Waar is zuster Gabrielle?: 4. De zusters

VRT NWS VRT NWS 2/28/23 - Episode Page - 1m - PDF Transcript

MUZIEK

Waar is zuster Gabriel?

Goed, waar zit ik? Ik heb gesproken met de familie Robrex,

de familie van zuster Gabriel.

Die geloof niet dat ze zomaar zou vertrekken zonder iets te laten weten.

En de familie vindt al vanbij het begin

dat de directeur van het klooster zich vreemd gedraagt.

En dan zat een directeur, het was zo ver gekomen

dat ze in mijn geheimen papier hadden snuffelen.

En dat wil ik niet.

Ook de eerste politie-mensen die de zaak onderzoeken,

denken in die richting.

Ik heb geen enkele tijver, maar nee, dat was mordier of zijn handelijker.

Alleen krijgen ze nooit een opdracht om dat spoor verder uit te zoeken.

En wat ook vreemd is, ze mogen pas weken of zelfs maanden

na de verdwijning in actie komen.

Dus dat is volledig afgesloten geweest,

dat is op vaak uren getrokken, zou ik zeggen.

En hier komt niemand erin.

Dat is niet normaal, hè.

Heel bizar allemaal.

En ik wil zeker van het parquet weten waarom dat zo gelopen is.

En ook bij andere politie-mensen wil ik eens polsen hoe ze erover denken.

Maar tegelijk wil ik ook in het klooster binnen geraken.

Zouden er nog zusters zijn die er in 1982 ook al waren?

Wat weten ze nog over dat moment?

En waarom geloofden ze zo gemakkelijk dat Gabriel zelf vertrokken was?

Ik bel naar het algemene nummer van het klooster dat ik op internet vind.

Maar de telefoon blijft maar overgaan.

Ik stel me een vast toestel voor dat op een tafeltje

in een lange hoge gang staat te rinkelen,

zonder dat iemand opneemt helaas.

Misschien bell ik wel op een verkeerd moment

en is er net een misviering of zitten de zusters aan tafel of zo.

Gelukkig vind ik op de website ook een mailadres.

Ja, hoe spreek ik haar aan?

Misschien toch best een beetje plechtig.

Eerwaarde moeder, ik neem contact met u op

met een verzoek dat u misschien vreemd zal lijken.

Maar waarvan ik hoop dat u het toch in overweging wil nemen.

Ik stuur dus een mailtje naar de overste, de verantwoordelijke van het klooster.

Met vriendelijke groeten, Philippe Heymans.

En nu maar afwachten.

De zusters hebben zelf nog nooit met de pers over de zaak gesproken.

Dus ik ben erg benieuwd hoe ze gaan reageren.

En nog met Philippe.

Geweldig, ik was net met tanden aan het poetsen

en plots kreeg ik telefoon van een nummer dat ik niet kende.

En het blijkt dus de nieuwe overste, moeder-overste, of hoe heet dat geworden,

de nieuwe moeder-overste te zijn van het klooster van Dendermonder.

Die zegt, kijk, we hebben nu een mailtje gekregen.

En ja, kom maar langs, u bent welkom.

Het is dus gelukt.

Ik mag naar het klooster in Dendermonder.

Er zijn nog een paar zusters die Gabrielle hebben gekend

en die wel iets willen zeggen, want er is veel onzin over haar verschenen.

En ja, we verwachten, u mag eens bij ons opgesprek konden.

Dus dat is beter dan ik had durven te verwachten.

Ik had gedacht dat ze de deur dicht gingen houden,

maar kijk, over tien dagen precies mag ik bij hen langs gaan.

Dan is er ergens een zoek door begonnen, maar dat was dan voor het overheid.

We hebben daar praktisch niets meer over gezegd.

En dat instillt ook.

Het zijn een tijd laten overgaan, ja.

Mijn naam is Philippe Hijmans en je luistert naar Waar is Suster Gabrielle?

Nog tien dagen.

Dat geeft me nog even tijd om alles wat ik tot nu toe gedaan heb

te bespreken met mijn eindreacteur Els.

En die heeft wel wat bedenkingen

bij wat de gepensioneerde politiemensen me verteld hebben.

Ja, ik vind dat zij wel heel gedecideerd zijn,

dat ze eigenlijk dezelfde van bij het begin wisten,

want daar klopt daar iets niet.

Dat veelt mij wel op, ze zijn niet voorzichtig of zo.

Maar ze hebben dan vervolgens wel niet zo heel veel gedaan

om uit te zoeken wat er aan de hand was.

En ik weet wel dat er een uitleg is.

Ja, maar ja, ze moesten aangestuurd worden van bovenaf.

En het gerecht wauw, niet dat, bla bla bla bla.

Maar daar heb ik weer een beetje hetzelfde gevoel bij van,

ja, als je nu een echte politieman in harte neer bent,

vind ik het raar dat je dan toch niet zelf wat meer daarachter aangaat.

Ja, maar dan mag nu eenmaal niet bij ons, hè?

Ja, maar dat mag officieel niet.

Maar dan nog even liepen.

En wat ik ook wel denk, waar we niet mogen overkijken, is...

Het is natuurlijk makkelijk voor hen ook om dat op iemand anders af te schuiven, hè?

Ik zeg niet dat dat niet waar is, wat ze zeggen,

maar het kan ook een manier zijn om...

om mezelf vrij te pleiten, natuurlijk.

Het is makkelijk om te zeggen, ja, het was gerecht dat dat niet wauw,

en dus hebben wij niks gedaan.

Dus ik vind dat we dat ook wel moeten mee in het verhaal houden.

Wij weten niet...

of zij niet hebben gezocht, of dat het gerecht niet wauw is dat ze zochten, hè?

Wat ook meespeelt, en dat is een probleem voor iedereen die ik heb geïnterviewd,

is dat het allemaal zo lang geleden is.

Mensen zeggen misschien dat ze nog goed weten wat er 40 jaar geleden gebeurd is,

maar eigenlijk is dat niet zo.

Hun geheugen laten wat in de steek.

Ze hebben intussen kranten, artikels of boeken gelezen over de zaak

of verhalen van andere mensen gehoord,

en daar informatie uitgehaald die ze zelf eigenlijk niet hadden.

En zo hebben ze in hun hoofd een verhaal gemaakt dat er eerst niet was.

Daarom ben ik wel blij dat de politiemensen

hun notitieboekjes van toen hebben bijgehouden.

Dat is dan toch al één bron die rechtstreeks uit de jaren tachtig komt.

Wat er ook nog, wat u meespeelt, misschien, is dat in die periode verdwijningen...

Ja, er werd ook gewoon minder aandacht aan besteed,

denk ik, zeker van een meerderejarige vrouw van wie er aan werd gezegd.

Ze zal wel zelf vertrokken zijn, ik kan me voorstellen.

In die beginjaren was er ook helemaal geen ophef over die verdwijning, he?

Iemand die daar alles over weet is Alain Rémy.

Hij is de chef van de zelf vermiste personen van de politie

en al die jaren uitgezicht dat je op TV ziet als er iemand verdwenen is.

Tijdens de zoekactie die werd georganiseerd door de familie, de vrienden,

is dus inderdaad niet zo'n vrouw.

Maar in 1982 had hij nog niks met vermiste personen te maken.

Ik was als lesgever verantwoordelijk voor alles wat met betogingen te maken had.

Maar als jonge opperewachtmeester bij Drijkswacht had Rémy wel al kort geleerd

hoe je met verdwijningen moest omgaan.

Het was wel een hoofdstukje in onze gerechtelijke cursus,

maar het was ook niet veel meer dan dat.

Mijn lach daar precies minder aan was,

zeker wanneer het ging over volwassenen.

Ik ga u meer zeggen, wat ik mij ook nog herinner,

dat is wanneer iemand naar de politie ging om een aangifte te doen

van de verdwijning van een meerderejarige persoon

dat men daar meestal als antwoord kreeg.

Ja, weet je wat?

We gaan even die naam opschrijven, maar de eerste 24 uur,

ja, de eerste 24 uur, de eerste 24 uur,

de eerste 24 uur, ja, dan wachten we toch sowieso alvores dat we iets gaan doen.

Vandaag hebben we dat volledig omgedraaid.

Vandaag zeggen wij dat tijd cruciaal is

en dat de eerste 24 uur essentieel zijn.

Om u maar te zeggen, het was een compleet,

maar dan ook een compleet, andere tijdsgeest.

Laat ons eerlijk zijn,

eigenlijk worden verdwijningen in ons land

maar echt gestructureerd en professioneel aangepakt

sinds de zaak du trouw in 1996 aantoonde wat er allemaal mis liep.

Twee uur vanmiddag, het gerecht van de officiator.

Vredafte Maak du trouw wordt weggevoerd naar de gevangenis.

De volksmulder is groot.

Ik heb het al vaak gezegd door de zaak du trouw,

niet dankzij du trouw, want die eer ren ik er nooit.

Een familie die naar de politie gaat

en dan afhankelijk is van de goede wil van de agent of de magistrat die dienst heeft,

dat zou nu in principe niet meer mogen kunnen.

Er zijn nu checklists, vaste procedures,

scenario's die door iedereen gevolgd moeten worden.

Met verantwoordelijkheden die vandaag de nacht heel duidelijk vastleggen,

dat gaat niet alleen over de zelfermiste personen,

die was er toen compleet niet, dat gaat hem ook over vandaag de nacht.

Zijn er referentie magistraten met de parquetten

die gespecialiseerd zijn in die materie?

Wij kunnen terugvallen in onze lokale politiezones

op collega's die ook weet hebben van de aanpak van dat soort zaken.

Het is compleet anders dan toen.

De opsporingsmethodes zijn ook veel uitgebreider geworden?

Natuurlijk, dat is weer iets anders.

Vandaag het eerste wat wij doen, dat is de vragen naar is er een GSM-inspel,

ja of nee, zelfs de klassieke telefonie op vaste telefoons in de jaren 80,

was quasi onbestaande.

Telefoononderzoek en telefoontaps en toestanden.

Om nog niet te spreken van ANPR-camera's,

veiligheidscamera's in onze straten,

betalingssystemen die we kunnen traceren,

dat was allemaal onbestaande.

Om er één voorbeeld uit te halen, de directeur die zei tegen de politie dan,

ze heeft mij een paar dagen na haar verdwijning nog gebeld

om te zeggen dat alles oké was.

Nee, dat was niet te traceren.

Dat werd ook niet bijgehouden.

Dus als iemand dat zei, dan werd dat wel aangenomen

voor juist of twijfelachtig, dank ervan af hoe het gezegd werd, zeker.

Maar op dat moment, bij mijn weet in het begin van de jaren 80,

bestond er geen systemen om dat soort uitspraken

te gaan checken.

Maar dat geloof ik ook wel best, dat kan perfect zo zijn.

Maar dat is helemaal in overeenstelling, maar was ze zelf vertellen.

Zei het wel dat ze wel meteen vonden dat er iets verdacht was en zo.

Want als ik dan zo'n doorsnepolisteagent van begin jaren 80 zou geweest zijn,

dan had ik misschien na een ondervragings- of ene keer derde plaats

dat ze gaan kijken en gezegd, ja, die is gewoon gaan lopen

en dan hadden we niet meer gezocht.

Maar het is net, vind ik, opvallend dat zij allemaal zeggen,

maar we hebben wel gezocht

en we vonden wel meteen dat daar iets niet klopte,

maar er is daarna niks meer mee gebeurd.

Dat vind ik verdachter dan het eerste scenario.

Je moet het natuurlijk ook zien in misschien ook nog een andere context.

In die periode was het aanzien van de kerk ook nog heel anders

dan vandaag, ja, wanneer iets gebeurde.

In die middels, daar was toch nog veel meer afstand.

Ik weet ook niet hoe die aangifte toen is verlopen.

Ook dat zal zeker een rol gespeeld hebben.

En natuurlijk, het ging over een meerderejarige persoon.

Het kan goed zijn dat men daar gezegd heeft, ja,

die zal klooster beu geweest zijn, zeker?

Die is weg, die zal wel weer komen.

Het zou perfect kunnen dat men toen zo gereageerd heeft.

Dat weet ik niet.

En daarmee komen we dus weer bij die rol van het klooster.

Ze hebben wel de familie van Gabriel snel op de hoogte gebracht,

maar hen ook meteen gezegd dat ze niet naar de politie moesten stappen,

want dat was al gebeurd.

En pas toen de familie zelf aangifte ging doen,

niet één keer, maar twee keer, kwam er een onderzoek.

Omdat de familie ervan overtuigd was

dat Gabriel nooit zomaar zou weglopen.

Vandaag werken we dus met een aantal criteria

bij het bepalen van het onrustwekkend karakter van de verdwijning.

Je hebt het te maken met leeftijd, je hebt het te maken met een ziektebeeld.

Maar het laatste criterium, dat is eigenlijk waar we het hier zouden kunnen over hebben,

door te verdwijnen doet iemand iets

wat in complete tegenstelling staat met het normaal verwachtend gedrag.

En vandaag de dag is dat een heel belangrijke factor tijd te aangiften.

Wat wisten de zusters over Gabriel?

Wat hebben ze tegen de politie gezegd?

Eindelijk kan ik het hen zelf gaan vragen.

De deur van het klooster gaat voor mij open.

Het is trouwens niet meer hetzelfde klooster als in 1982,

waar Gabriel verdwenen is.

Dat gebouw wordt nu gebruikt door de school.

De zusters wonen nu 100 meter verderop in dezelfde straat.

In een moderner klooster, dat ze trouwens hebben gekocht

in de periode dat zuster Gabriel verdwenen is.

Vanbinnen ziet het klooster er erg anoniem uit.

Grijzevloeren, witte muren.

Een omgeving die je vergeet zodra je weer buiten stapt.

In de ontvangstzaal word ik verwelkomd

door de overste en enkele zusters.

Maar die schrikken wanneer ze zien dat ik een opname toestel heb meegebracht.

Wat heb je gevraagd? Om hier op naam te doen?

Dat was me niet duidelijk, maar dan zet ik het af.

Verdorie. Geen opname dus.

Ik blijf meer dan een uur met de zusters praten.

Ik hou er een goed gevoel aan over en daarom doe ik een paar dagen later

een nieuwe poging.

Ik stuur opnieuw een mail om te vragen

of er toch geen echt interview mogelijk is.

En blijkbaar hebben ook de zusters wat vertrouwen in mij gekregen

na ons eerste gesprek, want ik mag eens terugkomen.

Met een opname toestel.

En zo zit ik op een ochtend in de ontvangstzaal van het klooster

rond de tafel met drie zusters.

Ze zien er niet meer uit zoals op de foto van zuster Gabriel.

Een kapje dragen ze al jaren niet meer

en ook een uniform is niet meer verplicht.

De vrouwen, die voor mij zitten, dragen wel bescheiden,

grijze kleren en hebben kort geknipt haar.

Ik ben zuster Linda.

Ik ben de algemeen verantwoordelijke van deze congregatie sinds 14 jaar.

Zuster Linda is de jongste van het klooster en nu ook de overste.

Ze is nog maar sinds 1989 in het klooster

en heeft de verdwijning dus niet meegemaakt.

Ik ben zuster Evelyn Matthijs.

Ik woon hier nu al elf jaar, want ik heb daarvoor in gehend.

Gewoon in een bijhuis van dit hoofdklooster.

Zuster Evelyn was in 1982 wel al zuster, maar in gend.

En dus zal de informatie vooral moeten komen van zuster Godelieve.

Ik ben zuster Godlief.

Ik ben een kleuter leidster geweest.

En met de lange klooster?

Van het jaar 1962.

Zij was een medezuster van Gabriel hier in Dendermonde in 1982.

Maar op dat ogenblik had ik daar weinig mee te zien.

Ik kwam daarmee alleen in contact in de refter als me samen Aten.

En recreatie, maar meer niet.

Behalve zuster Godelieve is er blijkbaar nog maar één andere zuster in leven

die er toen bij was in 1982, zuster Simon.

Ik heb wel met haar gesproken bij mijn eerste bezoek,

maar voor het interview wilden ze er niet meer bij zijn.

We zijn zusters van de helving Vincentius Apolo van Dendermonde,

Ted Dendermonde.

En we zijn vooral een congregatie van onderwijs,

bijzondere jeugdzorg, Peter Tuinen, Blindezorg.

Het is geen besloten gemeenschap.

We zijn een actieve gemeenschap.

Een klein voorbeeld kan zijn dat we begraven worden

op het kerkhof Tussende Mensen.

We hebben Tussende Mensen geleefd,

dus op het kerkhof van Dendermonde

gaat er geen gemeenschappelijk graffinde van de zusters.

Dus we liggen gewoon tussen de mensen.

Vandaag zijn er nog dertien zusters in het klooster.

Zuster Linda is de enige die nog werkt.

De anderen zijn allemaal met pensioen.

Ik heb heel veel vragen voor de drie zusters

die nu samen met mij rond de vergadertafel zitten.

Jullie hebben eigenlijk over deze zaak altijd gezwegen.

Hoe komt het eigenlijk dat jullie er nu wel is over willen spreken?

Omdat er zoveel onwaarleden in de pers verschenen zijn

en die we dan toch zeggen van,

het gaat iets te ver nu.

Weet u nog concrete dingen,

waarvan u zegt dat dat klopt helemaal niet?

Dat ze algemeen economen zouden geweest zijn.

Dus kunnen wij bewijzen dat dat nu waar is?

Dat er maar één zuster was met rijbewijs.

Als zij dat was, er waren er vijf meer rijbewijs.

Dan is er verschenen dat we er niet in 90 al weg was in Dendermonde.

Die is pas vertrokken in juni 1991.

Dus het is ook kleine zaken allemaal.

Maar het stort u wel dat het fout is?

Het stort mij enorm dat het fout is, ja.

Het gaat eigenlijk over details

die de voorbije 40 jaar in allerlei krantenartikelen zijn verschenen

en die niet kloppen.

Maar ze stooren de zusters wel.

Blijkbaar houdt de zaak hen toch nog altijd bezig.

Zeker het moment dat die in de pers komt.

Dan zie ik wel een zuster dat ze eronder leiden.

Dan wordt er dan over gesproken.

Er wordt zeker over gesproken dat ze dat artikelen zien

en dan kunnen zijn.

Ze zeggen dat het niet klopt. Wie schrijft dat, geeft dat door.

En dat ze nog zo bezig zijn, heeft ook te maken met het feit

dat ze ze nog altijd als een medesuster beschouwen.

In de eerste plaats vind ik het erg voor haar zelf, voor haar familie,

maar wel eens gemeenschap als congregatie.

Ik denk dat zij blijft of zij is of zij was.

Toch nog altijd een medesuster voor ons.

Dat wij ook niet weten. Wat is er gebeurd?

Blijft voor ons ook altijd een donkere bladzijde

en in ons leven als congregatie.

Waarvan jullie ook de oplossing zouden willen kennen?

Heel graag zelfs, om al die leugens en al wat er verteld wordt

van de baan te helpen.

We zouden liever willen als er morgen iemand aan de deur staat

en zegt, kijk, hier is het antwoord.

Nou ja, zover zijn we niet.

En dat vinden wij allemaal jammer.

Maar die antwoorden zijn toch voor ons?

Maar die antwoorden zijn toch voor een stuk in het klooster zelf te vinden, denk ik.

En dan komen we weer bij zuster Goddelieve.

De enige die echt heeft samengeleefd met zuster Gabriel.

Ja, het was een veel ouderen zuster dan ik.

Ik had daar weinig mee te zien, omdat zij overstond in functie en zo.

Ik deed gewoon mijn werk als kleuterlijster, maar meer niet.

Dat ze veel te zeggen had in het klooster veel met na te weg was.

Dat zij, ja, meer weet ik niet nu.

U zegt, ze stond hoger in de rang. Hoe zit dat in het klooster?

Is er daar zo iets van, een hierarchie of of zo iets?

Ja, zij was raadzuster.

En dat is dan zo enkele zusters, een vijf of zestal,

die in het bestuur van het klooster eigenlijk zitten en zij was daarbij.

In maart 1982 was zuster Goddelieve 42,

een stuk jonger dan zuster Gabriel, die er al zes en vijftig was.

En die bovendien in de Raad van Bestuur van het Klooster zat,

samen met de overste, de prijsterdirecteur en enkele andere zusters.

Gabriel had dus wel wat te zeggen in het klooster.

Volgens zuster Goddelieve was de afstand tussen hen daardoor ook vrij groot.

En ook in het algemeen hadden de zusters eigenlijk weinig contact met elkaar,

zegt zuster Evelien.

Ons dagen waren heel druk bezet.

Ieder had zijn taak en dat was een taak van de hele dag.

Dus als wij bij de kinderen stonden, hadden wij les te geven,

die lesen voor te bereiden.

Maar dan was er ook toezicht bij, dat was er helpen bij de maaltijden van de kinderen.

De vaat doen daarna, eten op een rapke.

Ons dagen waren zeer druk bezet.

Ik zeg nog altijd, ik had in die tijd geen tien minuten

voor mijn eigen op een dag.

Mijn beeld van een klooster waar zusters de hele dag samen zijn mag ik vergeten.

De zusters leefden grootendeels naast elkaar, zeggen ze mij.

Ze zagen elkaar in de kapell voor het gebed en ook bij de maaltijden.

Maar daarbuiten wisten ze weinig van elkaar.

Zeker niet van zuster Gabriel, die vaak weg was omdat ze met de auto kon rijden.

Dat ze met de auto kon rijden, maar eigenlijk ben ik een persoon

dat mij daarvan van een ander niets aantrekken.

Als je je eigen werk hebt en je eigen leven,

ben ik niet bezig geweest, wat doet die zuster of wat doet die zuster?

Als er in die tijd misschien spanningen waren tussen haar en de directeur,

heb je dat dan gemerkt?

Nee, absoluut niet.

Juist die laatste avond heb ik heel erg verschoten

dat er een directeur en een zuster zo tegen elkaar hebben uitvlogen.

En daarmee zijn we er gekomen, op de avond voor de verdwijning.

Zuster Godelieve was erbij.

Ze heeft het allemaal zien gebeuren in de studiezaal van de zusters.

Wij zaten daaravond voor ons schoolwerk,

met drie of vier nog wat te werken.

Maar Gabriel was daar gewoonlijk niet.

En nu kwam die daar al rechtstaand aan de laatste.

Lissen daar, daar rommelen, daarmee.

Weet ik niet hoe dat komt.

Zuster Gabriel zat meestal in haar kelder om haar lessen voor te bereiden.

Maar die keer was ze dus wel in de studiezaal.

De studiezaal waar dat een doorgang was voor naar de Kapelle

en voor naar het huis van meneer Morni, dat was zijn achterduur, zo gezegd.

En de deur vloog plots open en daar verscheen.

Meneer Morni uitvloog tegen haar dat het moest gedaan zijn

en hij smeedt met twee of drie papieren vlogen in het rond.

Die heeft anders niets gezegd, die is weggegaan

en zij heeft die papieren opgeraapt.

Maar ik was er wagedaan dat een zuster en directeur zo tegen elkaar uitvlogen.

En meer weet ik daar niet van.

En hoe heeft hij iets gezegd?

Wel, juist gezegd van het moet hier gedaan zijn, nee.

En hij smeedt die papieren weg.

Wij waren met drie of vier zusters.

Wij waren er allemaal wagedaan dat we geen woord gesproken hebben.

Hij is boos weggegaan en de deur toe gekletst van zijn huis terug.

En daarachter is er niets meer gebeurd.

Als zuster Gabriel die papieren opgeraapt heeft en in stilte weggegaan.

Ze heeft niets meer gezegd. Absoluut niet.

En zuster Gabriel weet u naar waar die gegaan is?

Ja, gewoon weggegaan langs de gang van het klooster.

Naar het klooster teruggegaan.

Heel lang heeft het dus zeker niet geduurd, zegt zuster Godelieve.

De directeur komt binnen, gooit een paar papieren naar zuster Gabriel,

roept dat het gedaan moet zijn en gaat weer door de deur naar zijn huis.

Zij raapt de papieren op en gaat door de andere deur naar buiten.

Misschien naar haar kamer, misschien naar haar kelder,

misschien naar ergens anders.

Dat was dan de laatste keer dat u haar gezien hebt?

Ja.

Wij hebben daarvoor geschoten dat ze nu verschijnen in het morgengebied.

Maar eigenlijk was dat dan nog eens niet opgevallen.

Dat gebeurt nogal dat die erop daar een zuster ontdrak.

Dat het niet goed was of zo.

Maar dat is niet zo.

Dat is niet zo.

Dat is niet zo.

Dat is niet zo.

Dat is niet zo.

Dat is niet zo.

Of daar een zuster ontdrak en dat het niet goed was of zo.

En dan merkten ze dat ze er niet was?

Ja, dat was echt opgevallen dat zij daar niet was.

Omdat we weten dat gisterenavond zo vaak gekregen zijn,

zal dat er nog niet goed van zijn.

Dat dachten wij, zo denken we mensen dat niet,

maar meer niet, verder niet, absoluut niet.

En dan is nadien duidelijk geworden dat ze niet in de les was

waar ze ook moest zijn.

Weet u daar iets van?

Ja, dat tegen de middag was dat opvallend, dat die er maar vroeg.

Wat je weet, is de Gabriels er niet.

Ja, die zal niet goed zijn en zo, meer niet.

Waar ik aan dat ik niet zo over zeg, het is ook al zo lang geleden.

Je weet niet wat de moedroverste toen gedaan heeft of zo?

Die heeft natuurlijk, dan gaan we beginnen zoeken en in het kloosteren.

En aan eerst aan de familie, ook gevraagd is ze bij de familie.

Ja, dan is er ergens een zoek door begonnen, maar dat was dan voor doverheid.

Want u weet zo niet meer vanaf wanneer, dan is het gaan denken van,

tiens, nu is ze echt verdwenen, nu weten we niet waar ze naartoe is.

Nee, absoluut niet, we hebben dan zo nooit afgevraagd.

We hebben dat in de andere gelaten van de overheid.

Was het niet meer dan dat?

Zuster Gabriel heeft een conflict met de directeur, de volgende ochtend is ze verdwenen,

de overste vindt haar niet, haar familie weet ook niet waar ze is

en de andere zusters, die halen gewoon hun schouders op en denken,

de overheid, het gerecht dus zal het wel oplossen.

En daar zijn we daar niet zo over gezegd, niets, dat was zo de gewoonte,

dat wij er veel zwegen dus.

Ja, dat vind ik dan een beetje raar, dat er zo iets gebeurt,

zo iets compleet ongewon en niemand zegt daar iets over.

Bij mij toch niet, aan mij is er toch niets, dat is niets over gezegd, nee.

Is dat nadien nog overgesproken?

Want jullie moeten toch misschien wel een idee hebben gehad van

ze kan daar of naar daar zijn?

Absoluut niet, wij hebben daar praktisch niets meer over gezegd

en dat in stilte zijn tijd laten overgaan, ah ja.

Gebeurden het wel, is dat een zuster vertrok uit het klooster in die tijd?

Gewoonlijk zeiden ze dan op voorhand, van ik ga weg of

het is voor dat dat ik weg ga, maar van daar hebben we echt nooit niets vernomen,

we weten echt niets af.

Over het verhaal dat zuster Gabriel zelf uit het klooster vertrokken zal zijn,

eventueel om met een Italiaanse buschoffer te gaan samenwonen,

weet zuster God de lieve niets.

En daar kan ik maar moeilijk bij, er moet toch over die verdwijning

geroddeld zijn.

Al is het maar omdat vanuit het klooster het verhaal kwam

dat ze met een man vertrokken was.

Daar moet je toch over praten of roddelen met zusters

met wie je een betere band hebt.

Kijk, mijn collega's, als zuster dan heb je kunde

soms meer vertellen aan tafel, daarover.

Maar eigenlijk vriendinnen niet, absoluut niet.

Is het niet dat jullie het echt over persoonlijke dingen hadden?

Nee, absoluut niet.

Nee, nooit.

Eigenlijk was het de gewone,

dat binnen de dag heel stil was in het klooster.

Dus als wij elkaar ontmoeten, dan was dat niet om een praatje te slaan.

Dat was de gewone, dat er stilte heerste.

Misschien werd er wel meer over de verdwijning gesproken

onder de zusters van de Raad van Bestuur

en onder de oudere zusters.

Zuster Godelieve heeft zich er verder niet meer mee bezig gehouden, zegt ze.

En ze hoorde haar medezusters er ook niet over praten.

Meer weet ik niet nu.

Ik weet het niet.

Ik heb het gevoel dat ze er toch iets meer van af weet,

maar meer krijg ik niet uit haar.

Zuster Godelieve herinnert zich wel een uitspraak

die zuster Gabriel ooit gedaan heeft.

Dat was op een tv dat er over verdwijningen of zo ging.

En dan heeft ze gezegd dat zo gelukkig aan praten waren.

Als ik verdwijne...

Wij zullen ze nooit meer vinden, heeft ze zo gezegd.

Maar dat heeft eigenlijk niemand op in gegaan.

Want je denkt niet dat dat in werkelijkheid een keer gaat worden,

gaat daar niet op in.

Iedereen zei zo maar een zinnige van,

ja, ze hebben die gevonden of die.

Oh, als ik verdwijne, wij vinden ze nooit meer.

Dezelfde uitspraak die Marie-Louise,

de vriendin van zuster Gabriel, ook al eens gehoord had.

Maar bedoelde Gabriel er iets mee?

Of is het zomaar iets dat een mens er wel eens uitflapt

en waarachteraf meer belang aan wordt gehecht dan nodig?

Zeker voor mij blijft een raar verhaal en mysterie.

Er zijn nog mensen die verdwijnen die ze niet terugvinden,

maar een kloosterzuster blijft bizar.

Heb je een idee wat het geweest kan zijn?

Zeker niet, zeker niet.

De hypothese dat de priester erachter zou zitten,

lijkt u dat geloofwaardig?

Als je dan hebt over het verdwijnen

en eventueel dat ze zeggen,

de moord hij als uitvoerder zeker niet.

Een opdracht geef er wel.

Dat zou er wel in gezien hebben.

Maar zeker geen uitvoerder.

Dat fysiek het niet zou kunnen?

Denk het.

Dat is ook altijd zijde van zuster Gabriel.

Er was iemand die zich niet liet doen.

Ik had me moeilijk voorstellen.

Hij was ook...

Goed toch?

Ik was koppenaal kleiner dan ik.

Ik moest die mij aangevallen hebben

zodat ik wel de baas kon.

Directeur Morni hebben ze wel allemaal jarenlang gekend.

Al minimaliseren ze wel zijn rol in het klooster.

We hadden daarover eigenlijk weinig contact mee.

Maar hij was zijn tak het belangrijkste voorgaan in de charistievering.

Dat heeft geen beslissende opdrachten of taken binnen de gemeenschap.

Want met de naam als directeur,

klinkt het toch als of het iemand is die iets te zeggen heeft in het klooster?

Directeur, ik denk dat dat naam is dat erop geplakt wordt.

Eigenlijk is hij mislezer.

Nee, hij heeft verder geen functie.

Was dat iemand die dikkels in het klooster zelf kwam

die in het gebouw moest zijn bij de zusters of zo?

Nee, absoluut niet.

Wij zagen die over de dag.

Niet als ze alleen smores worden.

Nee.

Want ook niet eten bij jullie of zo?

Nee, absoluut niet.

Maar toch hebben ze wel een vrij duidelijk beeld van hem.

En dat is niet geweldig positief.

Voor mij was dat van in het begin iemand die kenmerken vertoonde van

het hoogop hebben.

Hoogheidswaanzin.

Klei voorbeeldje, we zitten nu naar de kerstperiode toe.

Aankoop van een nieuwe kerststel voor de Kapelle.

Waardoor wij als jonge zuster van de verantwoordelijke oorde van

hij had twee of drie maanden kleiner moeten zijn.

Dat is voor een kerk en niet voor een Kapelle.

Meneer Morné had beslist van die grote, van die beelden,

die bepaalde beelden moesten het zijn.

En de verantwoordelijke toen gaf hem dan wel toe.

Bepaalde feestdagen dat hij afkwam met een groot goudenkruis

dat we dachten of zijn witte kouzen vanuit de abdij of zijn pij.

Dus dat strokte echt niet met het beeld dat we hadden van iemand.

Een misvoorvanger.

Als ik dat zo hoor, had Morné toch blijkbaar wel een invloed

op de beslissingen die er in het klooster genomen werden.

Ik had toch de indruk dat de bepaalde beslissingen van hem uitgepushed werden.

Die dan de overste wel volgden.

Over wat voor beslissingen ging het dan zo?

Over aankopen vooral denk ik.

Er is achteraf ook gezegd dat er misschien financieel

dat hij daar toch ook wel wat dingen verkeerd zou kunnen hebben gedaan.

Weet ik ook van oren zeggen.

En op dat moment is hij dan die dingen gevallen van.

Hij wist het omdat Gabriel algemeen economen was.

Wat het dus blijkbaar niet waar is.

Dus Gabriel is nooit algemeen economen geweest.

Nu ik weet wel.

Rekeningen worden hoe gekeurd op een raad van bestuur,

waar hij ook bij zat.

Maar dat er echt gechoemeld geweest is met geld.

Maar vanuit de raad had Gabriel dus ook wel zicht op de rekeningen.

Ah ja, dat zal wel he.

Ze zal ook de controle gezien hebben en de handcontrole van de rekeningen.

Dus in theorie zou zij het kunnen zien

als er rare dingen in de rekeningen zaten?

Zien weet ik niet, maar als ze dat dan moeten horen.

Alleen horen zeggen hebben van op de raad van

hier zijn bepaalde bewegingen gebeurd.

Dat was aan de dag van de algemeen economen van dat op tafel te leggen.

Nu ik heb zelf 12 jaar algemeen economen geweest.

Ik heb dus de rekeningen moeten overnemen van de vorige

en ik heb ook niks normaal gevonden.

Zuster Linda zag niks normaal in de boekhouding.

Maar behalve het financiële motief was er ook zijn seks leven.

Ook daar weten de zusters niks van af, zeggen ze.

Maar ze vonden het wel vreemd

dat er bij de directeur een vriend in woonde,

samen met de adoptieouders van die vriend.

Zeker, Jos, een aangenomen zo.

We namen dat allemaal gewoon aan,

maar we hebben daar nooit ergens vragen over gesteld of niet.

Maar die aangenomen zo,

vond ik ook raar dat hij met bieten kosten vanachter in de kapeel zat.

Net zoals de priester.

Ja, ja.

Maar voor de rest, ja.

Ik kan me voorstellen dat dat toch niet gebruikelijk was

bij de priesterdirecteur dat daar mensen bijin woonden.

Nee, absoluut niet, maar ja.

Ja, en hij stond soms bij een priester, ja.

Dus ja, dat vonden ze vreemd.

Een vriend en zijn ouders die in woonden.

En Zuster Linda heeft nog meer vreemde ervaringen met de directeur.

Dat was zes maanden na mijn intrede bij mijn inkleding.

En ik kom hem tegen en de zichtige mij van Ajax zichten.

En er kwam er op neer dat hij dus graag had

dat ik zijn naam zou aangenomen hebben.

Dus hij was in het klooster bekend met de naam Herman Jozef.

En hij dacht eraan van dus mij als kloosternaam te geven,

Zuster Herman Jozef, wat ik dus absoluut gewijgerd heb.

Je wilde liever uw eigen naam houden.

Zeker aan vast.

Ja.

Het is de naam die je gekregen hebt bij de opsel.

En voor mij was dat belangrijk.

Linda wordt dus Zuster Linda, niet Zuster Herman Jozef.

Directeur Morni zei dat hij haar als een beschermelingen beschouwde

en dat hij daarom wilde dat ze zijn priestername zou overnemen.

Wat kende hij u al?

Nee, absoluut niet.

Ik was op de eerste plaats voor hem een zekere non-bekende,

maar met zijn hoogheidswaanzien was ik voor hem zijn eerste postulante.

Hij was de eerste die intrat sinds hij de directeur was?

Ja.

Vandaar dus zijn bedoeling van,

zij gaat mijn naam verder dragen.

Zuster Linda vindt het vooral raar.

En achteraf blijkt dat dat niet het eerste vreemde ding is

dat directeur Morni met haar heeft uitgehaald.

De periode voor mijn intreden was dus op bepaalde weken op een dienstdag.

Ik kwam er altijd een brief toe, nameloos.

Maar bij die brief staat altijd één bladstijde uit een bepaald boekje.

Dat was een boekje van de Moscow.

Ik ben daarmee naar de verantwoordelijke doen gestapt

en die heeft die briefen bijgehouden

en uiteindelijk zijn die wel in het gerecht toegekomen.

Want op dat moment ben ik dan ook ondervraagd geweest in Alst.

En dan zijn ze met die briefen tevoorschijn gekomen

en zijn ze op dat moment,

dit is het enige dat meneer Morni toegeven heeft,

dat het van hem komt.

Wat was de bedoeling dan van die briefen?

Het bedoeling was dat hij mij liever naar een ander klooster had zien gaan

en niet naar Vincentius.

Gaston Morni bekent tegenover de politie

dat hij anonyme brieven heeft gestuurd naar zuster Linda

om haar af te raden om in het klooster van Dendermonde in te treden.

En zodra ze er is, wil hij per se dat ze zijn kloosternaam overneemt.

Waarom?

Vraagdeken.

Op het ogenblik dat Morni toegeeft

dat hij de anonyme brieven heeft gestuurd, zijn we al in de jaren 90.

Dat is het tweede onderzoek

waarover de politiemensen in de vorige afleveringspraken.

Ook sommige zusters worden dan voor het eerst verhoord

bij de gerechtelijke politie in Aalst.

Bij zuster Godelieve is dat niet het geval, zegt ze.

Ik ben er als niet geweest.

Ik ben er als niet geweest.

Misschien zijn ook niet tegenover hem gezet of zo, maar...

Niet. Nee.

In die periode, waarin directeur Morni geregeld verhoord wordt door het gerecht,

merken de zusters ook dat hun directeur wel heel veel begint te drinken.

In die zin dat wij soms ook de algemeen verantwoordelijke van toen hoorde zeggen,

dat er dat zava's kabaal was

en dat ze dan ook zaren aan de lege flesen die er stonden van,

hier is wel een feestje geweest.

Ik zelf heb hem ook twee keer in hem dronken meegemaakt in de kapel.

Voor een dienst en dat dan de verantwoordelijke de kapel verliet

en uiteindelijk de zusters ook, omdat het echt niet haalbaar was.

Ik denk dat er ook zusters waren die monden gebonden te worden

en die het absoluut niet aanvaarden.

Dat ze hem dronken zagen.

Is er dan niemand gaan klagen bij het bizdom, bijvoorbeeld, over zijn gedrag?

Dat kunnen de verantwoordelijke geweest zijn.

Dat was een beetje boven u-hoofd, als dat gebeurd zou zijn.

Ik was de jongste, dus ik had zeker niets te zien.

Uiteindelijk ontstaat er een conflict tussen de zusters en Morni over zijn gedrag.

In juni 1991 verlaat Morni het klooster als directeur.

Op de morgend na de garistiefviering, want al daar,

heeft hem gezegd, je zei bijna van mij vanaf, ik vertrek hier.

En ik denk dat er niemand van ons echt kwad was, dat dat ging gebeuren.

Het was wel een verrassing.

Het was een verrassing op dat moment, ja.

De rust keert er weer.

Zuster Gabriel is dan al negen jaar spoorloos.

Het is een klein detaillenoord, dus aan het eind van het jaar

krijgen we altijd een uitrecht van de post-rekeningnummer van zuster Gabriel.

Ik heb daar vooral stappen ondernomen om die rekening af te sluiten.

Geen probleem, maar mevrouw zelf, in quest die moet zelf personen komen tekenen.

Dus wij blijven nog altijd met die postrekening zetten.

Zat er nog geld op?

Dat kan ik niet zien.

Het is gewoon een slitsje van, ja, kosten niet eraf gaan, dus.

Zien als al het geld op is en nog.

Ja, ik denk dat de rekening momenteel onder nul staat.

Veel gaat er niet op gestaan hebben.

Over het leven van Gaston Morni, voor, tijdens en na zijn periode in Dendermonde

moet ik zeker nog veel meer te weten komen.

Maar ik heb ook het gevoel dat de zusters me nog niet alles verteld hebben.

En dus probeer ik nog wat meer informatie over het klooster te pakken te krijgen.

In de volgende aflevering.

En ik dacht, iedere dag was het nu weer onbekokst over om de zusters te treiteren.

Een moord neer, noem ik dat.

Allemaal om ze moral kapot te maken.

Machine-generated transcript that may contain inaccuracies.

Wat weten de zusters zelf nog over de verdwijning? En waarom hebben ze al die tijd gezwegen?