Waar is zuster Gabrielle?: 5. Het klooster

VRT NWS VRT NWS 2/28/23 - Episode Page - 39m - PDF Transcript

MUZIEK

Waar is zuster Gabriel?

MUZIEK

Ik weet weer waarom ik nooit zuster ben geworden.

Er zijn wel meer redenen voor, denk ik.

Mijn eindredacteur Els is een beetje teleurgesteld...

...als ze mijn opnames hoort van de kloosterzusters.

En ik snap haar wel.

Eenderzijds ben ik erg blij dat zuster Godelief heeft willen spreken...

...zeker over die avond van 4 maart 1982...

...met de ruzie tussen zuster Gabriel en directeur Mornie.

En de deur vloog plots open en daar verscheen...

...meneer Mornie uitvloog tegen haar dat het moest gedaan zijn...

...en hij smeedt met twee of drie papieren vlogen in het rond.

Maar ik blijf toch ook met vragen zitten.

Nu zoveel jaar later zijn de zusters wel behoorlijk kritisch over Mornie.

Voor mij was dat van in het begin iemand die kenmerken...

...vertoonde van oogheidswaanzin.

Maar dat is toch ongetwijfeld niet altijd zo geweest.

Na de verdwijning van zuster Gabriel heeft er niemand in zijn richting gekeken.

En toen hij vertelde dat Gabriel zelf vertrokken was...

...en dat ze hem nog gebeld had, hebben ze hem op zijn woord geloofd.

Ook al schrijfde de familie Robrex dat er iets niet klopte...

...maar de zusters die blijven er gelaten bij.

Zonderdag zijn we bij daar niet zover gezegd.

Niet.

Dat was zo de gewoonte, dat wij er veel zwegen dus.

Allee, stel nu hier op de redactie.

Iemand verdwijnt hier van vandaag op morgen.

Spoorloos?

Dan ga je toch niet zeggen, oh ja, dat zijn mijn zaken niet.

Allee, dan laat je dat toch niet zo maar passeren.

Want toch weten wat er gebeurt is.

Allee, ik snap wel wat je zegt.

Er is een hierarchie en het is een andere tijd en allemaal waar.

Het is misschien een raar woord als het over zusters gaat...

...maar dat gaat wel over een rechtstreekse collega, toch?

Dat vind ik heel moeilijk om mij daarin in te leven...

...dat iedereen daar dan zoiets van heeft van, oh ja.

Natuurlijk hebben we drie zusters gehoord.

Een van hen was er toen nog niet, de andere zat in een klooster in Gent...

...en de derde was er wel, maar stond laag in de hierarchie...

...en wist dus eigenlijk niet veel.

Ik deed gewoon mijn werk als kleuterlijster, maar meer niet.

Meer weet ik niet, nee.

Eigenlijk ben ik een persoon dat mij daarvan niets aantrekken ben.

Ik heb niet bezig geweest wat doet die zuster of wat doet die zuster.

Echt uitgezegd.

Maar meer niet, verder niet, absoluut niet.

Maar ik niet zo overzeg, het is ook al zo lang geleden, nee.

Maar zoals ik al zei, volgens mij heeft zuster Godelieve niet alles verteld.

Want ik heb me uiteraard geïnformeerd vóór ik naar het klooster ging.

En zo ben ik te weten gekomen dat verschillende zusters verhoord zijn door de politie...

...tijdens de tweede onderzoek in de jaren 90.

Uiteraard zijn ze verhoord, zou je denken, maar in 1982 was dat nog niet gebeurd.

Bij die zusters was ook zuster Godelieve.

En daarom heb ik haar er ook een vraag over gesteld.

Bent u ook ondervraagd?

Dat ik toch, nee.

Ben je niet naar Aals moeten gaan of de speurden zijn niet naar hier gekomen?

Ik ben naar Aals niet geweest, ik ben hier Aals niet geweest.

Misschien zijn ook niet tegenover hem dan gezet ofzo om om...

Absoluut niet, nee.

Ze is niet naar Aals gegaan bij de gerechtelijke politie en ze is ook nooit met Mornie geconfronteerd.

Dat zegt zuster Godelieve, maar het klopt niet.

Want dat is wel gebeurd, ook die confrontatie.

In maart 1992 is zuster Godelieve samen met zes andere zusters tegenover directeur Mornie gezet...

...om hun verklaringen met elkaar te vergelijken.

Waarom zou ze daarover liegen?

Pas op, met bron zegt me dat zuster Godelieve tegen de politie eigenlijk hetzelfde heeft gezegd als tegen mij.

Dat ze die ruzie heeft meegemaakt en dat ze erg geschrokken was.

Niks wereldschokkends dus.

Maar waarom zegt ze dat dat niet?

Weet ze echt niet meer dat ze verhoord is?

Of spreekt ze er liever niet meer over?

En ik dacht, iedere dag was ze er nu weer onbekokst over om de zusters te treiteren.

Een moord neer, noem ik dat.

Allemaal om z'n moraal kapot te maken.

Het was niet zo eenvoudig voor kloosterzusters om zomaar in te gaan tegen een mannelijk directeur.

Ik ben Philippe Heimans en je luistert naar Waar is zuster Gabriel?

Door wat zuster Godelieve gezegd heeft blijven we met het gevoel zitten

dat we nog niet alles weten over het klooster.

Els en ik zien een paar mogelijkheden om meer te weten te komen.

Ten eerste, hoger op in de jerarchie bij de bischop van Gent

die verantwoordelijk is voor het klooster in Nendermonde.

Als ik een bischop ben en daar gebeurt zoiets in mijn bisdom

dat kan toch niet dat er van die kant uit ook geen initiatief is gekomen

dat die niet hebben gezegd wat is daar gebeurd

dat die niet naar dat klooster dan gekomen of een brief hebben geschreven

of alé, het is toch ook een kwestie van personeelsmanagement.

Nee, alé, ik weet wel, nu je moet lachen omdat...

Dat was 40 jaar geleden.

Omdat ik waarschijnlijk weer te veel van de mensheid vraag, ik snap het.

Maar als je een goede basis bent, zelfs als je ervan uitgaat

dat zal wel zijn wat er is gebeurd, ze is er liefd geworden

ze durven dat niet zeggen en ze is gaan lopen

zelfs als je dat gelooft

dan nog wilde toch eens naar dat klooster

en wilde toch eens zeggen van ja, hoe is dat kunnen gebeuren

en waarom is ze dan zo maar al zo verkoop vertrokken

dan gaat het toch ook eens met die familie praten.

Daarnaast denken we dat we ook eens in de archieven moeten duiken.

Het kadok in Leuven, die hebben wel veel archieven van zo'n christelijke instellingen enzo

Misschien is dat wel een optie om eens te vragen aan hen

of dat zij niet zo documenten uitverleden of correspondentie van

de jarenstil ik weet het niet, maar dat is wel iets wat zij doen.

Het kadok dat ze documentatie en onderzoekcentrum voor religie, cultuur en samenleving

van de katholijke universiteit Leuven.

Via hun website zie ik dat zij het archief van het Sint Vincentius Klooster

in bewaring hebben gekregen.

Ik contacteer hen en ze stuur me een lijst van alles wat ze hebben.

We zijn welkom om het archief van het klooster in te kijken.

Maar er is ook nog een derde manier om meer te weten te komen

over hoe het er in die tijd in kloosters aan toe ging.

Ik ga op bezoek bij Josephine Blomhaard.

Ze is de tante van mijn producer, teamen en woont in een appartementsgebouw in Oostende.

Ik kan uit de deurbel niet opmaken op welke verdieping ze woont

en ga dus met de trap naar boven in de hoop dat ik haar onderweg tegenkom.

Wanneer ik op de achste verdieping ben aangekomen, hoor ik haar stem een verdieping lager.

Ben ik te ver?

Ik was vergeten.

Ik was vergeten wat de verdieping dat was.

Je moet mijn naam staat in de liefde.

Ah, zo.

Josephine heeft zelf ook in het klooster gezeten.

Van 1952 tot in de jaren tachtig was ze zuster Oda

in het Sint-Vincentius-klooster in Buggenhout.

Ze behoorde dus tot dezelfde orde als zuster Gabriel,

maar zat niet in hetzelfde klooster.

Ik heb met haar afgesproken om een beeld te krijgen van die periode.

Hoe was het om als jong meisje in het klooster te gaan bijvoorbeeld?

Zij is als 16-jarige ingetreden in 1952, acht jaar na zuster Gabriel.

Maar ik kan me voorstellen dat de omstandigheden wel ongeveer dezelfde waren.

Weet je nog waarom je op zo'n jonge leeftijd beschist om in het klooster te gaan?

Die nilperde bij ons.

Die heeft me een paar keer vastgepakt.

Veel met de bepoeten.

Dat heeft ik een paar keer gedaan en ik had haar niet geren.

Ik pijzen omdat je dat bij de beesten ziet, moeten wij dat niet doen.

Je moet je ne kon hem dan niet laten.

En je ne verschillende keren maar vastgepakt.

Laat er verschrik dat maar toch zo...

...forceren om iets te doen, alleen ja, om te verkrachten.

En ik heb moeten de kans gegeven om dat te doen.

En ik was geen de mee bang, ging ik liever binnen gaan.

Dat is de reden om het klooster te gaan?

Ja, dat zijn er veel zin.

In ons groepje van cis waren er drie.

Wij gingen om dat er te veel seks op hun kwam.

Josephine ging in het klooster omdat ze bang was voor de knecht op de boerderij van haar ouders...

...om niet verkrachten worden.

Het is niet meteen een reden waar ik aan gedacht had.

En geen andere oplossing mogelijk tegen uw ouders zeggen ofzo?

Ik nog niet terwijl we zeggen, ze hadden hem nodig.

Vindt de boerderij ze hadden hem nodig en dat kwam palledogen voor te werken.

Haar ouders konden niet zonder die knecht en dus ging Josephine maar in het klooster.

Ja, haar ouders waren wel heel geloofig en daarom zijn ook twee broers van haar paten geworden.

Maar voor haar zelf speelde het religieuze minder mee, zegt ze.

Ze wilde gewoon ontsnappen aan die knecht.

Ik zou denken, want misschien is te veel vanuit deze tijd gereteneerd, van in het klooster gaan...

Dat is een zware beslissing, iets...

Er moet ergens de stem van God tot u sprek en dan ga je naar het klooster.

Maar bij u was die drempel toch precies een stuk lager dan.

Veel lager, ah ja.

Maar wat wil je daar op die nader doen?

Dan zet je nog kind, hè?

Je hebt nog geen enkel verantwoordelijkheid gehad.

Maar ook als kind zou ik denken van, om dan wel die nonnen te gaan zitten...

Ik zou dan liever van mijn kindertijd profiteren.

Ja, dat is natuurlijk...

Dat is allemaal goed achteravond.

Maar het is waar, ik kende mijn jeugd.

Als ik een keer ging met de gasten, met de kameraten...

Dat ging ik aan het café, op de dorpel gaan zitten.

Voor de oren en te zien dat ze dansten.

En op de kermis, dat zouden we hebben.

Dat kunnen we niet vergelijken met nu en nu.

MUZIEK

Toen Gabriel en Josephine in het klooster ging, zaten we in de jaren 40 en 50.

Jaren van oorlog, herobbouw en armoede.

Josephine was 16 en er viel weinig tot niks te beleven in haar wereld.

Voor meisjes zoals zij was het klooster gewoon een optie zoals alle anderen.

Ik ben in het jaar 36 geboren.

Dus dat was nog zo over achterlijk.

Wanneer is de vooruitgang gekomen in de jaren 60, is alles veranderd.

Hoe het voor Gabriel is gegaan, weet ze niet zeker.

Ze kent haar trouwens wel.

Haar familie woonde schuim tegenover de familie van Gabriel.

Misschien is zij in het klooster gegaan

door de honger tijdens de Tweede Wereld-oorlog, denkt ze.

Ik denk al hier dat ze kunnen zijn van oonger.

Dat bestond vroeger ook, van oonger.

Maar we hadden natuurlijk geen oorlog.

We hebben niet geweten dat de oorlog was.

Omdat jullie een boerderij hadden.

En we hadden alles op de boerderij.

Er is ook een verhaal dat ik vaak gelezen heb waarbij Gabriel het klooster zou zijn ingegaan

om te vluchten voor de Duitse bezetter.

Ze zou affiches voor het verzet hebben opgehangen

en de nazies zouden haar op het spoor geweest zijn.

Maar ik weet niet van waar het verhaal komt en heb niemand gevonden die er meer van afweed.

Josephine vond het alles sinds opmerkelijk

dat iemand van de familie Robrechts in het klooster ging.

Want die familie, en vooral dat de vader van Zuster Gabriel, had een slechte naam.

Dat verwond er mij ook nog, want die hadden een slechte naam.

Hun vader was...

Gildstraat was bang van hun vader.

Daar was een oorlog zijn van liet.

Dus ze zijn één benaf en met een grote kruk.

En met die kruk sloeg er nog ons.

Gildstraat was bang van haar vader.

En wij noemden hem de Brut.

De Brut.

Het was een ruige familie.

Een ruige familie.

De Brut of de ruige, zoals Gabriel's zuster Monique zei,

de vader van Zuster Gabriel was duidelijk een opmerkelijke figuur.

Maar terug naar Josephines ervaringen in het klooster.

Voor alle duidelijkheid nog is,

wel in dezelfde orde als Zuster Gabriel,

maar in een ander klooster.

Ik weet dus niet of het er bij Zuster Gabriel

op dezelfde manier aan toe ging.

In elk geval, als jonge zuster,

moest Josephine vooral heel veel werken.

Ze hebben mij zoveel geprofitteerd van die andere allemaal.

Het werkt nog heel een dag.

Botende gebeden.

Alles moest onderhouden worden door de jonge nonnekes.

Jaar na een stuk hebben wij allemaal gekuist.

Wassen en strijken.

Zelfs mattressen allemaal lopen en al die wol plukken.

Ja, al dat er kon gebeuren, moesten wij doen.

Maar dat vond ik allemaal niet erg.

Dat was niet zwaarder dan op de boerderij.

Ik deed allemaal om er liever.

Ik heb alles scherig gedaan.

Er is ook veel afgunst, vind ze.

De zusters die les geven, kijken neer op de zusters

die als thuisverpleegster werken.

Ik heb ze veel meegemocht.

Ik heb zelf het bekende niet meer op mijn kop gekregen

van boven op een trap dat ze van daaruit uitgoed naar mij.

Dat neemt het er allemaal bij.

Waarom?

De vrouwen kunnen nu agressief zijn.

Die hebben hun goesting niet gekregen.

En als ze gefrustreerd zijn van bepaalde zaken.

Ik heb me ook bekend een pot vol urine

over mijn kop gekregen op een dort waar.

Dat komt er allemaal bij.

Dat is overal zo.

Overal iets anders.

Maar dat zijn allemaal vrouwen.

Die niet van hetzelfde huis zouden komen.

En daar allemaal bijheen steken.

Eerlijk heeft zijn eigen karakter.

Dat is niet voor te lachen.

Een emmer appelen en een pot urine over haar hoofd.

En als je aan de overste iets wilde gaan vragen,

moest je op je knieën de kamer binnen gaan

en wachten tot je het woord kreeg.

Ik heb jaren nog een stuk achter die overste

in de kapeel moeten zitten voor de mis en voor het gebied.

En ik dacht, iedere dag was zij er nu weer

om de zusters te treiteren.

En dan zei ik er dan ook bij,

een wietgekalkt graf.

Een moord neer, noem ik dat.

Allemaal om ons een morale kapot te maken.

Maar dat is dus overal in de kluister

als ze met de karakters af te rekenen in meneer.

Karakters zijn allemaal anders.

Veel hangt natuurlijk af van de overste.

En Josephine had er daar blijkbaar niet mee getroffen.

Maar het systeem met een strakke discipline

en karakters die wel eens botsen,

daarvan kan ik me voorstellen

dat je het wel overal zult hebben gehad.

Net zoals ik me kan voorstellen

dat zuster Gabriel daar een buitenbeentje in was.

Ze had ervoor gezorgd

dat ze een zekere vrijheid had in het kluister.

Ze kon met de auto wegrijden wanneer ze wilde.

En dat zal er al licht voor gezorgd hebben

dat andere zusters jaloers op haar waren.

En intussen moet Josephine maar werken als thuisverpleegster.

Ze wil er kruis te streken om zieke mensen te gaan verzorgen.

Dag en nacht, doorweer en wind.

Ze werkt zich uiteindelijk letterlijk kapot.

Nu zouden we het een burn out noemen denk ik.

Josephine is er zo slecht aan toe

dat ze naar het ziekenhuis moet

zelfs niet kunnen spreken.

En een automatische pilot gaat.

Maar al mijn collega's van het werk in mijn bezocht schijnt.

Mijn broers en zusters in mijn bezocht schijnt.

De noemen in mijn regelmatig bezocht schijnt.

Ik weet niks van.

Josephine beslist om het kluister te verlaten.

Ja en er zijn er zes buiten gegaan bij ons.

Ja, ik was de laatste.

In het kluister krijgt ze alleen een tafel,

een stoel, een bord, een lepel en een vork mee.

Geen geld.

En sommige mensen willen plots geen contact meer met haar

omdat ze uit de kerk gestapt is.

Maar ze aanvaart te gevolgen

want ze heeft haar vrijheid terug.

Ze geloof dan ook niet dat zuster Gabriel zelf is vertrokken.

Die zou zich niet verstoppen voor de reacties van de mensen.

Dat moesten veel volk niet over schamen.

Nu, want dat volk zou dat zeker niet volk nemen.

Nu, nu.

Wat denkt ze dan dat er wel gebeurt kan zijn?

Ze heeft er met de zus van Gabriel over gesproken

en die zei dat Gabriel en haar familie gezegd zou hebben

dat ze met directeur Mornie naar Gent moest rijden.

Omdat daar in de station kaskes waren om hem om te kleden.

Daar nam hij zijn gerief uit de kasken

want ze betalen de kasken voor een tijd.

Ze gaan dan naar het toilet, ze kleden nu om

en de religieuze kleden in de kasken.

En dat was meneer.

Dus hij ging bij de homo's daar.

Maar er is nooit gezicht geweest of meegedeeld

wat als zij dan moest doen terwijl dat dus voor iedereen eraat zou.

Volgens dit verhaal zou Gabriel dus Mornie naar homobaars hebben gebracht

nadat hij zich in de toiletten van het station Gent in Pieters had omgekleed.

En ze zou hem daarmee geshanteerd hebben.

Zo heeft haar zus Valentin het toch aan Josephine verteld.

Want ze had een bandje in de kelder voor de grote gasten

de laatste jaar, nee.

Zo'n van drie of vier jonge gasten

waar ze een bandje van muziek mee speelden in de kelder.

Voor het gefeit dat gebeurd is

had ze graag voor de groepken in haar kelder

een bepaald optreden waar de overste niet achter stond.

Je moet alles vragen in het klooster.

Ze stond er niet achter en ze heeft daar zo'n beetje opgewonden

en ze ging naar de directeur.

En ze dwong dat van hem af.

Dat weten ze allemaal van haar moeder en haar zister.

Daar hebben ze dat allemaal vernomen.

En directeur was er eerst niet voor te vinden.

Ik mag dat niet zeggen zonder de toelating van moederoverste.

En ze heeft geantwoordzijden, daar ga ik bij moederoverste alles vertellen

wat ik van u weet.

Dat kost hij niet kroppen.

Dat moederoverste, dat zou weten.

Ja, dat is klaar.

Dat je kunt denken dat u een directeur die hele dag

een demis opdraagt en oomo zou zijn.

Ik vind het een raar verhaal, eerlijk gezegd.

Zuster Gabriel zou Mornie geshanteerd hebben

om ervoor te zorgen dat hun groepje leerlingen ergens mocht gaan optreden

ook alwouw moederoverste het niet.

Dat heb ik nog nergens anders gehoord.

Maar in grote lijnen zit het wel weer op hetzelfde spoor.

En ik heb van Jozefine ook veel bijgeleerd

over hoe zusters in die tijd leefden.

Allee, drink nog een keer.

Ik bedank haar voor de vriendelijk ontvangst.

Want nu is het tijd om samen met Els naar Leuven te gaan.

Om het kaad ook archief te gaan bestuderen.

Goeiemorgen.

We hebben afspraken met m'n vrouw Syngnes.

Dank u.

Philippe Heymans van de VRT.

We worden ontvangen door Christine Syngnes.

Ze is gespecialiseerd in het erfgoed van religieuze ordes.

Door de lange gangen van het gebouw en oud-klooster

brengt ze ons naar de leesaal.

Daar liggen ze al klaar op een tafel.

Een kartonendoos met daarin allemaal grijsblauwe papierenmappen.

De documenten van het Sintvinds.

Het is niet zo heel ver eigenlijk.

Ik heb gezien dat je vooral verslagen hebt aangevraagd.

En chronieken, hè?

Het is niet zo, het zijn niet echt dikke mappen precies.

Nee, en de vraag is of wat jullie hebben aangevraagd

effectief over die zaak zal gaan.

Ik vermoed dat er in de chronieken,

dat is toch wel wat chronieken bij.

Ik vermoed dat er wel wat avond toe melding zal worden gemaakt,

maar het zal toch ook wel iets zijn.

Dat in het klooster vooral informeel werd overgepraat

en niet in officiële documenten.

Ik denk, wij hadden misschien een beetje gehoopt

dat er misschien zo'n correspondentie of misschien zelfs dagboeken

of natuurlijk van vergadelingen of zo zouden ingezeten hebben

die we dan waarschijnlijk meer aan zouden hebben.

Nu, die chronieken en de verslagen die jullie hebben aangevraagd

er kan wel iets tussen zitten, maar het zal...

Het zal een speurenwerk worden voor een aantal fragmentjes.

Ik heb vooraf dus een lijst gekregen

met wat het kadok precies heeft van het klooster.

Op basis daarvan heb ik een 15-tal documenten geselecteerd

die mij het interessantst leken.

Dus niet de archieve uit de 19e eeuw

of de rondzendbrieven van het bisdom uit de jaren 50.

Wel allerlei documenten vanaf de laatste jaren 70 tot nu.

Die lijst is dan aan het klooster bezorgd,

want zij moesten toestemming geven om ze in te kijken.

Weet je of het voor het klooster een probleem was

dat wij die documenten kwamen inkijken?

Nee, ik denk dat zij heel vlot toestemming hebben gegeven.

Behalve voor één document dan, dat ik niet mag inkijken.

Het boek met alle verslagen van de VZ2.

Dat had ik aangevraagd

om zich te krijgen op de boekhouding van het klooster.

Misschien, als er geschoemeld zou zijn, had ik dat daar kunnen vinden.

Dat zal gaan over het beheer van hun goederen in de laatste 30, 40 jaar.

Dus ik begrijp wel dat ze dat niet zo maar op tafel willen gooien.

Maar dat zal eerder vanuit dat oogpunt zijn

dan vanuit dat daar iets zou instaan over deze zaken.

Want ik heb zelf de overdracht van dit archief naar Kaad ook geregeld

en die zaken zou uit de raarterspraken gekomen.

Ik heb niet de indruk dat de zuster hier iets meer over weet.

Voor hen is dit een even groot mysterie

dan voor de gemiddelde dendermondenaar of jullie die daar nu mee bezig zijn.

Binnen de congregatie heeft meer het idee geleefd

dat de zuster gewoon vertrokken is eerder dan dat daar iets zou over komen zijn.

Maar goed, het is wel heel vreemd

dat ze dan nooit meer iets van haar gehoord hebben.

Nu, dat kan natuurlijk ook een verhaal zijn

dat zij toen hebben geconstrueerd

om dat voor zichzelf een plaats te geven

zonder dat ze daar zelf meer over wisten.

Wat voor hen inderdaad een even groot mysterie was?

Ja, en toch ook wel wat een traumatische gebeurtenis

met de directeur waar duidelijk wel het een en het ander verkeerd mee liep.

Je moet dat ook zien in die hierarchische constructies

die toen in het kloosterleven bestonden.

Het was niet zo eenvoudig voor kloostersusters

vooral om zo maar in te gaan tegen hun mannelijk directeur.

En als daar dan een dergelijk conflict

dat er waarschijnlijk toch geweest is,

dat heb ik ook gewoon uit de kranten knipsels vernomen,

dat dat toch voor hen niet eenvoudig was om daar mee om te gaan,

om dat te rapporteren,

om dat zo maar op tafel te gooien.

Dus ik denk dat dat binnen de congregatie toch ook wel een trauma is geweest.

Christine Sunnis kent de Vlaamse kloosters en congregaties.

Ze heeft er al veel publicaties over geschreven.

Ik vertel haar wat de zusters in Dendermonde mij verteld hebben.

Over het feit dat de directeur volgens hen

niet zoveel invloed had in het klooster bijvoorbeeld.

Daar kan ik wel in meegaan,

dat die inderdaad misschien niet meer de doorslaggevende rol speelde,

die sommige directeur speelde vroeger in de 20e eeuw.

En dat buiten de zuster die nauwe contacten had met de directeur,

dat die andere zusters er misschien verder van af stonden.

En dat ze al ligt ook niet weten wat er exact gebeurd is.

Er speelde in het klooster zelf ook wel blijkbaar een soort hierarchie

met de overste, de zusters van der Haaten.

Dan had de meerderheid van de zusters die nauwelijks betrokken was bij het beleid.

Dat kan ik wel bevestigen.

Dat is een beeld dat klopt voor de meeste congregaties in die periode je hebt.

Het bestuurlijke niveau van een tiental zustersmeestal

die het bestuur in handen hadden

en de zusters die daaronder opereren,

die hadden eigenlijk met het bestuur weinig te maken

en de gehoorzaamheid en de hierarchie

was op dat moment nog heel belangrijk binnen kloosters.

Dus voor een doorsnie kloostersuster

kon het heel goed zijn

dat ze van die problematiek heel weinig afwisten

of van wat er gebeurd was heel weinig afwisten.

Als er zusters nu zijn die zeggen, ja, toen ik was een jongere zuster

ik ben er nooit zo bij betrokken geweest

ik heb ook maar gehoord wat er gezegd is

dat zou perfect kunnen kloppen.

Heel plausibel, ja.

Het zou zelf kunnen dat er binnen het klooster gewoon

niet overgepraat werd

of dat er gezicht werd

dat er niet overgepraat mocht worden.

Dat lijkt mij heel plausibel.

Dat zou dan gebeuren want dat is iets wat ik zo heel raar vond

ja, tientallen vrouwen die samenwonen in één gebouw

en er gebeurt zoiets opvallend

en toch wordt er niet over gesproken.

Ja, binnen die kloostercultuur van die periode

lijkt mij dat wel plausibel, ja.

Er zal misschien wel onder de zusters daarover gepraat zijn

maar ik denk dat je niet mag miskijken

op wat individuele zusters van elkaar afwisten.

Vele zusters hadden hun eigen leven,

hun eigen project en ze leefden wel samen

maar er was wel een cultuur van

iedereen beperkt zich tot zijn eigen taak

en tot zijn eigen leven

en die echte cultuur van een gemeenschap

in de menselijke zin van het woord

dat is toch iets dat zich pas later heeft ontwikkeld

er was een heel sterk, van heel rigide

systeem van iedereen doet zijn eigen taak

en de lijnen worden uitgezet van bovenuit.

Wat de zusters mij ook zeiden van ja, we gaven allemaal les

of we deden ziekenzorg en we zagen elkaar

bij de maaltijden maar eigenlijk daar buiten

hadden we weinig contact met elkaar.

Dat klopt eigenlijk en dat verbaasd

om een gemeenschapsleven

maar eigenlijk waren die zo opgeslorpt

door je bedsleven aan meerdere keren per dag

en door hun professionele leven

dat er voor contact, individueel contact

weinig plaatsbleef

en dat er ook vanuit de congregatie

op toegezien dat er niet te veel individuele contacten waren

dat er niet te veel klikjes ontstonden

dat dat eigenlijk als groep

gemakkelijk de manager bleef.

Maar binnen de raad

en binnen die dat bestuurlijk niveau

moet er toch wel gepraat zijn

over wat er gebeurd is, dat kan moeilijk anders.

Maar die bovenlaag van het klooster

die oudere zusters, die zijn er nu niet meer.

Dus hopelijk vinden we in de mappen die voor ons op tafel liggen

toch nog ergens een spoor van de zaak terug.

Els en ik beginnen aan onze zoektocht.

We zien foto's en krantenknipsels uit de jaren 90

de periode waarin de zaak mediaaandacht begon te krijgen.

Het interessantste is het chroniekboek van 1957 tot 1993.

Een soort dagboek van het klooster

in een sierlijk handschrift bijgehouden op ruitjespapier.

Het gaat in dat boek zowel over historische gebeurtenissen

zoals de val van de Berlijnse muur of het bezoek van de paus aan ons land

als over zusters die naar het ziekenhuis moeten

of bijeenkomst in het klooster.

Ja, sorry, we waren lang niet alleen in de leesaal, dus we moesten stil spreken.

Maar er staat dus, in de nacht van vier op vijf maart

verdwijnt onze zuster Gabriel tussen haakjes G. Robrex.

Ze is op vrijdag vijf maart niet opgedaagd voor de school

en via de deur van haar kamer opengebroken te hebben

vindt eerwaarde moeder de kamer leeg.

Opzoekingen baat er niet.

Einde citaat.

Een dag later staat er dat de overste de familie van zuster Gabriel is gaan bezoeken

om te horen of zij meer weten.

Ik lees nog even voor.

Niets baat.

We, dat is de Rijkswacht, wordt verbittigd. Ze blijft vermist.

De Heer heeft ons nogmaals zwaar beproefd.

Bidden we om licht en klaarheid in die duisteren zaak.

Einde citaat.

Dus al meteen op zes maart staat er in het chronikboek

dat de politie verbittigd is.

Wat volgens mij niet klopt.

Er valt in elk geval geen spoor van terug te vinden.

Pas wanneer de familie van zuster Gabriel naar het gerecht stapt,

begint er een onderzoek.

Maar de zusters hebben het dus wel te horen gekregen,

net zoals de familie van zuster Gabriel.

Het blijft dan even stil over de zaak in het chronikboek.

Op 6 juli, vier maanden na de verdwijning,

staat er B.O.B. van Aalst.

Onderzoek geval geen Robrex.

9,30 tot 12,30.

Dat is het bezoek van de nietboer Dodwie.

Zuster Gabriel.

Om vier maanden tijd is onze zuster Gabriel

dus plots veranderd in het geval geen Robrex.

Opmerkelijk.

Later volgen nog een paar meldingen over de politie die is langsgekomen,

maar voor de rest geen echt belangrijke informatie meer in het chronikboek.

We vinden wel nog het persoonlijke dossier van zuster Gabriel,

maar neem het woord dossier met een korreltje zout.

Het is maar één blad.

Eigenlijk een fische die alle zuster bij hun intreden moesten invullen.

Dat is alles wat er in haar persoonlijk dossier zit.

Het gebeurt wel vaker in archieven van religieuze congregaties

dat er van de individuele leden heel weinig is bewaard.

Omdat er in vele congregaties toch wel een sfeer leefde van de individuen,

gaan we niet te veel bewaren.

Dat er ook heel vaak als zuster zo verleden of als zusters uitraden.

Dat documenten die betrekking hadden op die zusters gewoon vernietigd werden.

Dat was wel een courante praktijk in kloosters.

Zuster Gabriel heeft haar fische ingevuld op 7 december 1943.

Ze is dan bijna 18.

Ze schrijft dat ze vanaf haar 15 jaar een roeping voelt

ten gevolge van een predicatie over de roeping.

Als taak kiest ze voor opvoeding en onderwijs der kinderen.

Het voelt wel bijzonder om dit blad vast te hebben.

En te weten dat zij dit heeft ingevuld bijna 80 jaar geleden.

Maar veel wijzer worden er niet van.

En hoe de andere documenten helpen ons helaas niet verder.

Els en ik bespreken het achteraf op een terrasche in Leuven.

En?

En, ja.

Ik denk dat het een beetje was wat we gevreesd hadden.

Dat we niet echt veel gingen zien.

Dingen die ons veel meer helderheid brachten of zoiets.

Die indruk heb ik toch niet.

Dat we dingen hebben gevonden waarvan we dachten,

kijk, dat hadden we nooit geweten als ze weer niet waren geweest.

Er waren ook maar een paar mappjes.

Heel veel foto's wel, vond ik.

Maar ja, daar hebben we niet veel aan.

Ja.

Vond het wel leuk dat document, haar persoonlijk archief was maar één blad.

Maar ik vond het wel leuk om zo een document te zien van haar intreden.

Maar ze op een paar vragen moeten antwoorden, dat was heel bekend.

Maar ik vond het wel mooi om zo haar handschrift uit 1943 aan te zijn.

Om dat zo eens te zien en haar redenen om in te treden.

Ja, dat noemen ze de historische sensatie, ja, Philippe.

Dat je ergens bent of iets vast hebt en plots beseft

dat mensen zoveel jaar geleden daar ook hebben gestaan of dat ook hebben vastgehouden.

Ja, dan noemen ze de historische sensatie.

Ja, het zal dat gevoel geweest zijn zeker, van toch een beetje dichter bij haar gekomen.

Hetzelfde als op het Forum Romanum staan eigenlijk, van een andere orde.

Maar het idee is wel hetzelfde, van ik ben nu ergens waar 2000 jaar geleden

ook mensen over de stenen liepen.

En dit had ook wel zoiets, vond ik.

Niet alleen bij dat document van haar vond ik.

Ook zo bij dat je die hand geschreven chroniek had ik dat ook wel zo van

iemand die al die jaren dat heeft ingevuld en opgeschreven wat er allemaal gebeurde.

En wij die dan nu lezen.

Waardoor wie het ook was die dat geschreven heeft, want dat weten we niet.

Haar werk toch niet voor niks is geweest, he.

Want het heeft nog ergens voor gediend.

Dat is mooi, maar het helpt ons dus niet echt vooruit.

En over directeur Morni hebben we ook niet veel gevonden.

De dag van zijn intreding stond wel in het chroniekboek de viering van zijn jubileum

en er zaten ook wat foto's bij allerlei gelegenheden.

En op 9 mei 1991, onze lieve heer Hemelvaart lezen we in het chroniekboek

na de Communiteitsmis deelt er waarde heer directeur Morni zijn ontslag als directeur aan.

Een maand later gaat Morni op rust naar Hustwezel, ver van Dendermonde.

Op 2 oktober ontmoeten de zusters hun nieuwe directeur.

De zuster archivaar is schrijfd dat hij belooft om voor allen een geestelijke vernieuwing te brengen.

Ik zou toch zeker eens contact nemen met Bistom Gent,

omdat die priester zal daar ongetwijfeld een dossier hebben.

Dat zijn geen zelven, want dat zijn geen dingen die we hier gaan vinden.

We bewaren geen Bistoms archieve, dus alles wat betrekking heeft op priesters van het Bistom,

dat zal in het archief van het Bistom zitten.

En ik vermoed dat er wel ongetwijfeld correspondentie of contacten zijn geweest,

maar er is niet noodzakelijk veel van bewaard.

Die priester kwam oorspronkelijk uit de abdij van Grimbergen, het was een Norbertijn.

Ik heb er zitten zoeken online, maar daar vond ik precies ook niet heel veel materiaal van terug bij jullie.

Het archief van de abdij van Grimbergen hebben wij inderdaad niet,

dat zit dan nog bij de paters in Grimbergen.

Hoe groot dacht u de kans dat als we bijvoorbeeld in Grimbergen

of met Bistom vragen om daarnaar te mogen kijken,

dat we daar een toestemming voor zouden krijgen?

Dat is redelijk onwaarschijnlijk, denk ik.

Je ziet het toch wel in historische termen over recente gebeurtenissen.

Dat gaat over individuele dossiers en persoonsgegevens.

Dus ik vermoed dat ze daar wel niet zo makkelijk gaan op ingaan.

Redelijk onwaarschijnlijk, dat beloofd.

Maar we moeten het wel proberen.

Bij het Bistom en op andere plaatsen.

Meer te weten komen over erwaarde heer Gaston Morni.

Wat klopt er van alle dingen die over hem worden beweerd?

Daar is hij betrapt geworden met kinderen

en is hij dan door het Aardbistom verplaatst naar den der Monde.

Machine-generated transcript that may contain inaccuracies.

Vinden we meer informatie over wat er precies gebeurde in 1982, in het archief van het klooster?