DS Vandaag: Bonus: Bits&Atomen. Dino's brulden niet, het leek meer op fluisteren

De Standaard De Standaard 3/11/23 - Episode Page - 29m - PDF Transcript

Als je je in beeld wat voor geluid een dinosaurus maakte,

dan denk je waarschijnlijk iets als rawr.

Maar dat is helemaal verkeerd.

Verder hebben we het over de resultaten van de digimeter,

over de vissengriep en over oplichters die aan de slag gaan

met generatieve AI.

Het is vrijdag 10 maart. Ik ben Alexander Lippenveld

en van de standaard is dit bits en atomen.

Pieter van Doren weet schapsjournalist

en dan ben ik mijn technologiejournalist.

Pieter, als mijn zoon van 2,5 een dino nadoot,

dat doet hij rawr.

Maar dat is helemaal fout.

Dat is totaal fout. Dat was een leeuw.

Ja.

Ik zal het terug zeggen.

Nu alle geluidsmensen van filmstier gaan natuurlijk achter leeuwen aan

en achter tijgers en achter peren, achter grommende honden

en noeiende stieren en dan mengen ze allemaal tot elkaar

en dan krijg je dus de archetypice T-Rex.

Maar dat is wat in de film gebeurt

en film is niet al de dever realistisch.

Probleem is, ons stemorgan is vlees.

Er zijn wat flappen vlees een beetje gespiert

waarmee we onze uitgeademde lucht laten passeren

en die trillen hebben we kunnen dat trillen wat bijsturen.

Zo'n ding, dat fossiliseert natuurlijk niet.

Wat we over hebben zijn botten.

Dus we weten begot niet of dino's spraken

en hoe ze spraken.

En nu is voor de eerste keer een klein beetje bot gevonden

van een trotten hoofd of van een dino.

Oké, ja.

Dus daar zit toch wel een beetje een benige structuur nog in

waar we dan weer huid flappen en spieren en zo verder aan aanrichten.

Dus we hebben nu een idee.

En de dino in kwestie is een pinacosaurus

en dat is weer een onderdeel van de grote groep van de anklossaurusen.

Dat zijn die lagebrey-ukraïne-tanks met nog een staart met de knolzen erachteraan.

Ja, inderdaad, ja.

En wat blijkt, ze hebben een trotten hoofd.

Het is groot, dus ja, het beest is ook groot.

Nu, in dit geval het was een jonkie, het was maar vijf meter.

Maar behoorlijk eerlijk had...

En wat is dan de grote?

Een luchtpijp die toch wat groter is dan onze luchtpijp.

Ja, in die manier.

Een grote luchtpijp, ja, een grote longen, uiteraard.

En daar zit ook een soort ovaalvormig bot bij.

Dat doet, denk je, dat het dier inderdaad in staat moet geweest zijn

om daarmee de klanken van de voorbijkommende lucht een beetje bij te sturen

en inderdaad van gewoon schuizen in de lucht toch een of andere klanken te maken.

Maar als je dat allemaal optelt, dan kom je toch niet bij een broelende reel terecht,

maar dan zit je eerder bij een krokodil, een krokodil aan het maken, nou, onderslouwaai.

Ja, ja, oké.

Een krokodil en een of andere grote loofvogel.

Van brullen moet zeker eens spraken geweest zijn.

Het is eerder een luchtstoot die een beetje, waar een beetje klank aan toe gevoegd is.

Ja.

Nu, het is het enige beest waarvan we weten dat het dus een strotte hoofd had,

of we vooral nog terug gevonden hebben.

Er is nog een tweede dino, dus de Parasoro Lofus.

Zo'n ding met een hele lang gerekte kam die vanuit zijn kop naar achter gaat.

Een soort ding met een trombone op zijn kop.

En inderdaad dat ding.

Poa, poa, poa.

Diende astrombone. Je ziet daar de luchtpijpen nog in.

En als je dat nabouwt in plastic of zo, je gaat er in blazen,

dan krijg je er dan een soort trombonegeluid.

En wat we ook weten, de Theropodon, de grote groep waar T-Rex ook bij behoort,

de tweepotige, zeg maar, daar hebben we wel het binnen oor,

van terug gevonden, en de gehoorbeentjes. Wij hebben in ons binnen oor drie beentjes.

Slakke stijgbeugel, aanbeeld en hamer.

Haar hamer, ja.

Nu, die dino's hadden enkel de stijgbeugel.

Wat betekende, dat ze eigenlijk alleen heel laag geluid konden horen,

geluid dat wij één vraag geluid zouden noemen, geluid dat wij die eens horen.

Dus echt hele, hele, hele lage frequenties.

Zo net onder jouw stem.

En dan heel heerlijk onder mijn stem. En voor ons zou het een beetje klinken

als een beetje gefluisterd.

Allereerst zouden wij niet eens horen.

Dus waarschijnlijk T-Rex moet eenmaand dreigend,

maar toch wel alleen maar gefluisterd hebben.

Ja, ja, oké, oké, goed. Interessant.

Pina consorus.

Pina consorus.

Pina consorus.

Pina consorus.

Daar gaan we naar de digimeter.

Dominique, elk jaar wordt er een groot onderzoek gevoerd

naar het digitale mediagebruik.

Zo heet dat dan zeker van de Vlaming, de digimeter.

En die is ook nu weer uit wat leren we daaruit.

Het was een heel interessante edition om naar uit te kijken.

Na die hele corona-periode, dus dankzij die digimeter weten we

hoeveel meer we op die technologie zijn gaan vertrouwen in die periode.

Maar dus eigenlijk, ja, sowieso, het aantal minuten dat we

bijvoorbeeld aan onze smartphone spenderen, is in die periode enorm gestegen.

En dan is de vraag natuurlijk wat gebeurt erachter af.

Het afgelopen najaar was eigenlijk al volledig terug de oude wereld.

En dan vraag je vanaf, zijn we dan helemaal teruggekeerd naar onze oude gewoontes.

En het aantal is natuurlijk nee, nee, het wordt nooit meer zoals vroeger.

En tegelijkertijd weten we gewoon dat er bij jongeren heel veel gebeurt

op gebied van sociale media, dat verandert wel tijdens.

En welke dingen zijn dan veranderd, welke niet.

Het was heel interessant om dat te kijken. Wat is er aan het gebeuren?

Maar dus de interessante vaststelling, dus die smartphone is

nog belangrijker geworden, want daar is een reden voor.

Dus de voorbijepariaar zaten we meer thuis en ze hebben

gek genoeg terug meer als een computer gaan gebruiken.

Bijvoorbeeld voor shoppen, we deden heel veel online shoppen in die periode,

omdat toen je toch liever op die computer rijdt.

Je zit thuis en je wil die dingen thuis laten bestellen.

Daar staat die computer nu heen, man.

Natuurlijk, ja, een beeld is groter en je ziet alles wat beter.

En nu gaan we alles zoals bankieren en zo, meer op de smartphone gaan doen,

is vastgesteld. Dat is voor een stukje, omdat we nu terug meer op de baan zijn.

Maar ook een deel van de analyse van professor Lieve de Marey,

die dat onderzoek al jaren doet, is ook van, ja, die apps zijn ondertussen

ook veel beter geworden en die staan op onze smartphone.

En dus... Als ik naar mezelf kijk, ik ga eigenlijk nooit nog

naar de online versie van mijn bank en als ik denk, of de computerversie.

En als ik denk, het kan niet op mijn smartphone, dan denk ik,

ja, nu moet ik verdorie naar mijn computer.

Ja, wat is het zo?

Wat is het zo dat de online versie, de webversie, verouderd is in tussend?

Je kan er soms nog iets meer mee, maar het is zo ongebruiksvriendelijk

dat we er niet meer naar terug willen en die appversie is wat we eigenlijk vandaag verwachten.

Dus dat is echt dat gebeuren. En wat krijg je daardoor? Ja, gek genoeg.

We zijn dus onze smartphone minder vaak aan het boven halen

dan in volle coronatijd.

Maar in totaal gebruiken we hem ongeveer evenveel minuten,

namelijk 180 minuten, dat zijn een paar minuutjes afgegaan tegenvoor het jaar.

Het is gigantisch, veel. Ja, er is meer dan drie uur.

Het blijft meer dan drie uur.

Maar dus nog altijd, zoals pre-corona's,

hebben we nu teruggevallen naar we halen om een 70-tal keren per dag boven.

Terug maar minder vaak, maar langer.

En dat langere heeft er daarmee te maken.

En je kunt bij zichzelf nadenken, want is dat bij mij ook zo?

We pakken die vast, we kijken eerst naar onze WhatsAppjes

of welk bericht een app je uitvaakst gebruikt.

We komen dan terecht in de Instagram en de Facebooks.

En dan, dat treintje van verschillende apps die je dan toch nog even checkt

als je je smartphone was, is langer geworden.

Er zijn nieuwe dingen bijgekomen, nieuwe apps bijgekomen op een smartphone.

En dus blijven we langer hangen.

Pre-corona pakten we onze smartphone en dat was voor twee minuten.

Nu is dat voor twee minuten en een half.

Superinteressant om dat soort te vernijmen.

En interessant om jezelf ook te controleren van, is dat bij mij aan het gebeuren.

Klinkt logisch in dat.

En moet je je daar dan zorgen over maken?

En wat blijkt, toenemend, veel mensen maken zich er zorgen over.

Want die vragen stellen ze ook.

Veel mensen hebben effectief begrepen van het is in die corona-periode

niet de goede kant opgegaan met onze omgang met die technologie.

En we zijn er niet in geslaagd dat terug te schroeven.

Stellen heel veel mensen bij zichzelf vast.

Het is niet zo dat de mensen massaal die smartphone afsweren,

kapotgooien, verkopen.

Maar wel zo dat men daar een minder positief gevoel bij heeft.

En het interessantste van al is dat je dat vooral uitgesproken kunt merken

bij de jongste groep.

In deze studie zijn dat de jongeren 18 tot 24.

Net in die groep zie je dat er...

Ja, een groeiend ongemak is met die technologie.

Een groeiend aantal jongeren dat ook zegt van...

Ik snap al die begrippen niet zo.

Ik snap al die technische woorden niet zo.

En ik maak me ook zorgen over me gebruik ervan.

Toenemend aan te mensen die het gevoel hebben dat ze verslaafd zijn

aan die technologie.

En ja, het is dus niet zo dat de jongeren dat nu meer aan het gebruiken

zijn dan vorig jaar, maar meer dan vorig jaar...

...zien ze daar het probleem van in.

Dat vind ik heel opvallend.

Ik heb dat zelf ook, moet ik eerlijk zeggen.

Ik heb vorige week zelfs nog echt verhaal opgezocht

of er geen dumbphones zijn, niet smartphones,

waar je gewoon WhatsApp en Spotify op hebt.

Dat is ze niet echt.

Dat is wat ik had in de markt, denk ik.

Maar zie we dat bijvoorbeeld, dat meer mensen dat...

Wel, we zien in ieder geval dat meten ze bij de digimeter al een tijdje,

dat je meer mensen ziet die strategieën, allerlei strategieën,

invoeren om hun gebruik aan banden te leggen, zoals daar zijn.

Laat hem liggen tijdens het eten en dat soort dingen,

of niet in een bepaalde plek, die toch maar een plaats tijdstip.

Dat zien we wel meer.

Die digimeter kijkt ook naar wat zijn we allemaal met die telefoon aan toe.

Ik was ook heel geïnteresseerd om te zien,

dat is dat misschien omdat het dat mijn vakgebied is, een beetje,

maar dan wil ik kijken van welke apps zij ze nu allemaal aan het gebruiken,

die jongeren, en schuif dat gedragen dan op.

Het voorbije jaren was het fenomeen TikTok.

Dan is de vraag van, zit iedereen nu aan de TikTok in tussend?

En wat blijkt? Ja en nee, dat blijft dus groeien.

Alle jonge tienders zitten, en zelfs jonger dan tienders,

zitten op TikTok, oftebias een enorm percentage.

Dat percentage is op dit moment niet aan het groeien.

Het gaat vooral niet meer buiten die groep.

Dus er is een kleine stijging bij de wat ouderen.

Het is niet zo dat dat eerste jongerenmarkt heeft veroverd

en dan de rest van de wereld.

Op de totale Vlaamse bevolking is maar 16% TikTok gebruik

en het is hetzelfde gebleven.

Dus het TikTok gebruik is eigenlijk aan het stag neer.

Exact hetzelfde, wat we ook met Snapchat hebben gezien,

Snapchat dat ook zo'n typische jonger app is,

die trouwens een beetje achteruit gaat dit jaar.

Ook Twitter gaat trouwens bij de jongeren achteruit,

trouwens bij iedereen achteruit.

En dat heeft dan te maken met alle problemen bij dat bedrijf.

Laat het toch op voor je toe heel onbelijk.

Maar dus ja, TikTok aan de ene kant is dat groeit niet meer verder behalve,

dat je iets meer ouderen mensen ziet,

die het ook eens een keertje uit proberen.

Maar wat je wel ziet, is dat de hoeveelheid tijd

die de Vlaamse gebruikers van TikTok,

en dat zijn dan vooral de jongeren, tienders, jongertwintigers,

de hoeveelheid die ze daardoor brengen, is force gestegen.

Met wel tien minuten per dag naar nu,

twee en tachtig minuten per dag TikTok.

Dat is de gebruikers van TikTok, dat is ontzettend veel.

Ja, zowat dubbel zoveel,

als tijd die mensen besteden aan traditionele sociale media.

Wat ergens, dat zeggen ze, de onderzoekers van de digimeter erbij,

en ik ben er daar eigenlijk een grosse mode mee eens,

zegt van, ja, eigenlijk mogen we TikTok niet vergelijken

met iets als Facebook of Instagram of Snapchat.

Het is eigenlijk meer iets als YouTube.

Je zit daar naar video te kijken.

Je bent niet aan interactie ageren met je vrienden.

Het heeft eigenlijk met je vrienden,

met je sociale netwerk, heel weinig te maken.

Het is eigenlijk gewoon video, die niet gemaakt is.

Samen de video.

En je kan wel mensen volgen op TikTok,

maar eigenlijk mag dat niet zo heel veel verschil.

En typisch kijk je gewoon dezelfde video's

als iemand anders die een gelijkaardige interesse heeft.

Dus ja, TikTok, merkwaardig fenomeen.

En dus meer en meer eerder, ja, een televisiesender,

een concurrent voor kijken naar video, kijken naar Netflix.

Dat soort dingen, wat een merkwaardig evolutie is.

En het andere fenomeentje van dit jaar, wat ik interessant op te zien,

is dat, ja, de app van 2022 was Be Real.

Dat was dat appje waarbij je dat één keer per dag zegt,

kijk, hier ben ik nu echt mee bezig, binnen de twee minuten

moet je dan een foto doorsturen.

Dat is bij heel veel jongeren populair,

maar het blijft op de totale Vlaamse bevolking iets van een vier procent.

Dat is wel opvallend, want dat is het ongekeerde van TikTok,

die Be Real.

Helemaal omgekeerde,

het is iets dat zo weinig mogelijk van je tijd probeert te nemen

en dat helemaal gericht is effectief op je vrienden,

op je kennisekring.

Je gaat geen celebrities volgen op Be Real of dat is niet echt de probleem.

Ja, als je je ongeluk voelt, kan je me indenken

dat dit ook een uitweg is of dat ik zal dat eens proberen.

Ja, dat is het fenomeen eigenlijk dat begin vorig jaar begon,

dus dat is nu een jaar geleden.

En de hele thee van Be Real was inderdaad van,

we moeten weg van het hele Instagram-achtige kunstmatige

en enorm tijd erovende en we gaan één keer per dag

een foto maken van wat we echt aan het doen zijn

en dat talen we met onze echte vrienden.

Tot slot luistert de Vlaaming ook meer naar podcast.

Doe meen ik...

Ap, zo, loot.

Voilà.

Dat wilden we eigenlijk inderdaad ook weten.

Hoe is dat over die podcast?

Ja, ik ben uiterst verrast, dus sowieso in die corona-perode

hebben heel veel mensen podcasts ontdekt.

Waarop ik dan zeg, beter laat dat nooit, zeg ik dan,

want ik begon mijn eerste podcast te beluisteren

in de 2005, 2006.

Ja, dat is, als ik iedereen er aan mag herinneren,

het is een medium dat ondertussen bijna 20 jaar oud is.

Maar voor de meeste mensen is het toch super nieuw

en je had er voor corona nooit van gehoord.

Maar dus het opvallende is dat toch meer dan in vijfde,

bijna een kwart van de mensen, 22% van de Vlaamingen,

luistert minstens maandelijks naar een podcast.

En dat hoeft niet altijd beter dat om het te zijn,

maar extra opvallen.

Een enorme sprong in podcastgebruik

bij die 18 tot 24-jarige.

Dus naast TikTok maken die ook opvallend veel tijd voor podcast.

En daar is het nu bijna 40% van die jongeren luisteren

naar podcasts en dat is een gigantische stijging in het afgelopen jaar.

Ons management zal tevreden zijn.

Ja, die zullen we dat graag horen.

En hopelijk hebben we dus ook sommigen van de jongeren,

bits en atomen in hun podcastplejren,

die trouwens meestal gewoon Spotify is.

Blijkt uit de cijfers.

Pieter, begin deze week brachten we een DS-vandaag aflevering

over de vogelgriep, maar er is ook iets als de vissengriep.

Ja, een griep is een beetje een speciaal virus.

Het komt bij heel veel diersoorten voor.

Er is mensengriep, er is vogelgriep, er is varkensgriep,

er is paardengriep, noem het meest, en het krijgt wel griep.

En sommigen van die griepsoorten zijn heel specifiek.

Vogelgriep springt heel zeldend over rechtstreeks

van de vogels naar de mens, maar het gebeurt.

En af en toe sterft er zelfs iemand aan.

Andere soorten grieps zijn breder.

Varkens bijvoorbeeld zijn gevoelig voor mensengriep

en zijn gevoelig voor grieps die uit vogels komen,

uit einden nogal eens.

En varkens zijn een soort mengvat.

Die griepsoorten komen elkaar daar tegen in het varken,

kruisen en dan krijg je een soort vogelgriep

die plots ook heel vlot naar mensen gaat.

Of een mensengriep die heel vlot naar vogels gaat, whatever.

Maar ja, we kijken vanuit ons standpunt.

Dus heel vaak zijn varkens het mengvat

waarin griepsoorten elkaar tegenkomen.

De supervarianten komen er dan uit.

Wat we tot nu toe eigenlijk nooit echt bij stil gestaan hebben,

om ons nooit afgevraagd te hebben,

komt griep ook voor bij vissen.

En dan wordt het eens blijkbaar, ja.

De mensengriep-achtige virusen zijn nu ontdekt bij steuren.

Die van de kaffiaar.

Die van de kaffiaar, inderdaad.

Het was bij steuren in het hoge noorden van Rusland,

dus inderdaad de typische kaffiaarsteuren.

Nu, het is begonnen met Marie Petrone,

een jongen dame die nu in Sydney onderzoek doet.

Die was ooit, ze was vele, begonnen met corona.

Iedereen was met corona bezig een paar jaar geleden.

Hij heeft dat ook teraad ingedaan, was het kotsbui

om met mensenvirussen te werken.

En die heeft gezegd, ik ga iets van alles doen.

Ik ga nu eens beginnen met koralen.

Oh ja, koralen, koralen.

Ik snap het wel, ja.

Dus die is begonnen kijken welke virussen er allemaal voorkwamen

in de polypende beestjes die koralen uitmaken.

En ze vond daar onder andere virussen van

wat men de artikelar virale is, noemt dat een grote groep,

waaronder ook de gripvirussen zitten

en waaronder ook een groep virussen zitten

die vooral bij teken voorkomen.

Gripachtige zei het niet, helemaal grip.

Die zijn al 600 miljoen jaar afgesplitst van de lijn

die naar onze grip gaat.

Ja, oké, dat is al heel lang.

Het is nog altijd grip.

Het is nog altijd iets grip-achtig.

En toen ze dat ontdekt heeft, toen heeft ze gezegd, oké,

nu gaan we eens gaan kijken in alle mogelijke data-bezes

die er ook maar zijn van RNA, want grip is geen DNA-virus,

het is een RNA-virus eigenlijk.

Gewoon al die data bezig kijken of we daar niet ergens

toch grip-achtig constructies vinden.

En inderdaad, toen ze dan keek, toen ontdekten ze dat

er steuren waren met dus een grip-achtig virus erin.

En dan is de vraag, hoe is het eigenlijk uiteindelijk

vanuit zee aan land gegaan?

Hebben wij het ooit gekregen van te veel visijtjes te eten,

omdat er veel caviar of is het op andere manieren

met ons terechtgekomen, dus misschien via die teken gegaan

die ons gebeten hebben.

En dan, hoe is dat, weten we nog steeds niet.

Maar er zijn een paar mensen die ondertussen

bij slijmprikken gekeken hebben, daar is ook een verre variant

van grip bij gevonden.

Slijmprikken?

Slijmprikken zijn een soort heel primitieve vis

met een beetje paling-achtige...

Andere groepen hebben het gevonden in Diepsee-Kreeften.

Men neemt nu aan dat het van de Kreeften naar andere veelpoten gegaan

is met name naar die teken, maar hoe het bij ons terechtgekomen is,

blijft nog steeds een vraag, alleen de vissen hebben het ook.

Ja, en misschien een dombevraag,

maar krijgt een vis dan ook koorts als hij grip heeft?

Ik denk het niet, want vissen zijn koud, bloedig,

nemen de temperaturaan van een omgeving.

Koorts kun je alleen hebben bij beesten zoals wij,

die zelf hun eigen temperatuur kiezen

en dan bij koorts een andere temperatuur hebben.

En dan zijn we naar wat koud water, dit is het vallen.

Als het niet duis gaan, die ook niet hebben de vissen.

Ja, het is...

Hoewel er zijn, maar slijmvissen.

Slijm, ja.

Dominique, we hebben het al vaak over generatieve artificiële intelligentie gehad,

de laatste weken en maanden,

maar er zit ook wel een donkere kant aan waar we toch alert voor moeten zijn.

Ja, het is een technologie waar we alleen maar opgewonden over kunnen zijn,

omdat hij zo veel kan.

Kan opeens zoveel.

Kun je daar ook iets boos aardig mee uitsteken?

Ja, natuurlijk wel.

En dit is nu opgedoken in Canada, nog niet bij ons,

maar het kan niet anders dan bij ons gaan zien.

Maar dit is een vorm van oplichting die al bestond.

Dus er is een vrij klassieke vorm van vrouwen.

Dat wordt wel eens WhatsApp-vrouwen genoemd,

omdat het heel vaak via WhatsApp gebeurt.

Je krijgt dan een berichtje via WhatsApp van je, zogezegde, dochter of zoon,

die zegt van mama of papa.

Ik ben mijn eigenlijke telefoon kwijt, ik zit nu op deze andere telefoon

en ik heb dringend geld nodig, want ik zit in land X.

Soms is dat dan het land waar die zoon of dochter op dat moment echt op vakantie is,

schrijf nu geld over naar die rekening of zoiets.

Ik kan nu de telefoon niet opnemen, want dan komt er een ingewikkelde reden.

Mijn telefoon is kapot, hij is in het water gevallen, dat soort dingen.

Hele typische vrouwen.

Maar in dit kanadese geval hebben dus een aantal mensen,

en ze noemen het twee gevallen, echt telefoon gekregen van familie.

Die ene man kreeg telefoon van zo'n zoon die zegt van ik zit nu in de gevangenis,

ze hebben mij per ongeluk gearresteerd, ik heb nu geld nodig

om op borgtocht vrijgelaten te worden.

En dus die vader gaat dan zo'n 2.000 dollar cash afhalen in de bank.

En dan zijn bankdirecteur zegt, kom eens hier even zitten,

want we hebben net nog zo'n geval gehad.

Die klassieke vrouwde, die valt zo'n zoon of dochter begint ook te bellen

met de echte stem van je zoon of dochter, dat is al gebeurd in het Engels.

Ik kan dat voor het Nederlands ook, ja, misschien iets later.

Dus stemklonen, je pakt een opname van iemand z'n stem

en je maakt dan een namaakstem.

En die namaakstem laat je ofwel spreken door tekst in te tikken,

ofwel ik zeg iets met mijn stem, maar je hoort het bij een andere stem.

Ik denk dat ik vorig jaar hier in het programma probeerde,

ik denk dat ik toen niet gelukt is dat ik praat

en dan hoor je Morgan Freeman.

Dat was zo'n tooltje dat op de markt was gebracht, dat kon vorig jaar al.

En nu gaat dat met elk stem.

Nou, nu gaat dat eigenlijk met elk stem en vooral bijna iedereen kan dat doen.

En daarom terwijl dat er 2 jaar geleden al sprake van was

dat ze in sommige gevallen te om een groot bedrijf op te lichten,

dat ze zeiden, we maken de stem van de CEO van dat groot bedrijf daar,

en we laten die CEO bellen met de juiste secretarissen

en zeggen, er moet nu 100.000 dollar worden overgeschreven

naar deze belangrijke klant, of we zijn die deal kwijt,

dat moet nu gebeuren binnen de minuut, of je bent ontslagen.

Dat doen de oplichters altijd, een sfeer van dringendheid creëren.

Dus dat komt toen al voor een grote oplichtingszaak

en dat kan men nu al doen om gewoon te proberen

of ze jou een paar honderd misschien een duizend al euro kunnen afzetten.

Dus ja, dat is wat die generatieve AI ook kan,

en dat de volgende stap is uiteraard

dat dan die zoon of dochter misschien in WhatsApp in een videogesprek verschijnt,

wat nog overtuigender kan zijn.

Oplichters zijn luie mensen, dus ze doen wat gemakkelijk is, wat snel gaat.

Als maar één op honderd slachtoffers erop in gaat, of één op duizend,

dan moet je het heel snel duizend keer kunnen doen,

maar duizend keer proberen een valse zoon of dochter in video na te maken.

Dat gaan we nog niet meteen zien, maar ook dat is maar een kwartje.

Dat is komende.

De technologie is daar, die technologie is grote deels gratis op het internet beschikbaar.

Je moet hem alleen leren gebruiken.

Nog niet zo simpel, maar het wordt telkens simpeler.

Dus ja, dat is slechts één van de donkere kanten van deze generatieve AI

en technologie waar ik nog altijd superenthousiast over blijf trouwens.

Maar wakzaamheid is zoveel tijd geboden.

Pieter de Ster van de Week is een zestiende of zeventiende eeuwse Nederlandse astrolog,

Christian Huges.

Ja, inderdaad, het is een symbolische Ster deze keer.

Het is echt een Ster, het is een wetenschappelijk Ster Christian Huges,

de zoon van Konstantijn Huges, de bekende dichter.

Hij was in zijn tijd een grote wetenschapper,

hij correspondeerde met Nieuwton en stond eigenlijk op dat soort niveau.

Ja, oké.

Danken aan hem, het slingeruurwerk heeft hij uitgevonden.

De hele wiskunde die achter een slingerbeweging zit,

en daar heeft hij dus een uurwerk uitgepured.

Hij was pionier in kansrekening en alles wat statistiek betreft.

De elastische botsing ziet ze dat hij uitgewerkt heeft.

De wetten daarvoor, hij is degene die de golftheorie voor het licht

als eerste geformuleerd heeft, heeft hij een beetje pech meegehaald,

want uiteindelijk is dat deeltjestheorie heel lang dominerend geweest.

Je zou kunnen zeggen, het is de eerste theoretisch natuurkundige,

het is de eerste die echte natuurkunde, wiskunde en wetten ingebracht heeft.

Hij heeft Titan ontdekt, een maand van Saturnus,

en hij was één van de pioniers van de telefkoop.

Hij was een heel goede lensenmaker en in een telescopen

zit een lange buis waar je twee lensen in stopt,

een objectief lens vooraan en een oculaire aan de achterkant.

En als je die twee lensen op elkaar afstemt,

kun je dus daar heel, heel, heel ver mee kijken.

Hij heeft er een aantal gemaakt.

Nu wordt er leuk zijn. Lensen waren een echt top of de billel.

Bestaan nog steeds lensen van hem, die kun je in het museum nog zien.

Maar de telescopen die je daarmee maakt achteraf gezien

waardere tijdgenoten die eigenlijk net iets betere telescopen maakten.

En als je nu ziet de wiskundige wetten die jij voor die telescopen schreef,

dan staat er net, net, net, net, net naast.

Nou ja, oké.

Vandaag zouden we het beter doen.

Nu, er was nog niet echt een theorie van

hoe je twee lensen met elkaar moet combineren

naar hoe het dan zit met diameters en brandpunt afstanden en z'n verder.

Dus hij werkte dat eigenlijk empirisch uit, hij begon met W-lens in en hij keek dan wat er gebeurde

als ik ze in een buis van zo'n diameter steek, als ik ze zo ver van elkaar steek, als ik ze wat dichter bij elkaar steek,

als ik het ook wel wat groter maak, wat drijler maak, drijler.

Eens in een goede telescoop had, dan maakte hij dit aardig formule voor, van je moet die diameters combineren

op die afstand met die brandpunt afstander en zo, en dan heb je een goede telescoop.

Nu, die beschrijvingen hebben we dus nog, en niemand heeft die nu eens helemaal nagerekend gekeken waarom zat hij er eigenlijk,

net naast het, wat theoretisch ideaal zou geweest zijn, maar om is het me nooit gelukt.

En dan blijkt dat als je zijn telescopen gebruikt met een bijzind oog van anderhalve dioptrie.

Dat zou dan perfect werken.

Dus, men heeft nu gezien, Christian August moet licht bijzind geweest zijn.

En we hebben dus het eerste posttume brilvoorschrift, al een tijd, 300 en nog weet ik veel, jaar.

En wat is de sterkte?

De anderhalve dioptrie dus.

Dat is licht bijzind.

Klein bier is dat.

Dat is heel klein.

En vandaag zou je dat waarschijnlijk een bril voor volgeschreven krijgen, omdat het toch dan een beetje help bij tv kijken en in het verkeer en zo waar het allemaal druk is.

Maar zeker in de tijden van Christian August zou je daar geen bril voor volgeschreven krijgen.

Vater van Christian August was een brildrager.

Hij zelf niet.

Hij helpt hem in de oude, want behalve die optrie, dan merk je einde dagelijks leven eigenlijk nauwelijks.

Maar 300 jaar later blijkt dat hij toch beter brilat gekocht.

Oké.

Dit was Bits en Atome, onze wekelijkse podcast over wetenschap en technologie.

Bedankt voor het luisteren.

Alle credits van de podcast die je net hoorde, vind je op standaard.be, Schijnestrip podcast.

Reageren kan via podcastatstandaard.be.

Machine-generated transcript that may contain inaccuracies.

Als je je inbeeldt wat voor geluid een dinosaurus maakte, dan denk je waarschijnlijk iets als raauwrr. Maar dat is helemaal verkeerd. Verder hebben we het over de resultaten van de digimeter, over de vissengriep en over oplichters die aan de slag gaan met generatieve AI. 

See omnystudio.com/listener for privacy information.