Waar is zuster Gabrielle?: 3. De politie

VRT NWS VRT NWS 2/28/23 - Episode Page - 42m - PDF Transcript

MUZIEK

Waar is zuster Gabriel?

Ik ben in tussen wel al wat te weten gekomen over zuster Gabriel.

Haar verdwijning kwam voor veel mensen onverwacht.

Niemand had zien aankomen dat ze plots zou verdwijnen.

Niet haar leerlingen.

Ze zouden dat nooit doen. Ze zouden ons niet in de steek laten.

Niet haar collega's.

Hebben jullie dat normaal aangemerkt?

Abonneerd.

En ook niet haar vrienden.

Ze zei dat ze zo raar doet dat het een vrouw verlieft was.

En toch kregen ze al snel een uitleg.

Zuster Gabriel zou zelf uit het klooster vertrokken zijn

omdat ze verlieft was geworden op een man.

Ze hebben toch eigenlijk grap de geruchten verspreidt

als ze met een busje voorweg was.

Maar al die mensen die haar kenden geloofden het niet.

Dat ze zomaar zou vertrekken zonder iemand iets te laten weten.

En zeker de familie van zuster Gabriel kon het absoluut niet geloven.

Een dag na de verdwijning op zaterdag 6 maart

gaat de overste van het klooster langs bij de moeder van zuster Gabriel.

Om te zeggen dat haar dochter verdwenen is

en om te vragen of zij weet waar ze is.

Maar de moeder die op dat ogenblik al 87 jaar is, heeft geen idee.

Een dag later, op zondag 7 maart,

gaat Gabriel's broer Frans naar het klooster,

om te horen of er al nieuws is.

De dag erna gaan ook de moeder en een zus van Gabriel naar het klooster.

Nog altijd niks.

De familie gaat nog een paar keer langs in het klooster

tot Gaston Mornie, de directeur van het klooster, het beuwoord.

Als we zo met z'n landen omhoog zijn,

we z'n rug nog maar aan.

En je zei tegen z'n mazen dat het ging de poluister roepen.

Ik zei, meneer, ik mag de poluister roepen, maar je kan niks misdelen.

Dit is Magdalena Hemerijk, de oude moeder van zuster Gabriel,

in een interview met de Nederlandse TV-journalist Jaap Jongbloed

voor het programma Deadline op de tross in 1996.

De moeder is al 101 jaar oud, bijna 102,

en haar dochter is al 14 jaar spoorloos.

Directeur Mornie vertelt haar tijdens één van haar bezoek aan het klooster

dat hij ruzie met Gabriel heeft gemaakt en dat Gabriel een slechte vrouw is.

Waarom deed die directeur zo?

Ik weet niet meer hoeveel ik met ben.

Je moest dat toch niet meer vanwege als ik.

De familie Robrechts is er al lang van overtuigd

dat er iets vreselijks is gebeurd met Gabriel.

En dat gevoel wordt met de jaren alleen maar sterker.

Uiteindelijk beginnen ze steeds meer in de richting te kijken van directeur Mornie.

En na een tijd beginnen ze die verdenkingen ook uit te schrijven.

Ik herinner me nog uit mijn eigen kindertijd in de jaren 90

dat er een man geregeld in Dendermonder ontliep

met een kartonneplakaat op zijn buik er rug gebonden met haar een tekst op.

Die man was Maurice Robrechts,

de broer van zuster Gabriel die uitschrijfde dat zijn zus vermoord was.

En dat gaston Mornie de dader was.

En dat deed hij ook op de Nederlandse tv.

Zijn plaats is hier in de rechtsgevangenis nummer 26 in Dendermonder.

En niet het eerere leveren hebben met zijn homofiele vrienden

een mooi en een prattig levenuitdankt. Dat is mijn mening.

De wat ze met zutteren aangedaan hebben.

Waarom is Smeerlap met zutter vermoord

voor zijn homofiele legging in een bochttevier?

Hier is een plaats.

Het zat een iets gevonden in het water in Dendermonder, denk ik.

Neem ze papa komen een dianatis voor te zien

dat dat dan om een gezak kunnen zongen.

Dat is niet normaal, he?

Allee, wat verdamme.

Is er altijd wat?

Ja, echt, echt.

Omdat we zo gevnukt werden door een trentlijn.

En er staat een machtelstening.

Ik ben Philippe Hijpens en je luistert naar...

Waar is zuster Gabriel?

Nog altijd op zoek naar de...

...false mode naar van mijn zuster, Gabi.

Want dat dat in je gevoetsel daar is.

Dat is dus van een appelsinkjes.

Ja, van een appelsinkjes.

Dat heb ik altijd boven gehad.

Dat is nog van onze vader.

Maurice Robrex, de broer van zuster Gabriel,

die is er intussen niet meer.

Maar zijn dochter Monique heeft één van de borden bijgehouden

waarmee hij door Dendermondeliep.

En dan dieper dat mee rond zijn nek.

Zo liep je dat dan, hè.

Maar het andere bord naartoe is dat weet ze helaas niet.

Mordenar van mijn zuster maak je bekend.

Dat was standaard.

Maar wat dat dat een en is.

Spraken er mensen hem dan aan?

Ja, dat sprak ik met veel mensen.

En dat is van mijn zuster.

En dan niet, en dan heeft hij gedaan.

Ruh-tuh-tuh-tuh.

Zuster Gabriel had vier broers en zussen.

En Monique's vader was er daar dus één van.

Godtante Lise, nunke Frans.

En Dendermondeliep.

En Dendermondeliep.

En Dendermondeliep, Dendermondeliep van Dendermondeliep.

Aar vader Maurice is inmiddels al meer

dan tien jaar geleden overleden.

En ook de andere broers en zussen zijn er niet meer.

Monique zelf is niet zo hard bezig met de verdwijning van haar tante Gabriel.

Tante Nonnokke, zoals ze haar noemt.

Maar ze heeft haar wel goed gekend.

Ik heb naar school van het lijf geweest.

Ik zat in het Sint-Vincentius, en die had een speciale kelder.

En in de middagpauze ging ik op en na het eten natte buur nog in de kelder.

En die soort dingen, dan zag ik hoe dat ze dat tijden.

Of als er iets schoon was, dan kreeg ik dat van.

Maar ja, de negatieve dingen waren ook...

Als ik zo gezeg, niet altijd praat, was het nog in de klas,

en ik vloog boten, moest ik bij een modeloverstuk komen.

Zal tegen jouw tante Nonnokke zeggen?

En ook later, toen Monique al volwassen was,

zag ze haar tante Nonnokke geregeld,

als hij bij haar familie over de vloer kwam.

Dat tante Nonnokke was een soort doos.

Dat was als ze met de leerlingen weg ging met het notenbus op het schoudraas.

Je smoelde.

Je roogte.

Die zong speelde gitaar, dat was echt een toffenon.

Want als ze dan bij onze papa kwamen, en als ik dan vloek...

Monique, Ella, maar ik denk dat het hem wel spreekt.

Ze zei, goed voor goed voor...

Monique, dat duurde niet.

Dat was het, maar ze deed zelf.

Ze deed zelf.

Mijn papa doet het over, oh, dat was ik nog klaar.

Ik kan 50 jaar leiden, zo.

Mijn papa en ik hebben in Marokko geweest.

In Marokken, dat dat altijd nog in jullie geburen was.

En papa dan naar Ginder geweest en in Tante had...

Mijn papa was een beetje wiet, zo klaar klaar, een beetje wiet.

Ik denk dat Nonnokke...

Ik pas dat ze meegesmoord, ja, ik wil het gewoon.

Nou, ik denk het wel.

Vloeken, bier drinken, misschien wel wietroken.

Zuster Gabriel komt uit een speciale familie.

Dat is me wel duidelijk aan het worden.

Hervader, de grootvader van Monique, had een bijnaam in hun thuisdorp.

De Ruygen.

En mijn vader ook, want als ik zei...

En wie zei wat, de dochter van Maurice van...

Goed verdoemen, zei wat, de dochter van Maurice van de Ruygen.

Maar dan verdwijnt haar Tante dus.

Monique weet niet meer hoe haar familie op de hoogte is gebracht.

Ze weet wel nog dat haar vader en grootmoeder meer uitleg zijn gaan vragen

in het klooster.

En dan zacht een directeur, het was zo ver gekomen

dat ze in mijn geheimen papier is hadden snuffelen.

En dat wil ik niet zagen.

Dat doe ik mijn vader nog op te zeggen.

Op die manier.

Op die manier.

En dan hadden ze een voortdag toegegeven.

Het was zo ver gekomen dat ze in mijn geheimen papier is hadden snuffelen

en dat wilde ik niet zagen.

Papa zei, oh, oh, je ziet dat niet klopt, hè.

Dat is vreemd.

Maar meer komen ze niet te weten.

Alleen dus het verhaal dat Gabriel wel echt zelf vertrokken is.

Je weet wel dat de nonokjes gezijden me,

wat de foto toestel, dat dat nog een goede kamer was.

En dan was het niet klopt, want als ze weg ging,

had ze het altijd mee.

En dan nemen ze...

Onze papa en mij, er was gemoekt dat ze met een buschauffeur geweest was.

Dat ze een verhouding had met een buschauffeur.

In Italië, man.

Ja, dat weet ik niet wat dat was.

Maar als het dan moest wagen, wist het me.

Dat had ze gezegd.

En dat was niet wat dat was.

Ze hebben altijd rond de pot gedrood.

Ze hebben altijd rond de pot gedrood.

MUZIEK

En zoals ik zei, haar familie gelooft er niks van.

Als het al waar zou zijn, zou Gabriel daar wel voor uitgekomen zijn.

En ze zou, zoals iedereen zegt, haar moeder iets hebben laten weten.

Want de nonokjes zouden nooit verdwenen

zonder hun moeder nog iets te laten weten.

Dat zou ze nooit gedaan hebben.

Want dan kwam elke werkbouw, hun moeder,

hun moeder, gewoon in de buitenland.

Gabriel en haar moeder hadden een heel goede band.

De 101-jarige moeder Magdalena vertelt er ook over Tegia op jongbloed.

Wat is nou uw liefde wens?

Dat mijn dochter nog eens had druk gezien.

Ja?

Ja, ik zou dat nog niet in mijn leven terugzien.

Dus u gaat het nog even vol halen?

Ja.

U geeft het nog niet op?

Nee, ik geef het nog niet op.

Belangelijk niet.

Heel goed. Al duurt het tot u 110 bent, hè?

Ja.

Ja, ja.

Het is ondertussen vooraf gebeuren.

Ja, ja.

Maar als moeder, denk ik, dat je daar altijd aan mee bezig zit.

Ik denk dat iedere telefoon of iedere doorbeeld dat er gaat pazen,

ja, dat is nu eens van mijn dochter, hè?

Dat moet veel zottel worden.

Een keer moet men één en zo,

en als ik dat moest filmen, dat is veel zottel worden.

En dat de openten van ja, ze gaan nog iets weten of ze gaan het vinden,

dan moest gedaan, dan wisten ze wat er gebeurd was.

Zij blijven in de richting van de directeur denken.

Zuster Gabriel was waarschijnlijk te nieuwsgierig.

En Monique herkent dat wel.

Wanneer ze zelf 12 jaar is,

gaat ze elke zaterdag schoonmaken bij haar grootmoeder

en dan snuffelt ze ook al eens graag in de kasten.

En in dan tot kreeg ons mijter van de buurvrouw,

die werkte in Brussel,

allemaal flesjes met parfum en staarlijken met lupestiften.

En ik was 12 jaar, ja, gijden.

En ik snuffelt nog in de kamer.

En ze had dat gezien pazen.

En het zaterdag ging ik terug behoorlijk kiezen.

En ik vond dat zo klaar flesken.

En ik raak er aan, dat was dat godverdoemen, Ammoniak.

Ik was ver kapot,

en dat stond hij in de deur te lachen,

ik kan maar liegen in zij zijn na.

Je moet ook mijn kamer vloven.

Ook wel een familietrekske wandel van Zuster Gabriel

dat zo verschrikkelijk nieuwsgierig was en overal binnen ging.

Ik ook, hè.

Ik heb dat ook, hè.

Ik zal nooit niks pakken, maar ik moet alles spelen.

Ik schrik.

Van de gelijkensdiek plots hoor.

Een lid van de familie Robrechts dat ergens rond snuffelt

en dat daarvoor gestraft wordt.

Dan dan ook nog een wiste vuil, hè.

De geheimen papieren waar directeur Morni het over had.

Daar stonden dingen in die niemand mocht weten

en die Zuster Gabriel toch had ontdekt.

En daarom is ze verdwenen.

Dat denkt tenminste haar familie.

Ik denk dat dat eek complot is.

Dat er mannen of vraven tussen zitten.

Dat niet klopt, of ogen mannen.

Ik weet het niet, maar het is verdacht.

Een groot complot of niet.

Over de politiemens met wie ze contact hadden

heeft Monique eigenlijk geen klachten.

Haar vader is zelfs ooit jaren na de verdwijning nog gevraagd

om DNA af te staan.

Omdat er lichaamsdelen waren gevonden in de dänder.

Een overschot van een lijk of weet ik veel.

Neem ze een papar en kom een DNA tussen te zien

dat dat dan de nonnokke zaak zou kunnen zoen.

Maar dat was niet waar.

Zonder resultaat dus.

En Monique vraagt zich ook af of de politiemensen

wel tot het uiterste mocht te gaan.

Maar ik zeg het dat er momenten waren dat ze niet voetjes mochten gaan

of dat ze het tegen gaven.

Allee, ja, dat was iets raar.

Dat moet ik nu toch eens aan de politie zelf vragen.

De vriend.

Goedemiddag, de vriend is Philippe Heimans.

De tweede verdieping.

Dank u.

Ik mag langs gaan bij Norbert de Vriend en Jean Jacobs.

Twee gepensioneerde rechercheurs van de gemeente politie van Dendermonde.

Ze ontvangen me in het appartement van altcommissaris de vriend.

Goedemiddag, nog jammer benen.

Ik was Jean Jacobs.

Hallo.

Ik zie dat de vriend zijn oude notitieboekjes al heeft klaargelegd op tafel.

Schriftjes met een harde, grijze kaft, zoals ik die zelf ook soms gebruik.

Hij heeft er jarenlang zijn aantekeningen ingemaakt.

De vriend en Jacobs waren de eerste politiemensen

die ooit hebben gezocht in de verdwijningsaak van zuster Gabriel.

Hij hebben de eerste vaststellingen gedaan.

Hij heeft opdracht gekregen van, zogezegd, angifte van verdwijning te doen.

Dus vandaar dat begint een foutlopelis.

Toen nog hoofdinspecteur de vriend en agent hoofdbrigadier Jean Jacobs

vormen samen een team als agenten in burger

bij de opsporingsdienst van de gemeente politie.

Ik wil zeggen dat wij verschillende brieven van het parquet gekregen hebben.

Nee, met felicitaties. Echt waar.

Dat er commissaris zijn.

Ik kon dan in mijn omhoog hangen als het die felicitaties is.

Ja, welke goede.

Het is niet zo dat jullie waren van Goeia de gemeentepolitie.

Nee, dat is een meerwaarde geweest voor de gemeentepolitie,

die simpele recherches die gaandeleg uitgebouwd en schoon resultaten.

En zo horen ze in maart 1982

dat er in het klooster van Dendermonden een zuster verdwenen zou zijn.

Wij stellen ons daar niet echt vragen bij aan dat we zeggen, ja, kijk,

als dat zo is, zal er wel een aangifte zijn van een onrustwekkende verdwijning

via het parquet van de procureur Desconis,

die dus zijn onderzoekse politie bij zich had.

Hij kon bij de gemeentepolitie gaan,

hij kon bij de Rijkswacht gaan, hij kon bij de gerechtelijke politie gaan.

Misschien moet u dat snel even uitleggen.

In die tijd, of hij zelfs tot in 2001

waren er drie politiediensten in ons land.

De Rijkswacht, die nationaal actief was.

De gerechtelijke politie en de gemeentepolitie

die onder het gezag van de burgemeester viel.

De vriend en Jacobs van de gemeentepolitie

maakte zich dus geen zorgen

omdat ze geen opdracht kregen om de verdwijning te onderzoeken.

Want misschien was één van de andere twee politiediensten er wel mee bezig.

Tot op zeker moment, de toenmalige politiecommissaris,

zegt het tegen ons beiden, jullie moeten zich naar klooster begeven

om aangifte op te nemen en informatie in te zijn van de verdwijning

van zuster Gabriel in de wereldse naam Germain Robrecht.

Oké, ja.

De verdwijning waarvan ik spreek,

die geruchten, die dateren dus van begin maart

en de opdracht die wij toen kregen,

was gedateerd van...

Weken later.

...dertig maart.

Dus dat is 25 dagen later.

Dat vonden de twee rechercheurs toch vreemd,

dat ze zo laat na de verdwijningpas in actie mochten komen.

We hebben al een aantal onderstwekkere verdwijningen.

We moeten noteren van minderjarigen of meerjarigen of wat dan ook.

Maar er is nooit een termijn van zoveel dagen opgelopen.

Gewoon dat is één of twee dagen nadien.

Ja, ze is niet thuisgekomen of die is weg.

Terwijl, als het nu over de verdwijningssake gaat,

al wat je hoort is, die eerste 24 uur of die eerste dagen, die zijn...

Cruciaal, hè.

Die zijn absoluut cruciaal, hè.

25 dagen nadien, dat zijn vegen na paus.

En dat is raar, want de familie van zuster Gabriel

is twee weken daarvoor al aangifte gaan doen van de verdwijning,

op 16 maart.

Toegegeven nog altijd elf dagen na de verdwijning.

Maar dat komt omdat directeur Mornihan heeft gezegd

dat het parquet al op de hoogte was gebracht

en dat de familie dat dus niet meer hoefde te doen.

Maar op 16 maart gaan moeder Magdalena en broer Maurice

toch naar het parquet.

Er wordt een procesverbaal opgemaakt,

maar voor zover ik weet, gebeurt daar niks mee.

Zes dagen later, op 22 maart,

gaat Gabriel's zus Elisabeth opnieuw naar het parquet,

om aan te dringen dat er iets zou gebeuren.

En nog is acht dagen later, op 30 maart,

krijgen hoofdinspecteur de vriend en agent hoofdbrigadier Jacobs

als eerste een opdracht om naar het klooster te gaan.

We hebben ons aangemeld bij de toenmalige kloosteroverste.

Het begint dus te vertellen dat ze er dus

de vijf maart vastgesteld hebben

dat zuster Gabriel niet meer aanwezig was.

En dat ze het morgens rond de uur vol of zes

de zusters in de keuken werkzaam waren

en dat die daar een gerucht gehoord had in de gang,

waarvan zij vermoeden dat dat zuster Gabriel zou kunnen zijn,

zonder dat iemand die visie gaan vaststellen is,

is dat zij wel.

Om 6 uur 30 is er dan normaal het ochtendgebied in de kapel

waarop vastgesteld was, dat zij afwezig was.

En dat was niet haar gewoond, alhoewel het gebeurde soms nog

dat zij niet aanwezig was.

Oké, ze stelde zich bij het moment daar geen vragen bij

tot op het moment dat zij van de directie van de aanpaal

en de school bericht kreeg dat zuster Gabriel, om half 10,

nog niet aanwezig was.

En dan hebben ze zich ongerust gemaakt en zijn ze gaan kijken

en dan hebben ze zich toegang moeten verschaffen tot de kamer

van de zuster die op dat ogenblik slot vast was.

En ze hebben gelegd, ja, kijk, oké, dan gaan we dat

sloten maken, voordelen.

Ze hebben het toen vastgesteld, dus dat zij niet aanwezig was.

En dat ze dus een aantal persoonlijke zaken en geld

en zo meegenomen had.

En een fototoestel dat toen behoorde aan de schoolblijkbaar was

ook verdwenen. Geld en hier ligt tijdspapine was dus allemaal weg.

Dus de zusters denken dat ze zuster Gabriel

smorgens vroeg hebben horen buiten gaan en er ontbreken spullen

op haar kamer. Dat kan er opwijzen dat ze zelf vertrokken is.

Volgende logische vraag, waarom zal zuster Gabriel dan verdwenen zijn?

En dan zegt de zuster overste, ja, de avond ervoor, voor haar verdwijning,

is hij wel op een serieuze wijze op de vingers getikt

van de geestelijk directeur.

Omreden, die wij slechts kunnen gissen, maar zij kwamen

niet al te goed overeen met een directeur omdat zij dus

blijkbaar volgens hem zich ter werelds gedroeg, is ze daar

fysiek geweld gebruikt, daar kon ze niet op hand worden of wilde

ze niet op hand worden, afijn. Ze bleef redelijk op de vlakte gezakt

dat hij schrik had van spreken en...

Hoe zag u dat als ze schrik had?

De manier waarop ze zich gedroeg en haar lichaamsouding,

dat was altijd zo'n beetje, ja, wat mag ik nu zeggen

en wat mag ik nu zeggen?

Je zou niet zeggen dat dat een kloosteroverste was.

Norbert de Vriend en Jean Jacobs willen daarom zo snel mogelijk

met die directeur spreken, maar hij is er niet.

En dus komen ze de volgende dag terug.

Ik heb er iets meermals gewezen, zegt hem,

op haar ter wereldse houding en dat dat niet paste voor een

kloosterlinge. Ik zeg, wat is die wereldse houding dan?

Wel, ze houdt zich niet aan de geloften en de activiteiten die zich

in het kloosterleven afspelen, dat zij te veel naar buiten was

en te veel met mensen omging, die dus niets te maken hadden

met de kloostergemeenschap.

En ik had ook de indruk, zegt hem, dat zij in mijn papieren aan

het snuisteren was tijdens mijn afwezigheid, dus ik vermoed

dat zij ergens een sleutel had.

En ik heb dat dan ook vastgesteld toen ik haar kamer betraat

dat wij dus brieven bevonden hebben die aan mij gericht waren

en die op haar kamer lagen, dat er ook anonieme brieven aan mij

gericht werden over zaken die personen met wie ik in contact

kwam enkel aan mij hadden toevertrout en blijkbaar dat zij er ook

van op de hoogte was.

Het moet een heel conflict geweest zijn en ik heb er daarvoor

een serieuze vermaning en een gesprek gehad, nogal vrij hard,

zegt hem, de avond voorzien.

Ik zeg, is er daar fysiek geweldgebruik?

Er is geen fysiek geweldgebruik en dan kijk hij zo de manier van

die blik.

Ik zie hem nog altijd.

Als zijn ogen kogels zouden geweest zijn,

zou hij op ons gevuurd hebben, denk ik.

Die zijn na gezicht rood aanlopend en die mond hoeken niet,

dat stond witschijn op.

Ik denk dat hij gedronken had op het moment dat we hem veroorden.

Nou, dat veroor hebben wij tegen elkaar gezegd, dat klopt niet.

Wij kwamen buiten, wij zijn tegeneen.

Dat klopt niet, dat is geen systeem.

Ik heb tegen hem gezegd, die had er iets met te zien.

Het was angst aan de manier waarop die man keek, die stond op een ploffel.

De directeur zegt hen ook dat zuster Gabriel wel zelf vertrokken zal zijn,

want ze heeft hem intussen nog twee keer gebeld.

Twee keer, juist op de 19e maart, heeft ze mij gebeld,

en de twee dagen daarna ook nog een keer.

De 19e maart was een dag waarop ik juist drie jaar directeur was in het klooster.

Wat was ze met een stemvervolking, maar ik ben zeker dat zij dat was.

De eerste keer beeld ze hem op 19 maart, zegt directeur Mornie,

om hem te feliciteren met zijn verjaardag als directeur van het klooster.

Proficiat, wij hebben derde verjaardag.

Met wie spreek ik?

Ik heb hem en niet meer.

Met wie spreek ik als het u blieft?

Af, eh.

Waar zei het jij?

Dank u wel, hé.

En op 23 maart, dus vier dagen later,

noordbij de vriend vergist zich een beetje,

zou er een tweede telefoontje geweest zijn.

Hier, u verloore kind dat u zo zeer bemindt.

En ik zal dat altijd blijven doen.

Kun je mijn vergif in het genken?

Ja, dat zal van u afhangen.

Ik ben aan het einde van mijn krachten.

Ik heb niets negenomen, dat ze je al gezegd hebben.

Ik heb met iemand neen gespeeld om u te treffen.

Vergiefd is.

Ik blijf van u houden.

Dood of leven heeft geen belang meer,

dus ik moet dat vaker.

Mijn tijd is om.

En waar bevindt u zich?

Het is niet belangrijk waar ik ben, maar hoe ik ben.

Ja, maar dat is geen oude ding.

Wat we natuurlijk niet nagaan, klopt dat of klopt dat niet.

Dat zijn woorden die hij zegt, maar die op geen enkele grond gestoed zijn.

Mornie zegt ook dat Gabriel hem in januari,

dus voor haar verdwijning,

gebeld heeft om te zeggen dat ze een rijke wedu-naar heeft leren kennen

en om te vragen of ze met hem zou kunnen trouwen.

Hij zegt dat hij haar naar de bischop heeft doorverwezen voor zulke vragen.

In 1982 bestaan er nog geen technische middelen

om te controleren of al die telefoonjes echt gebeurd zijn.

We hebben gezegd, ja, we zullen ook graag de kamernikken zien,

een keek is ook naar elkaar van, nee, dat kan niet.

We hebben de kamer onderzocht

en we hebben de nodige zaken die we vastgesteld hebben

en we hebben hier het procureur meegedeeld.

Als er verder informaties aan moeten zijn,

dan moeten we eerst de hele procureur daarvoor toelading vragen.

Alleen, als we bekijken zullen ik naar elkaar rijden,

dan zeggen we, dat is hier toch niet normaal.

Dus een onderdoek dat pas na 25 dagen echt start.

Een directeur die zich vreemd gedraagt

en dan zegt het klooster eerst dat de familie geen aangiefde hoeft te doen

omdat de procureur al op de hoogte is

en later zeggen ze dat de politie de kamer van de zuster niet in mag

omdat de procureur het niet wil.

En dat is nog niet alles.

En het rare van die zaak, dat is dan in ons proces verbaal.

Onmiddellijk moesten we afwerken.

En onder omslag is het persoonlijk afgeven

in de private woning van de eerste substitut Kordemans.

Dat is iets waarbij het tegen elkaar gaat zeggen,

dat klopt hier toch niet.

Dat is geen normale gang van zaken.

Wij maken ons proces verbaal af

en wij hebben dan bij meneer Kordemans die op dat ogenblik thuis was,

gaan afgeven hebben, de deuren open, dankjewel.

Dankjewel, heren. En dat was het dan.

Ze moeten hun proces verbaal, het verslag van hun onderzoek,

meteen diezelfde woensagnamiddag nog

bij de eerste substitut thuis gaan afgeven.

Dat hadden ze nog nooit meegemaakt.

Een magazin ons proces verbaal als wij dat afwerken

en dan gaat dat via de post er drager, wordt er op waarschijnlijk afgeven.

En ik vermoed dat deze zaken zelf,

door de procureur zelf beheerd werden,

die ons gisteren weer dat van, kijk, dat proces verbaal

moet persoonlijk door de ondervragers afgegeven worden

bij de substitut Kordemans.

Dat was trouwens ook al vreemd.

Kijk, aan het hoofd van een parquet staat een procureur.

Zijn of haar medewerkers worden substitutprocureurs genoemd.

En de belangrijkste substitut, de rechter hand van de procureur,

heet de eerste substitut.

In die periode, dat laat ik mij toch door verschillende mensen vertellen,

was het erg uitzonderlijk

dat die eerste substitut zelf onderzoeken deed.

Hij hield zich bezig met het controleren van het werk van de anderen.

Normaal onderzocht hij alleen speciale ingewikkelde dossiers.

Maar de verdwijning van zuster Gabriel,

die volgens het klooster zelf was vertrokken,

werd dus wel door de eerste substitut behandeld.

Waarom?

De twee politiemensen vinden het allemaal heel vreemd,

want daar eindigt het onderzoek ook voor hen.

Het enige wat ze in de jaren erna nog gedaan hebben

op hun eigen initiatief, was af en toe eens binnen springen

bij de moeder van zuster Gabriel, om te horen of er al nieuws was.

We hebben er regelmatig binnen gesprongen.

Als we patrieën waren, kijk eens.

Maar we hebben nooit geen opdracht gehad, niets meer moeten doen.

Nu, dat klopt eigenlijk niet.

Nog één klein lesje over justitie.

In ons land werkt het niet zoals je in tv-series ziet.

Politiemensen mogen in principe zelf geen initiatief nemen.

Ze moeten altijd een opdracht krijgen

van een substitut van het parquet of van een onderzoeksrechter.

En de gemeente politie van Den der Monde kreeg inderdaad

geen opdrachten meer en mocht dus niks meer doen.

Maar iemand anders wel.

Daarvoor moeten we even de heer van de gemeente politie achterlaten

en bij een collega van hen langs gaan, Deni Burdodwi.

Hij werkte in 1982 bij de gerechtelijke politie in Aalst, als commissaris.

De conculegas van de gemeente politie van Den der Monde, zeg maar.

Zijn dienst, die gespecialiseerd was in recherchewerk,

heeft het onderzoek naar zuster Gabriel

overgenomen van de gemeente politie.

Is het die zaak? Is dat zo wat blijven hangen bij je?

Is dat iets waarachter nog wel eens al terugdengt?

Nee.

Het is gepasseerd.

Het is 38 jaar geleden.

39.

En straks 40.

Maar kijk.

In opdracht van mijn kinders en kleinkinders

heb ik in een boek geschreven.

Jaren geleden heeft de Aalst commissaris zijn levensverhaal opgeschreven.

Ik zei dat ik 53 oude kijk een boek al denk.

Een boek al denk ik bij mijn levensverhaal.

Hij heeft een ingebonden versie voor zich liggen

en op zijn laptop een recentere versie met nog wat aanvullingen erin.

Speciaal voor mij neemt hij die hier even bij.

En op bladzijde 163 vind ik dat verrang terug van die non.

Op 6 juli moesten wij naar Den der Monde

voor de bedwijning van een non.

Zes juli. Dat is dus drie maanden na de gemeentepolicie is slangs gegaan

en vier maanden na de verdwijning.

Zuster Gabriel was chauffeur van het directeur van het klooster

die homofiel was, toch ook de non niet kon gerust laten.

Hij bleef omkennen iets met de verdwijning te maken te hebben.

Zij bleef volhoud, vroege hem,

om toelating tot het oude van een uitzoeking.

Waarmee de evalmoondig akkoord ging.

Bij die uitzoeking vonden wij onder de rand van het bad pornofoto's

en een foto van hem in zijn bloed lichaam

met zijn penis in directie.

Hierop gaf hij toe dat hij oma was

en dat de zuster Gabriel opdrag had om te voeren naar oma overgaan.

Hij onkende dat hij de zuster lastig viel

en dat hij iets met de zaak te maken had.

Bij die uitzoeking hing er in de zoveren kouder een lijk heur.

U indruk was toen die directeur, dat is iemand waar we wel eens verder op moeten zoeken?

Absoluut. Ik had geen enkele duivel.

Mijn was Mordi of zijn handlaars.

U dacht toen dat dit niet gewoon een non die haar kap over de haag heeft gegooid

en die verdwenen is?

Absoluut niet.

Ik heb zin om dat uit te brengen en dat is het.

Dat is een oorteel geweest.

Dit is toch al iets concreter

dan wat de gemeente politie drie maanden eerder heeft vastgesteld.

Die porno en die naaktfoto.

Dat is opmerkelijk voor een priester, maar het bewijst natuurlijk nog niks.

Maar dat de directeur toegeeft

dat zuster Gabriel hem naar bijeenkomsten met homosexuele mannen moest brengen

in combinatie met die ruzie van de avond ervoor,

dat lijkt hem wel een motief te geven.

En dan is er nog die lijk heur in de kelder natuurlijk.

Wij sloten het vrouw af

met een verroek naar het parquet om een uitgebreide uitzoeking,

een verroek waaraan geen gevoel gegeven werd.

Opnieuw een sterk buikgevoel van een ervaren speurder

dat de directeur er iets mee te maken heeft.

Opnieuw vraagt hij aan het parquet om verder te mogen zoeken

en opnieuw gebeurt er niks met die vraag.

De hypothese dat de directeur haar iets heeft aangedaan, wordt niet onderzocht.

Andere sporen komen in de jaren erna wel aanbod.

Dit later verdwenen in de streek een ijsventer.

Uit een bijkomend onderzoek bleek dat betrokkenen de laatste tijd

slechte zaken deed en plots verdwenen.

Die verdwijning werd in verband gebracht met de verdwijning van de non.

En wij kregen opdracht de ijsventer internationaal te zijn.

En tijd later werd die aangehouden in Moersia, Spanje,

uit zijn verroer bleek dat we niets te maken hadden met de verdwijning van de non.

U had dan het gevoel dat van de kant van het parquet was van zoek maar een beetje,

maar overdrijf ook niet.

Ja, mocht niet verder zoeken, hè.

Geen beveilte, rond de huis ook, hè.

Twee keer staan politiemensen voor hun muur.

En ik weet wel dat ze in principe niks mogen doen.

Maar als ze toen echt met het gevoel zaten dat de oplossing in een bepaalde richting zou kunnen liggen,

hadden ze dan echt niet wat meer kunnen aandringen bij het parquet.

Commissaris de Vriend denkt dat het niet zou hebben geholpen.

Dat moment, ja, was er een andere mentaliteit van ik ben hier het hoofd van het parquet.

En ik beslist welke onderzoeksrichtingen er gebeuren.

U hoeft niet mij te suggereren of opberachten.

Dat zou ik verwachten dat hij hem kenneden zou gezegd hebben op dat moment.

Nu is dat natuurlijk helemaal anders.

Onderzoekers komen bij het parquet met vrouw de procureur of meneer de procureur.

Wij zouden niet op dat denken.

Wat denkt u daarvan? Dat is een goeie kans opslagen.

O, ja, goed jongens, je schrijft een mandat of wat en zo gaat dat momenteel.

Toen was dat allemaal niet voor een toren, hè.

Dat is me ook door verschillende mensen of de record bevestigd.

De toenmalige procureur en zijn eerste substitut, Anton Kordemans,

waren erg eigenzinnige en hierarchisch ingestelde mensen.

Kordemans was de mensen die nooit de vrede kon stellen.

We mochten toch felicitaties gekregen hebben van de onderzoeksrechter.

Ik heb ervan dat procureur-generaal gekregen.

Altijd wist hij een opmerking te maken.

Maar hij kon goed doen, en de rest kon de mannen.

Dat was echt een vreemde man en een andere man.

Een politieman die zelf suggereert wat er zou kunnen gebeuren,

daar was geen sprake van.

Er waren mensen die daar kijkten naar op, die zetten die voor een toren.

En die hadden een macht.

De hele procureur woonde op het kerkplein.

Iedereen nam ze een uitaf als die pasierde, respect, oké, akkoord.

Maar iedereen had daar respect voor.

En niemand diende de robogeen, dat waren heilige huisjes.

De procureur en zerechter Hand hebben zelf niemand verhoord.

Zij moesten zich baseren op de processen verbaal die ze van de politie kregen.

Misschien hebben ze geconcludeerd dat Suster Gabriel zelf was weggegaan

en dat de zaak weinig aandacht nodig had.

En dat er eigenlijk, behalve dan die boze reactie en de ruzie van de avond ervoor,

weinig concrete aanwijzingen waren tegen de directeur.

Dat is de meest onschuldige mogelijkheid.

Maar er zou ook meer kunnen achterzitten.

Wie heeft aan de tautjes en anderen, dat is de procureur zelf in deze geval,

die dus het onderzoek stuurt in een bepaalde richting,

waarvan na tijd zegt, kijk, kerkgemeenschap, kloostergemeenschap,

dat moet beschermd worden of hoe dat het ook wil noemen,

wat meer, de zagen die zat in de kerkkrat als je het goed voor hebt.

Er is er een gantse klaans, die moest beschermd worden

of wat niet mocht doorgedrommen worden.

En dat is stuitend als je dan zelf als politieman een zaak wilt doplossen.

Want het is een slotte voor de familie die het aan de slotte moet doen,

want die stellen mij vragen, die rusten niet vooral hier,

die waar is die.

Ik heb zitten zoeken naar bewijzen dat de procureur en de substitut

in de kerkraat of de Raad van Bestuur van de School zaten.

Ik heb documenten opgevraagd bij het staatsblad.

Ik ben bij de kerkraat en de vroegere stadsarchivaar is langs gegaan.

Maar nergens heb ik een bewijs gevonden van welke vereniging ze lid waren.

Wat wel verschillende mensen mij bevestigd hebben,

is dat ze een duidelijke katholieke stempel hadden.

Zo ging dat in die tijd.

Bij het gerecht werd je benoemd

omdat een politieke partij je voordroeg.

En het parquet van Nendermonde was in die tijd een katholiek bastion,

dat net zoals de stad zelf in handen was van de CVP,

de Christelijke Volkspartij,

dat zegt ook plaatslokjournalist Willy van Damme.

Het gerecht in Nendermonde was toen volledig niet alleen

in handen van één partij, de CVP, alle topfuncties.

Maar die mensen waren ook allemaal van Nendermonde.

Allemaal dezelfde partij, allemaal dezelfde groep.

Echt wel een onschend onsmentaliteit.

Het was een zeer onschend onsmentaliteit en een schrok voor weinig terug.

Ook de Niboor Daudouille van de gerechtelijke politie

vermoedt dat de katholieke stempel van het parquet er mee voor gezorgd heeft

dat de zaak niet grondig onderzocht werd.

Zo heeft hij het toch genoteerd in zijn autobiografie.

Het is alles bleek dat de katholieke kerk,

a.o.1982, nog een groot zag had over staat en gerecht.

Gezag dat dankzij de persvrijheid veel vermindert.

Voor andere zaken hebben we nooit dergelijke invloed ondervonden.

Een bij de gemeentepolitie van Nendermonde

merkt Jean Jacobs op een ochtend nog iets vreemds op.

Hij kijkt elke ochtend naar het Centraal Signalementenblad

waarop alle vermiste personen van België vermeld staan.

En op een zekendag kijk ik, ah, ik zeg, ik ga het verdikken.

Zuster Rabië zeen hem even vermeld.

Het is ergenaardig, het was vrije ergenaardig.

Wanneer was dat? Weet je dat nog?

Het is toch een tijd al geweest.

Wat is het gezegd, hè? Maar nog een tijd hoeft.

Een jaar, een jaar, een jaar en niet.

Als die geschrapt wordt, dan is het een resultaat.

Dus zuster Gabriel is plots geschrapt als vermiste persoon.

Jean Jacobs signaleert het en wordt opnieuw op het Signalementenblad gezet.

Tot op vandaag staat zich registreerd als vermiste persoon.

Problem opgelost dus.

Maar dat laat toch een vreemde smaak na bij de politiemensen.

Dat is volledig afgesloten geweest.

Dat is op vakuum getrokken, zou ik zeggen. En hier komt niemand in.

Dat is niet normaal, hè?

Allee, godverdamme.

Ik hoort er nog altijd wat van.

Ja, echt. Omdat we zo gevneukt werden om trent te leggen

en je staat er machtloos tegen je wit, is dat gezegd.

Maar we stonden op haar plekst om elkaar te kijken.

Wat is met dat hier allemaal?

De jaren erna gaat het onderzoek wel voor.

Er is die ijsventer in Spanje, die niks oplevert.

De speurders informeren bij hun Italiaanse collega's

naar de beruchte buschauffeur.

Maar ook die heeft geen idee waar zuster Gabriel kan zitten.

Er wordt gezocht in ziekenhuis en rusthuis in heel het land,

maar nergens duikt de zuster op.

En het spoor naar de directeur?

Daar is niemand mee bezig.

Tot begin jaren 90.

Echt jaren naden kreeg je bezoek van oud collega-commissaris

maar bocht al die opdracht kreeg,

daar raak ik verder te onderroeken

met heel wat meer medewerking van het parquet.

Maar hoe dat kwam, waarom er in 1990 plots wel een uitgebreider onderzoek kon komen,

dat kan, of dat wil, de Nieboerdoodwie me niet vertellen.

Tussen 82 en einde jaren 90 is er iets gebeurd

op het parquet van De Andermonde.

De rest weet ik niet.

Dat weet ik niet, want dat weet ik niet.

En ik voel dat verder aanderingen geen zin meer heeft.

De informatie zal van iemand anders moeten komen.

Niet van de procureur of van de eerste substitut,

want die zijn al jaren geleden overleden.

Weet u genoeg?

Wat?

De boek toen de reis.

Daar ga ik nog verder naar moeten zoeken.

Is het gerechtelijk onderzoek echt gesaboteerd?

En waarom dan?

Maar eerst ga ik de kloosterzusters in De Andermonde proberen te overtuigen

om na al die jaren voor het eerst over de zaak te spreken.

Ja, wanneer iets gebeurde in die middels,

daar was toch nog veel meer afstand.

Ik weet ook niet hoe die aangifte toen is verlopen.

Ook dat is niet zo.

Die aangifte toen is verlopen. Ook dat zal zeker een rol gespeeld hebben.

Machine-generated transcript that may contain inaccuracies.

Waarom bleef een echt politieonderzoek lang uit? En stak het gerecht stokken in de wielen?