De Kunst van het Verdwijnen: 6. Kind van de rekening

VRT MAX VRT MAX 10/25/22 - Episode Page - 31m - PDF Transcript

Het is ongelofelijk. Fred, het jongske dat meer dan 80 jaar geleden helemaal alleen door de zevende

wijk stapte, leef nog. Dr. Fred J. Keder is nu 84 jaar en woont in Omaha, een grote stad in

de Amerikaanse staat Nebraska. Online leer ik dat hij vroeger een succesvol pediatrische neurolog was.

Dat moet ik opzoeken. Dat is een kinderdochter, gespecialiseerd in aandoeningen van het CNU-stelsel.

Ik schrijf hem een zo schoonmolige mail, dat ik zijn verhaal op het spoor ben gekomen,

waar diep door ontroerd ben en het graag verder wil vertellen. Hier, in de stad en het land

waar hij geboren is, dat ik dus op zoek ben naar hem.

Mijn naam is Bart van Uvlo en dit is de kunst van het verdwijnen.

Een podcast van Mart Attentatief en Lukas de Rijken, in co-productie met VRT Max.

De muziek is van Tom Pintes, aflevering 6, kind van de rekening.

Het verslag van lastige, soms van hopige maanden in de zevende wijk.

We duiken diep in de diamantbuurt, nog dieper in de tijd en eindigen op de nieuwe brandtoren

van de Kalmthoutse Hei. In het dossier van de tunnelroof, wijst plots alles in de richting

van het diamantkwartier. Een lied van de Bende deed zich voor als rijke diamantair.

Het rovershol waar de tunnelroversamen kwamen ligt op de rand van het diamantkwartier,

maar vooral, ik hoor een nieuw verhaal over Michels Leeks, de vroeger baas van Tim Goudie.

En ook dat verhaal wijst recht naar de diamantwijk.

Michiel ontdekte dankzij de camerabeelden niet alleen dat de jood false was,

hij herkende ook een van de Bende leden. Het gezicht van de verdachte was op de beelden niet te zien.

Maar Michiel herkende de manier waarop hij stapte. Hij spoelde de beelden heen en weer,

scannen zijn geheugen. En dan wist hij het. Die man is Koba. En die hangt vaak rond bij

de goud en juweelenwinkels vlakbij de diamantbuurt. En die winkels worden uitgebaat door de Georgians.

En dus reist de vraag, zitten de Georgians ook achter de tunnelroof?

Ik begeef me naar het hart van de diamantwijk. Want wie het wil leren over de Georgians en

de diamantquartier, moet langs Patrick Vaas. Om in zijn kantoor in het zwaarbeveiligde diamantsyntem

te geraken, moet je via een veiligheidssluis, door een magneetpoort, uw pas afgeven,

poseeren voor een foto en een gepersonaliseerde batch opspelden. 10 minuten later zit ik

tegenover Patrick Vaas, alias de kleine. Patrick is supervisor diamantquartier voor

Securitas. Maar lang geleden is hij hier in de wijk begonnen als bewakingsagent.

Ik ben hier binnengekomen als 20-jarige. Mijn schoonvader werkte hier in de wijk en die

had ze weten van ja, hij moet ook maar naar de wijk gaan. Dus ik ben hier komen solliciteren.

Ze hebben mij direct vastgepakt, mij genomen op zending, zonder contract, zonder eet. Ik ben

thuisgekomen en ik heb gezegd, ik blijf daar geen maand. Nou, we zijn ondertussen 38 jaar

verder en ik ben hier nog, dus die belofte was al niet just. Vandaag is Patrick de man van

de diamantwijk en staat hij in voor de beveiliging van verschillende grote diamantbedrijven.

Om de rol van de Georgians te kennen, moeten we eerst de diamantwijk zelf begrijpen. Hier gebeurt

in principe geen verkoop naar klein handel toe. Dus dat is enkel groot handel. Dus u kan hier

bijvoorbeeld geen diamant komen kopen als je niemand niet kent. Hier wordt ook mijn officiële

certificaten gewerkt met GIA-certificaten, met HRD-certificaten en als je dan een diamant

koopt en die een is correct met dat certificaat, dan heb jij een goeie diamant. Maar de winkeltjes

rond het diamantkartier, die horen er niet bij? Nee, een diamant wil ook niet dat zij gelinkt zijn

met hier. En waarom eigenlijk niet? Gewoon niet iedereen over dezelfde kam scheren, want dat wil

ik zeker niet doen. Maar er staan er heel veel gekend voor heeling van gestolen goederen. Er zijn

al mensen vanuit Frankrijk hier opgepakt die in Frankrijk dus stelen en hier hun goederen komen

verkopen. Dus die zijn gekend voor heeling, die zijn gekend voor naammaak diamanten in die

wielen te steken. Vergewichtvervalsing van het geld, vervan alles en nog wat. En dat zijn dan de

Georgians. Ja. Mensen van de Joodse afkomst, maar van de Georgische intact. Ik vraag het ook aan Denys,

onze specialist in de zevende wijk. Je hebt dus inderdaad in Antwerpen een belangrijk stupdeel van

die Joodse gemeenschap, een zeer recentelijke eigenlijk, de vroegste vanaf de jaren 90 zijn

dan de zogenaamde Georgische Joode de Goosinim. En klopt dat dat hij wel losstond van de rest

van de Joodse gemeenschap. Het is inderdaad een braan stupgroep eigenlijk, die ook onderling

dat ons ingesteert met elkaar verbonden is en ook een zekere afstand heeft tot andere. Ja, dat klopt

onderenig het wijfel. Klopt het dat ze binnen de Joodse gemeenschap niet zo'n heel goede reputatie hebben?

Hoe ga ik dat formuleren? Het blijkt nog niet zo'n gemakkelijke vraag om te beantwoorden.

Ik kon nog veilig over straat kunnen natuurlijk. Dat zijn mensen die door hun achtergrond,

waar ze vandaan komen, toch niet altijd even zachtzienig zijn. Dus het is toch een gekind

van nog heel gemakkelijk heel hard uit en op te komen en agressief. Zitten de Georgians achter de

tunnel erop? Er komen veel mensen vanuit, maar dat is een organisatie ook. Wij weten dat er hier

mensen zijn die gebouwen gekocht hebben. Hier in de wijk, dat er hier in de wijk gebouw gekocht is,

is zo crimineel als dat hem groot is. Iedereen weet dat, dat wordt niks aan gedaan. Er zijn nog

aanwijzingen dat de Georgians ervoor iets tussen zitten. Zo is het opvallend dat twee van de

gezijnde, maar voortvluchtige daders, Josef Cohen en Dato Shalvashvili, zowel de israelische als de

georgische nationaliteit hebben, net als de meeste Georgians. Om het overzicht te bewaren van daders,

verdachte en theorieën heb ik een schema op de muur van mijn liefing gemaakt. Het naaldeel van audio

is dat we dus niet kunnen zien wat dat Bartan zijn muur heeft geplakt en gigantisch knip en

plakwerk van drie meter op drie, allemaal blaadjes in verschillende kleuren die mijn washi tape aan de

muur uit. Ik vind zelf ook een klein beetje genaamd, maar goed. Als ik naar mijn schema kijk, zijn er

steeds meer aanwijzingen om aan de lokale binden te denken. En dus aan de Georgians. Die kinder het

rioolnetwerk, want die moesten hun huis huren om dan via de riool dat er langsloopt tot om de bank te gaan.

Die kinder de alarmsysteem en heb je dat heel duidelijk aangetrouwd. En vooral die hadden de

planen van de kluizenzaal, anders kom je niet zo perfect tussen die twee kluizenkaskers onder

die radiator uit. Bovendien wisten die dat er dus in die bank dat daar heel veel diamantairs hun kluizen

hebben. En als ze vertrekken, weten ze dat de income half en de bschorsk synagoge, dat die dag en

nacht open is, dat je daar altijd kunt wachten op een notto om je op te pikken. Conclusie, de daders

kennen de zevende weg van binnen en van buiten. Ik vraag Patrick wie me verder op het juiste spoor

kan zetten. En opnieuw valt de naam Michels Leeks. En Michels heeft een talent te heel weinig

onderzoekers gemmen. En wat voor een talent is dat? Dus een talent is die een ziel open, die

communiceert heel erg mee, andermeens. Maar die kan iemand zien en die weet van, dat is geen

het juiste. Die kan linken leggen, die kan heel hard puzzelen. Die kozen wij informatie, want wij hebben

een team op straat lopen geld. Die mensen van ons geven informatie aan hun deur, dan zijn die helemaal

daar en daar en daar. Jack, en die linken daar. Opnieuw Michels Leeks. Ik hoor over hem de

meeste wonderlijke verhalen. Maar hoe ik ook probeer, ik krijg hem niet te pakken voor een

interview. Hoeveel mails en SMS's ik hem ook stuur. Het is op de randje van onbeschoft. Als ik

mensen vertel dat ik nu interviews doe in de diamant-buurt, reageert benauw iedereen mee,

ah oké, bij de Joden. Maar dat klopt eigenlijk niet meer. Want de bijna mythische band tussen de

Joden en de diamant is verbroken. Tijd om opnieuw even uit te wijden. In de afgelopen jaren hebben de

Indiërs de leidende positie in de diamantwijk overgenomen. En dat heeft grote gevolgen gehad

voor de Joodse gemeenschap. Toen Jackie Groenveld nog leider was van het somerkamp, 40 jaar geleden,

werkte benauw iedereen in de diamant. Mijn vader, als ik klaar was, was kliever. Dat is een fact dat

bestaan niet meer vandaag. Die activiteiten zijn meer en meer en meer natuurlijk vertrokken en dat

kan goedkoper gedaan worden in India of ook tegenwoordig in China. Door het verdwijnen van die

industrie kwamen veel Joden zonder werk te zitten. Nog niet zo lang geleden had je met de diamant

industrie, een economische sector waarin ook ultra-orthodoxie Joden economisch aan de bak konden

komen, ook in een omgeving die voor hen zeer vertrouwd was, die ook aansloot bij hun levenswijze

en verder in z'n voort. Met het verdwijnen daarvan, krijg je dan natuurlijk een moeilijk

economische doestand voor veel mensen, die in bepaalde gevallen zeer schrijnend kan zijn.

En dat zorgde ervoor dat de orthodoxie Joden op zoek moesten naar nieuwe beroepen die

combineerbaar zijn met hun geloof, die hen bijvoorbeeld toelaten om drie maal per dag te bieden

in de cinagoge. En dat is gelukt.

Er is een nieuw feit in het dossier van de tunnelroof. In maart 2021 publiceerde

de federale gerechtelijke politie zijn jarenverslag. Een soort overzicht van alle

belangrijke politieacties. En ook de tunnelroof komt er in de ruimaanbod. En best wel opvallend,

in dat verslag zit er foto's van de kluizenzaal. Ze verschijnen de dag erna in alle kranten.

Het is een ware PR-nachtmerrie voor BNP Paribas fortis. Want dat is echt het laatste wat je wilt

als bank. Photo's van kluizenkaskes die wijd open staan, een vloer die bezaaid is met papieren en

geld. Die PR-nachtmerrie komt boven op alle andere fouten die de bank maakten. Want het was

BNP Paribas fortis dat beslisten om de trillingsalarmen uit te schakelen. En het was te

wijten aan hun gebrekige procedures dat de politie pas na 84 minuten de kluis binnenkom. En achteraf

zwegen ze. In het belang van het onderzoek weigert BNP Paribas fortis alle commentaars. En ook later

communiceren ze niet over de alarmprocedures, over de schade aan de kluizenzaal, over de

omvang van de buiten. Het verbaas dan ook niet dat ze ook met ons niet willen opraten, ondanks

verschillende pogingen. Ik vroeg me daar genaf of dat er op kantooren nog mensen werken die er toen

bij waren. We gaan langs op het kantoor in de Belgelij en kunnen we dan ergens anders bij BNP worden

doorverwezen naar een ander kantoor. Het kantoor van de Belgelij zijn we doorgestuurd. En alle bediende

zijn supervriendelijk, maar we krijgen niemand te spreken. Het grote nieuws dat dat jaarverslag

van FGP is voor mij nog iets anders. Want plots verschijnt daarin een nieuw en belangwekkend element.

De tunnelroof is gepleegd door het misdaadsyndicaat voor Izakone. Verschillende van de daders konden

als lied geïdentificeerd worden. Geen lokale ben de Georgians, maar de voor Izakone.

Het klinkt afschrikwekkend. En dat is het ook. Het is georgisch Russische mafia met

vertakkingen in hele Europa. Hun specialiteit is afpersing, mensenhandel en vrouwen. Maar vooral

het zijn zware jongens die niet trudijnsen voor geweld. En voor het eerst worden ik ongerust.

Want in diezelfde periode drogen alle bronnen van informatie op. Verschillende mensen waarmee ik

in contact stond zwijgen plots. Ik probeer al maanden Koba en Gio te bereiken. En dat leek te lukken.

Maar dat valt nu plots stil. En het begint te spoken in mijn kop. Is de voor Izakone achter het bestaan

van deze podcast gekomen en zetten zij druk op mijn gesprekspartners? Ik weet dat dat niet zo is.

En toch wordt het in die dagen een soort van parallele werkelijkheid. Ik ben schichtig en

schrik snags wakker. Weken aan een stuk. In diezelfde periode krijg ik gelukkig wel een

mailtje van historicus Herman van Goetem. Hij is erg blij dat het jongetje Fred dat ik via

zijn boek leerde kennen nog in leven is. Beste Bart, dat Fred nog leeft is sterk nieuws. En ja,

dat verhaal moet opnieuw verteld worden. Zeker nu. Ik werk graag mee. Herman neemt ons mee

naar de turbulente jaren 30, waarin de familie van Fred in Antwerpen arriveert. Het zijn polse joden.

Op zoek naar een betere leven. Ze leven samen in één kamer voor een gezin van ondertussen vier

kinderen. En de kleine Fred die moet nog geboren worden. Die armre joden die wonen in kleine huizen

die tot mansardes verbouwd zijn en zovoorts, waar huisjesmelker zijn en waar soms 20,

30 joodse vluchtelingen in hun huis wonen. En erg welkom zijn ze niet. Want samen met

hen arriveren er steeds meer joodse inwijklingen in de stad. De groeiende joodse aanwezigheid

leidt tot een onbehagelijk gevoel bij veel Antwerpenaren. De vijandige reacties,

ten aanzien van die migratie, lijkt zich vooral te cristalliseren rond de middenstand de winkeliers.

Voor wie die nieuwkomers economische concurrenten zijn, omdat die op een andere manier handeldrijven,

in die joodse wereld is er een traditie van supermartem, zijn joodsenisjes. Maar dat kennen wij

veel minder, want wij hebben kleine winkeltjes. En dus er zijn een concurrentie voor de kleinhandel,

voor wat men toen noemt de neeringdoeners. En je ziet dat daar reacties komen die dus

economisch zijn. Maar veel van die vluchtelingen zijn ook joods en dat gaat zich dan vermengen

met het antisemitisme. En ja, dan wordt de cocktail gevaarlijk. En gevoeld al de onrust en

vooral de dreiging die in die jaren toen neemt. En die zich steeds meer richt tegen de joodse

migranten. En zo ongetwijfeldt ook tegen de familie van Fred, die op 20 juli 1938 hun vierde

zo overwelkomt. De kleine Fred. Het is geen goede tijd om als joods jongetje in Antwerpen geboren te

worden. Rechtsradicale partijen boeken bij elke verkiezing meer succes. Er ontstaan militante

nieuwe ordeorganisaties die oproepen tot actie tegen de joden. Je krijgt dus een zondeboktisch

koer waarbij de joden meer en meer het soort van cristallisatiepunt worden van een maatschappelijk

conflict tussen twee wereldbeelden. De oude wereld van de democratie, de nieuwe wereld van de nieuwe

orde. En als je dus de inzet wordt van zulke geopolitiek conflict, waarbij je eigenlijk een

symbolfunctie krijgt, dan ben je het kind van de rekening. In het daarop volgende jaar wordt de

sfeer grimmig en de taal steeds schiftiger. De joden zijn een onzedelijk, erfelijk besmette parazietengroep.

Zij moeten uit ons volk gesneden worden. En hun wereldheerschapij moet voor altijd gevnuikt worden.

Een spook waard over het oude continent en ook boven Antwerpen pakken zich donkere wolken samen.

Op 10 mei 1940 valt de Duitsland België binnen. 8 dagen later marcheren de nazis door de Antwerpse

straten. De kleine Fred is nu 1 jaar en 10 maanden oud. Het is vandaag 23 juli.

Fucking niemand antwoordt niet meer. Geen reactie. Ik denk de ene dat ik kan doen is gewoon dood doen.

Maar af en toe ben ik lastig of ongerust of ik weet niet wat ik ben.

Mijn bronnoop blijven zwijgen. Afspraken worden afgezegd, telefoons niet meer beantwoord.

En ik word wankel. Verliesgrip. Zeker omdat Dr. Fred J. Kader nu al een half jaar niet reageert.

Ook niet op de handgeschreven brief die ik naar Amerika heb gestuurd. Via via krijg ik de

contactgegevens van zijn dochter. Ik mail haar, maar het mailadres blijkt niet meer te bestaan.

Ik heb een gesprek met een eminent lied van de Gassidisch Joodse gemeenschap. En ook voordat

ik hem kan uitleggen wat ons plan is, wil hij al niet meer meedoen. Hij vraagt me te stoppen

mij rond te vragen en de gemeenschap mij rust te laten. En dat alles samen stelt plots ook de

essentie van deze podcasting-vraag. Het was immers mijn droom om via het spectaculair van

de tunnelroof diep door te dringen in de zevende wijk. En zo ook haar beladen geschiedenis te

vertellen. Maar het lijkt of de mensen die met de laatste puzzelstukken moeten aanleveren zijn

verdwenen. De kunst van het verdwijnen. Het wordt veel reëler dan ik ooit had gedacht.

En het wordt nog erger. Ik krijg een mailtje van de adviseur van de VRT. Hij heeft weet van de

informatie die ik in handen heb en vreest voor rechtszaken. We moeten dringend samen komen voor

overleg. Ik voel me een leerling tovenaar die iets heeft ontketend wat hij niet meer kan beheersen.

En als ik de juridische problemen toch opgelost krijg, wacht buiten een commando van de vorige

zakone om me op andere gedachten te brengen. Het gaat echt niet goed met mij. Ik rook me te pletter

ondanks mijn kinderen. Ik vlucht in eten. Ik ben los. En ik doe het enige wat ik op

zo'n momenten kan doen. Dat heb ik in tussen mevallen en opstaan geleerd. Tussen de momenten

van wanhoop en lettergie blijven proberen. Andere wegen zoeken opnieuw bellen.

Ik schrijf alle Joodse organisaties in Omaha aan met de vraag of ze Dr. Fred J. K. er kennen en mij

zijn gegevens kunnen bezorgen. En aan Michael Slakes formuleer ik een nu echt genaamd allerlaatste

verzoek voor een gesprek. En zo klaart op onwonderlijke dag de hemel op. En verschijnt plots weer de

zon boven de kunst van het verdwijnen. Ik stap met Lukas door de Kallemtuitse heide. Het is

fijn hier. De rust. De leegte. Na al die maanden in de drukte van de zevende wijk. Hier 20 kilometer

vandaan. Benaderen de nieuwe brandtoren die nog maar twee maanden open is. Want daar,

bovenop die toren hebben we afgesproken met Michael Slakes, die naast speurder ook brandwachtig is.

Samen met andere vrijwilligers bewaakt hij in de droge maanden de heide. Lukas is nog

herstellende van corona. Hij rakt amper boven. Hé, dacht Michael. Michael Slakes. Dus als je

benedenkt, er is geen wind. Komt je boven, voelt je toch de wind? De man die volgens iedereen het

antwoord kent op al mijn vragen. Hij is onopvallander dan ik had gedacht. Minder polis ook. En hij heeft

pretlichtjes in zijn oog. Ziet je de toren aan de keizerled? En links ervan zie je eigenlijk,

maar dat gaat je weer te ver bekijken als je op het centrale station ligt. Je ruikt eigenlijk

bijna het juist kwartier tot hier. Je zou bijna de bank kunnen zien op de Belgelijn, maar ze kunnen niet

zien. En de reden dat jij dit zwerg doet, voor jouw wiligers zwerg doet? Het is eigenlijk om mijn

geest even leeg te maken. Dus vooral eigenlijk om te zeggen, ik heb al een heel drukke job. Met heel veel

contact met mensen, heel veel last minute dingen. En dan hier kom je eigenlijk naar boven en dan is

het hier vaak alleen, meestal eigenlijk alleen. En je kijkt waarom. En het geeft gewoon rust in

uw hoofd. Michael zegt het niet met zoveel woorden, maar ook hij heeft een paar moeilijke maanden

achter de rug. En mede daardoor zien we elkaar nu pas. Er zijn mensen die zeggen dat de daders,

vooral Peggy Begat, dat die op team goud is in gelopen. Dat vind ik heel veel eer voor mijn

team dan. Nu, ik denk wel overtuigd dat wij heel veel spelers kennen, dat wij heel veel mensen

kennen, dat wij drie keer dus zeggen dat zij wil team eens op straat zien, dat is een deel, dat is een

deel, dat is een deel. Dat is een gewone mens, dat is een gewone mens. En ik had niet anders omschrijven als

een soort buikgevoel als politieman. En je hebt mensen, gelukkig in mijn team een aantal die dat

echt goed in zijn ook, die zien iets en die zijn gewoon op basis van gedrag, er is iets mis mee.

Het is dat buikgevoel dat hem de false jood heel pontmaskeren, de man die ons uiteindelijk hier

bracht. Tuurlijk, dat is iets dat je enkel wordt krijgt door lang in een bepaalde wijk te werken,

in een kleine wijk. Want dat komt eigenlijk op neer. Het is inderdaad een diamantwijk en

de joodse wijk is de wereld in een notendop. Maar natuurlijk met een notendop wordt gevolgd dat

ook iedereen kind. En doordat hij iedereen kind, herkent hij ook koba, aan de hand van zijn stap.

Dat is aan het voelen van heel veel camerabeel te bekijken en een beetje een visueel geheugen te

hebben, dat je zelf aan de hand doet en iemand stapt dat je soms mensen herkent.

En zo brengt koba de politie op het spoor van de Georgians.

Dan de hamvraag is er een link tussen de tunnelrovers en de Georgians.

En het antwoord is al meteen verrassend. De buit blijkt helemaal niet ergens op een

paradijselijk eiland te liggen. Zoals iedereen denkt, de buit is nog gewoon hier. Bij de Georgians.

Sowieso. Want dat is te risicant om dat mee te pakken op vliegtuigen. Dat gaat waarschijnlijk

hier achtergebleven zijn en hier geheeld en verkocht. Is er een rechtse linkslink met de

Georgians de winkel hier? Minder denk ik. Is er een link met de Georgians die buiten de winkel zitten dan?

Dat zeggen die wat die zijn er ook. Mocht niet onderschatten zijn. Heel veel Georgians die niet in

de winkels werken, maar die echt wel wat criminele feiten plegen. Ook naar een winkel dief staan

netelke meer. Zeker en vast. En er is natuurlijk wel een link met de Georgianis de misdaad.

Met de Forisakone uit Georgi. De Forisakone.

Lucas Lachtwa. Hij weet van mijn ireele angsten.

Ligt is ook voor wij die er niks van kennen. Zo simpel mogelijk uit. Wat is dan de Forisakone?

De Forisakone is eigenlijk de Georgische georganiseerde misdaad. Een soort mafiasstructuur.

En de Forisakone werkt eigenlijk bijna gekozen fors. Dat zijn eigenlijk hoofden.

Je hebt dan een driesteren voor, een tweesteren voor, een éénsteren voor. En eigenlijk wordt

dat echt veronderverdeeld. Het is echt territoriaal, zeggen ze tegen je van, kijk, jij krijgt

Zuid-Best-Frankrijk voor u. Jij krijgt dat stuk van u. Maar iedereen houdt zich strikt

aan het gebied dat hem toe bedeeld krijgt. En, je draagt opchak af aan de organisatie.

Dus zowel de kleinste dief, de soldaat die beneden staat, de uitvoerder, die moet gewoon

de feiten plegen en die dragen de buitenaf. Zij mogen een deel voor zichzelf houden.

En er is draag af als opchak. En de opchak gaat naar de organisatie.

Maar als jij nu morgen een probleem hebt als soldaat of als hoger in de rang en je wordt

opgesloten. Mijn gaat zorg dragen voor uw familie. Mijn gaat zorg voor een advocaat eventueel.

Mijn gaat een aantal dingen doen. Maar dat is niet eigenlijk u, laat zich, uw zieke

fonds bijdragen. Hoe zou het bijna kunnen noemen eigenlijk. Dat is een opchak.

Dus dat is heel strak georganiseerd. En als er discussies zijn, gaan ze eigenlijk naar

een raad, naar de voor die erboven staat. En dan wordt dat daaruit gevochten.

Uitgevocht wordt er eigenlijk uitgepraat. Zoveel mogelijk. Er zijn er relatief weinig

oorlogen tussen de VORS. En het is zo'n bijeenkomst van VORS, die

de link bewijst tussen de tunnelroofen en de VORI zakoon. Want de politie heeft een

foto in handen gekregen van een bijeenkomst tussen de VORS en enkele tunnelroofers.

Ze zitten gezellig samen op een restaurant in Turkije, een paar maanden voor de tunnelroof.

Waarom zou je als mesdat sindicat een groepsfoto nemen?

Waarom hebben die mannen allemaal tatuages op hun schouder, op hun kniegen?

Want als je uit de dijk wordt morgen opgepakt en je hebt die tatuage van die sterren,

met de VORS-akonen, waarom doet je dat? Omdat elke minst zij het een motor binden,

zij het een ander binden die bulle ergens een soort aandinken hebben van hun leven.

Ik vind dat heel dom, maar vaak wordt dat dan toch gedaan om achteraf te zeggen van

kijk eens, we zijn allemaal samen op de foto, een groepsfoto, leuk, een beetje een klasuitstap.

Ik snap het ook niet, want je zou eigenlijk laten je bewijzen met er al op die manier achter.

Het is niet dat je crimineel bent dat je door hem direct een meester blij bent.

De beste crimineel die pakken we nooit, want dat weten we niet van.

Dat zijn de stille venoten in hun bedrijf, zoals jullie het ween misschien.

Zij zijn hier eigenlijk wel gewoon alle tips en tricks aan te komen.

En dan moet ik toch nog even iets vragen voor de zekerheid.

Gezicht van die VORS-akonen zijn geen doetjes. Wij maken nu een ontmaskering van hun,

gaan die ons huizen afbranden. Het gesprek met Michael is nog lang niet gedaan.

Ik heb nog vragen over Koba en Gio, mijn wasmachine-defranciers.

En ik wil weten wie de gangster met de rolkoffer is.

2 dagen na ons bezoek aan de brandtoren, kijk een mail uit Omaha, Nebraska USA.

Machine-generated transcript that may contain inaccuracies.

In het dossier van de tunnelroof wijst alles plots in de richting van de Diamantwijk. Via The Georgians komen we uit bij de Vory V Zakone. De schrik slaat Bart om het hart. Hij kan niet meer slapen. Hij ziet spoken. En hij krijgt ook Fred maar niet te pakken.