De Kunst van het Verdwijnen: 3. Het Zomerkamp

VRT MAX VRT MAX 10/25/22 - Episode Page - 30m - PDF Transcript

Ik sta opnieuw op de hoek van de Nerveerstraat en de Lamorinierestraat en ik kijk naar het

huis waar op de dag van de tunnel Roof, zondag 3 februari 2019, de Binde tunnel rovers

buiten komt. Als eerste Koba met een wasmachine leverancier, zo weet ik nu, als laatste een

orthodoxie ood met de rolkoffer. En heel die actie, heel dat buiten komen, heel dat verdwijnen in

verschillende richtingen wordt perfect gefilmd door de camera die neer 3 meter boven met een

kop hangt. Zo'n bovenvormig ding, dat je goed ziet en je hoort ook eigenlijk heel hard, zie je,

de camera elke 10 seconden in en aan de richting draaien. Hoor dat? Ja, het staat erop. Oké,

even tussendoor, dit is Lukas de Rijke, audiomaker en wij zijn altijd samen opstappen. Maar dus

op de 3e februari filmt die camera de Lamorinierestraat waar langs die een orthodoxe gangster is

weggewandeld en vooral vereeuwig is verdwijnen ondanks al die cameras. En tijdens mijn onderzoek

naar de tunnel Roof kwam ik op een dag ineens te weten hoe het komt dat deze wijk zo zwaar

door camera's wordt bewoudt. Dat komt door een aanslag op een joodse jeugdbeweging in juli 1980 en het

ongelofelijk is die een aanslag vond plaats hier, op deze noek. Ik ben Bart van Nuffelen en dit is

de kunst van het verdwijnen. Een podcast van Marta Tentative en Lukas de Rijke, een co-productie

met VRT Max. De muziek is van Tom Pintes. Aflevering 3, het zomerkamp. Het verhaal van

de aanslag, de truc van de bandieten en drie kleine garnalen. Vlak na de tunnel Roof is er

vooral veel bewondering voor de daders. Wat ik in de film zie, dat tegen die melendaar, in de

praktijk, denk ik als ik aan veel mensen zal vragen, zouden jullie meedoen. Ja, dat zou iedereen nog

willen zien zitten, omdat dat van duren is. Patrick Leffalon van het laatste nieuws beschrijft het

algemene gevoel van die eerste dagen. Ja, je wordt in eerste instantie wel gewaarde dat er een

zeker sympathie is. Dat blijkt ook uit die internationale interesse zo van Amai, straffe gasten.

Maar zo straf zijn ze nu ook weer niet. Want bena meteen worden de eerste verdachten opgepakt.

Koba, Gio en Cachader, de vader van Koba. In de media worden er daarom al snel vragen gesteld

bij het zo gezegd genialen van de tunnel Roof. Dat amateurisme blijkt ook uit de kranten.

De verschijnen steeds meer details over mijn wasmachineleveranciers en de fouten die ze maakten.

Gio heeft bijvoorbeeld in eigen naam de zuurstoflessen besteld die nodig waren om de riool te overleven.

En Koba is gefilmd terwijl hij in Nederland de slijpschef kocht die in de tunnel achterbleef.

Dat voelt inderdaad niet als het werk van een supergeorganiseerde bende.

En er is nog iets anders dat opvalt. De kranten kennen de naam van die winkel.

De Haas BV in Groningen. Het exacte tijdstip van de aankoop. 24 december 2018.

En de naam van de toestel. Husqvarna K4000.

De pers lijkt rechtstreeks toegang te hebben tot het dossier.

Hoewel de onderzoeksrichter na de raadkamer een totale persstop had afgekondigd.

Hoe kan dat eigenlijk? Ik vraag het aan de rechter van de raadkamer zelf.

Geen flauw idee van waar de lekkere komen, maar wat kan is balie, parquet, politie.

Maar ik kan er mijn hand voor in het vuur steken, niet van de rechbank.

Mevrouw Luliaar is een tengere vrouw met een open blik.

Ze is inmiddels met pensioen en werkt als vrijwilliger in het vaccinatiesentrum van spoor Oost.

En waarom zou iemand dat lekkeren?

Een baat heeft hij erbij en is van zichzelf in de kijker te stellen.

Zij is dus de rechter die Koba in verloopige vrijheid stelde.

Nadat bleek dat het geheim van het onderzoek geschonden was.

En daaruit voortvloeiend ook de rechten van verdediging.

In de kranten leest je heel vaak de formulering volgens bronnen dicht bij het onderzoek.

Of uit goede bron nemen we.

Mogen we ervan uitgaan dat in zo'n geval onder rechtmatig info is verdregen?

Daar ga ik vanuit, ja.

Klopt onze indruk dat dat eigenlijk een reale krantenpraktijk is?

Hoe bedoelt u de lekken?

Lijkt mij wel, als ik zie wat er in de kranten verschijnt.

Ik denk dat dat inderdaad zeer krant is, ja.

En waarom is dat principe volgens u zo belangrijk?

Ik vind het heel belangrijk dat de mensen weten waarom dat is.

Want uiteraard is de pers uit op sensatie en op scoops alle begrippen daarvoor.

Dat is hun job.

Maar ik denk dat het heel belangrijk is dat aan de mensen wordt verteld

dat het in hun eigen belang is, want iedereen kan in zo'n situatie terechtkomen,

dat het in hun eigen belang is dat dit principe bestaat.

Als prijk dat je er niks mee te maken heeft, staat hij met naam en toename in de krant.

En dan nog, met een zwarte balkje voor de ogen, mag ik nog de entourage kennen dan, hè.

Ik begrijp wat ze bedoeld.

Al vanaf de eerste dag kniep ik alle artikels over de tunnelroof uit de krant.

Toen ik wist dat er antwerpsjongens bij betrokken waren,

nam ik een online abonnement op nog twee andere kranten.

En toen ik mijn wasmachine leveranciers herkende, begon ik ook zelf het internet af te speuren

en op zoek naar nieuws.

Ik kwam heel veel te weten over Koba, over zijn familie, zijn privéleven, zijn verleden.

En dat is eigenlijk niet oké.

Zonder dat rechter Lulliaar het beseft, wijsten me erop dat ik voorzichtig moet zijn.

Dat ik ook zelf moet waken over de grens tussen sensatie en nieuws.

Dat ik in dit verhaal moet proberen om wat belangrijk is sensationeel te maken.

En niet omgekeerd.

Ik zoek meer informatie over de aanslag in 1980,

op de hoek van de Nerverstraat en de Lamorinierestraat.

De aanslag wordt gepleegd op een groep jongens van Aguda,

een joodse orthodoxie-jeugdbeweging.

Eén van de eerste dingen die ik online vind,

is het foldertje waarmee Aguda het kamp aankondigt.

Zomerkamp staat er in drukletters.

Vier weken vakantie in sfeer van Torah in de natuur.

Het is een gestensteld papiertje dat overloopt van enthousiasme.

Het beste, het aangenaamste. Lernen, spelen en uitstappen.

Ik print het af en hang het boven mijn bureau.

Het is ontroerend en huivering wekkend tegelijkertijd.

Want ik weet wat er vervolgens gebeurt.

Op 27 juli 1980 zat er hier een groep joodse jongens klaar

om op kant te vertrekken.

Ze nemen afscheid van hun ouders.

Hier op de noek zat er een grote bus om naar het Aardinne te rijden.

En op dat moment verschijnt er van achter die elektriciteitskast,

dus eigenlijk vlak voor het huis,

waarna het tunnel erover is buiten komen, verschijnt er een man.

Hij trekt twee granaten los en die smijdt hij tussen de kinderen.

Omploffing, gigantische paniek, mensen rennen in alle richtingen

en wat er achter blijft is een slagveld.

Op straat liggen er zwaar gewonden kinderen en jongen.

Hulpdiensten snijden toe en die jongens worden weggevoerd

naar de ziekenhuis in de beurt, soms heel zwaar gewond.

En één jongen blijft liggen, sterft er plaatsen.

In de Koninklijke Belgische Bibliotheek lees ik de kranten van juli 1980.

Ik zie een portret van de overleden jongen, David Kohane.

Er is ook veel nieuws over een hersenscirurg

die uit Amerika wordt ingevlogen om een jongen te opereren

die 40 granatscherven in zijn hoofd heeft.

Maar ik ben nog het meest getroffen door wat ik lees

in het nieuw israelitisch weekplat.

De 40 kinderen die bij de aanslag geen letsel hebben opgelopen

zijn die zondag toch naar hun vakantiebestemming vertrokken.

Onder politiebegeleiding maakte zij per trein de reis.

Die zijn toch op kamp vertrokken.

Ik kan het benaan niet geloven.

En er is nog iets bijzonders aan de hand met dit verhaal.

Als ik spreek over de aanslag op het somerkamp,

weet niemand waarover ik het heb.

Iedereen begint aan automatisch over de BOM-auto

die een jaar later in 1981 het diamantkwartier verneelde.

Die aanslag kent iedereen.

Die wordt ook herdacht met een plakat in de Hovenierstraat.

Maar de aanslag op het somerkamp lijkt totaal vergeten.

Ook ik had er nog nooit van gehoord.

Terwijl iemand wel twee granaten wierp naar een groep jongens

die klaar stonden om op somerkamp te vertrekken.

Het doet me aan mijn eigen jeugd, denk je.

In diezelfde jaren 80 vertrokken ook ik en mijn broer op kamp.

Wij zijn er een chauffeur tegengekomen die veel te hard reed

en in ons onveer heeft gereden.

En zo kwamen ook wij in de krant.

Een slipende wagen reed midden in de groep borstbeekse scouts.

Vier jongens werden ernstig gewond.

De verslagenheid op het kampterein was groot.

Vandaag wordt het kamp dan ook opgebroken

en komen de jong verkenners naar huis.

En wél er toen niemand dood is gegaan

heeft dat accident wel veel impact geld op mijn leven.

Elke keer als een auto hard remt, hoor ik opnieuw het geschreeuw van toen

en voel ik de pijn in mijn benen.

Hoe moet dat dan niet zijn voor de jongens van het somerkamp?

Zij zijn geen zatlap maar een terrorist tegengekomen.

Zij hadden wel een dode vriend te betreuren

en werden wel heel bewust gevisseerd om wie ze waren.

De jongens van toen zijn vandaag volwassen mannen

die met wat geluk nog in de wijk wonen.

En wij lichten deel uitmaken van de ultra-orthodoxe gemeenschap.

Voor jullie spreek 1. Voor Engelisch, rest 2.

Ik probeer mensen uit de gemeenschap te contacteren.

Kan je vragen aan SNS met je naam en een telefoon te sturen?

Dat is nog niet zo gemakkelijk.

Goedemiddag mevrouw. Ik ben op zoek naar meneer Jackie Groenveld.

Maar als het lukt ga ik vragen waarom zij

na de aanslag voor drie weken op kamp zijn vertrokken,

terwijl wij na ons accident zo vlugmolig terug naar huis zijn gebracht.

Ik zie nu trouwens dat hij in een bespreking zit.

April 2019. Twee maanden na de tunnelroof.

Ondanks de snelle arrestatie van drie verdachten,

de talrijke camera beelden en de vele sporen zijn er geen nieuwe aanhoudingen.

Het onderzoek naar de beende tunnelrovers lijkt vast te lopen.

En dat vind ik best opvallend.

En dat betekent dat de roof dan toch niet zo knullig was als eerst gedacht.

Was de snelle arrestatie van Koba, Gio en Kachheber gewoon pech?

Of maakte de deel uit van het plan?

In de kranten vind ik geen antwoorden.

Maar wel een steeds wonderlijker beeld van de tunnelroof.

Het klinkt als een aftalgrampje.

In het kelderappartement staan zeven paar besmeurde laarden.

De camera's zien zes mannen het huis buiten komen.

Er zijn intussen vijf daders geïdentificeerd waarvan vier van georgische origine.

Drie van hen zijn op dit moment gearresteerd

en de buit zou zo'n twee miljoen euro opendragen.

Maar vooral één, één.

Er is één mysterieuze figuren.

Die nu pas in de kranten opduikt.

Een, één.

De orthodoxieoot met de rolkoffer.

Zou het kunnen dat hij deel uitmaakt van de Antwerpse Joodse gemeenschap?

Ik spreek erover met Dennis Baart, onze gids in de Zevende Wijk.

Hoe heeft de Joodse gemeenschap gereageerd op de tunnelroof?

Ik weet nog toen we dan hoorden dat mensen zich ingetunneld had in de fortiesbank.

Mijn eerste gedachte was ja, kom lap, dat is er typisch aan te reppen zo.

De Oceans Eleven van Den Aldi eigenlijk, dat herinner ik mij nog wel.

En dat dat dan ook wel uiteraard in Joodse middels ook wel,

dan werd besproken van wie waren die kerels en zo verder en zo voort.

Zou hij iemand uit de Antwerpse Joodse gemeenschap kunnen zijn?

Dennis betwijfelt dat dan zeerste.

De wijk is klein en iedereen kent mekaar.

Als mensen willen verwijzen naar de Joodse buurt,

dan wordt daar vaak het jiedische begriep de Tjulentop voor gebruikt.

Dus Tjulentop, dan moet ik wel eens uitleggen.

Top zal nog wel begrepen worden uit het jiedische, die is dan een grote pot.

En Tjulent is een stofschotel, een cassoulette, die wordt bereid doorgaans voor Shabbat.

Dus als je ontwijfelt weet, ook op Shabbat mag het niet gekookt worden.

En dus als je op Shabbat de dag gezeker waarom wil eten,

moet je iets hebben dat lang op de hitte kan staan en nog eetbaar blijft.

En dus in een Tjulent zitten een heel boel ingrediënten heel lang bij mekaar te sudderen.

En vandaag ook had dat een soort semi-ironische benaming voor de Joodse wijk,

waar iedereen heerlijk dicht op mekaar zit te sudderen.

Mensen die elkaar ook doorgaans heel goed kennen,

omdat het er aardig ook relatief gesproken de Joodse gemeenschap vrij klein is in nummerieke termen.

Ik krijg telefoon uit het hart van de Tjulentopf.

Het is Jackie Groenveld.

Ik mag langsgaan op zijn kantoor in de Diamant-buurt.

Met wat geluk brengt hij me dichter bij de kinderen van de aanslag.

Wij komen met meneer Jackie, ik ben Bart en dat is Lucas.

Jackie is verzekeringsmakelaar.

Super, dankjewel meneer Jackie, als ik je zo mag noemen.

In 1980 was hij als jongen twintiger leider bij Aguda.

Eigenlijk het equivalent van de Scouts.

Aguda is de jeugdvereniging voor Gassidis Joodse jongens.

De jongens is apart, maar is apart.

Die mengeling in principe kan bij ons niet.

Maar verder doen ze wat jeugdbewegingen doen.

Zaterdag bij zo'n groep, zondag waren er meestal nou middag activiteiten,

de ene keer voetballen, de andere keer zwemmen, we zingen, we spelen.

Een jeugdvereniging.

En elke zomervakantie gaan ze op kamp naar de Ardennen.

Weet u nog waar u was die dag, zondag 27 juli 1980?

Ik heen me dat.

Zoals u begrijp, ik bedoel, ik weet nog juist wat de bus stond, alles.

Als het gebeurd is, was ik op de Zulenburgstaat,

ik had juist de Lamanere straat verlaten.

Ik ben dan onmiddellijk teruggekeerd en spijtig nog de Gauws gezien.

De kinderen waren eigenlijk onder de andere kant tegenover de Aguda.

En zover als ik weet, is hij van de Neviersstraat gekomen,

achter de bus en dan de boom gegooid naar de kinderen toe.

In luttere seconden wist ik wat er gebeurd was.

Hij had geen enkel andere bedoeling dan die kinderen

te veronder of voor hem liefst te laten sterven.

Sommige van mijn vrienden zijn dus nachter hem gelopen

en ik denk dat ze een pas in de Neviersstraat hebben gepakt.

En dan is hij overgelevert onder de politie.

Weet dat team vandaag, een snelle respons-team?

Dat bestond toen niet.

Een GSM adoep niet, hè?

Ik had niks.

We hadden nog gewoon een simpele telefoon.

Mijn gewone simpele telefoon wordt de ambulantie gebeld?

Het grootste gedeelte die zo gebrecht in het Stuvenbeek ziekenhuis

dat toen een heel grote zaal had,

maar dat is dus één achter het andere.

Ik denk niet dat er een hele dokter wist hoe zoiets te behandelen.

Dat is niet een kogelwondeltje, hè?

Ik herinner me nog, zoals vandaag, die gezichten.

Toe, sorry, die was meer zwert dan dat witte.

Maar dat is allemaal ingebrand.

Allemaal zo'n vlekskis.

Wat heel opvallend was, denk ik, gelezen te hebben,

is dat de kinderen die niet gequetsd waren,

dezelfde dag, toch vertrokken zijn.

Klopt.

Klopt.

Wat moesten we doen, volledig aflasten?

Ik veronderstel dat de beslissing niet genomen is geworden

door de snothapen zo'n zwaren,

voordat er dus tot en met dat er naar beneden geraakt blijkt is.

Om wat toen we, en dat er toen besloten is

om het beetje dat wel mee kan toch te laten vertrekken,

om dat trouw me te verweken.

Dat is de manier van die trouw me te verweken, hè?

Als ik Jackie zeg dat ik graag zou spreken

met de kinderen die er toen bij waren,

houd jij de boot eerst af.

Lengs onze kant, denk ik niet dat mijn droom wil herinnerd worden.

Maar om mij te helpen, beeld hij wel later toch met de broer van een slachtoffer.

Lijbietschok.

Dat gaat, Jackie Grunfeld.

Ik te dérange,

a mazel.

Ik wil je een vraag vragen, een beetje...

sensibel.

Ik heb hier de journalisten die aan het brengen met een reportage

over wat er met de goede 40-jarige is.

En zijn gevoel blijkt te kloppen.

Stimt.

De man in kwestie wil niet getuigen.

Oké, Lijbietschok, zame gezend, of zämreus.

Merci, sorry d'en bt, hè.

Bye.

Bye.

Ik heb een geweld.

Ik vind het leuk, papa.

Ja, dat doet pijn.

Allereen aan de kant, waarom dat er officieel niks,

maar niks, hè.

Nee, alsof dat niet bestond.

Waarom wordt dat in de vergeten hoek geplaatst?

Vraag naar de stad toe, hè.

Nee, me wil niet, herinner.

Vrees ik.

Zeven maanden na de tunnelroof,

verschijnt een reeksartikels met nieuwe details.

En alles krijgt een extra laag betekenis.

De elektriciteitscabine waar langs de orthodoxieoots

een kofferman oefreert, is nu ook de cabine

waarachter de terrorist zich verschuilt.

En de anonime gevel, waar de orthodoxieoot

met de rolkoffer voorbij wandelt,

is nu ook de gevel van Aguda.

Een gevel waar vandaag maar liefst drie camera's hangen.

Een maand later, in oktober 2019,

wordt het onderzoek naar de tunnelroof afgesloten.

Het is een klein bericht in de krant.

Buiten Gio, Koba en Kachaber is er niemand aangehouden.

De orthodoxieoot met de rolkoffer is nu echt verdwenen.

Met de buit.

Ik vraag me af hoeveel die buit bedraagt.

Van BNP Paribafortis komen we het niet te weten.

Die weigeren alle commentaar.

In Gazet van Antwerpen vraagt journalist Sam Reijntjes

zich ondertussen af hoe het eigenlijk kan

dat er onder de kluizenzaal een tunnel wordt gegraven

zonder dat BNP Paribafortis dat door had.

Het aantwoord op deze vraag is een van de prachtige wonderen

van dit verhaal, getiteld De Truk van de Bandieten.

In de week voor de roof, zo lees ik in de krant,

gingen de trillingsalarmen maar liefst 18 keer af.

De tunnelrovers kunnen niet beletten dat die alarmen af gaan,

want dat is natuurlijk wat er gebeurt

als je een tunnelgraaf onder een kluizenzaal.

Om dat te regelen, hebben ze hier boven op het rondpunt van de Belgelij,

een manneken neergezet, een manneken is Cagabere, de papa van Cropa.

En die stond dan hier?

Hier op deze plek en die stond hier zo wat

dat zingst op de camera beelden achteraf

en die zodoer zo rustig wat te kijken,

kan u een beetje rond te wandelen.

En hier van op het rondpunt heb je dus een perfect zicht op de bank.

BNP Paribafortis.

Maar je hebt ook een perfect zicht op de straten rondom.

Er komen zes straten uit op dat rondpunt,

dus in een perfect overzicht, wat gebeurt er?

Beneden in een tunnel boren ze, kappen ze, graven ze

en op een bepaald moment gaan die trillingsalarmen af.

Dat kunnen zij daar in een tunnel niet weten,

dus die doen gewoon voor, maar vroeger vlaat komt er een auto

van Securitas aangrijden, uit één van die straten.

Cagabercita, die pakt ze een telefoon,

die beeld naar die mannen in hun tunnel en die zegt van, ja, ze zijn er, stop.

En ze blijven stil.

De bewakingsagent van Securitas gaat de bank binnen.

Quartier, twintig minuten later, komt die bewakingsagent terug buiten.

Die rijdt weg en vanavond, die verre nog weg is,

beeld Cagaberc, van op dat rondpunt,

naar die mannen in hun tunnel en die beginnen opnieuw.

Logisch gevolg, dat alarm gaat opnieuw af

en die bewakingsagent komt terug.

En dat doen ze zo echt verschillende keren, soms drie keer per nacht.

Bewakingsagent, kom dan.

Gop binnen, blijft altijd langer en langer in die bank, maar hoort niets.

Ga op terug weg en die mannen beginnen opnieuw.

En zo opnieuw, keer, op keer, op keer, dus in totaal 18 keer,

totdat die mensen van Securitas dat echt helemaal, die werden er helemaal onnoos van.

En die bellen er in hun eigen baan.

En die mazie komt mee, die komt luisteren, die komt dingen.

Die wordt er ook onnoos van.

Die bellen in die bank en die bank moet al die intervencies betalen

en die schakelen die alarmen uit.

Vanaf dan kunnen de tunnelroofers rustig in gaan gaan.

In de dagen voor de kraak horen buurbewoners in de verte geboor.

Moeilijk te lokaliseren, soms uren aan een stuk.

En dan zijn ze binnen.

Er gaan maanden voorbij.

En de tunnelroof maakt plaats voor groter nieuws.

Op januari 9,

Chinese authorities made a preliminary determination of a new coronavirus.

Identified in a hospitalized person with pneumonia in Wuhan.

Het openbaar leven valt helemaal stil.

Ook in de zevende wijk.

De coronabesmettingen in twee jootse wijk in Antwerpen zwingen de pan uit.

En daarom riep de stad alle 6.000 inwoners op om zich te laten testen.

Het proces van de tunnelroof wordt uitgesteld tot na de zomer van 2020.

Als blijkt dat er omwullen van corona geen publiek wordt toegelaten

en in de regbank ben ik diep teleurgesteld.

Gelukkig krijg ik van de voorzitter van de regbank van eerste aandacht

een speciale toestemming om de rechtszaak toch bij te wonen.

Ik ben hem eeuwig dankbaar.

Want het is de gelegenheid om zelf te weten te komen hoe de tunnelroof is uitgevoerd.

En waarom enkel Koba, Gio en Cagabere zijn opgepakt.

In Antwerpen is het proces gestart rond de zogenoemde kluizenkraak.

Een spectaculaire bankroof was dat in een filiaal van BNP Paribas Ford

is bijna twee jaar geleden.

Op het proces staan vijf mannen terecht.

Twee van hen zijn nog altijd spoorloos.

De drie andere pleiten onschuldig.

Het proces begon geweldig.

Een verstrooide medewerker was wat in de war door mijn speciale toestemming

en ik kreeg een plaats toe gewezen op de beklagde bank.

Waardoor ik dus de hele zitting tussen Gio, vader Cagabar en Koba zat.

Die me niet herkent.

Maar voor de rest sloeg het eigenlijk dik tegen.

Zo'n proces is altijd veel minder spectaculair dan het feit op zich.

Dat is heel zakelijk en dat is droog.

Daar kunnen geen filmen maken met zo'n proces.

De rechter stelde de verdachte routineus enkele vragen.

Die voor mij zelfs naast de kwestie leek.

Die rechters op het moment dat die zaag er staat,

hebben die ook niet heel veel strabels hierdoor noem.

Als je chance hebt, is er één van hen die een keer

door het samenvatten synthese processie verbaal is gegaan.

Maar het is niet dat die dat allemaal mini-cheus in me voorbereidt.

Die heeft te veel werk.

Het werd pas echt interessant toen de advocaaten van de verdachte naar het woord namen.

Ik heb ze heel splijdoos stiekem opgenomen met mijn telefoon.

Er is, voorzitter, leden van de rechtbank, heel wat te doen geweest over deze zaak.

Maar de veilige boodschap is totaal ondergesneeuwd gebleven.

Er zijn mensen geweest die weg zijn.

En die niet gewoon weg zijn, maar die weg zijn met de buit.

En als men het met een helikoptersicht bekijkt, is het een meesterlijk plan.

Het zijn heren die naar hier afreizen met valse pasboorten,

die drie jongetjes in schakelen met de Belgische nationaliteit.

En ik zeg u, het is zelfs zo geplant dat het zou mislopen,

zodat die mensen worden opgepakt en dat de Joodse man met de trolley rustig vertrekt.

Vuit, vuit, met de buit, weg.

En voor ik het wist, was het proces gedaan.

Een maand later volgde de uitspraak.

De beklaagte kreeg je drie tot vijf jaar cel.

Ondertussen is de buit wel echt ergens ver weg in handen van de opdrachtgevers.

Koba, Gio en vader Kachaber zijn veroordeeld.

De echte rovers zijn weg.

De tunnelroof is wel degelijk geslaagd.

Het verhaal in de kranten is verteld.

Het nieuws is op.

Maar ik blijf met veel vragen achter.

Als de veroordeelde kleine gernade zijn,

hebben ze namde echte daders,

is de orthodoxie Jood met de rolkoffer het brein van de binden.

En waar is hij?

Maast, die een orthodoxie Jood met zijn rolkoffer.

En de jongens van het somerkamp is er ineens op deze hoek,

op deze banale straat ook, nog iemand anders die komt aangestapt.

Een jongenskamp, een kleuterke van vier jaar, in de herfst van 1942.

En hij wandelt er de straat en hij kijkt niet om.

En alles, alles is maastil.

Het is ook stil omdat bijvoorbeeld de Joden geen radio meer hebben.

Dus in hun huizen is er geen radio meer,

want de Duitsers hebben beslag gelegd op de radio's,

dus je hoort geen muziek meer.

En in de tuinen is het ook stil,

omdat men er is honger en voedsel tekort,

omdat men de vogels opeet,

de merels worden gevangen,

de luisters worden gevangen,

en er zijn dus veel minder vogels,

zoals er overigens ook geen katten meer zijn.

Machine-generated transcript that may contain inaccuracies.

Op dezelfde straathoek waar de daders van de tunnelroof buitenkomen, wordt in juli 1980 een dodelijke aanslag gepleegd op een groep Joodse jongens. De pers weet intussen alles over de stand van het onderzoek naar de tunnelroof. De truc van de bandieten wordt haarfijn uitgelegd.