordt niet uitdrukkelijk gezegd, maar voor de goede verstanders die ze willen.

En dat wordt dan tegenhouden.

Daardoor kan het boek niet verschijnen, kan het niet gedrukt worden in Engeland en in Amerika.

En dan is er een vriendelijke mevrouw in Parijs die een boekhandel heeft, die Shakespeare & Company heet.

En richt dan zal ik een uitgeverijtje maken, we laten het drukken in Frankrijk.

Wat dan voor eigen problemen zorgt, want je moet je voorstellen, dit is een boek dat heel moeilijk wordt in het Engelsbevaat.

Dat dan gedrukt wordt door zetters die, als ze al Engels kennen, dan zijn Engels willen verbeteren.

Dus dat was een ongelofelijk moeilijk en lange proces, maar het is dan uiteindelijk uitgegeven.

En op het ogen dat het uitgegeven wordt, werd het al direct recenseerd door een aantal modernistische schrijvers,

zowel in Engeland als in Amerika, en die maken er dan een schandaalboek van door het,

ofwel in de grond te boren en te zeggen dat het schandalig is dat het mag uitgegeven worden.

Er is een irste schrijver die zegt, ja, de man moet in de ban geslagen worden van de kerk en moet excommuniceerd worden.

In Ierland is dat dan een strenge straf.

Dat is een heel strenge straf.

En The Joys neemt citaten uit die negatieve recensies over, laat die op een voldertje zitten en laat dat voldertje dan verspreiden,

omdat hij weet dat dat juist een succes is.

Dus dat was ook een markedier.

Hij was een ongelofelijke markedier, een heel slim man.

En op dat ogenblik wordt het dan zo'n succes dat mensen speciaal naar Parijs op vakantie gaan om daar staan te kopen.

Er is een andere wikkel om te doen, soms als die van een bipel, om het dan toch te kunnen buiten sluiten.

En niet alleen Ierland, maar Engeland, in Amerika.

Maar het heeft dan wel, dacht ik, een tijdje geduurd voor James Joyce, hoe zal ik het zeggen, dat hij begroomt uit zo'n West-Dianuis of die erkenning kreeg?

De erkenning komt vrij laat, maar hij is een writer's writer, een schrijver voor schrijver.

En hij krijgt die erkenning wel van andere schrijvers.

En je hebt een hele generatie jongere schrijvers, Hemingway, Scott Fitzgerald enzovoorts, die hem vereren als Jezus Christus, de Einstein van de literatuur.

En het hoort zo erg dat er dan ook jongen schrijvers zijn die naar Parijs gaan en naar dat boekenwinkeltje gaan in de hoop om daar de meester zelf te zien.

Dat is zo'n verhaal van een jonge man die hem op straat herkent, naar hem toe loopt, zijn hand pakt en zegt, laat mij de hand kussen, die Jolissius geschreven heeft.

En Joyce zegt dan, ik zou het niet doen, want die hand heeft ook heel wat andere dingen gedaan.

Als je nu in dubbeling komt, dan bij wijze van spreken struiken die over de verwijzingen naar Joyce, maar dat is een redelijker cent nog.

Ja, en ik heb zelf eigenlijk dat proces meegemaakt. Ik ben na mijn studies in Antwerpen, ben ik een master gaan doen in University College Dublin, de universiteit van Joyce zelf.

En hoewel er Joyce al wel gedosseerd werd, kon ik de thesis die ik wilde maken, kon ik niet maken omdat er niemand was om die te begeleiden.

En dat is ongelofelijk beginnen veranderen, onmiddellijk nadat ik uit Irland was, ik weet niet hoe het er in de weg stond.

In ieder geval, op dat ogenblik is er ook een sociologische wending gekomen. Irland was al deel van Europa, maar heeft toen ineens beseft dat als we dan deel van Europa worden,

laten we dan ook zo liberaal worden als de rest van Europa.

Want dat is een heel katholiek land.

Ja, en ze hebben eigenlijk in heel korte tijd, is dat omgedraaid, onder andere ook door het schandaal van kindermisdraak,

de weisbraak en alle andere katholiek schandalen die er op dat ogenblik waren.

En die toen konden naar boven komen.

En die toen konden naar boven komen, en op dat ogenblik is eigenlijk, ja, het is niet dat dat door Joyce was, maar Joyce is eigenlijk op die golf meegelen.

En tegelijkertijd ook, Irland heeft geen exportproducten, behalve Carrie, Butter en Guinness, en toen hebben ze ineens beseft dat ze als toeristisch land niet alleen mooie wijen hadden waar die koeien dan op staan,

die voor die boter zorgen, maar dat ze ook een stad hebben, met name Dublin, die vier winnaars van de Nobelprijs, die hebben een connectie met Dublin.

En toen is men eigenlijk een soort literaire citytrip-industrie begonnen, waardoor men nu, zoals je zei, je strijkelt nu over verwijzingen naar Joyce.

Je kan niet, er is zo'n grapje in je lust is van iemand die zegt dat zou een mooie puzzel zijn om te proberen Dublin te doorkruisen zonder een pub tegen te komen.

Nu zou je hetzelfde kunnen doen met verwijzingen naar Joyce.

Dat zondag James Joyce tegen te komen.

Ik blijf schrik hebben van het boek, als ik eerlijk ben, de Guardian heeft sowieso een grondvraag gedaan voor wat het waard is en stond op nummer drie van de boeken die het meest gelezen zijn, maar nooit tot op het einde geraakt zijn.

Ja, inderdaad. Dat is, ja, ik doe onder twee jaar, doe ik een leesgroepje met geïnteresseerde mensen in de handwerpen in de groene wapen.

De waterman, de boekhandel daar.

En ja, we hebben elk jaar zo een twaalf tal mensen die er eens willen doorgaan en het is inderdaad een kwestie van doorbijte.

Er zijn hoofdstukken die echt moeilijk zijn, waar ik probeer op voorhand al te zeggen van, let hier op en let daarop.

Het is niet gemakkelijk, maar Mount Everest in Dublin is ook niet gemakkelijk en Marathon lopen is ook niet gemakkelijk, maar het is heel leuk.

Ik zou bijna zeggen, ik ben een mountainbiker en ik vind mountainbiker leuk.

De leukste is eigenlijk om gemountainbiked te hebben als het al wat gedaan is.

Maar in dit geval ja, is het het soort van plezier dat je, ik kan dat boek nog altijd open slaan en dingen vinden die ik daar gewoon niet in.

En Joyce zelf vond het altijd jammer omdat men het altijd over de innerlijke monoloog had en had het over de mythologische methode en had het over alle andere technische vernieuwingen.

En het boek is gewoon grappig.

Om toch nog even stil te staan bij die band van Joyce met ons land.

Want Joyce heeft dus wel een band met ons stem en eigenlijk een band met ons land.

Ja, er zijn eigenlijk een aantal banden in Portrait of the Artist, dat eerste autobiografische boek van hem.

Wordt er gezegd dat de Dedles familie, de familie waar de schrijverfiguur toe behoort, dat hij eigenlijk afkomstig is uit België.

Omdat ze verwant zou zijn met Boudewijn van Jerusalem, de koning van Jerusalem.

Dat is dikke nonsense.

Want ik was al aan het denken Boudewijn, dat is toch van later, maar Boudewijn van Jerusalem.

Ja, het is de oude Boudewijn.

De echte relatie is eigenlijk dat hij in 1926 een beetje toevallig in Oostende terechtkomt.

Niet een beetje toevallig.

Oostende was een ongelooflijk populaire badplaats in die tijd.

Je had ook Einstein en zo die daar gezeten hebben.

Ja, die zijn ook aan onze kust terecht.

En Joyce deed dat vaak.

Hij is ook in Normandie, in Bretagne enzovoorts op vakantie geweest.

Hij doet dat in 1926, als je listjes al vier jaar uit is.

En als hij door dat schandaal een beroemd persoon geworden is.

En hij wordt ook vaak herkend.

Soms moet hij zelfs niet betalen, omdat hij zo'n beroemd persoon is.

Hij gaat eerst naar Oostende, blijft daar een maand ongeveer.

En gaat dan terug naar Parijs, maar via een dag of twee in Gent een paar dagen in hand werken.

En dan iets langer in Brussel, waar hij ook museum van Waterlopen zoekt.

Wat dan een belangrijke rol zal krijgen in het laatste boek dat hij gepubliceerd heeft,

Finnegan Swake.

Maar in Oostende, en ik weet niet of het daarom is,

maar hij maakt gebruik van zijn verblijf in Oostende.

Om wat hij zelf noemt, 64 lessen vlaams te leren.

Omdat hij, op dat moment kan het schrijven, is aan Finnegan Swake.

En Finnegan Swake is een boek in het Engels.

Het boek is eigenlijk in het Engels geschreven,

maar hij probeert daar zoveel mogelijk andere talen bij te betrekken.

En om één of andere reden wou je er ineens ook Nederlands en Vlaams.

We hebben in Antwerpen die notatieboekjes die hij bijhield uitgegeven.

En in twee van die notatieboekjes staan lijstjes met vertalingen van het Frans,

zinnetjes, woorden van het Frans naar het Nederlands.

Maar ik heb eigenlijk ontdekt dat het geen Nederlands is,

maar Vlaams en dat die uit die periode moeten testen.

En dat staat er echt Vlaams dan in Finnegan Swake?

Het is niet alleen, het is een combinatie van Vlaams en Nederlands,

omdat hij het jaar daarna is, hij in Nederland op vakantie geweest.

Bijvoorbeeld een van de woorden die hij aandijds zijn,

wat die neen in het Frans en dan schavertijnen.

En dat is inderdaad West-Vlaams voor schatsel.

De kinderen als Antwerpen.

Maar hij heeft voor Antwerpen ook een speciale naam.

Ja, hij noemde dat Grandwerp, omdat nat is mug in het Engels.

En hij is lastig gevallen door muggen.

Die er trouwens nog altijd zijn.

Dat kan ik van meespreken.

Dan gaan we afgrondigeert we vier, dus de hondel en eerste verjaardag.

Het is een blijveltje.

Maar gaan we hierover 99 jaar terug zitten om 200 jaar te vieren?

Ten eerste zullen we het niet zijn.

Ten tweede, door de klimaatopwarming weet ik niet

of de zesde verdieping van dit gebouw nog boven water zal staan.

Maar dat het boek nog zal bestaan, zolang er mensen zullen lezen,

dat is ook iets waar ik mijn geld niet voor op zou zetten,

dat we dat nog gaan lezen binnen 100 jaar.

Maar als de Odyssey 2008 honderd jaar oud is,

dan denk ik dat zeker twee jaar voor Joyce dan genoeg zou zijn.

Oké, hartelijk dank om ons warm te maken voor een grappig,

soms een beetje moeilijk boek.

Dank u wel.

En tot over 99 jaar.

TV GELDERLAND 2020

Machine-generated transcript that may contain inaccuracies.

Het is vandaag 16 juni. Niet zo’n bijzondere datum tenzij u een fan bent van James Joyce natuurlijk. Want dan is het voor u vandaag Bloomsday, een hoogdag. Wat is dat toch met die verheerlijking van James Joyce en zijn werk Ulysses? Meer nog: zou ik er mij durven aan wagen?

See omnystudio.com/listener for privacy information.