VRT MAX VRT MAX 10/25/22 - Episode Page - 29m - PDF Transcript

We staan opnieuw op de hoek van de Nerviersstraat en de L'Amourinièrestraat.

Want na heel veel telefoneren, voorzichtig manoeuvreren in de gassidische gemeenschap,

werd mogelijk waar eigenlijk een hele tijd om mogelijk leek.

Wij hebben afgesproken met een kind van de aanslag.

Michel Grossman.

En nu ben ik een klein beetje zenuwachtig,

een klein beetje spannend, omdat we hem natuurlijk vragen gaan stellen over de aanslag hier,

op deze plek, voor dat het allemaal gebeurt.

Ik hoop dat het ook één zal zijn.

Op het afgesproken uur komt Michel Grossman ongefietsd.

Michel is een bedeesde man met een grijzende baard en oneindig zachte kwetsbare oren.

Hij is een gassidische jood en draagt de typische zwarte hoed.

Zwarte kleren en het witte hemd met de rafels, de tzitzit.

Hij is vader van acht kinderen, allemaal jongens.

Op het moment van de aanslag, in juli 1980, was hij zelf een jongen van veertien.

Hoeveel mensen waren hier?

Ik weet niet, misschien 50, 60 jongens.

Michel praat niet makkelijk, omdat hij in het dagelijks leven meestal hier die spreekt.

Maar hij lijkt het niet erg te vinden dat we onze vragen stellen.

Weet u nog wat het een mooie dag was, die dag van hier?

Dat weet ik niet, dat weet ik niet.

Maar iedereen was wel heel, die hier aan kwam en samen kwam, dat was blij.

Dat was heel tevreden en een prettige vakantie te vieren.

Daar stond die bus.

Michel wijst naar de hoek van de straat.

Daar waar die plekjes aan het werken zijn.

En dan komen de moeilijke vragen.

Want David Kohane, de 15-jarige jongen die gedood werd bij de aanslag, was de neef van Michel.

Ik stond hier en die David Kohane, soms naast mij.

Ik heb nog kwartier vroeger, heb ik nog met hem gesproken.

En dan gebeurt het.

Een terrorist springt van achter de hoek te voorschijn en werpt twee granaten te midden van de groep jongens.

Toen zondagmiddag, op klaarlichte dag, het antwerpse diamant kwartier werd opgeschrikt door twee oorverdovende knallen.

En geguil van gewonden was het duidelijk.

De moordenaars zijn onder ons.

Michel Grossman heeft de knallen niet gehoord.

Het was te dichtbij.

Ik heb gewoon meer gevoel dan gehoord.

In pure paniek rend hij weg.

Ik had veel bloed verloren en begon er te lopen, zonder te weten wat er gebeurd is.

En waar ik moet gaan, was ik helemaal in de war.

Pas op het einde van de straat, houdt iemand hem tegen en brengt hem terug naar het lokaal van Aguda.

Dan lag ik alle mensen over hoop en te schreeuwen en ze hadden mij direct in de ambulance gelegd.

En dan ging ik naar Stuifenberg.

Perzfotografen konden in die tijd blijber gewoon op de ziekenzaal van Stuifenberg ontlopen.

Want ik vond in het geïllustreerde weekblad de Post een foto van Michel.

Hij is weg van de wereld.

En zijn gezichten zijn exact zoals Jackie Groenveld had beschreven.

Meer zwarte dan wit.

Dan kwam mijn moeder in de ziekenness mij bezoeken.

En ze zag me zo, ze begon te weten.

Michel is in shock.

En waarschijnlijk hebben ze hem daarom niet meteen gezegd.

Ze zijn mij komen bezoeken, mijn familie.

En ik vraag altijd, wat is er met David, waar is David?

En ik voelde dat ze mij niet worden zeggen.

En dan is het eruitgekomen, wat gebeurt.

Zijn neef heeft de aanslag niet overleefd.

Hij stierde op straat.

Is het een plek waar je vaak nog passeert of komt?

Ja, ik kom er elke dag bijna.

En als je hier passeert?

Er is een speciale gebied om te zeggen als er een mirakel gebeurt.

Baruch Shassali Nesbama Komaze.

Godzij dank dat je het mij gered.

Je hebt een mirakel gemaakt met mij op deze plaats.

En telkens herinner ik me dat als ik hier passeer.

Mijn naam is Bart van Nuffelen.

En dit is de kunst van het verdwijnen.

Een podcast van Marta Tentative en Lukas de Rijken

in co-productie met VRT-Max.

De muziek is van Tom Pintes.

Aflevering V, De Snor.

Ik volg de gangster met de rolkoffer op de voet.

Komt te weten hoe de aanslag op het somerkamp

de zevende wijk totaal verandert.

En leer dat vernietiging draait op lijsten.

Tot die aanval in de Lamborghiniere straat.

Theorisme, dat was ver van een betje hoor.

Dat gebeurde ergens anders, maar toch niet hier.

Ons ging me toch niet aanvallen.

Dit was jamais vuud doen.

Jackie Groenfeld, verzekeringsmaaklaar

en voormalig leider van het somerkamp

beschrijft hoe na de aanslag

alles is veranderd in de zevende wijk.

Het is gevolueerd dat het ongelooflijk is.

De Jotze gebouwen werden vanaf dan zwaar beveiligd.

Door te zeggen, er is geen één synagogue

omdat er niet een veilige deur is

die tenminste kogelwerend is.

Een, twee, drie hold-up knoppen,

rechtseks in verbinding met politie,

plus buiten een flitslichten blauw.

Ik denk dat dat de enige blauwe flitslichten zijn

die er in een België zijn.

Er kwam ook een Jotze vrijwillige veiligheidsdienst, Schmira.

Er zijn zoiets die zeggen dat het dan een privé bewaak is

die is illegaal.

Nee, er zijn mensen die voor de deur van de synagogue

en hen oppassen en er staan in verbinding

de ene met de andere

en ze hebben een verbinding met de politie.

Mensen denken er over veel meer dan dat het voorstelt.

Naast een eigen beveiligingsdienst,

kogelwerende deuren en blauwe flitslichten,

zijn er ook camera's gekomen.

Steeds meer en steeds betere camera's.

Kun je in de werk niet binnen of gezet op camera,

dus kun je volgen tot en met.

Dankzij die camera's

kan de politie de gangster met de rolkoffer

na de tunnelroof perfect volgen.

Het huis uit, de Lamborghinière straat door

en zonder de mesouza te kussen, de synagoge binnen.

De speurders ontdekken dat hij geen echte Jood is

en vragen meteen de interne camerabeelden

van de Pshorsk-synagoge op.

Er zijn heel veel Joodse instellingen-synagoges

die eigenlijk bewaakingscamera's hebben

waar wij dan de beelden kunnen gaan opvragen.

Als de gangster een paar minuten later

de synagoge weer buiten komt, wordt hij opnieuw gefilmd.

Hij wandelt met zijn koffer in de richting van het station

en wordt een beetje verder door een grijze Citroën C3 opgepikt

en ze rijden weg.

Maar geen probleem, want de politie

kan ook die auto perfect volgen

dankzij de A&P'er camera's.

A&P'er zijn eigenlijk de camera's die de nummerplaat registreren

van alle auto's, alle voertuigen, vrachtwagens, bussen.

De camera's zien de Citroën C3

de gangster en buit, de stad verlaten.

Dus eigenlijk, al het geen dat binnen komt in Antwerpen

al het geen dat buiten komt in Antwerpen, wordt allemaal gelezen.

Het systeem weet dat de C3 de autostraden oprijdt.

Dan hebben we het van de richting

en dan kunnen we de nationalen A&P'er gaan opvragen

en dat zijn dan eigenlijk de camera's

die momenteel gericht zijn op de autostrades.

De camera's zien hoe de C3 via de E313 richting Nederland rijdt.

Om 16.59 uur verlaten de gangster met de rolkoffer het land.

En het stopt van de grens?

Ja, het stopt effectief van de grens.

De vogel is gaan vliegen.

De gangster met de rolkoffer is nu echt verdwenen,

verschwonden, weg.

Ik zie hem nog één keer.

En hoe?

Hij is zo dichtbij.

Het lijkt alsof ik hem kan aanraken.

Want ineens krijg ik dus deze ongelooflijke foto doorgestuurd.

De zogenaamde Pschorsk-foto.

Waarom noemt die zo?

Ik noem die zo, vooral duidelijkheid,

omdat dat getrokken is of die beelden zijn gemaakt

met de bewakingscamera van de Pschorsk-cinagogen in de mercators.

Nu dat ik dat behoort, eindelijk aan uitspreken.

Ik ben ook heel tof om te zeggen Pschorsk.

En wat zien we?

We zien eindelijk van dichtbij de gangster met de rolkoffer.

Als je inzoemt op die koffer, donkerblauw.

Hij is ontelefoneren.

Je ziet zijn slanke vingers.

Er is een hoed die diep over zijn ogen zit.

Die ogen zie je net.

Een heel fascinerende zwarte handje.

Hij heeft er precies eyeliner rondgedaan.

En dat is allemaal supergoe, superwel en heel fascinerend.

Maar er is maar één ding aan deze foto die alle aandacht opslort.

En dat is een snor.

Dat is een snor.

Die snor is false.

Opgeplakt.

De gangster met de rolkoffer heeft zich dus niet alleen verkleed als orthodoxioot.

Hij heeft ook een nepsnor.

En dankzij die vermomming,

moet hij zich als enige van de benden niet verstoppen voor de camera's.

In de income-hal van de Pschorsk-cinagroge

gaat hij recht onder de camera staan.

Perfect in beeld.

En het wordt nog straffer.

Want op een avond hoor ik van een bron ver van het onderzoek het volgende.

Vlak voordat hij in de vluchtauto stapt,

lijkt het of de gangster nog even een camera zoekt.

Naar die camera knikt en buigt.

Vervolgens stapt hij in en verdwijnt uit beeld.

Nu de gangster met de rolkoffer is verdwenen,

richt ik mijn aandacht op de rest van de benden.

Die ik dankzij de tips van journalist Patrick Leffelon

steeds duidelijker in beeld krijg.

Dames en heren, mag ik u presenteren?

De benden van de tunnelroof.

De rondsalaar.

David Salvisvili.

Alias David Chalican.

Alias David Tzomaya.

Door iedereen datogenoemd.

Hij is een georgies beroepscrimineel.

Die met false papieren door Europa trekt.

Hij is afhankelijk van welk paspoort hij gebruikt.

37, 35 of 33 jaar oud.

Hij is drugsverslaafd en gokverslaafd.

Of doet als of.

Hij is met zekerheid een psychopaat.

Hij wint heel snel het vertrouwen van Koba en Gio

en betrekt hen bij het plan.

Hij verdwijnt, zij worden gepakt.

Koba en Gio lijken daar in hun verhoren oprecht door aangedaan.

Zij beschouwde Datto als vriend.

Ik denk dat dat een van de grote, mysterieuze vragen is

die onopgelost zou blijven in deze zaak.

Wat was zijn rol? En heeft hij van in het begin gedaan als of

of is dat gaande weg, is dat geëvolueerd?

Dat is een spook door Renéel de Strablesier.

Datto is bij versteck veroordeeld en staat geseind.

De Bende had een rovershol vlakbij het diamantkwartier.

Van waaruit de roven werd geplant.

En het is, net als twee garages en twee vluchtauto's,

gehuurd door één man.

Hoofd logistiek, Josef Cohen.

Een 41-jarige Israëli die zich in Antwerpen voordoet als Eddie.

Een rijke diamantair.

Hij spreekt Engels, Russisch, Hebreus, Armeens en Georgisch.

En wordt steenvast vergezeld door een jonge, blonde vrouw.

Hallo.

Zij is Dixit een getuige?

Slank gebouwd.

Ongeveer 26 jaar en ze heeft lichtgevende ogen.

Hij heeft Dixit verschillende getuigen, twee gezichten.

Hij is erg vriendelijk en erg opvliegend.

Josef is bij versteck veroordeeld en staat geseind.

Ook vermelt in het dossier de vermoedelijke gravers met de schuilnamen

Malloy en Maasder.

Ze spreken Russisch en zijn niet geïdentificeerd door de politie.

Het zijn wel licht vakmannen die opereren onder de leiding van de rat.

Een rat is niet toevallig gekozen.

Want er is niet alleen die tunnel, maar ook het gat.

De gat?

Er krijgt bewazen en spreken met een onderarm nog niet.

Dan moeten we een klane deur houden of het gezeten van Malloy kan doorwicht.

En dan, ten slotte, is er...

...de orthodoxe jood met de rolkoffer.

Waarvan we nu dus weten dat hij geen orthodoxe jood is.

Voor de rest is er bijzonder weinig van hem geweten.

Hij is niet erkend.

Hij staat niet geseind.

Zodat de vraag reist, bestaat hij wel echt.

Of is hij de vermomming van één van de voorgaande gangsters?

Om dat te weten te komen, ga ik spreken met Marijn Verkouter,

de eigenaar van het Kelderappartement in de Nerveerstraat.

Vraag maar.

Lange kunken breuken.

Ben je dat pakte?

Dat pak ik wel.

Marijn is een gepensioneerde loodgieter met staalblauwe ogen.

Kanker heeft zijn stem aangetast.

Marijn, u vindt een speciaal man?

Dat schijnt.

U heeft een tunnel met eigen ogen gezien.

Klopt.

Vertel eens.

Die heb ik gezien, die was volledig loodrecht.

Prober afgestoken, ze kunnen het niet doen.

Ze hebben er werk van gemaakt.

Dus je zou kunnen zeggen dat waren vakmannen?

Dat waren vakmannen, dat klopt.

Die waren vakmannen.

Ik heb met Marijn afgesperken omdat hij de enige is

die verschillende leden van de benden heeft gezien.

Namelijk bij de ondertekening van het huurcontract.

En hoe zagen die eruit?

Ze hadden een ogenoot op.

Ze hadden een zwarte aas.

Ze hadden een grote zwarte aas.

De lange aas.

Ik denk van je hoedse afkomst.

Met je kostumal.

Er was iemand met een bril op, dat weet ik nog.

Er was iemand met een bril op.

Maar dat kan natuurlijk zijn voor een beetje te vermomen.

En hoe waren die?

Die waren zeer vriendelijk.

Die waren een dienstuk.

Die waren direct content.

Natuurlijk ook van het band.

Want ik dacht, ja.

Die zullen beginnen zeven over daar.

En daar, en die keuken.

En er stelde geen afvuren in en daar niet.

Ik zeg tegen hem.

Ik moet dat ingericht worden.

Want dan moet het nog gevecht worden.

En eventueel hier en daar.

Ik zie het zo aan het zien.

Hij zegt, nee, dat is niet nodig.

We zullen er een paaltje van maken.

Dus ik heb gezien.

Ik heb er een paaltje van gemaakt.

Maar natuurlijk niet die amanten, denk ik.

In de kloos in het pot van mijn huis en mijn appartement.

Ik haal mijn mapje met foto's tevoorschijn.

Ik wil weten of Marijn iemand van de verdwenen daders herkent.

Herkent je die?

Ik toon hem een foto van Koba.

Nee.

Een foto van Gio.

Nee.

Van Cagabere.

Nee.

Een foto van Dato.

Het groot is zo lang geleden.

Het is zo lang geleden.

Ik leg de foto van Eddie de Diamanteur op tafel.

Het groot is zo lang geleden.

Het is zo lang geleden.

Is een knappe vrouw.

Nee, die zeker niet.

Malloy.

Master.

Foto's van andere mensen die in het dossier zijn verschenen.

Daar durf ik geen uitspraak over mogen.

Het is zo lang geleden dat ik het mij niet goed niet meer kan.

Ik heb ze maar één keer gezien.

Ik leg een laatste foto op tafel.

Dat wel.

Die wel.

Marijn wijst naar de foto van de orthodoxe gangster.

Ja, ik denk dat hij voor het contract geweest is.

En die kan ik mij...

Die is hem.

Marijn is overtuigd.

De gangster met de rolkoffer ondertekende het contract.

Hij bestaat wel degelijk echt.

Ja.

Wat doet hij nu op dit moment?

Ja, hij zit op een grote boot natuurlijk.

Meer een jonge vrouw.

En meer een glas champagne.

Die zit niet meer in balanen.

En zit ook niet meer in tunnelen.

Domme rikken zijn dan niet.

Maar het is natuurlijk makkelijk.

Ik heb er 40 jaar moeten verwerken.

Wij zijn opgevoerd in het systeem.

We moeten werken.

Werken als sporen.

Men heeft nooit gezegd, we moeten ze dan ook opdoen.

En direct spijt van katten, maar meer moeten opdoen.

Maar ja, dat was vroeger zo.

Marijn is even gestil.

Ik heb dus vlede jaar de diagnose gekregen.

Dat ik schildklier kan kremmen, dus hij is volledig verwijderd.

Er waren 2 moden, die zijn gelukkig met 33 bestrollingen.

4 gemo's verwijderd en er zijn geen uitzijgen.

Tot nu.

Ik vraag hem of hij zelf in de verleiding zou kunnen komen

om aan een roofdeel te nemen.

Nee.

Dat heb ik nooit gehad.

Ik heb al verschillende keren met portofoel gevonden.

En er zat veel geld in.

Ik heb het zelfs geloven, even bij de politie.

Dus ik zei van het systeem.

Waar ik recht op hem, daar streer ik voor en daar wil ik.

Maar waar niet van mij is, daar moet ik niets van hebben.

En dat moet ik niet.

Ik zal het zelf wel arrangeren en zelf verwerken.

Marijn heeft geen bewondering voor de gangster met de rolkoffer

en biedt als eerste weerwerk tegen m'n eigen, steeds groeiende fascinatie.

Ineens is er iemand die zegt, dat is geen een held,

dat is gewoon een bandiet.

Ze moeten er ook zenigen, maar ze ween het mogelijk.

En voor wat goed dan aan het gebruiken, mannen.

Mijnzelfde bedoeling.

Ik sta voor het centrale station.

Op de plaats waar de kleine Fred voor altijd van zijn mama wegstapt.

Reizigers stappen het station in en uit, maar van Fred is hier geen spoor.

Geen bordje met uitleg, geen herinneringssteken, niets.

Ik neem vandaag de trein naar Mechela, naar de dosse in Cazerna.

In de Wereldoorlog 2 werden de joden daar verzameld,

alvoors naar Auschwitz te worden gedeporteerd.

Zo ook de mama van Fred.

Op zaterdag 11 september 1942.

Vandaag is Cazerna Dossin een memorial,

een museel en een onderzoekcentrum.

Ik heb al verschillende mensen gezien, maar u...

Ik ben nog niet zo lang terug.

Ik ben met zwangerschaps geoverd.

Ik heb afgesproken met archivaris door in Stijven

en ik heb een vraag aan wat er van Fred en zijn mama is terug te vinden in het archief.

En dat is veel, verbazend veel.

Ja, daar gaat het over zijn mama.

Ja, dat is Basha.

Zo zag ze eruit en ze kwam naar België.

Mooie vrouwen.

Heel mooie vrouw.

Basha Kristal was gehuwd met Jacob Jeruzalski, de papa van Fred.

Het gezin waren er zes kinderen.

Waar van Fred is eentje, was hij het vier oudere broers en zussel.

En dan hebben we een kleine jule die in september 1940 is geboren

in Antwerpen, maar jammer genoeg zes maanden later is overleden.

Of acht maanden later, in juni 1941.

Dus dat geeft ons al een goed idee van hoe het gezin eruit zag

bij het begin van die registratie eenten 1940.

Dat is eigenlijk het eerste spoor dat we terugvinden van het gezinheren.

Dit is ook wel enorm netjes bijgehouden allemaal.

Ja, dat is de groentelijkheid.

Het was op bevel van de bezetter, maar dat werd wel heel erg

meegegaan door de Belgische dienst, door die rolvereniging.

Gehoorzaamheid in elk van die bronnen was echt ontzettend groot.

Andere documenten in het archief.

Thona al even nauw gezet hoe het dit gezin verder is vergaan.

Ze zijn allemaal vermoord door vergassing in Auschwitz.

Allemaal apart, allemaal alleen.

We hebben hier de deportatie leestel.

Want, dat ons zij kan zeggen, die zit ook in onze beeldbank.

We gaan zeerlijk even kijken. Kijk, hier is zijn broer.

Dat is Felix Jerozalski, dat is de oudste broer van Fred.

Hij is op dat moment net geen twintig.

Hij zou twintig worden twee maanden na zijn deportatie, drie maanden na zijn deportatie.

Dus hij is echt een 19-jarige jongen en hij is alleen.

Drie maanden later worden ook de twee andere behoers van Fred opgepakt.

Je moet eens kijken, ja, voilà.

Hier hebben we Injas en Pol Jerozalski.

Hoe oud zijn ze?

Ze zijn natuurlijk veel te jongen.

Injas is op het moment dat ze aankomen in de doceik al, zeggen we, negen.

En Pol is er net zeven.

Ze zijn echt nog seriom.

Ze worden met transport elf naar Auschwitz gedeporteerd.

We moeten dat voorstellen aan groep kinderen,

want ik dacht, die kinderen, zonder bugelijder,

zonder steun van hun volwassenen,

zonder iemand die voor ons zorgt, die niet weet waar hun ouders zijn,

die niet weten wat er met hen gaat gebeuren.

We gaan in groep, in die trein, in die derde klasse van ons,

bij aankomst in Auschwitz maken die kinderen geen kansen.

Ze worden met de selectie meteen naar de kant van de gaskamers gestuurd.

Maar dan zekerheid, grens en de waarschijnlijkheid kunnen we zeggen

dat zowel in Injas als zijn jongere broersen Pol

op 28 september meteen naar de gaskamers zijn gestuurd

en daar vermoord zijn.

Ik blijf rustig luisteren, maar van binnen stormt het.

Hoe is dat kunnen gebeuren?

En hoe idiotig, hoe is dat vastgelegd allemaal?

Archief is een heel belangrijk wapen, een genocidena.

Uw genocidair proces draait op, leest het.

Fred en zijn mama worden opgepakt tijdens de derde razia in Antwerpen.

Die van plaats van 11-12 september 1942,

dat is een joodse feestdag.

Ze worden samengedreven aan het station

en dan zegt Basha tegen haar zoontje weg te wandelen.

Voor een kind van die leeftijd om zomaar weg te wandelen

van zijn moeder, dat is...

traumatisch, dat is niet...

En voor een moeder om een kind wandelen?

Ja.

Ja, niet weten of hij ergens terecht gaat komen, dat is ook nog zoiets.

Waarom neemt die mama op dat moment?

Ze weten dat er...

massa

bij eendrijvingen plaatsvindt in de straten van Antwerpen.

Ze weten niet over de gaskamer, of over Auschwitz,

die berichten komen op als het begin 1943 binnen.

Ze weten ook dat...

ja, de leugen van...

dwangarbijt in het oost is dan al lang doorgepakt.

Kinderen, alleen zuigelingen die worden meegestuurd op transport.

Mensen beginnen te beseffen dat dat niet...

ja, niet koscher is, hè?

Zodu je nog iets persoonlijk hebt, jonge mama?

Natuurlijk.

Oh, mijn werk is veel moeilijker geworden als ik moeder ben.

Dat is geen werk wat je doet.

Dat is eigenlijk de missie die we hebben om die mensen

door geen gezicht te geven om hun te herdenken.

Maar als je dan foto's binnenkrijgt van kinderen

en je beseft, die hebben daarom een gegeven moment

en die trein is in te...

Die moeder heeft die vastgehouden

en heeft die drie dagen lang naar armen gedragen

om dan de gaskamer binnen te stappen en te weten

van ja, dit is het einde voor ons en ik kan niks doen.

Ik kan niks doen om mijn kinderen te raden, ja.

Ik ben daaronder gedoken, kinderen die zeggen

waarom heeft mijn moeder mij in godsdam afgewarmd

en waarom heeft hij me gewoon meegenomen?

Dan had ik al wat trauma en ja, dan had ik...

dan had ik gewoon samen met haar kunnen gaan.

Terwijl...

Ja, die moeder heeft dat gehoord of...

Die vader ook moeg dat niet onderschatten.

Dat dat voor een vader ook traumatisch is.

Ja, denk vaak aan die moeders.

Zijn er foto's van?

Doreen tond me foto's van de jonge Fred.

Dat is leuk.

Ik zie een blond jongenske,

een kind met dromerige ogen.

Kijk eens aan.

Mooie foto's.

En dan komt, geheel onverwacht, nog een verrassing.

Helemaal op het einde van mijn bezoek,

tond Doreen me een recent filmpje.

Het is een videoregistratie van een online gesprek.

En eerst weet ik niet hoe waarom ze me dat tond,

maar dan hoor ik wat de oud meneertje zegt.

Fred Cader.

Dat is Fred.

Hij leeft.

Daar had ik geen secondenrekening mee gehouden.

In het spoor van de gangster met de rolkoffer

stuiten we op steeds belangrijke verhalen.

Ik ga op zoek naar Fred.

De Binde leidt me naar het diamantkwartier

en ik vallen aan Juan Hope-Temperoi.

Hartelijk welkom bij BNB Paliba-Vortiers.

Eens geduld alsjeblieft.

Onze medewerkers zullen zo snel mogelijk verder helpen.

Machine-generated transcript that may contain inaccuracies.

Een jongen van het zomerkamp vertelt op de straathoek het verhaal van de aanslag. Dankzij camera’s is de weg van de gangster met de rolkoffer perfect te volgen. In de Kazerne Dossin zoekt Bart meer informatie over Fred …en vindt veel meer dan hij zocht.