VRT MAX VRT MAX 10/25/22 - Episode Page - 44m - PDF Transcript

Tot mijn grote opluchting is er eindelijk nieuws over Fred.

Ik krijg mail van Keel Segier, een medewerkster van een lokale Jodse organisatie.

En of course, kent ze Fred Keder.

Fred is samen met zijn vrouw die ziek is, recent verhuist naar een nieuw appartement.

En dat verklaart waarom al mijn berichten verloren zijn gegaan.

Keel bezorgt me Fred's nieuwe nummer.

Het is al donker buiten.

Maar in Omaha is het twee uur in de naamiddag.

Dat is het beste uur voor Fred, want dan rust z'n vrouw.

De lijn is erg slecht, maar we praten meer dan twee uur.

En Fred's verhaal wordt levend en de geschiedenispots heel tasbaar.

Op het einde spreken we af om opnieuw te bellen en verder te praten.

Mijn naam is Bart van Nuffelen, van Mart Attentatief.

En samen met Lucas de Rijke en VRT Max presenter ik u,

wonderlijk wezen dat naar dit verhaal blijft luisteren,

een extra lange episode van de kunst van het verdwijnen.

Want de dingen vallen stil aan op hun plaats.

Aflevering 7, De Sleutel.

We zijn nog altijd op de toren van de Kalmthoutse hei.

Michels Leeks, die nu trouwens voor de federale politie werkt,

vertelde me al dat de tunnelrovers aangestuurd werden door de vorige zakkone.

Ik probeer me voor te stellen hoe ze te werken.

In augustus 2018, zes maanden voor de tunnelroof,

arriveren twee leden van de organisatie in de stad.

Josef en Dato.

Josef, alias Eddie de Diamanteur,

huurt garages en het appartement dat als rovershol zal dienen.

In diezelfde periode sluiten Dato in een gokcentrum vriendschap met Koba en Gio.

Vanaf dan zijn de drie vaak samen op pad.

Dato, Koba, Gio.

Wanneer de andere bende leden in de stad arriveren is niet duidelijk.

De rat, waar licht van zodra het kelder appartement wordt gehuurd,

drie maanden voor de tunnelroof.

De gravers, Malloy en Maasder,

vermoedelijk pas als de tunnel zelf wordt gegraven.

Het meest raadselachtig blijft de gangster met de rolkoffer.

Het is niet duidelijk wanneer die in de stad aankomt.

Hij wordt niet gezien door de kameras.

Maar een Joodse buurtbewoner ziet vanaf september 2018 al een verdachte orthodoxiood.

Hij rokt een sigaret op de hoek van de Nervirstraat en de Lamourinièrestraat,

de straathoek waar betellijk is naar weerkeren.

Ik vraag Michael wat de rol is van de gangster met de rolkoffer.

Is hij de leider van de bende?

Ik denk dat de uitvoeringsphase begint wel.

De uitvoeringsphase wordt gestuurd voordat de organisatie,

de vorizakode, een toezichthouder is.

Die zegt van, kijk, jij moet nu dat gaan halen.

Dat is logisch.

Een Belg, Koba, die je dat machine gaat halen in Nederland,

dat is niet zo verdacht, want die spreekt de taal.

Je stelt een dreamteam samen, een all-star team van,

kijk, wat hebben we nodig?

Die mensen die in een tunnel gegraven heeft,

die gaan ze volgende keer als zo'n soort gelijke drop hebben,

gaan ze zeggen, maar jij hebt expertise, je hebt ervaring.

We gaan nu terug in de uren.

Dus het klopt wat ik al zo lang dacht.

De gangster met de rolkoffer leidde de operatie.

Weet je hoeveel mensen dat ze in die kluizenzaal hebben gezeten?

In de kluizenzaal zelf zijn geen camera.

Dus eigenlijk is dat nooit echt definitief geweten met hoeveel.

Het gat was niet echt groot.

Degen die erin zijn, gaan we al niet de grootste.

Koba wilde niet binnengewezen in die kluizen.

Ik ben zeker van, die is hartig groot voor.

En dan zegt Michael iets dat ik niet had zien aankomen?

De jood, ja.

Ik ben eigenlijk al zeker van.

Die is echt wel klein, smal.

En die is echt een kleine, smal man.

En ik denk dat hij ook is binnengewezen.

Als dat zou kloppen, is dat echt ongelofelijk.

De gangster met de rolkoffer leidde dan niet alleen de operatie,

hij voerde ze ook uit.

Hij haalt kluiskes leeg,

terwijl de politie aan de andere kant van de kluisendeur wacht

op iemand van BNP.

Hij verdwijnt juist op tijd terug door dat gat.

Kruipt er de tunnel en wandelt een beetje later rustig weg met de buit.

Rake takke takke.

Opnieuw voel ik bewondering.

Ben na ontzag.

Dat je dat durft.

Dat je dat gewoon doet.

Ik zou van het idee alleen al een hartaanval krijgen.

En weten we wie dat een orthodoxe joot of orthodoxe gangster is?

Niet meer 100% zekerheid.

Er zijn altijd namen al geopporten door de Gjorgse politie.

Ook door fotovergelijking te maken.

En er is een naam die circuleert.

Ik heb de originele mugshot gezien van de Gjorgse politie.

Het lijkt mij hem.

Een kleine en zonder snor in techt.

En waar is hij?

Als ik het zou weten.

Ofwel is er mijn Gjorgge terug.

Misschien is het mijn strand in de sechellen met de buit.

Maar hij is ook maar de uitvoerder.

Dus hij zal de buiten ook moeten afgeven hebben.

Om de mysterieuze man met de rolkoffer af te ronden.

Het verhaal gaat op het moment dat hij in die auto stapt.

En dus definitief de stad gaan verlaten.

Dat hij even knikt naar de camera.

De pretlichtjes in Michels ogen beginnen te gloeien.

Wel, die is de stad eigenlijk in.

En die koffer wordt aan de mooie weg geborgen.

En dan kijkt hij nog even naar de synagogue.

En dan knikt hij nog even met zijn hoofd.

De gangster met de rolkoffer knikten naar de camera.

En neemt zo op een grootse manier afscheid van de zevende wijk en van de politie.

Die hem niet zal pakken.

Het is een schitterend filmbeeld.

En het vervolg is al even filmisch.

Want zo stel ik het me voor.

Terwijl de auto wegrijdt,

gooit hij achterloos zijn hoed op de achterbank.

Trek het zijn snorken af en knipoogt naar dato.

Die aan het stuur ziet.

En ze rijden de stad uit.

En net op het moment dat ze de toren van de federale politie passeren,

krijgt de officier van wachttelefoon.

Dat ze dringend naar de Belgelijn moeten komen voor de kraak van een bank.

Die binnen enkele uren de tunnelroof zal heten.

En heel de wereld zal verbazen.

Op mijn schema op de muur

verschijnen er intussen steeds meer vraagtekens bij de bank.

Want hoe meer ik erover nadenk, hoe zotter het wordt,

dat een bank de alarmsysteemen uitschakelt omdat het alarm te vaak afgaat.

Niets medeelt over de buit en niemand te woord wil staan.

Ook ons niet.

Beste.

De persdienst ontvingt uw verzoek via ons kantoor in Antwerpen.

We kunnen helaas geen positief gevolg geven aan uw verzoek.

Daarom vraag ik het aan Michael.

De bank wil niets zeggen over de omvang van de buit.

Maar als ik ieder op door denk, veel kan dat toch niet zijn.

Er zijn maar 27 kluisjes opengebroken. Alles staat in één koffer.

Dat is maar één koffer.

Maar in één koffer, als er 500 diamanten in zitten,

of er zit 10 kilogram gauw, nu 10 gram gauw,

dat is ook nog niet overdreven veel.

Dat zijn juist heel goeie diamanten.

Dat kan dus.

Dat ik alles kan.

Het leuke is dat we kunnen denken dat die onijne gereik zijn.

Onijne gereik zijn of dat die gewoon in een heel noep waardeloze papieren zitten.

Dat hopen we dan, maar dat is die denk ik.

En dan stel ik een vraag waarop zelfs Michael's leeks wat terughoudend reageert.

Heeft de bank goed meegewerkt met de politie?

Dat is een heikelpunt.

Dat is een heikelpunt.

En de bank, de bank is de bank die we dat zoek gezicht van.

Ze betekent wel meegewerkt, maar dat is niet van harte.

Ze hebben wel meegewerkt natuurlijk.

Maar ik weet dat er op een gegeven moment

zelfs bijna geen terecht is geweest met huiszoekingsbevelen

om medewerking te krijgen.

Dat zijn heerig misschien.

En het einde zijn allemaal wel geregeld geweest.

Maar het was moeizaam.

En zo worden de vraagtekens alleen maar groter.

Want om de tunnelroof zo perfect uit te voeren

moet er iemand geweest zijn die de kluizenzaal heel goed kende

die exact wist waar het gat moest uitkomen.

Weten bank wie er allemaal in de kluizenzaal komt.

En is er iemand vaker geweest dan normaal?

Ik stuur opnieuw een mail naar BNP Paribas Fortis.

Vertel hen dat ik met iedereen sprak over de tunnelroof.

Ook met de politie.

En ik vraag opnieuw een gesprek aan.

Het is duidelijk.

De bank wil dat de wereld deze tunnelroof zo snel mogelijk vergeet.

En dat snap ik vanuit hun standpunt.

Maar ik wil er toch meer over weten.

En omdat de bank zelf niks wil zeggen

gaan we langs bij iemand anders die over hen kan spreken.

We spreken af met Jozef van der Meulen.

Medewerker van Fairfien.

Dus dat betekent dat ik allerlei onderzoek doe

over de financiële sector in het algemeen

en hun impact op de maatschappij.

Jozef en zijn collega's bij Fairfien

volgen de Belgische banken al jaren op de voet.

En hoe kijken de banken naar jullie?

Ik denk als kritische, soms een beetje vervelende, luizende pels.

Jozef kent het verhaal van de tunnelroof.

Ik geloof dat er ook echt kluisjes zijn er over geweest.

Daar zitten waarschijnlijk emotionele waardevolle dingen in die weg zijn.

Dat is oprecht heel spijtig.

Voor de bank, dat is ingerekend in hun financiële waarschijnlijk,

die zijn ervoor verzekerd.

In het BNB-hoofdkantoor lagen ze niet wakker van die tunnelroof.

Dat is het board of deal voor hen.

BNP Paribas zit sowieso in de top 10 grootste banken ter wereld.

Die controleren duizenden miljarden euro's.

Dat is een gigantisch machtig invloedrijk instituut.

Daaraan afgemeten is de buiten de tunnelroof niet heel.

Of die nu 2 of 200 miljoen is.

En ineens begrijp ik dat ik te klein kijk.

Tijdens mijn onderzoek was ik bezig met de roof, de buit, de daders.

Maar Jozef stuurt het gesprek in een andere richting.

Hij wijst me erop dat er daarachter een grotere wereld schuilt.

Die oneindig veel complexer en ingrijpender is.

Er zijn heel veel onderzoeken naar welke banken de meeste fossiele brandstoffen financieren.

In 2020 was BNP, ik denk, nummer 4 in de wereld.

En ze zijn ook de grootste stijger daarin.

Het gaat niet omlaag, het gaat omhoog.

En wat zij ook doen is bijvoorbeeld nieuwe olie- en gasvelden financieren.

Dus bedrijven die extra olie- en gasbronnen aanslaan.

Intrationale energiënsappen heeft gevraagd om daarmee te stoppen.

En het is ook gevraagd om financiering daarvan te stoppen.

En BNP stopt niet, BNP investeert meer in bedrijven die dat doen.

En ineens wordt de tunnelroof futiel, onlozel.

Want wat is een verhaal over een tunnelroof als de wereld versgroeid?

En zijn er nog andere problematische sectoren waarin BNP Paribas Fort is investeerd.

Ja, het ding is een beetje omdat BNP Paribas zo groot is.

Het zit in quasi elke sector.

Dat zijn wel een paar extreme gevallen geweest afgelopen jaren.

Josef vertelt me dat de bank in de jaren 90 strenge internationale sancties heeft ontweken.

Die waren opgelegd aan Sudan.

Waar op dat moment een genocide aan de gang was.

En het land stond onder super strenge sancties

om te proberen die overheid te versticken, omdat ze geen geld meer hadden.

En BNP heeft dat ontweken en gezocht dat die overheid toch geld krijgt.

En ze zijn daar uiteindelijk voor aanklaagd door de Amerikaanse overheid.

En hebben in 2014 schuld bekend.

Dus BNP heeft toegegeven dat ze dat hebben gedaan.

En heeft onder andere voor die ontwijking en voor andere ontwijking van sancties

een boete gekregen van 9 miljard dollar van de Amerikaanse overheid.

Een van de grootste boetes die ooit is gegeven.

En er zijn nu ook meerdere rechtszaken bezig van onder andere in Frankrijk, in de Verenigde Staten.

Waardoor Sudanese vluchtlingen of Sudanese inwoners BNP aan het aanklagen zijn

voor hun steunende overheid.

Voor hun steunende aan de Sudanese regime.

Hoe komt dat een bank dan erop gewezen wordt, maar toch niet stoot?

Zijn die dan bewust slecht?

Nee.

Ik geloof niet dat de mensen bij BNP bewust slecht zijn.

Maar een bank is een financiële instelling.

In een competitieve financiële omgeving.

En het moet winst maken.

En het is die competitieve winst-yterheven omgeving die BNP Paribat drijft naar dat soort praktijken.

Elke grootbank doet zo'n dingen.

Maar dat betekent niet dat het niet kan veranderen.

En in een groot deel daarvan is dat we gewoon

moeten nadenken over hoe banken een andere maatschappelijke rol kunnen spelen.

Geld is en blijft een zeer machtig ding.

Dingen die geld krijgen, dingen die gefinancierd worden, die gebeuren.

Dingen die geen geld krijgen, dingen die niet gefinancierd worden, die gebeuren niet.

Dus BNP Paribat en andere grootbanken bepalen in superblangrijke mate hoe onze wereld eruit ziet.

En dat is niet alleen vandaag, dat is ook.

Ze maken investering in projecten op dat lange termijn, dingen die 10, 20, 30 jaar duren.

Dus de investeringen die BNP Paribat vandaag maakt,

bepalen de wereld van binnen 10, 20, 30 jaar.

De dingen vallen op hun plaats.

Ik zie een planeet die door duizenden mannen mijn rolkoffertjes wordt verhit

in opdracht van winstmaximalisatie.

Wat dat dan weer verzorgt, dat courierbedrijven onder druk komen te staan.

Zodat de leveranciers van waspmachines nog sneller en harder moeten werken

en beginnen dromen van een andere leven.

Koba en Gio staan niet meer in mijn lieving.

Het zijn ineens pionnen in een groot mondiaal spel

waar zij de rol spelen van lage betaalde interimarbeider

zonder uitzicht op een vast contract,

zonder de belofte van een carrière,

zonder perspectief op een groot en meeslepend leven

dat in ochtends voorgespiegeld wordt.

In de reclamen op tv, in filmjes op TikTok, Facebook en Instagram,

waar de helden van vandaag jongen gasten zijn,

die in Ibiza in discotheken met flessen van 10.000 euro staan te spuiten,

op een VIP-podium, hoor boven de rest.

Maar om dat te kunnen doen, moet je dus een durfkapitaalbedrijf hebben,

een filmster zijn of beleggingsanalist van een grote bank.

Of, je kunt een bank beroven.

Dan wordt Dadineus een serieuze optie.

De bandiet met de rolkoffer wordt steeds minder belangrijk.

Hij was enkel het prizma die de Zevende Wijk en de Omliggende Wereld belichten.

In zijn spoor kwam ik in de vonklonde Diamant Buurt terecht.

We leerden over een vergeten aanslag en vond in Amerika een man

die als kind heel alleen door de Zevende Wijk dwaalde.

Fred.

Het is mijn allererste vraag, want die naam is belangrijk in dit verhaal.

Fred heette niet altijd Fred.

De eerste jaren van zijn leven heette hij nog gewoon Frans.

De kleine Frans Jeruzalski stond op lijsten

en was voorbestemd om net als de rest van zijn familie vermoord te worden in Auschwitz.

Maar dat gebeurde niet. Dat gebeurde doorheen de oorlogsjaren

bijna miraculeus drie keer niet.

Het verhaal van Dr. Fred J. Keder begint in Antwerpen.

Van die eerste jaren herinnert hij zich weinig of niet.

Hij was nog te klein, nog te jong.

En hij krijgt de kans niet om die herinneringen op te bouwen,

want iedereen zal vanaf 1942 uit zijn leven verdwijnen.

De eerste die verdwijnt is Fred's vader.

Hij wordt opgeforderd om te gaan werken aan de Atlantique Waal.

Doe je remember anything about your father?

No. I knew I had a father, but that doesn't mean very much, you know,

as such as it's specific for me, everybody has a father.

De vorige die verdwijnt is Felix, de oudste beroer van Fred.

I separated from my family basically because the Nazis were taking people away

at different ways at different times.

Felix krijgt in juli 1942 een oproepenbevel om te gaan werken in het Oosten.

Hij meldt zich aan, wordt op transport gezet en onmiddellijk vergast.

Vanaf augustus 1942 beginnen de nachtelijke razzias.

Ze gaan gepaard met brutgeweld.

En dan is het 11 september 1942.

Er is opnieuw een razzia, maar deze keer gewoon overdag.

Fred en zijn mama zijn die dag toevallig buiten, op straat.

Ze worden opgepakt en naar het centrale station gevoerd,

waar ze worden samengedreven in afwachting van hun transport.

Fred's vader is intussen nog altijd aan het werk aan de Atlantique Waal.

Die weet niet wat er met zijn gezin gebeurt.

In de schaduw van het centrale station neemt Basha Christaal, de mama van Fred,

de hartstofscheurende beslissing haar zoon weg te sturen.

En ik vind het ongelofelijk dat de mama dat kan, dat doet.

En zo stapt Fred weg uit de versperring.

Hij stapt het leven van zijn mama uit en ontsnapt voor de eerste keren aan een zekere dood.

De volgende 50 jaar blijft Fred in het ongewisse over wat hem verder is overkomen.

Ik vraag Dr. Keder heel voorzichtig of hij zich het gezicht van zijn mama nog kan herinneren.

Fred kijkt niet om en stapt helemaal alleen door de straten van de Zevenbewijk.

Tot hij in de buurt van een weeshuis door een onbekende wordt aangesproken.

En pas jaren later herinnert hij zich plots wie hem toen aansprak.

Hij ziet op tv de jeugdreeks de vliegende nomen.

En ineens weet hij wie er zich over hem ontvormde.

Je had een soort van een goede manier die naar beneden kwam.

Ja, hij was niet een vliegende manier.

Hij zei dat hij niet een vliegende manier was.

Hij had een vliegende manier over mij.

Maar dat weet ik niet.

Het gevoel dat hij een tweede keer werd gered door een jongen, een kind nog.

En zo beschrijft Fred het.

Al die herinneringen van zijn vroege kindertijd zaten in een kluis van achter in zijn hoofd.

En de sleutel om die kluis te openen is weg.

Schijnbaar voor goed.

Ik fiets voor de zoveelste keren door de zevende wijk en ben perfect te volgen.

Want door die podcastavontuur, dat in tussen een idiot de twee jaar duurt, zie ik de camera steeds beter.

Zeker steeds meer. Ze zijn werkelijk overal.

En daar begin ik mij vragen over te stellen.

Dat wil ik wel hele tijd gezien worden.

Perfect volkbaar zijn.

In 2017 kon stadsdichter Maarten Ingels nog met veel moeite een onzichtbare route uitekenen, die hem ongezien door de stap leiden.

Vandaag zou dat niet meer lukken.

Het is hier definitief onmogelijk onzichtbaar te zijn.

En door het verhaal van Fred vind ik dat plots heel onbehaaglijk.

Want er komen niet alleen steeds meer cameras.

Ze worden ook altijd maar beter.

De beelden die ik in de loop van mijn zoek toch te zien kreeg, waren vaak verbluffend gedetailleerd.

En ook de informatica programma's achter die cameras worden elk jaar beter.

Wij hebben ook een programma waar ik een voorbeeld geef.

Michael legt mij de werking uit van brief kan.

Een gesoffistekeerd zoeksysteem op basis van camera beelden.

Het astritplein gebeurt van alles. Trams, bussen, motors, fietsen, mensen in de voet gaan.

Ik steek die 24 uur beeld in dat systeem en ik zeg, ik ben enkel op zoek naar de gele auto's.

En die gaan mij ook beeld, enkel de gele auto's nog laten zien.

Maar je ziet wel het astritplein.

Dus het is exact dezelfde beeld, maar alles is gewoon weg.

En eigenlijk, uw 24 uur beeld wordt misschien herleid naar 2 minuten,

want je beeldt zoveel clipjes met gele auto's die worden gewoon achter elkaar geplakt.

Ik kreeg zo'n selectie te zien.

En het is echt ongelofelijk.

Het drukke astritplein is ineens leeg.

En het enige dat je ziet, is een reeks geel auto's achter elkaar.

En dat lijkt precies dat in één oud en anderheid, maar dat kan zijn in één oud en ander in 4 uur.

Het is een betoverend science-fiction beeld.

En dat is dan nog maar niets waarschijnlijk, want die hebben er nog veel meer programma's bestaan

die wij niet kunnen betalen als politie, die nog beter zijn.

Maar met het verhaal van vred ingedachten, wordt het ineens ook een huiveringwekkend toekomstbeeld.

Want zo besef ik ineens, die zoeksystemen gaan blijven verbeteren.

En het Kameranetwerk wordt de komende jaren verder uitgebreid.

Dat is beslisd beleid.

De Kameras worden altijd maar slimmer.

En wij komen steeds beter in zicht, steeds beter volgbaar, leesbaar.

Het dystopische science-fiction beeld van een ultra bewaakte stad met spionage drones is vlakbij.

De eerste testen in de haven zijn achter de rug.

En de resultaten, zoals staat in de krant, waren veelbelovend.

Ik lees op het internet dat het burgerprotest in Hongkong

met dit soort kameratechnieken is neergeslagen.

De science-fiction is de realiteit geworden.

Mensen zetten strepen op hun gezicht om niet herkend te worden door gelaadserkening.

Wat soms lukt, maar dikkels niet.

Mensen kunnen niet meer op de noek van het straat samen komen om te overleggen,

want de Kameras hebben oren.

Dus wijken ze, volgen ze, verbijten hun boeden.

Ineens voel ik me niet meer zo gerust in mijn doorkameras bewaakte stad.

Ik leg het vraagstuk ook voor aan Michels Leeks.

Het is onmiskembar dat er meer en meer wordt ingezet op Kameras.

Ik vermoed dat dat iets is dat gaat toejocht.

We gaan nu heel raar klinken wat ik nu zeg.

Ik juist dat je dat doet omdat dat enorm veel dingen oplost.

Tegelijkertijd ben ik me heel erg bewust van het feit dat Kameras

potentieel een inbreuk zijn op uw privacy.

Ik ben blij dat er mensen zijn die effectief over de privacy waken,

ook dat je zo'n ding zo gevindt.

Maar het is wel goed dat die met die deflexie maakt.

Want natuurlijk, van dat politisch stand, denk ik,

laat op elke noek met de camera zitten en dat iedereen bij jou spreekt.

Zijn vingerafduk is een DNA maar afstand.

Natuurlijk denk ik dat.

Dat maakt mijn werk veel gemakkelijker.

Maar is dat Big Brother?

En daar moet er voorop passen.

De overheid van vandaag is misschien perfect.

Democrat is dit en dat.

Maar is die binnen 20 jaar nog even democratisch?

32, denk ik.

34, ja, hier.

Grossman.

Ik ga op bezoek bij Michel Grossman.

Mogen we binnenkomen?

De man die als jongen de aanslag van 1980 meemaakte.

We spraken hem op de hoek waar die aanslag plaatsfond.

En toen filmen op hoe Serene hij vertelde over die noodlotte gedag.

Over de dood van zijn neef David.

Over zijn eigen overleven.

Maar nog niet alles is verteld.

Enkele dagen na onze ontmoeting heeft hij me gecontacteerd.

Hij heeft nadien nog veel aan David gedacht.

Zijn neef die bij de aanslag gedood werd.

En hij wil me nog iets over hem vertellen.

En Michel heeft er ook een kaft met knipsels.

Dat kunt u waarschijnlijk niet lezen.

Nee, maar ik heb wel geweldig dingen te kunnen vertellen.

Dat ben ik.

Ah, dat bent u.

Maar ik herken uw kinderen er natuurlijk.

Kijk.

Michel en zijn vrouw hebben acht zonen.

En een aantal van hen woont nog thuis.

Ze kijken mee naar de foto's.

Wat hebben jullie er al gezien dit?

Het zijn vriendelijke open jongens.

Gewoon jongens als mijn eigen jongens.

Op het tweede zicht.

Want op het eerste zicht zijn ze totaal anders.

Ze dragen een kippeltje.

Hebben een grote krul achter hun oor.

En dragen net als hun vader dit ziet-ziet.

Het witte hemd met rafels.

En nog een verschil.

Ze zitten niet achter computerschermkes verdoken.

Dat vindt u?

Ja.

Ik zie kranten foto's van Michel zijn gezicht.

Dat door ontelbare granadesprinters is getroffen.

Dat u er nog zo goed bent uitgekomen.

Dat is de latter van mijn vader.

Hij heeft mij naar het kamp gebracht.

Hij was helemaal met gaten van de aanslag.

Maar hier zie je dat niet.

En dan vertelt Michel waarom hij nog vaak aan David denkt.

Ik denk dat hij met gered is.

Want het kwam van de Nerveerstraat, van de hoek daar.

En dat ging door.

Ik stond hier en hij stond hier.

Hij heeft het voornamelste opgevangen.

En hij met gered.

Ja.

Maar wij geloven dat God ons altijd heeft beschermd.

En nu ook.

Ik en mijn vrienden zijn gebleven.

God heeft het ontgered.

En wat doen we dan met dat die niet gered is?

Hoe moet je papa dat dan?

Ja, dat is...

Ze zeggen, de wet is niet logisch.

Dus er zijn wel dingen die wij niet kunnen begrijpen.

God is groter dan onze geheugen.

En het gaat ons te boven.

Onze geloof is heel sterk.

En hoe minder dat we begrijpen, hoe meer dat we geloven.

Ik kan het gesprek niet afronden zonder deze laatste vraag.

Want hij houdt me al lang bezig.

Weet u waarom dat kamp uiteindelijk toch iets door gegaan?

Ja, wij laten zich niet afschrikken.

Wij moeten niet aan de wijn geven wat hij wil.

En wij gaan verder ontleven.

Ik praat nog wat met Michel.

Want ik voel me op een gekke manier met hem verbonden.

We wonen allebei in het midden van de stad.

We zijn allebei vaders.

We maakten allebei iets mee dat onze jeugd overhoop haalde.

Ik een accident zonder te veel gevolgen.

Hij een dodelijke aanslag.

Maar ik weet nu al dat we elkaar na vandaag...

...wij ligt nooit meer zo los in.

Het leven van Michel Grossmann is gebouwd rond zijn geloof.

Hij gaat drie maal per dag naar de synagogue.

Zijn jongens gaan naar gasidische scholen en jeugdbewegingen.

Ze zullen gasidische meisjes trouwen.

In Pittsburgh, Jeruzalem of New York.

Het leven van de gasidische joden loopt parallel met de rest van de stad.

In een eigen georganiseerde wereld.

Wat er ook voor zal zorgen,

dat mijn toffe schermzonen en zijn toffe gebetszonen...

...wij ligt nooit verinde zullen worden.

Hallo, Dr. Cader.

Het is Bart van Belgium, Antwerp.

Ja, hoe ben je?

Hoewel een oceaan onschijt,

verloopt het contact met Dr. Fred J. Cader steeds beter.

Is alles goed met je?

Ja, heel stabil.

We hebben al veel gebeld.

Hij weet in tussend hoe slecht mijn Engels is.

Ik weet ondertussen dat hij me toch begrijpt.

Fred herinnert zich weinig tot niks van zijn moeder...

...en de wandeling door de straten van Antwerpen.

Maar hij heeft wel herinneringen aan de tijd toen hij zeven was.

Ik dacht dat ik in een Orphanisch was,

bij mezelf, met alle andere mensen daar,

dat ze daar waren, want ze waren er ook.

En ze waren ook Orphans.

Via de vliegende nom en een heleboel omwegen...

...kwam Fred in een weeshuis in Weesembeek terecht.

De oorlog loopt naar zijn einde.

Ik heb ook erg appréciëerd...

...dat we de vliegen vliegen over de nacht.

Wat we ontdekken, waren de vliegen...

...komt naar Duitsland om de Nazis te bomben.

En dan op een dag is de oorlog voorbij.

Al in het najaar van 1944...

...beginnt het weeshuis van Weesembeek leeg te lopen.

De mensen begonnen te vervangen.

De mensen die ik dacht waren Orphans, zoals ik...

...weren opgepakt door de familie, de vrienden van de familie.

Fred komt om Fred.

Hij blijft achter, samen met enkele andere kinderen...

...en amper nog begeleiders.

Fred wordt een wild kind.

Vrij en ongebonden.

En niemand komt hem halen.

Hij gelooft twee jaar lang dat hij niemand meer heeft.

Dat hij alleen op de wereld is.

Maar dat is niet zo.

In 1947 wordt hij opgehaald door zijn ongel.

De broer van zijn vader.

Die dacht dat zijn hele familie was gestorven in de Holocaust.

Hij is ertrouwd en leeft in Brussel.

Hij krijgt een nieuwe naam.

Maar het wilde, getraumatiseerde kind kan niet aarde in het nieuw samengestelde gezin.

Ze proberen het.

Twee jaren een stuk, maar het lukt niet.

Er is geen plaats voor raal.

Er is geen plaats voor herinnering.

Er zijn geen woorden voor de gruwel die nu voorbij is.

Ten einde raad komt zijn ongel Vera familie op het spoor in Canada.

En er wordt beslist om Fred daarheen te sturen.

En zo verandert alles opnieuw.

Fred vertrekt naar de andere kant van de oceaan.

Met de boot.

Het is een boelige trip.

En de familie die een vergezeld wordt ziek.

En zo is de nu elfjarige Fred eindelijk terugvrij.

Hij zwerft over de boot en sluit vriendschap met een barman.

Fred komt aan in Canada.

Waar hij wordt verwelkomd door zijn nieuwe familie.

De familie Keder.

Hij begint aan een nieuw leven met opnieuw een nieuwe naam.

Fred is ook in Canada nog steeds wild en op zichzelf.

Hij verdwijnt, verstopt zich en wacht uren tot zijn terugvinden.

Fred komt opnieuw ergens thuis.

Fred Keder zicht het zelf niet meer zoveel worden.

Maar hij is een uitzonderlijk begaafd student.

Ik eindde een grote school en vond het een hoge school.

En ik kon het heel goed doen.

En zo kwam het tijd en kwam het naar een hoge school.

En daar was ik ervoudig om de woorden te leren.

Elke morgen start Fred in de spiegel en denkt aan zijn ouders.

Hij is nu een benna volwassen man.

En weet niet wat hij moet met zijn leven.

En dan op een dag zijn hij nees, zijn ouders bij hem.

En dan weet hij het antwoord.

Fred beslist voor de spiegel om dokter te worden omdat hij beseft dat hij zelf geholpen is door zoveel mensen.

En hij wordt niet zomaar een dokter.

Hij wordt pediatris neurolog.

Dat moest ik dus opzoeken.

Dat is een kinderdokter gespecialiseerd in aandoeningen van het zenuwstelsel.

De jonge man van de spiegel weet waar hij naartoe wil.

Maar hij weet nog steeds niet waar hij vandaan komt.

Zijn geschiedenis is verdwenen en dat zal zo blijven tot op één wonderlijke avond in 1991 waarop hij plots alles leert, alles begrijpt, alles ziet.

Dat is ongelooflijk dat het zo lang duurt.

Dat duurt bijna 60 jaar.

Dat is ongelooflijk.

Machine-generated transcript that may contain inaccuracies.

Een extra lange aflevering. Want de dingen vallen stilaan op hun plaats. De gangster met de rolkoffer neemt groots afscheid van de wijk. En Fred vertelt hoe alle leden van zijn gezin verdwijnen, tot hij alleen overblijft. En zich niets herinnert. Niets weet. Niets begrijpt.