Marc-Marie & Isa Vinden Iets: Bejaardentehuis

Tonny Media Tonny Media 8/19/23 - Episode Page - 48m - PDF Transcript

Ik ben Issa Hoes, ik ben Mark-Marie Huibrecht, welkom bij Mark-Marie en Issa vinden iets hoeveel sterren geven wij bejaarden te huis.

Ja, we gaan het over bejaarden te huis hebben.

Zeker, ik moet ervan huilen.

Wij zeiden altijd gewoon bejaarden huis, omdat ten huis is met bejaarden erin.

Wie is bij?

Wij te huis, van die Huibrecht.

Mijn oma zat in een bejaardenhuis.

En ga je nog langs het bejaardenhuis?

Ja, wij zeiden nu, ga je nog langs het bejaarden te huis?

Dat zeiden wij niet.

Maar misschien is het Brabant of Tilburg, of vind ik voor wat.

Nou, het kan niet, want die komt ook in het Brabant.

Dan zou ik het ook weten, toch?

Ja, en jij zegt gewoon bejaarden te huis.

Ik zei altijd waar ik naartoe ging, we gaan naar het bejaardenhuis.

Ik zei dan, we gaan naar oma of gaan naar zuster.

Maar dan komen we straks nog wel op.

Oké.

Dan moet ik even voordat we verder gaan, want dan wil ik echt nog even zeggen.

Was laat er ook weer iemand van, ja, daar lag het te veel om het eigen grappen.

Sorry dat we lol hebben.

Ja, vind ik flauw.

Dat vind ik ook zo vervelend.

Dat ik denk, oh, we moeten gewoon helemaal droog.

Ik vind het namelijk veel vervelender als iemand, bijvoorbeeld net als...

En die vind ik hartstikke leuk, hoor.

Dus het is niet, laat ik dat voorop zeggen, met al respect.

Als het grond van je hart.

Die maakt hij iets wat hij dan zelf grappig vindt.

Maar dan probeert hij heel hard om zelf niet te lachen.

Want dan is dat leuk of zo, om dan zelf niet te lachen.

Oké.

En ik vind dat namelijk altijd, denk ik, ja, je hoort...

Als het goed is, vind ik altijd leuk.

Hoor je het zelf ook voor de eerste keer dat je iets zegt.

Dat is niet een voorafgap die al honderd keer hebt gezegd.

Dus kom er iets uit, wat je ook voor de eerste keer hoort.

En moet je, ja, ik moet dat dan gewoon lachen.

Maar wij moeten gewoon heel vaak lachen om dingen jaas.

Sorry?

Dus dat zie je meer gezegd.

Dus de week?

De week.

Het onderwerp.

Een thema.

Ja, het huis.

Een jaar de huis.

Een blad.

Zin.

Nou, dat is leuk.

We leefden tijd van je leven, staat daar boven.

Ja, daar was ik getriggerd, moet ik eerlijk zeggen.

Gappig.

En...

Ze heeft dan de bloes heel ver open zien.

Oh ja, laat eens kijken.

Nou, tot de middel.

Dat lijkt het wel.

Dat knoopje is los gegaan.

Nou, los gegaan.

Dat kan.

Dat kan.

Dat kan zeker, maar het kan ook zijn dat het nooit vast is geweest.

Maar het zit prachtig.

Het ziet er al goed uit.

Het ziet er al goed uit.

Dat je denkt, nou, nou, nee, dat is het helemaal niet.

Ik heb er zin in.

Nee, dat...

Dat denkt ze maar gewoon.

Ja, en daar was getriggend dat ik maar gewoon hartstikke leuk vind.

Ja.

En we hebben natuurlijk moderne etiketten.

We hebben moderne etiketten en we hebben ook nog een...

Suiker oom.

Ja.

En dat is Hello Fresh.

Maar dat leggen we straks allemaal uit.

Volle bakken.

Wat daar...

Een hand is.

Ja, de hand is, zou je zeggen.

Bam, bam, bam, bam.

Deze week.

Hoe was je week?

Hoe was je week?

Nee, begint jij maar eens.

Nou, mijn week.

Nou, ik was deze week in Plijsnoord-Einde.

Oh.

En ja.

En, ja...

Het was wel stil.

Het was wel stil, maar...

Een ander soort stil.

Het was bijzonder.

Ja.

Vertel.

Wat dan?

Het was zo.

Ik was daar zelfs niet op te komen.

Maar mijn oudste zus die...

Die zei gewoon...

Daar kan je in bepaalde tijd kaartje voor krijgen of zo.

Dat kan je niet altijd.

En die zei altijd heel snel uitskocht.

Zullen we naartoe gaan.

En ik dacht...

Ik hoef op zich niet naar Plijsnoord-Einde.

Maar ik vind het heel leuk om met Janine gewoon een dagje...

Den Haag te doen.

Dus het is leuk.

Doen we dat ook.

Ja, prima.

En dus ze had ze gedaan.

En wij komen er aan.

En natuurlijk is het echt geen opschep onderwerp.

Maar ik ben natuurlijk wel gewoon twee keer vrij in Plijsnoord-Einde.

Precies.

Met een lunch.

Met een lunch.

En nu was het allemaal niet aan de hand.

Dus we kwamen al aan.

Toen stond er al een rij.

Ik dacht, oh god.

Ja, maar het was op tijd.

Dus je moest op een tijd inschrijven.

Maar dan nog moet je in een rij staan.

Op een of andere manier...

Ja.

Dat vind ik trouwens ook.

Moet ik ook even...

Ja, ga ik toch nu even zeggen.

Ja, zeg maar met zijn...

Dat rijdt hierop in.

Dit was een Amerikaans blad.

En daar doen ze altijd mensen interviewen.

Dat doen ze alleen meer bladen.

Maar dat deden ze gewoon mensen interviewen op de straat.

Dat vind ik wel.

Waar ze echt eens waren.

Toen zei ze gewoon, waarom bent u hier?

En toen zei ze, nou ja.

Het was bij een outlet van een kledingmerk.

En toen zei ze...

Nou, het was zo.

Ik kwam hier langs.

Er stond een rij.

Ik dacht, ik ga er gewoon in staan.

Want ja, dan zal er wel iets zijn.

Wat er moeten waren.

Dus ik wist eigenlijk niet waar ik in de rij voor stond.

Maar zo'n allemaal leuke mensen.

Ik dacht, ik ga er in de rij staan.

Als ik ergens langs kom tot het rij, ga ik zeker niet.

Nee, maar grappig.

Ja, en dan heb ik wel een paar keer meer gemerkt.

Amerikaan vinden het leuk om in een rij te staan.

Maar het is wel een leuke instelling om zo te denken.

Hey, kijk om mij heen.

Ik zie leuke mensen in een rij.

Zal ik daar ook eens gaan staan?

Dan word je wel verrast.

Nee, zeker.

Dat is wel grappig.

Dat was ook wel echt verrast.

En nee.

Maar ook bij restaurants en zo.

Toen zei ik gewoon...

Ik weet wel waarom in San Francisco...

Dat hangt er dan zo'n lijst bij de deur.

En dan kan je gewoon je naam onderaan zetten.

En dan ga je daar gewoon staan te wachten.

En dan op een gegeven moment wordt die naam wel gehoepen.

Maar iedereen vindt dat rij...

Als ik hier langs kom en ik zie ergens een rij,

dan denk ik, ja, ja.

Laat maar.

Ik ga wel een ander keer, of niet?

Daar heb ik hier in Amsterdam ook heel veel plezier van.

Want bij de koekemannetje en bij die vriend.

Daar gaat iedereen gewoon in de rij staan.

Niet normaal.

Ja.

Dit vinden ze allemaal helemaal geen erg.

Nee.

Ik wel.

Maar je bent moest wel.

Met je zus.

Afgesproken met mijn zus ook.

En dus wij gaan in die rij staan.

Ben je daardoor heen moest je...

Nou, niet door de Maasje C.

Maar de Maasje C.

Die wou weten wie ik was.

En weet je, dan moet je je tas laten zien.

En dan mag je doorlopen.

En dan binnenkom je weer in de rij.

Want anders...

En ik liep daar.

En zo'n rondleiding.

Die maakt van jou een soort middeleeuwse boer.

Die met zijn pet is in hand.

Zo in het paleis komt kijken hoe mooi iedereen woont.

Het had iets heel nages.

Dat ik dacht.

Het volg ik.

Wat zo merriken door een paleis wordt gejaagd.

En dan moet je komen kijken hoe mooi zij auto's hebben.

Ik voelde mezelf zo.

Missplaats daar.

Nou ja.

Dat ik dacht.

Jezus is er eigenlijk.

Kijk, dat zijn mijn andere zus.

En als je naar een paleis gaat.

Waar niemand meer woont.

Gewoon naar Slotjeunbroen of zo.

In BN of zo.

Dan ga je gewoon kijken hoe mooi het vroeger was.

Maar dit paleis wordt gewoon nog gebruikt.

Dus het lijkt net of je bij iemand gewoon in huis.

Rond gaat lopen.

Het is mooi.

Het is mooi.

En het heeft ook allemaal een heel hoog efteling gehad.

Want dan hebben ze van die hele grote kandelaars.

Met zo'n driehoek.

En het is dan helemaal dik goud gemaakt.

Dat is niet mooi.

Maar dat is dan wel.

Het is een beetje protzerig.

Een beetje protzerig.

Ja, heel erg protzerig.

Oké.

En wat vond je leuk?

Dat maakt niets.

Nou, niet.

Want ook zoiets.

Dan mag je niet in een kamer.

Een drempel.

Dus dan hebben ze daar een draadje gespannen.

En dan mag iedereen zo.

En die mensen die vooraan staan.

Die gaan heel lang.

Heel die kamer.

Zo veel met mijn fotoapparat.

Dan gaan ze zo nog heel lang zo.

Zullen ze dan kijken.

En dan staat er een rij achter.

Ik kan dat niet.

Als ik voel dat er een rij achter me staat.

Ben je weg?

Ja.

Dan denk ik.

Nou ja, het is goed.

Dus die langrijd ben ik ook niet gaan kijken bij dat draadje.

Je hebt allemaal kamers gemist.

Ik ben er bijna doorheen geremd.

Ja.

Nee, want ik vond het echt.

En vond je zus dat leuk dat je er doorheen rende?

Want die wilde wel alles zien.

Nou, die had zelf ook dat middeleeuwse boerengevoel.

Oké.

Dus weet je wel.

Dat is echt een aanrader ik hoor.

Dat is zo om te kijken.

Dat je zo met laars met poepen aan zo door het paleis.

En ze zei nou, maar ik lief het niet.

En nou, hopen.

Nou, lopen, lopen, lopen.

Het is gewoon niet mijn ding.

Nee.

Maar Den Haag wel, trouwens vond ik wel superleuk.

Ja, het is leuk.

Ja, ja.

En jij?

Nou, ik zag allemaal.

Heb je zo mijn gasten gekeken?

Nee.

Zo'n lieve uitzending.

Oh, ja?

Ja, met schrijfster Bibi Dumontac.

En ik heb zelden zo'n lieve televisie gezien.

Dat ik echt dacht, oh, dit kan ook nog, ja.

Aardige mensen.

Oh.

Zelfs hij werd heel lief.

Theo?

Sla me even.

Ja, Theo.

En sla me maar niet trouwens.

Er is hij al.

Theo Maas.

Het was een heel lief gesprek.

En dat gewoon.

Wat is het?

Kwaarde vracht tot 12.

Ja.

Dus hij was heel bijzonder.

Het is de moeite waard om terug te kijken.

En ook omdat je weer programma's door haar kijkt.

Waarvan je denkt, inderdaad wat interessant.

Om door jouw ogen dit te zien.

Oh, ja.

Ik vond het heel lief en leuk.

Oké.

Dus een tip.

Ja, dat is zeker een tip.

En ik zag iets op het kermis.

Dat er een soort veiligheidsding was afgebroken.

Ergens bij een kermisattractie.

Maar dan ga je zo op internet kijken.

En dan ga je ineens zo doorzoeken.

Ik weet niet of je dat kent.

Maar dan kom je dus bij de afschuwelijkste verhalen.

En toen zag ik ook mensen die wilden gaan naar Europa.

En die wilden dus ontsnappen.

En die hebben zich ook schuil gehouden in kermiswagens.

En die werden dan gevonden.

Een jongetje van twee die ontsnappet was.

Van twee.

Van zijn ouders.

Die hing aan een bakje van een reuzerat.

Die is gewoon 10 meter de hoogte ingegaan.

Dat ze dat ding pas konden stoppen.

En hij heeft het losgelaten.

Ik snap.

Als ik heel eerlijk ben.

Ik moet even terug.

Ik snap nu het hele verhaal.

Wie willen vluchten?

Dus het waren vluchtelingen.

Dus ik ging van verhaal naar verhaal.

Maar waarom ging de vluchteling in een geogatie?

In een kermisbakje.

In een attractie.

Zodat ze in die kermisbussen.

Waar die attracties ingingen.

Hoopten ze de vluchten naar Europa.

Maar dat bakje.

Dat zat nog helemaal in de molen.

Nee, dat gaat allemaal gedemonteerd.

Dat gaat natuurlijk gevoerd worden.

Nee, daarna ga ik vertellen.

Ik ging naar een jongetje.

Sorry dat ik te snel ging.

Maar dat is het volgende verhaal.

Dat heeft daar nog niet meer vervoerd.

Nee.

Dus dit was het volgende verhaal.

En jullie snapten het ook niet.

Nee.

Ik ben niet.

Oh, jullie snapten het.

Je snapte het wel.

Nee.

Jij snapten het ook niet.

Marco snapte het.

Marco wel.

Marco niks in de antwoord.

Oké.

Dat was een nieuw verhaal.

Het is een nieuw verhaal.

Een jongetje.

Ik zei van verhaal ging.

Een verhaal.

Verhaal.

Maar hier stop ik.

Het laatste wel.

Een jongetje van twee wat ontsnapte bij zijn ouders aan hun toeziende oog.

Ik weet het niet.

Die hing gewoon aan zo'n bakje.

En dat ging ze in het reuzer had.

Die ging dus omhoog.

10 meter hoogte is hij ervan afgevallen.

Maar die...

Hoe kan je daar als tweejarige aan zo'n bakje komen te hangen?

Ook weer een stapje terug.

Dus je was met zijn ouders op de kermis?

Ik was er niet bij.

Maar dat is het verhaal.

Je hebt het raar gehoord.

Toen was hij ontsnaapt.

En toen is hij daar een reuzer had gelopen.

Ik denk dat zij bij het reuzer had stonden.

Dat denk ik.

Dat ze met een ander kind.

Dat zegt het verhaal niet.

Met een ander kind ook.

Misschien.

Dat verzin ik.

Maar dat vertelt het verhaal niet.

Een ander kind uit een eerste huurlijk misschien.

Dat denk ik.

Maar ze hebben meer van ouder dan dit kind.

Dit kind vond ze niet zo leuk.

En dan wist de kind zelf ook.

Die wou in dat reuzer had met het mocht niet van hun.

Alleen die 16-jarige mocht erin.

Dat is onze kaartscope.

Die dacht die twee jaren.

Nou, zal jullie krijgen.

En die is in het toegelopen.

Die heeft de stangen vast gepakt.

Een bakje gepakt.

En die is zo de lucht.

Ik ga 10 meter hoogte.

Nou, die is natuurlijk.

Die hebben ze heel lang kunstmatig in komen gehouden.

Hij schrijnt buiten levensgevaard te zijn.

Denk dat.

Ja, maar ja.

Wat is er dan nu nog?

Hoe gaat het dan nu?

Nou, ja.

Dat kan het best wel.

Alles gebeuren.

Als je twee bent, is het wel...

Wat voor onderwerp zullen we gewoon doorgaan?

Lekker naar...

Ik had een ups man aan de telefoon.

Dat is een goede tip voor die mensen die de klantenservice doen.

En dat was een man.

En die vroeg dan onder welke naam is het dan.

En dan zei ik huibrecht.

En dan ging hij alles op een soort heigtoon na, zeggen.

Want dan ging ik terwijl je tipte natuurlijk.

Ik dacht wel wat er gebeurde.

Zei hij huibrecht.

Het adres.

Dat ging je ook zo heigenlijk.

Maar het was zo heel...

Het was nog net geen heigtelofoon.

En ik snap heel goed hoe het gebeurt.

Ik ook, ja.

Dat je het doet.

Maar dat is eigenlijk...

Weet je om pressen om te horen.

Of je moet het heel leuk vinden.

Of gaat u door?

Het is eigenlijk één van de twee.

Ik had nog een andere adres.

Ik zeg het verkeerde.

Wacht even.

Zei ik mijn naam.

Nee, zo heet ik niet.

Kan ik het nog één keer herhalen?

Nee, dat was heel grappig.

Ja, ik dacht ineens.

Goh, dat is zo bindend.

Dan gaan we nu naar het thema.

Het bejaarden te huis.

Of bejaarden huis.

Wat jij wil.

Ja, zoals wij zeiden.

Ja.

Dat ik ook veel sympathieker vind klinken.

Maar goed.

Vind je te huis een negatief contact?

Ja, te huis vind ik iets typisch.

Oké.

Wie zat er in bejaarden huis bij jou?

Mijn oma zat er in bejaarden huis.

En de moeder van mijn moeder.

En de moeder van mijn vader trouwens ook.

Maar die was al heel snel de ment.

Nou, heel snel weet ik niet.

Maar in ieder geval die was veel ouder dan mijn andere oma.

Oké.

Want mijn vader was de jongste van zes kinderen.

En mijn moeder was de oudste.

Dus er was altijd heel eigenaardig qua leeftijden.

Dat is degene die ik tamtenoemde bijvoorbeeld.

Die degene die mij oom moesten noemen.

En die waren eigenlijk heel ongeveer van mijn leeftijd en van mijn vader's kant.

En daar waren we ook niet zo veel bij oma-hybrism.

Dat die al heel snel de ment was.

Dus met die andere oma ben ik heel veel geweest.

En dat is een aanleun woning.

Dat had je dan bij een bejaarden huis.

En later ging je dan naar een bejaarden huis.

En ben jij al?

Ja, het is wel grappig.

Want ik heb allemaal oma's gehad die personeel hadden.

Dus mijn oma van mijn moeder's kant.

Daar hadden ze iemand in huis.

Die ook voor de kinderen zorgde en zo.

En zuster noemde we haar.

Ik denk dat ze misschien als ze vroeger verpleegde.

Eigenlijk weet ik dat helemaal niet zo raar.

En we hadden bij mijn oma's kant.

De moeder van mijn vader.

Dus mijn oma daar was ook iemand uit Hongarije.

Uit de oorlog gevlucht.

Daar gekomen.

En die werkte.

Wat zeg je lekker terug?

Want?

Weet ik niet waarom.

Als je toch de hele dag bij iemand in huis voor moet zorgen.

Lijkt mij best waar.

Ja.

Nou ja, ze was in ieder geval heel dol op mijn vader.

Dat was echt haar lievelings.

Want mijn vader had nog een zus en een broer.

Wij noemden haar altijd tante Arnie.

En tante Arnie zat in een bejaarden thuis.

Mijn oma ook heel kort.

Want mijn oma is heel oud geworden.

Heel lang goed gebleven.

En goed gebleven.

Heel goed geconserveerd.

Maar niet zo heel lang in het bejaarden thuis.

En dat leed ze vrij snel.

Maar die tante Arnie, die was er dus al toen jouw vader klein was.

Ja.

Ik weet niet weten.

En is heel haar leven daar gebleven.

Ja, dus wij hebben later...

Hij is gewoon een omaetje voor ons geworden.

Natuurlijk.

Is mijn vader voor haar gaan zorgen.

En dan wou de zus thuis bij jouw...

Ja, tot ze dat niet meer kon.

Maar ze is nooit op zichzelf gaan wonen.

Nooit een man gevonden.

Nee.

Apart, hè?

Ja.

Was een leuke vrouw.

Ja, heel lief.

Oh.

Schindelijk.

Arnie schindelijk.

Oh.

Die heeft ook...

Zuster.

En die zat dus vlak bij ons in een bejaardete huis.

Huis Ter A.

Heette dat in de bos.

En dat was heel grappig.

Want wij gingen altijd naartoe...

Ik denk ja, heel vaak gewoon uit de school.

Hij was super lief.

En...

Want ik heb mijn oma van mijn moeder nooit gekend.

Die is vrij jong overleden.

En ik ben het nakomentje.

Dus ik heb haar eigenlijk niet meegemaakt.

Ik geloof...

Ik weet ook niet of ze echt in een bejaardete huis heeft gewoond.

Maar goed, zuster dus wel.

En ik vond dat geweldig.

Ik kreeg ook met Sinterklaas een keer zo'n pakje.

Zo'n soort luchtnerzen.

Maar een verpleegerspakje.

En dat trok ik dan aan.

En dan ging ik het eten mee uitdelen.

Oh.

Zo klopten ze al aan de deur.

Of ze had je zo'n belletje van de kamer.

Waar hadden ze die kleine kamers, hè?

Een soort woonkamer.

Waar een bed in stond.

En dan zo'n heel klein keuken, hokje.

Ja.

Dat was natuurlijk amenitier.

En een badkamer.

Oh ja, een badkamer.

Oh nee?

Ik vond het wel heel klein allemaal, hoor.

Oh, dat was bij mij allemaal wel echt heel groot.

Oh ja?

Fijn.

In het begin, ik zag een opening.

Ja.

Maar nee, maar mijn oma die waren nog wel, ja.

Dat zij laat ze ook iemand.

Het bejaardenhuis van vroeger is het verpleegdhuis van nu.

Ja?

Ja.

Ja.

Dus vroeger zaten mensen in het bejaardenhuis.

Die nog wel eigenlijk prima, die nog wel goed waren.

Maar net nu op zichzelf kon de woning dat ze voor wat moeilijk liepen.

Of dat er iets was.

Nu heb je het eigenlijk niet meer.

Nu is het bejaardenhuis veel meer echt een verzorgingshuis geworden.

Verpleegdhuis, bijna.

Dus mensen zijn veel zieker en veel behoevender in het bejaardenhuis nu dan vroeger.

Oké.

En mensen blijven veel langer thuis wonen eigenlijk.

Ja.

Dat wel.

Ja.

En mijn oma heeft nog heel lang aan die aanleunen woning gewoon tot ze opgeving met echt vergad

om de kraan dicht te doen.

Oh ja, en dat verliegen.

En ik weet nog wel dat we een keer daar kwamen.

Wij wonen vlakbij, ze kwamen heel veel bij mijn oma.

En dat toen een overstrooming was.

Dus bij mijn oma.

En dat beneden mensen allemaal water hadden en zo.

En die zijn dan toch wel gemeen hoor.

Dus die ging je dan op die.

En ze kan niet meer hier blijven wonen.

En we hebben er zoveel lang.

En terwijl ja, ze had water aan het staan.

Ja, dat was snap je.

Maar dan zijn ze zo heel, er waren helemaal naar.

Ja, het is niet altijd ouderen mensen en niet altijd vriendelijker ook.

Nee, nee.

Want ik hoef ook dat het in het bejaardenhuis ook heel erg dat het homofomus zijn.

Oh ja?

Dat het moeilijk is als je allemaal bent.

Oh.

Om in zo'n bejaardenhuis.

Oh wow, dat heb ik nooit geeliseerd, ja.

Ja.

Ja, verschrikkelijk.

Ja.

En ik heb er gewerkt.

Echt?

Ik heb vakantiewerk gedaan in de keuk bij een bejaardenhuis.

Ja.

En er was heel spannend werk.

Want er stond je aan de lopen band.

En daar kwam er een dienblad langs.

En het zond allemaal codes op.

En dan moest je dat zondje bij de aardappelen bijvoorbeeld.

Ja.

En dan moest je heel goed op die code letten.

Want de ene mocht geen zout.

Ja precies.

De zout en de code alleen maar puree hebben.

De andere code.

En als je dat fout weer maakte, dan had je later.

Snap je?

Er kwam de dela langs.

Dus het was echt wel zorg.

Komt de dela langs.

Dan ging ze dood.

Als je dan zout maakt aan zo'n lopen band.

Gewoon op een woensdagochtend even die code opletten ofzo.

Dat komt een heel grote gevolg hebben.

Ja.

Hoe zag dat eruit?

Waren dat echt van die dienbladen?

Met eten erop en zo'n zilveren afdecks?

Ja.

Echt he?

Ja.

En dan zo.

Ja.

Ik kan me dat zo goed herinneren.

Ik weet gewoon een goede ruik.

Ik ook.

Dat vind ik zo apart.

Ik vind ik sowieso keukens.

Van die grote horecakeukens enzo.

Ik vind ik altijd de moeilijke geur.

En ik kreeg ze heel moeilijk ook.

Dat was bij Van der Valk ook.

Dat werkte ik ook wel de andere tijd.

Maar dan ook alles zo naar.

Dat was echt heel vervelend.

Wat is dat dan?

Waar ruikt dat dan?

Fit.

En pakgeur.

En ontmettingsmiddel.

Ja.

Dat is het.

Ja.

Het is door elkaar.

Eten, scheuren en schoonmaakmiddelen.

Ja.

En ook als ik bij een flat kom bij iemand die zo'n binnengang heeft.

Moet ik ook altijd in de bijaardehuis denken.

Ja.

Snap ik.

Hoe vaak je bijaardehuis zegt.

Hoe meer ik denk dat ik dat wel zei vroeger.

Ja.

Maar echt?

Ja.

Dus dat is grappig.

Ik denk goed dat je dat...

Ik weet het wel met zuster.

Ik zou het blijven kunnen noemen.

Ze heette gewoon erna klugen.

Maar goed.

Zuster.

Zuster werd op een gegeven moment een beetje.

En ze zat er nog wel daar.

Dat was ook gewoon.

Ja.

Mensen konden daar gewoon heel lang blijven.

Ja.

Nu gaat het meteen inderdaad.

Je moet eruit of iets.

Maar ze zei ze elke keer als we dan kwamen.

Ze zei ze.

Ik zeg hoor.

Maar er liggen allemaal mannen onder mijn bed.

En die komen dus nachts.

Ze komen die allemaal.

Ze hebben ze ook nooit getrouwd geweest.

Dus ik altijd dacht.

Wat zijn dat voor fantasieën allemaal?

Nou, mijn oma was op een gegeven moment ook dement aan het worden.

Die dacht dan alles.

Dat op tv was.

Dat het bij haar in de kamer gebeurd.

Dus dan zei ze.

En de pauze hier tot 6 uur nog niet gezeten.

Dat was de pauze.

Dat was gewoon de televisie aan het staan.

Dat was die tijd.

Die hadden ze tv aan het staan.

En hij ging maar niet werken.

Heel morgen.

Heel nacht hier gezeten.

En ik denk.

Wanneer vertrekt hij nou?

En zo.

En dan zei ze.

En dan zei ze.

En dan zei ze.

En dan zei ze.

En dan zei ze.

En dan zei ze.

En dan zei ze.

En dan zei ze.

En toen aldi mensen.

Het zijn vier dagen.

En dan hadden ze al crafts om de bruik te Storma zijn.

Het ik tealies zou kunnen praten.

En toen had hij乾 Europe De Spijm en ze bugde de vierdaag.

En toen had hij.

Heerlijk te pakken.

Met al die mensen.

En dan hafst hem met zijn buurvrouw naar.

Het had zijn familie in Australië.

Jan wou wel telefoneren.

Maar dat klopt.

Dan kwam ze bijvoorbeeld bij mijn oma.

En dan dacht ik dat ik vast opkwaam.

Ah, dat vind ik echt leeg.

En dan hielp ze haar.

Ja, ik moet eerlijk zeggen, ik kan me voorstellen dat het een Bjaarderhuis ook heel

erg leuk kan zijn, omdat je denkt, thuis is maar alleen, alleen, en als je echt hulp

nodig hebt, dan kan je naartoe het enige wat ik soms wel raar vind, is dat mensen

in Bjaarderhuizen heel vaak denken dat iedereen dan als je oud wordt van Frans Bauerhout en

zo.

En dat die altijd komt?

Nee, dat kom je voor het jaar.

Een muziekavond?

Ja, want een tand van mij zat en dan kwam je in de cafeetje beneden en dan hadden ze dan

altijd Nederlandse muziek.

Ja, dat is natuurlijk een soort gemene deler, wordt het, ja.

Maar dan vind ik toch dat je voor die andere mensen ook iets moet kunnen doen.

Ja.

Ja.

Ik weet ook dat je tegenwoordig van die privéhuizen hebt, dan moet je natuurlijk heel veel

geld voor betalen.

Ja, dat is duur.

Het is wel mooi dat het er is voor mensen die het geld hebben, maar...

Ja, ik had liever dat dat geld ook in de gewone Bjaarderhuizen zit en dat alles

een beetje beter werd, zeg maar.

Ja.

Want ik hoorde naast, ook las ik ergens, dat was een verpleegster en die zei, ja, dan

breng ik hem naar het toilet.

Maar dan is iemand dan naar het toilet geweest en die zegt, oe, het begint toch weer te borrelen.

Ja, dat kan niet.

Ja, dat kan niet.

Ja, als iemand dat toch nog een keer naar het toilet moet, ja.

Ja, daar is geen ruimte voor, zei ze, ja, maar daar is geen ruimte voor, ja, verschrikkelijk

lijkt me dat.

Het lijkt me voor die mensen die daar werken echt heel zwaar.

En over mijn opa van mijn waleskant, daar gaat het verhaal dat hij vermoord is.

Wat?

In een...

Oh, wat?

Ja.

In Breda, in een Bjaarderhuishuis voor oude mannen, zeg maar, en er was in één nacht

vijf van die mannen waren overleden.

Nee.

En toen verpleegd ze daar.

Ja.

Maar dan hebben ze op een of andere manier nooit onderzocht of zo.

En zorgde ze...

En zorgde ze van die moorden.

En zorgde ze dan dat ze in een testament stond, misschien daarvoor.

Nee, dat weet ik niet.

Ja, weet je niet.

Ja, zo iets.

Jeetje.

Ja.

Ja, wonderlijk, hè.

Ja.

Of dat ze dachten dat ze beter af waren.

Er zijn altijd van die verhaal die ik denk, er zou een heel goeie podcast zijn.

Mijn moeder heeft een nicht, Ria Hamers, en er was een opera zangeres.

En die wou diepte in de leven.

En die heeft toen echt internationaal, hè.

Europees trad zij op.

En toen heeft ze daar helemaal weg genaan.

Toen is ze herder in geworden.

Wat?

En toen vond ze toch nog niet goed genoeg.

En toen is ze in een kloos gegaan in Limburg.

En daar zitten ze tot op de dag van vandaag.

Nee.

En dat is een kloos daar waar je maar één keer per jaar bezoek mag hebben.

Achter Tralys.

Ben je wel eens geweest?

Nee, ik ben nooit geweest.

Ik heb wel foto's van gezien dat zij daar zat met mijn tante.

En dan zit mijn tante.

Ja, zij zit dus.

Ja, we zitten allemaal achter Tralys en Tralys in het midden.

Ja.

Maar mijn tante kan eruit.

En zij aan die kant, denk ik, is toch geen duur.

Ja, ze wil een duur, maar niet.

Ja, nee.

Niet echt.

Niet naar de vrijheid.

En dan kan je gewoon, kun je me riegen.

Toen dacht ik, dat zou eigenlijk een mooie podcast zijn.

Op werk daar naartoe, met oude opnamesvriend van haar, opera.

En dan ook als herderinnetje.

Wat je doet.

En waar ze was op zoek naar diepgang.

En toen werd ze herderin.

Wat interessant.

Nou, als herderin heb je dan...

Contact met de dieren.

Ja, maar je loopt rond.

Ja, maar je loopt rond.

En je denkt, nou, als je een beetje een slim herderinnetje bent,

dan denk je na natuurlijk, dat zijn er ook wat domme herderintjes,

die zo maar al een beetje rondlopen.

La, la, la, la, la.

Ik ben een domme herderin.

La, la, la.

Ik heb toch tegen een boom geopend.

Oh, kijk mij nou.

Sukkel.

Had niemand dat even kunnen zeggen.

En dan had die schapendje, maar er ook een rol van.

Zij weer.

En waar haar vandaag weer.

Die meteen kijken.

Maar dan eet ze weer.

La, la, la, la, la, la.

Die, hè?

Die herderin.

Ja, die zijn er ook wel.

Maar er zijn ook hele diepe herderinnetjes,

die echt zo'n DJ aankomt.

Die vergeten te lopen.

Er zitten gewoon prekuren op de steen.

Je kan zo diep.

Je gaat meteen naar de essentie van alles.

En dan zie je bij die aapen, bij die schapen.

Bij die schapen zie ik echt wat bloed er zo'n oorkomt van nadenken.

Want daar gaat die schap ook.

Ziet niet groot te kudden over, hè?

Zit kleiner.

Zo'n herderinnetje was zij.

Mooi.

En toen zorgde ze toch nog dieper.

En toen is er dus een kloostering aan.

En is ze daar...

Ja, dat weet je niet.

Maar ze zitten er nog.

Maar ze zitten er nog.

Maar zij zitten nu wel in de 90er.

Maar dat je daar nog nooit naartoe bent geweest.

Dat is familie.

Ja, maar dan moet je volgens mij dan toestellen vragen of ze dat...

En je was bang dat je neek kreeg.

Als ik een neek krijg, kom ik niet.

Nee, op mijn request.

En wil ik niet.

Die wil ik niet, ja.

Ja.

Nee, interessant, hè?

Maar goed...

Maar zou je in een...

Ja.

Rosa Speerhuis?

Nee, ik zou ook nooit het Rosa Speerhuis...

Dat is voor artiesten, inderdaad.

Ja, zou dat wat zijn?

Zijn je dat leuk, hè?

Nou, ik zat te denken aan gelijkgestemd.

Vind je dat dan prettig?

Of juist niet?

Ja, ik weet het niet.

Ben je dan zo gelijkgestemd nog?

Omdat je een artiest bent?

Nou, met Rosa Speerhuis...

Wat fijn is natuurlijk van hem jarenhuis...

Is dat...

De elk avond voor je gekookt wordt.

En dat je dan zelf mag kiezen wat je kookt.

Wat je...

Je hebt dan verschillende...

Echt?

Menus, ja.

Oh.

Dat is wel goed.

Dat zou je heel je leven ook al kunnen doen.

Als je er al heel fresh gebruikt.

Ja.

Ik zou het zo willen.

Ik zou het zo willen.

Nee.

Van een wonderschoon.

Nou ja, Chris had er wel een beetje aangegeven.

Die zat te wapperen met...

Van kandint.

Met het papier.

En inderdaad, dit was een heel goed moment.

Je kan dus met Hello Fresh...

Want dit is onze suiker oom.

Die kan je dus...

Maaltijd samestellen.

Ja, gerechten uit die recepten.

En dan kan je allemaal kiezen uit heel veel verschillende recepten.

En dan krijg je in die doos die je thuis wordt gebracht...

Op het moment dat het jouw uitkomt.

Alles gaat ineens in.

Ja, het is wonderbaarlijk.

Komen dan die...

Alle ingrediënten.

Ja, en er zitten heel veel variatie in.

Dat is leuk.

Ja, en ik heb altijd heel veel moeite...

Met wat eten we nu weer.

Je komt heel vaak op het velden.

Maar hier krijg je natuurlijk heel veel inspiratie.

Dat zij met hele leuke verschillende gerechten komen.

Dus dat je heel erg verrast gaat worden...

Door waar ze mee komen.

En wat ik zelf heel fijn vind...

Is dat het juist hoeveelheden zijn.

Dus dat je geen verspilling hebt.

Geen verspilling.

Dat je heel de tijd...

Maar allemaal dingen in je ijsklas hebt...

Die je nooit op gaat maken.

Ja, dat is waar.

En ze hebben natuurlijk...

Een korting.

Daar word ik altijd blij van.

Je krijgt namelijk wat tot 85 euro korting...

Op je eerste vier boxen.

Met de code...

Hello Iza.

Hello Iza.

En de actie is voor nu leden.

Maar ook als je langer dan een jaar geleden...

Die lippenschap bent opgezegd...

Kan je toch weer gewoon deze code gebruiken.

Ja.

En het fijne is dat ze ook een beetje...

Met seizoenen mee gaan.

Dus nu zijn er heel veel zomers gerechten.

Ja, lekker.

En sowieso dat je...

Dat ze inderdaad gerechten worden.

Voor je wordt er verzonnen.

Zo fijn?

Super fijn.

En ook dingen die je denkt...

Ja, dan zou ik eigenlijk nooit hebben gekocht zelf.

Of nooit...

Dat is een groent die ik eigenlijk niet ken.

En door het recepten bij staat...

En hoe je het klaar moet bakken...

Leer je ook weer heel veel andere groenten.

Ja, want kun je bijvoorbeeld een vecht thuis pikadillo met linsen?

Nee.

Nou, dat heeft Hello Fresh.

Nou, zou ik dat bijvoorbeeld dan niet uitkiezen...

Omdat ik geen linsenman ben?

Oh, ik zou lekker.

Maar de luxe burger met truffelbajonet...

Dus echt iets voor jou?

Dat dan weer wel.

Ja.

Nee, er staan heel veel lekkere recepten op.

Ik zou het allemaal even checken.

Hello Iza.

Is de korting.

Heel goed.

Het bejaardehuis.

Zou je er zelf willen zitten?

Het ideaal beeld is dat je lekker bij je kinderen denkt.

Ik kan heel lang kan blijven wonen.

Dat klinkt heel stil.

Nou, twee mensen die aan thuis zijn, die zijn verslieken.

Oh nee.

Marlijn en Vlinder denk ik niet.

Maar dat hebben we echt niet opbereken.

Ja, dat zou ik echt heel gezellig vinden.

Omdat ik het leuk vindt bij jonge mensen te zijn.

Dat zou ik echt leuk vinden.

Ja, het is gezellig met je ruwing in je leven.

Ja, dat is van jou leuk inderdaad.

Jonge mensen, ja.

Maar je vraagt het aan mij?

Ja, niet meteen kijken de kopjes.

Komt zij nou weer bij ons aan tafel?

Nee, jij hebt die deur nu op slot gedaan.

Nee, je zou wel je eigen plek willen hebben.

Ik wil niet echt in hun huis wonen.

Ja, dit is een soort droomscenario wat waarschijnlijk helemaal niet kan.

Maar dat je soort allebei een plek maar wel dichtbij zou.

Dat zou ik heel fijn vinden.

Maar ja, ik heb ook voor hun gezorgd.

Ze hebben me niet erg vinden als zij op mijn ouderdag nog wat voor mij.

Dat zou dan een schaniermoment zijn als jij tachtig bent of zo.

Ja, dat weet ik niet.

Ik weet natuurlijk helemaal niet hoe ik me voel.

Of misschien wil ik wel gewoon heel lang op mezelf blijven.

Ja.

Ik heb geen idee nog.

Nee.

Jij?

Nou ja, mijn favoriete beeld is gewoon in een grote huis met een aantal vrienden.

En dan zelf zorginkopen, zeg maar.

Dat je zelf een soort biadehuis maakt.

Ja.

Maar met wie dan en wat dan?

Dat is ook nog best in gewikkeld.

Ja.

Dat je denkt, ja, nee, hij wel zijn niet en zo.

Ja, dat is in gewikkeld.

Ja, dat is in gewikkeld.

Maar dat lijkt mij wel het fijne.

Ja.

Want een biadehuis als in dat je dan...

Zo'n kamertje.

Ja.

Maar goed, er zijn er ook vast hele mensen.

En dat je maar één keer naar de wc mag.

Ja, dat is toch in gewikkeld.

Ja, want, bijvoorbeeld, Marie Stilmoordijk, die oude zangeres.

Ja.

Ken je jullie niet, hè?

Marie Stilmoordijk.

Nee, nee, nee.

Ze moet je maar zo opzoeken.

Goeie zangeres.

Maar die zit in Tilburg, in Marienburg.

En dat is een verkleedkloos, zou ik zeggen.

Verkleedkloos.

Dat is een verbouwd klooster.

En dat is heel leuk.

Want dan heb je wel je eigen plek, zeg maar.

Maar dat is ook geen biadehuis.

Nee, daarom.

Dat is meer een aanleunwoning.

Ja.

Kijk, een aanleunwoning is echt wel fijn.

Want dan zit je vlak bij de zorg.

Daar is woonde mijn ouders op het laatst.

Tot mijn moeder dus bleek best wel ver te zijn in haar dementie.

Toen ik meteen heb naar het huis ernaast.

Mijn vader kon daar blijven wonen.

Tot hij op een gegeven moment ook die kant op woonde.

Ja.

Ik vind het allemaal wat treurig.

Maar je moet het sterren geven, mevrouw Hoes.

Ja.

Ik vind dat het zo leuk als ze tegen je aan mevrouw Hoes zegt.

Want er hadden vroeg een buurvrouw.

Die heette mevrouw Hoes.

Ja, hè?

Daar waren wij gek op.

Oh.

En die noemde ook altijd mevrouw Hoes.

En hoe heette ze?

Weet je verder?

Corrie.

Corrie.

Corrie.

En haar man Jan.

En die waren superleuk.

En daar waren wij helemaal gek op.

Ja.

Zal ik het eens uitzoeken?

Ja.

Zo veel komt die naam niet voornamelijk.

Nee.

Ik denk dat wel heel veel mensen ook blij mee zijn.

Dus ik weet niet waarom.

Want daar geef ik ook sterren voor.

Mensen niet eenzaam zijn.

Oh, je doet het hele pakket.

Ja, ik doe het hele pakket.

Dan weet je waar mijn sterren op gebaseerd zijn.

Dus dan geef ik er drie.

Matig, hè?

Ja, het is wat is.

Ja, ik geef...

Ik denk ook...

Omdat ik eigenlijk vind...

Het is heel fijn voor mensen dat het er is.

Ja.

Want heel veel mensen zijn er supermer geholpen.

Waarom?

En die hebben er heel erg naar hun zin.

Want ja, ook wel veel Fransbouwer.

Ja.

En tegenwoordig worden ze wel met een soort restaurant beneden.

Dat ook mensen van buiten komen en zo.

Dat ze meer gewoon in de maatschappij...

In zijn, zeg maar.

Dus ik doe vier.

Goed zo.

Mooi.

Ja.

Hartstikke fijn.

Zin.

Het merren zin.

Ja.

Ja, extra dik nummer is het.

Het is, ik denk het zomernummer.

En er staat dus een...

Oh nee, het begint met gespot.

Daar begint het mee, gespot door Misha.

Misha is een streetstar blogger.

Hoe?

Misha Bijers.

O, dat vind ik zo vervenigd.

Als ze een geboortejaar erbij zetten.

Dat je helemaal zelf uit moet geven.

Dat je denkt...

Als je hersenen aan werk moet zetten.

1915, 1925.

Ik reken dan altijd terug naar m'n eigen jaar.

Hoe doe jij dat?

Ik doe gewoon heel vaak.

Ik doe gewoon heel vaak.

Oké.

Even kijken hoe jij dat deed.

Het gewoon 71 is zo hé.

Ruim 20 jaar.

Dus die heeft drie vrouwen gespot op een...

Ik geloof nooit dat zij altijd zo eruit zijn.

Want dat zijn wel gestuild door iemand, denk ik.

Maar heel leuk.

En dat zijn drie vrouwen.

Dat zijn zakenpartners inmiddels.

Ze zijn 20 jaar al bevriend.

Ze zijn nou zakenpartners.

Anna Keppel, 1963.

Ja, kom op zeg.

Teresa Root, 1966.

Ja, 1961.

En wat zo grappig is, is...

Zeg, vijf jaar geleden.

Over iedereen zeggen ze wat.

Teresa is gedispineerd rustig.

En hebben denken van nieuwe ideeën.

Anders kracht liggen in communicatie en verbinding.

En Diana wordt verder niks overgezegd.

Dat vind ik.

Ja, dat is niet goed dan helemaal op het einde.

Want ja, Diana heeft veel kens op spiritueel gebied.

En die is eerlijk.

Maar ik vind wel dat Diana er bekarischer af komt in het geheel.

Maar goed, die is wel weer heel spiritueel.

Spiritualiteit.

Daarom.

Jesus, ja.

Hebben zij daarmaar niet over gehad?

Nee, jammer.

En daar staat een groot interview met Marjoros,

door Marjon Groene Wout.

En Margot Rolls is dus een paar jaar geleden tegen de Kors stuk aangelopen.

Margot Rolls is actrice.

Margot Rolls is actrice en die zat in een voorstelling met die Maike Meijers en met...

Oh, een Maike Meijer.

Ja.

Maieer.

Oh, sorry.

En...

Van Torres C.

Van Torres C, ja.

Ja.

Leuk televisieprogramma.

Ja, het is een leuk televisieprogramma.

Irritant, hè?

Ja.

Ja?

Nee, papa Gijden meij na.

Jij zegt gewoon niet meer zo.

Jij papa Gijden mij na.

Dat is gewoon helemaal niet nieuws.

Dat doet de papa Gijden ooit.

Hallo.

Hallo, ik ben een papa Gijden.

Oh, de lijn moet nog wel veel.

Heb ik wel een verhaal van het verhaal van Gerrit Cox.

Weet ik niet.

Dat is zo'n goed verhaal.

Ja, ik weet niet.

Gerrit Cox was natuurlijk samen met Jokke Bruis.

Ja.

Gerrit Cox zegt je wel wat of niet ook niet.

Nee, het is toch verzekerd.

Nee, het is toch verzekerd.

En Jokke Bruis zegt je niet ook niet.

We hebben hem met veel mensen gehaald.

Een grote sterren in Nederland.

En die waren samen getrouwd.

En die hadden een papa Gij.

En toen zij getrouwd waren, probeerden ze altijd tegen die papa Gij.

Dat is Jokke.

Jokke Bruis in papa Gij keek zo.

Die zei zijn haar naam nooit.

Die zei van alles, maar nooit Jokke Bruis.

En toen waren ze uit elkaar.

En Jokke was weg.

Als het telefoong ging, zei hij die papa Gij.

Jokke Bruis.

Wat een goed verhaal.

Hij is er nooit vanaf gekomen.

Of heeft die papa Gij weggeruim.

Ah goed.

Terug naar Margot.

Hij zat in een voorstelling.

Hij zat in een voorstelling.

Met Waardenburg.

En met Wilfried Jong.

En die moest zich verkleden.

Margot, die moest van de ene kant van het toneel.

Heel ze aan de andere kant lopen.

En dan had ze een haastverkleding.

Dus ze moest altijd hard lopen.

En zij loopt keihard.

En ze loopt keihard tegen een decorstuk aan.

Wat daar niet had moeten staan in de donker.

En daar heeft zij een soort herzenbeschadering van gekregen.

En dat was heel erg heftig.

Want in het begin kon zij gewoon...

Met een lepeltje al in een kopje koffie.

Kon ze al niet tegen, zeg maar, het geluid.

Ze moest in een donkerkamer liggen.

Met een gordijn...

Ja, een donkerkamer, een gordijn dicht natuurlijk.

Daar wordt me niet donker.

Zien ze gordijn dicht doet.

Op de goede idee.

Niemand mocht iets zeggen en zo.

En ze moest helemaal...

Had ze ook micraïne dan?

Ja, ze had ook micraïne, ja.

Mijn moeder had altijd micraïne.

Hij lag altijd met een gordijne dicht.

Oh, ja.

Ik denk altijd wel dat ze met een micraïne veel moed moest overgeven.

Mijn moeder moest overgeven.

En die nam pillen, waardoor ze helemaal op zwold.

Dat was de enige wat die hielp.

Dat snap ik.

Die zat lekker in de eigen buurt thuis.

Nee, maar dat was echt verschrikkelijk.

Hij leek wel dat het voorbij was.

Als je dan gewoon niks meer kan, dat is echt verschrikkelijk.

Maar, en dat is heel goed van Margot.

Die is zo positief en die is daar toch weer bovenop gekomen.

Het is nog niet helemaal goed.

Ze heeft nog wel dat ze echt op moet letten.

Dat ze niet te veel doet.

Maar dat is echt wel...

Dat is echt wel grappig, ja.

Dat is echt wel goed dat ze er overheen is te komen.

En dan zegt ze hier dat Brabant is heel goed.

En lenden onder de tapijt kunnen schuiven.

En vervolgens bouwen ze gerust een feestje op hetzelfde kleed.

Zand erover gewoon voor je afleid te glijden.

Dat heeft deels met schaamte te maken.

Toch moet je soms een vloerklit oplichten en het gesprek aangaan.

Nou, ik denk dat ze daar zeker een gelijk in heeft.

Ik denk ik ook.

En ik vind ook zo goed dat ze zegt...

Op een gegeven moment, mijn ziekte heeft me niks goed gebracht.

Heel veel mensen zeggen, ja, het zambalair is goed voor zijn gemeen.

Ze zeggen altijd, ze zeggen mensen altijd.

Het heeft ook een goede kant.

Als ik toch iets positief moet noemen,

ik heb geleerd beter naar mijn lichaam te luisteren.

Dat zal jou aanspreken.

Maar ik vind het goed dat ze zegt,

ja, m'n ziekte heeft me gewoon niks goed.

Ik denk altijd, ja, het moet ook altijd iets positiefs hebben.

Maar soms heeft het er gewoon niet.

Nee.

Maar nu staat ze ook weer op de parade.

Oh, ja, wow.

Is dat dan niet heftig?

Ja, dat lijkt me wel moeilijk om dat dan op te zoeken.

Want dat is nou net wat heel erg zwaar is.

Ja, goed.

Maar goed.

Volwassenvrouw.

En dan had ik nog een life changing avontuur,

de reis van m'n leven.

Dat zijn verhalen van mensen die een reis hadden gemaakt.

En eigenlijk, zo had ik gezegd,

de reis van je leven,

dat je leven verandert in een reis.

Toei, reis.

En dat had Louel de Jong heeft die teksten gemaakt.

En het is margot,

heenkamp, heenkamp, H-E-H-E-N.

Heenkamp.

Heenkamp, 1970.

Als je het helemaal in zin doet,

moet je altijd een rekenmachintje erbij halen.

Ik zal het ze doorgeven.

Ik heb binnenkort een gesprek met ze.

Dat je dat heel irritant vindt.

Ja, daar moeten ze gewoon de leeftijd.

Ze moeten het zelf uitrekenen.

Ik denk ze niet vriendelijker vinden

dat er niet een leeftijd staat.

Ja, maar dat doen ze dus toch.

Ja, oké.

Ja, dus schrijf me eventje op.

Dat is niet goed van ze.

Maak een aantie.

Nee, maar zij is verloskundige.

En zij ging per zelboot naar de Canarische eilanden.

En ze was samen met haar zus.

En voor de overtocht naar de Canarische eilanden

hadden ze een soort scheepmaatje.

Dan moet de boot aan het toe.

En dan zoeken ze mensen vrijwilligers die dan mee willen gaan.

Ze ging dan mee met haar zus.

Maar haar zus was zo ziek.

En er was een schipper, Gert,

en de eerste stuurman, Erik.

Die heette hun welkom.

Ze waren teamvrijwilligers en ze waren zo bezig.

Maar die zus was ziek.

Dus toen was alle aandacht natuurlijk bij die zus.

En ze was niet bezig met andere mensen aan boord.

Maar die kotsmisselijke zus, die zijn wel gewoon die Erik.

Dat is wel een leuke man, volgens mij.

Is dat niks voor jou?

Nee, het is niks voor mij.

Ik wil er niks mee te maken hebben.

En toen kwam er een storm,

moesten ze een haventje ergens in.

Moesten ze aanleggen.

In een gegeven moment komt Erik.

Komt de machine-camera uitlopen.

Met een oploot bovenlijf.

En een veeg oog.

Zo op zo'n wang.

Dat staat hier ook.

En toen ging er ogen open.

Ik zag hem.

Zeg het maar, Goh.

Ik zag hem.

Hij deed geen enkele pogong om verleidelijk te zijn.

Maar hij leefde zich heel bewust van zijn eigen sensualiteit.

En ook ik was verbaasd over mezelf.

En dan de plotseling opwinning niet serieus.

Tijdens de wedderrijd spraken we weinig met elkaar.

Zijn aandacht lag 100% bij zijn werkenstuur.

Maar jij natuurlijk.

Hij is een professional.

Hij is natuurlijk helemaal niet bezig met haar.

Vooral versieren.

Maar goed.

Toen voor de kus van Marokko van Anke ging.

En hij vanaf de punt van de boot in Zee-Dook.

We hebben een beetje een opschepper.

Misschien staat hij er ook.

Misschien alleen een beetje om te imponeren.

Alleen was hij geprikt erom kwal.

En toen kon ik daar mooi een zalafje op de wond smeren.

Ik weet niet waar hij kwal had gebeten.

Maar hij ging hij met zijn zalafje.

Hij ging hem helemaal zo insmeren.

En toen waren ze...

Toen kwamen ze op tinderief aan.

Nee, maar het stil.

Niemand zegt iets, maar toch een stil.

Toen kwamen ze...

Toen kwamen ze op tinderief aan.

Ze zijn namelijk helemaal niet meer geïnteresseerd.

Nee, maar toen kwamen ze op tinderief aan.

Oh, dat is waar.

Toen kwamen ze tinderief aan.

En toen zat hij...

Toen zat hij werkte er dus op.

En ondanks alle onitsprootwoorden wisten we dat we bij elkaar wilden zijn.

We wandelden op bloot de voeten door de haven.

En zoonden voor het eerst.

Hij bleef daar voor zijnzelf vakanties met groepen.

En ik ging terug naar huis.

Waar ik definitief mijn relatie beëindigde.

Daar had ze helemaal nog niet verteld.

Ze hadden ze een stuk tegen ons ook niet verteld.

Ze had gelogen.

Tegen ons, de lasertjes.

En wij dachten, nou ja, prima.

Nee, ze hadden gewoon een relatie.

Toen kijk je niet.

Jezus, zeg.

En die ander dan, die zus die zo ziek was.

Daar neemt niets voor jou.

Nee, ik heb nog een man.

Dat hadden ze de antwoord om te zijn.

Ja, dat hadden ze moeten doen.

En die zus die is gewoon van boord gegaan,

hebben ze nooit meer van goord.

Die is gewoon met hoofd.

En die met zeeziekten is ze van boord gegaan,

hebben ze nooit meer van goord.

En zij heeft uiteindelijk nog, met Erik,

bij hem, is ze nou met hem.

En ze zijn drie kinderen rijker.

Ja, rijker vind ik moeilijk om te worden.

Maar goed, ze hebben drie kinderen gekregen.

Dat is hartstikke leuk.

Mooi.

Ja, mooi, hè?

Ja.

Daar was ze de zin, dames en heren.

Zin, zin, zin.

En dan gaan we naar de moderne etiketten.

De moderne etiketten.

Oudewet, we waren er drie zoenen.

Toen werd het één moderne kus.

Of was het een knuffel.

Of is het een huk?

We hebben natuurlijk covid tussen doorgehaald.

Wat doe je?

Ik ben heel erg van de huk geworden.

Gewoorde?

Gewoorde.

Dat was ik niet zo.

Alleen nog met oude mensen doe ik drie kussen.

Dus als ze geboren zijn voor 1945.

Ja, ik zal het, hè?

Ja, voor 1945.

Nee, maar ik bedoel, die altijd gewend waren, weet je?

Vrienden van mijn moeder en dingen.

Die doe ik dan op drie kussen.

Ja, hij doet niet ineens hukken.

Dat is een beetje raar.

Nee, dat is een beetje raar.

Ik zeg allemaal huks.

En jij?

Of één kus doe ik ook wel eens.

Kus op mond.

Kus op mond, dat is echt wel...

Dat doet bijna bij niemand.

Nee, bijna bij niemand.

Ik vind een huk ook fijn.

Hoeveel mensen kun je op de mond?

16, nee.

Een klein clubje hoor.

Hij is gewoon in een circle.

Niet veel.

Nee.

Maar wel mijn kinderen ook.

Oh ja, ik jouw kinderen...

Nee, nee, nee.

Dat is waar, die was ik even vergeten.

Die pak ik altijd even lekker vast.

Oh, weet je het nog van vroeger?

Dat je dan zo'n geeftant is een kus.

Dat je dacht, nee.

Want je hebt een pukkel en de andere kant zit een haar.

Ik wil haar maar niet een kus hebben.

Geeftant een kus?

Maar ik vind het wel heel goed dat kinderen hallo zeggen tegen...

Halo is iets anders.

Ja, zeker.

Ik vind het heel fijn.

En ik moet je zeggen toen we corona hadden gehad.

Dat was ik ook fijn.

We zijn een beetje af van die dingen.

Dat dacht ik dus.

Ik dacht dus dat we daarmee klaar waren met al het kussen.

Dat is toch ook wel weer een beetje terug.

Ja, gedeeltelijk.

Maar heb ik sinds corona,

doe ik dat en dat vind ik eigenlijk super fijn.

En hoe huk jij?

Net zo lang als Walter?

Nee.

Wat ik heel leuk vind is...

Een kus op de wang en een huk, zeg maar.

Dus een kus op weg naar de huk.

Ik vind het voorbij.

Vind ik leuk.

Rob zei, maak mij niet zo veel uit.

Ik ben niet zo mensen schuw als de meest die in lijken te zijn.

Als er maar geen combinatie is.

Voor je het weet geef je iemand een box op zijn wang.

Ja.

Ja, dat is...

Volgens mij heb ik er wel eens verteld waarom wij in Thailand...

en die jongen die mij aan boord wilden helpen.

Nee.

Want ik ben natuurlijk in de ogen van de andere mensen.

Daar in Thailand.

En die stond zo met zijn hand.

En ik dacht dat hij een box wilde maken.

Dus ik doe zo...

En hij had zo'n kijk.

En Karim kwam niet bij van het lachen.

Want hij zag natuurlijk...

En het was gewoon bedoeld dat hij zijn handpakt om aan boord te lopen.

Zo van kom maar.

Maar ik denk...

Yo, yo, yo, yo.

Ik ben een rapper.

Oh, dat was echt verschrikkelijk.

Maar die jongen...

Ja.

Mensen waarvan ik hou, zegt Lisette, een knuffel,

ander een hand.

Oh, een hand geef ik...

Een hand geef ik mij niet.

Ja, echt onbekende mensen, toch?

Stel je het toch voor?

Als jullie bekend zijn.

Voorstellen aan iemand, doe je het toch met een hand?

Of niet?

Dag.

Nee.

Ik geef niet heel veel mensen een hand.

Maar ik vind dit wel grappig.

Ik vind het heel fijn als het wordt afgestemd.

Maar ik niet uit welke begoeding je kies.

Maar kom het even aan.

Ik ga je een knuffel geven.

Ik moet je zeggen, daar word ik heel nerveus van als iemand dat zegt.

Dan denk ik echt... Want?

Ik ga je bij je in het linkerbos pakken.

En dan pak ik je zo in je nek.

En dan trek ik je zo op.

Dan is het prima.

Toch? Als ik het aangekondigd.

Hoe zo maak je daar nou eens een toestand van?

Ik had het toch verteld.

Ik heb echt gezegd wat ik ging doen.

He, hoi uitspreken.

En je hand opsteken.

He, hoi.

Dat is een beetje populair.

Meeste mensen vinden die knuffel inderdaad net als wij wel.

Een heel goed idee.

Heel goed, attentief.

Nou ja, dit was het dan.

Tot de volgende keer.

Tot de volgende keer.

Dan neem ik jullie mee naar mijn favoriete plek in huis.

De voorraadkast.

Iedere week haal ik er één product uit

en zal jullie daar in een paar minuten tijd alles over vertellen.

Zoek in je favoriete podcastapp naar jullie's voorraadkast.

Kast met een K.

Want uit een kast met een C kun je niet eten.

Machine-generated transcript that may contain inaccuracies.

Nieuwe aflevering! Bejaardentehuis.

Marc-Marie heeft er gewerkt - en dat nam hij erg serieus, anders zouden er doden vallen. Isa onthult hoeveel mensen zij op de mond kust en we kraken onze hersenen tijdens het lezen van ‘Zin Magazine’.


🌱 Gebruik de code HELLOISA hier en bespaar tot wel €85,- op je eerste 4 boxen! Voor oude en nieuwe HelloFresh'ers (als je meer dan 1 jaar geleden je lidmaatschap hebt opgezegd).


🎧 Geproduceerd door Tonny Media.


❤️ Instagram

⭐️ TikTok

🎥 YouTube

💌 Mail ons

🎧 Marc-Marie & Isa Vinden Nog Eens Iets is exclusief te beluisteren op Podimo, om de week op woensdag.


Hosted on Acast. See acast.com/privacy for more information.